Auteur: G.A. Bredero
Titel: De klucht van de koe
Uitgeverij: Taal & Teken
Plaats van uitgifte: Leeuwarden
Jaar van uitgave: 1995 (1e uitgave=1986, het was al geschreven in 1612, maar pas in 1619 echt gepubliceerd.
Aantal bladzijden: 63
Genre: Schouwspel
Ik heb dit boek gekozen, omdat het me een leuk verhaal leek, terwijl het toch al uit de 17e eeuw komt.
Mijn eerste indruk was positief. Ik vond het namelijk leuk dat de tekst rijmt, maar je kon wel merken dat het oud-Nederlands is. Je moet bij sommige woorden goed nagaan wat ze daadwerkelijk betekenen.
Samenvatting:
Een zelfbewuste dief (Gijsje) overnacht op zijn weg naar Amsterdam bij een boer, die ook een soort herbergier is. De boer vertelt zijn gast uitvoerig over zijn zaken en biedt hem aan om de volgende dag mee te gaan naar Amsterdam.
De verhalen die de boer verteld, onder het nuttigen van een biertje, brengen de dief op een idee. S' nachts steelt de dief de koe van de boer en gaat met de koe richting Amsterdam. Na een al een eind op weg te zijn, bindt de dief de koe vast aan een hooiberg en gaat weer terug naar de boerderij om daar te gaan slapen. De boer heeft van dit alles niets gemerkt. De volgende dag gaan de boer en de dief al vroeg op pad (om twee uur 's nachts). De dief haalt onderweg de koe op en maakt de boer wijs dat hij hem als aanbetaling op een oude schuld heeft ontvangen. Hij krijgt de boer zelfs zo ver dat deze instemt de koe voor de dief te verkopen op de markt in Amsterdam. Ze spreken met elkaar af, om elkaar weer te treffen, in een herberg
In deze herberg werkt de inhalige waardin Giertje en de optrekker (dit si iemand die vaak fuift) Joosje. De dief vermaakt zich aller genoegelijkst met deze duo in afwachting van de komst van de boer. Als deze na enige tijd de opbrengst van de koe komt brengen biedt de dief aan het gezelschap op een maaltijd te trakteren. Om de maaltijd te kunnen halen, leent hij schotels van Giertje en een jas van Joosje. Om vervolgens nooit meer terug te keren> het bedrog wordt pas duidelijk, als het zoontje van de boer de diefstal van de koe komt melden.
Titelbespreking:
Het boek heet de Klucht van de koe, omdat het verhaal om de koe draait die wordt gestolen in het verhaal. Het woord ''klucht'' staat in de titel, omdat Bredero het eigenlijk als een toneelstuk heeft geschreven.
Belangrijkste personages:
Dirck Thijssen, de boer die onderdak biedt aan de dief. Dit is een vrolijk man, die wel van gezelschap houdt, om lekker te kunnen kletsen met iemand.
Gijsje, de gauwdief. Het is een sluwe jongen die erop uit is om van anderen mensen hun dommigheid te profiteren.
Thematiek:
Humor is het onderwerp. Het verhaal gaat over de domheid, gulzigheid en inhaligheid van de mensen.
Duidelijk maken dat dit niet goed is, is de bedoeling van het boek. Het verhaal wil zeggen dat je niet altijd alleen maar aan jezelf moet denken.
Structuur:
Het verhaal speelt zich af in 1620.
De plaats waar het verhaal zich afspeelt is het platteland rond Amsterdam en Amsterdam zelf. -
De duur van het verhaal van begin tot einde is 2 dagen.
Het wordt verteld door een buitenstaand persoon, want je kan ook alle gesprekken meelezen tussen bijvoorbeeld de optrekker en de waardin.
De schrijfstijl vond ik wel redelijk spannend, maar het werd ook wel een beetje humoristisch vertelt.
Beoordeling:
Ik vond het wel een redelijk goed boek, omdat er een duidelijk moraal in het boek naar voren komt. Ook vind ik het erg leuk dat alle tekst op elkaar rijmt, terwijl de verhaallijn er wel duidelijk door wordt.
Plaats in de literatuur:
Bredero werd op 16 maart 1585 in Amsterdam geboren als zoon van een schoenmaker uit gegoede burgerij. Bredero heeft de stad Amsterdam altijd fascinerend gevonden, vandaar dat hij er ook over geschreven heeft. Bredero stierf uiteindelijk na een lange tijd ziek te zijn geweest, in 1618.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden