Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De klucht van de koe door G.A. Bredero

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
Boekcover De klucht van de koe
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 1188 woorden
  • 30 oktober 2001
  • 33 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
33 keer beoordeeld

Boekcover De klucht van de koe
Shadow

Hoofdpersoon in deze klucht uit 1612 is een gauwdief, die zijn medespelers op listige wijze een koe en andere zaken afhandig maakt. De karakters van de personen worden tamelijk grof en karikaturaal geschetst, zoals in een klucht gebruikelijk. De kracht ligt in de beschrijving van de volksfiguren en de dialogen. Een inleiding geeft informatie over auteur en inhoud en o…

Hoofdpersoon in deze klucht uit 1612 is een gauwdief, die zijn medespelers op listige wijze een koe en andere zaken afhandig maakt. De karakters van de personen worden tamelijk gro…

Hoofdpersoon in deze klucht uit 1612 is een gauwdief, die zijn medespelers op listige wijze een koe en andere zaken afhandig maakt. De karakters van de personen worden tamelijk grof en karikaturaal geschetst, zoals in een klucht gebruikelijk. De kracht ligt in de beschrijving van de volksfiguren en de dialogen. Een inleiding geeft informatie over auteur en inhoud en over de bedoeling van deze uitgave. Bredero schreef lyriek en toneelstukken, met name kluchten en blijspelen. Hij werd minder beïnvloed door de renaissance dan zijn tijdgenoten.

De klucht van de koe door G.A. Bredero
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

Titelbeschrijving
Titel:
Klucht van de koe Auteur: G.A. Bredero Uitgever, jaar, plaats: B.V.W.J. Thieme & Cie - Zutphen 1976 Aantal pagina’s: 41 (677 dichtregels) Genre: Toneeltekst Titelverklaring: Een klucht is een kort grappig toneelstuk. In dit toneelstuk speelt onder andere de koe een aanzienlijke rol. Vandaar de titel: "De klucht van de koe". kaftverklaring: Ik heb een verzameling van kluchten van Bredero, genaamd: "Bredero's kluchten". Frappant genoeg staat er op het kaft van het boek een koe met daarnaast twee mensen. De een heeft een meer boerse uitstraling, terwijl de ander meer op een handelaar lijkt. Dit zou de scène kunnen weergeven waarbij de gauwdief de boer zijn koe laat zien en vervolgens vraagt of hij deze wil verkopen. Waarom dit verhaal en wat waren mijn verwachtingen? Voor de eerste periode was gegeven dat je een 16e eeuws verhaal moest lezen. Hier had ik eerst geen weet van, maar nadat een klasgenoot mij een week voor de toets vroeg welk boek ik aan het lezen was, kwam ik tot deze ontdekking. Onder de leerlingen merkte ik dat "De klucht van de koe" favoriet bleek te zijn en ook niet al te moeilijk, waarna ik besloot dat ik dit boek zou gaan lezen om er vervolgens dit verslag over te maken. Mijn verwachtingen waren dus dat het verhaal niet al te moeilijk zou zijn en het ook het een en ander aan humor kende.
Inhoud Het stuk speelt zich af in de omgeving van Amsterdam en gaat van start met een monoloog van Ghijsje, de gauwdief afkomstig uit Keulen. Hij vertelt over zijn leven als dief. Een waarzegster heeft hem voorspeld dat hij rond zijn achttiende jaar aan de galg zou sterven. Tot dan toe is alles goed gegaan; laatst had hij nog een goede vangst gedaan in de Rederijkerskamer. “ Maar ick ben den dans wel lustigh noch ontsprongen, Want ick ben noch noyt op myn Dievery bevongen, Deur dien ick by de luy dus eerelijck koom uyt, En al even wel so schuylter een Geauwe-dief in myn huyt. Ick kreegh lestent een buydt op de Reden-rijckers Camer, Daer brack ick ene kist op, met een breeck-beytel, en met een hamer “ Er werd in die tijd veel gestolen. Er bestond dan ook een wet dat je goed op je spullen moest passen. Enkele voorbeelden zijn: smokkelen met het gewicht van koopwaar, valspelen met kaarten en zelfs een boekhouder bedroog zijn meester.Dan komt de gauwdief bij een huis vlakbij de kalkoven. Hij komt daar een boer genaamd Dirk Thijssen tegen en vraagt hem vervolgens om onderdak.. Dit kan, er is genoeg in huis. Hij wordt voorzien van eten en drinken en blijkt in Ouwerkerk te zijn aangekomen. Na een tijdje raakt hij in gesprek met de boer. De boer vertelt hem dat zondag een groot feest is waarbij wordt gedronken, gegeten en gedanst. Ook vertelt hij dat zijn vrouw kan koken als de beste, maar helaas zijn er slechte tijden en is er dus weinig geld. Gelukkig hebben ze nog een koe: "die so vet en glat,, is, Ick wed om een vaen, datter sulcken Koe niet om stadt is” De gauwdief doet zich voor als een rijke koopman en zegt dat hij de volgende dag naar Amsterdam moet en wil om deze reden graag vroeg gewekt worden. De boer spreekt met hem af dat hij hem rond twee uur zal wekken, waarna ze beiden gaan slapen. De optrekker, genaamd Joosje, bevindt zich op dat moment in Amsterdam. Hij loopt zingend over straat en is op zoek naar een kroeg. Dit omdat hij ruzie met zijn vrouw gehad heeft en dit graag wegdrinkt. Hij komt bij "Het Swarte Paert" aan en wordt , naar lang aandringen, binnen gelaten door de de waardin genaamd Giertje. Hij zuipt zich helemaal vol en valt uiteindelijk in slaap. Om twee uur roept de ratelwacht, waarna ook Giertje gaat slapen.. In Ouwerkerk komen ze juist tot leven. De dief haalt snel de koe uit de stal en bindt hem een eind verderop vast, bij een hooiberg in de buurt van Cost-verloren. Teruggekomen gaat hij snel weer slapen en even later komt de boer hem wekken. Deze heeft helemaal niks door. Ze gaan samen op pad. Als ze even later de plek naderen waar de koe staat, verzindt de gauwdief snel een smoes. Hij zegt: "Ick souw gaeren wat gelts hebben hier van een Man". De boer wacht op hem. In zijn monoloog vertelt hij over de buurt. Hij heeft het over Lange Dirk van Diemen die nogal gierig is, Piet Quist die verkering heeft met dochter Marietje, en zo ratelt hij nog een tijdje door. Een verbaasde blik komt op bij de boer wanneer de gauwdief terug komt met de koe. De boer van de hofstede zou hem deze koe hebben aangedrongen in plaats van geld. De boer meent dat hij de koe herkent en zegt: "Hy is overdadich vet, ia dat ick 't niet wel en wist, Ick seyde 't is myn koe, seker me dunckt hy ist." De gauwdief zegt hierop: "Ele-man, schijn bedrieght, daer is meer gelijx as eygen." De gauwdief brengt het gesprek handig op een ander onderwerp. Uiteindelijk heeft het gesprek zo’n wending genomen dat hij de boer vraagt de koe te verkopen. Als reden geeft hij dat hij bekend staat als dief in Amsterdam en het hem nooit zou lukken om de koe te verkopen. De boer gaat akkoord zonder enig vermoeden dat hier iets niet helemaal in orde is. Ze spreken af in de kroeg, "Het Swarte Paert". In "Het Swarte Paert" ontwaakt de optrekker en gaat weer aan de alcohol. 'Gants slijden! Bin ick hier noch! O gants sacker venten, Ick durf waerantlich niet thuys comen, so sal mijn mijf parlementen. O bloet, hoe wilse raesen! Een mensch die mach verwilderen. De Nicker is oock so lelijck niet asse hem wel schilderen. Giertje tapt een Kanne-wijns.' Hij probeert de Giertje te verleiden. Op dat moment komt de gauwdief binnen. Ze drinken en praten gezellig over alles en nog wat. Even later komt ook de boer binnen. Hij heeft de koe voor maar liefst 10 pond verkocht. Hier kan op gefeest worden! En daar hoort natuurlijk vlees of vis bij. Dit mag Giertje niet verkopen dus wordt het gehaald bij Pieter de Kock. De gauwdief zal het gaan kopen. Hij leent twee platteelen van Giertje en een mantel van Joosje om de vis of het vlees in te vervoeren. Opnieuw tuimelen ze in de listige plannen van de gauwdief. Hij zal namelijk niet meer terug komen en de spullen verkopen. Op dat moment hebben ze allen nog geen flauw benul van het feit dat ze worden bedrogen en feesten dus gewoon door. De boer vertelt Giertje en Joosje hoe aardig de gauwdief wel niet is. Opeens komt Keesje (de zoon van de boer) huilend binnen. Hij vertelt dat de koe ervandoor is. Nu pas daagt het bij de boer dat hij is beetgenomen door de gauwdief. Ook Giertje en Joosje weten nu dat ze bestolen zijn. Voordat de boer weggaat betaalt hij en zegt: "Hij hetter niet ghestolen, wij hebben hem het alle drie gegheven.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De klucht van de koe door G.A. Bredero"