Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De kloof door Jan Terlouw

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
Boekcover De kloof
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 2603 woorden
  • 30 september 2001
  • 221 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
221 keer beoordeeld

Boekcover De kloof
Shadow
De kloof door Jan Terlouw
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titel Auteur en uitgever. Wat is de titel van het boek? De Kloof
Wie is de auteur? Jan Terlouw
Wie is de uitgever? Lemniscaat Korte inhoud. Ginder zit in het examenjaar. Na zijn examens gaat hij met alle jongens uit zijn klas, de meisjes mochten niet mee omdat de meerderheid van de ouders er nee tegen zegt, op kamp. Toen hij van dat kamp terug kwam lag er op het station een telegram voor ginde waarin stond dat zijn grootmoeder, waar hij veel om geeft, ernstig ziek was. Hij tegen de leraar wat er in het telegram stond en hij mocht dus de eerste beste trein naar huis nemen. Toen hij op het station van Lovendaal aan kwam was zijn moeder er al en die zei dat zijn grootmoeder gestorven was. Ze gingen meteen naar het huis van zijn grootmoeder. Ginder ging aan haar bureau zitten en keek meteen of de papieren er nog lagen, die zijn grootmoeder hem voor dat hij op kamp ging had toe gewezen. Zijn moeder had ze al weggegooid. Hij rent regelrecht naar de vuilnisbelt om te kijken of hij nog iets vindt. Hij vindt inderdaad nog twee bladzijden van haar dagboek. Als hij thuis op zijn kamer zit gaat hij ontcijferen wat er stond hij vindt maar een paar woorden maar dat is genoeg. Een paar dagen later besluit hij naar Dal te gaan en zijn vader te gaan zoeken. Daarvoor moet hij een reis door een woestijn maken, omdat er 45 jaar geleden een aardbeving is geweest en daardoor is er nu een kloof tussen Bergen en Dal, die reis duurt 14 dagen. Maar die reis kost heel veel geld hij wilde er voor gaan werken maar dat hoefde niet omdat zijn grootmoeder wat geld heeft nagelaten en dat was genoeg voor de reis door de woestijn. Hij vroeg aan zijn moeder het adres van zijn vader aan zijn zus en na lang wachten was de dag aangebroken voor vertrek. Tijdens de reis ontmoette Ginder heel veel mensen die ook naar dal gingen waaronder: Joren Verloren een dichter, hij ontmoeten ook een goochelaar die zich Escamó dat is zijn artiestennaam. Ook ontmoeten hij Domen Compagne hij gaat naar zijn dochter omdat zijn vrouw is aangereden. Domen is gewond want zijn hoofd en zijn voet zit in het verband. Ginder heeft zijn adres gekregen en als hij in Dal komt gaat hij hem zeker opzoeken. Als hij bij zijn vader komt hebben ze veel bij te praten. Als zijn vader en zijn vrouw de volgende dag gaan werken gaat Ginder Barbara opzoeken, dat is de dochter van Domen Compagne. Ginder en Barbara vinden elkaar heel aardig. Ginder en Barbara zoeken de ouders van Doeve Bouwmeester op. Daar komt hij heel veel over Doeve Bouwmeester te weten. Op een dag loopt hij alleen langs het ravijn en hij komt daar een man tegen die een beetje vreemd naar hem kijkt. Als de man heel dicht in de buurt is geeft hij Ginder een zetje en Ginder valt het ravijn en hij valt bewusteloos op een steen. Als hij weer bij komt ziet hij dat de man hem er verder probeert in te duwen maar uit eindelijk lukt het hem niet en duwt Ginder hem het ravijn in. Ginder besluit om verder te studeren aan de technische school in Bergen. Barbara wilde graag mee met ginder naar Bergen maar dat mocht niet van haar vader. Barbara besluit toch om de volgende Karavaan zou komen. Toen Ginder op de terugreis, op de rustplaats, zag hij Domen Compagne het verband van zijn voet halen en tot zijn verbazing zat er helemaal geen wond. Dus is Domen niet de echte vader van Barbara. Zelf heet de zogenaamde Domen Compagne Swankhuizen hij is een handlanger van DR Villerius. Barbara weet ondertussen ook dat Swankhuizen niet haar echte vader is. En besluit zo snel mogelijk naar Bergen te gaan. Barbara Ginder en zijn moedernaar een voorstelling van Escamó. Voor de voorstelling zag ginder dat Swankhuizen een briefje aan Tappenier gaf. In de pauze ging Ginder even naar Escamó. Hij vraagt hem of hij het papiertje wil pakken en wat erop staat te onthouden. Na de voorstelling ging Ginder het papiertje halen en er stond op 042315 Varenbaan. Het betekent de 4e om kwart over 11. Ginder komt er achter dat Varenbaan renbaan betekent. Hij gaat er alleen heen omdat het te laat is om iemand te waarschuwen. Op de renbaan ontdekt twee mensen die aan het praten zijn. Hij verstopt zich. Even later kwamen die mensen naar buiten. Ze stappen op de koets en Ginder springt gauw achter op het bagagerek. Ginder is tijdens de tocht in slaap gevallen en als hij wakker wordt ziet hij dat hij in een soort koetshuis is. Als hij weer bij is weet hij dat er niemand in de buurt is en dat de deur en de ramen op slot zijn, gaat hij op onderzoek uit, hij ontdekt een geheime gang. Hij loopt naar beneden. Beneden komt hij bij een deur, hij klopt er op, geen antwoord Maar opeens voelt hij een harde klap op zijn hoofd en hij valt bewusteloos neer. Als hij weer bij komt ziet hij een man. Later blijkt dat Doeve Bouwmeester te zijn. Ginder en Doeve praatte over heel veel dingen zoals bijvoorbeeld dat Doeve niet in het ravijn is geduwd, maar gekidnapt was, omdat Villerius de macht wilde hebben. En ook dat de echte moeder van Doeve de grootmoeder van ginder was. Doeve werd heel goed verzorgd en kreeg veel van wat hij vroeg. Terwijl het bij Ginder thuis een hele chaos is, omdat ze Ginder al een tijdje missen. Dus neemt Barbara het initiatief om te kijken waar ginder is. Als ze bij de renbaan net de moed wil opgeven ziet zen in het grind met blokletters Kalander staan. Zonder tegen iemand te zegen gaat ze naar Kalander dat is een plaats in Bergen, ze kent daar een kennis van Ginder die zij ook goed kent. Dus gaan ze samen zoeken ze zien Swankhuizen elk dag van het koetshuis komen daarom gaan ze naar de politie en ze pakken Swankhuizen, DR Villerius en de handlangers op. Ze laten Ginder en Doeve bouwmeester vrij. Doeve wordt meteen weer tot ingenieur vernoemd. Stijl Wat is de manier van schrijven? Het is een mengvorm van stijlen. Het is spannend omdat er veel dingen onverwacht gebeuren. En het is een geschiedenis verhaal. Het speelt net voor onze tijd af want er zijn nauwelijks auto’s en er zijn geen telefoons als je wilt bellen moet je eerst naar het postkantoor.
Tijd en ruimte. Wanneer speelt het verhaal zich af? Het speelt net voor onze tijd af want er zijn nauwelijks auto’s en er zijn geen telefoons als je wilt bellen moet je eerst naar het postkantoor. En in Dal zijn bijna geen goede wegen. Hoelang duurt het boek? Ongeveer 2 jaar, want Barbara komt een jaar nadat Ginder uit Dal komt. Hoe is het verloop van het boek? Het loopt in een niet-chronologische, want er komt altijd uitleg over de geschiedenis en hoofdstuk 15 gaat zelfs alleen over de geschiedenis. Waar speelt het verhaal zich af? Het speelt zich af in Bergen en in Dal. Het symbolische eraan is dat Bergen heel rijk is ten opzichte van Dal dat is heel arm sinds de aardbeving die 45 jaar geleden is geweest en daardoor is een kloof ontstaan sindsdien lopen ze heel erg achter Personages. Beschrijf de personages qua uiterlijk en karakter. Hoofdpersonen: Ginder Sekoer: Ginder is heel erg intelligent. Hij is vaak in zijn gedachten verzonken. Hij is verliefd op Barbara. Hij heeft donker blonde haren en heeft blauwe ogen. Hij 16 jaar. Barbara Compagne: Barbara is de vriendin van Ginder. Zij is een vrolijk en nuchter persoon. Het leuke van Barbara vind ik dat ze in tegenstelling tot Ginder heel nuchter en vrolijk is. Ze heeft lang blonde haren en zeeblauwe ogen, ze is ook iets kleiner dan Ginder. Ze is even oud als Ginder. Grootmoeder: Grootmoeder is de oma van Ginder. Ze is een slimme oude vrouw. Ze heeft een geheim wat ze na haar dood aan ginder toevertrouwt. Grootmoeder houd veel van iedereen en iedereen houd van haar. Ze is oud en grijs met een gerimpeld gezicht. Doeve Bouwmeester: Doeve bouwmeester is een persoon die door heel bergen en dal geliefd is. Doeve wil een brug bouwen over de kloof. Hij heeft een wit gezicht, lange grijze haren ongeveer 60 jaar een grote neus en hij mist een hoektand. Dokter Anton Siegfried Villerius: Is een misdadig persoon die Doeve gevangen houdt om de macht te krijgen. Hij ziet eruit als een geleerde want zo doet hij zich voort. De bijpersonen zijn: De adoptie-ouders van Doeve: Twee oude arme mensen in het verhaal geven informatie aan Ginder. Ze zien er uit als een opa en een oma. Jaap Sekour: De vader van Ginder. Hij vangt Ginder op tijdens zijn verblijf in Dal. Hij is lang en hij heeft een baard. Riek Sekour: De nieuwe vrouw van de vader van Ginder zij vangt Ginder ook op tijdens zijn verblijf in Dal. Ze is klein en heeft bruine haren. Brigit: De zus van Ginder. Is lid van de EBEV (Een Brug En Vlug) verenging. Ze is getrouwd met Jonathan. Ze is niet groot maar ook niet klein. Met zwarte haren. Jonathan: Hij is man van Brigit. Is ook lid van de EBEV. Hij is extreem lang en blonde haren. Tante Charlotte: Zij vangt Barbara op als Ginder weer terug gaat naar Bergen. Ze is de tante van Barbara. Ze is heel erg hip en bij de tijd. Swankhuisen: Is een handlanger van DR. Vilerius. Hij houdt Ginder en Doeve gevangen even buiten Kalander. Hij doet net alsof hij Domen Compagne is. En zijn gezicht zit vol littekens van plastische chirurgie. Inspecteur Zadelhof: Hoofd van de politie in Bergen. Helpt Ginder de bende van DR. Vilerius op te rollen. Hij is groot en sterk. Escamó: Is een goochelaar Ginder leert hem kennen op de karavaantocht richting dal. Hij wordt later een goede vriend van Ginder. Hij heeft een innemend gezicht. Moeder Theresa: Is de moeder van Ginder. Zij ondersteunt Barbara en Ginder. Ze heeft korte bruine haren en is best lang. Tappenier: Is ook een handlanger van DR. Vilerius. Hij ziet eruit als een gangster
Joren Verloren: Is een detective die ook in de zaak Doeve Bouwmeester werkt. Hij heeft een slappe dichters uitdrukking als dekmantel. Hij ongeveer 35 jaar. Hij heeft zo’n blond haar dat het bijna wit is met blauwe ogen. Hij heeft ook een bril.
7. Thema. Wat is het thema van het boek? Het thema is geheimzinnigheid, omdat grootmoeder een geheim heeft en die pas aan het eind van het boek wordt onthuld. Doeve Bouwmeester is in het hele boek dood en aan het einde blijkt hij opgesloten te zitten in het koetshuis. 8. Perspectief. Wie vertelt het verhaal? Het is een alleswetende verteller, die het verhaal door Ginders ogen vertelt. Dit kun je zien aan dat hij sinds Ginders gedachten verteld. Dat zie je bij de andere personen niet. 9. Citaat. Kies een citaat en leg dit uit. Dit citaat komt uit het hoofdstuk 7 het ravijn. Ginder loopt alleen langs de kloof om hem eens aan de Dalse kant te bekijken. Een onbekend hondje loopt met hem mee. Een tijdje heeft Ginder niemand gezien, maar nu komt hem toch wel weer iemand tegemoet Het blijkt een wat oudere man te zijn, met een zwaar groot lijf en een ruw onaangenaam gezicht. Zijn mond is enorm groot en staat een beetje open. Zijn ogen zijn klein en liggen diep in de kassen. Je ziet ze haast niet, ook al omdat ze schuil gaan onder zware, donker wenkbrauwen. Ginder doet een stapje opzij om de man voorbij te laten gaan. Dan lijkt die te struikelen. Hij steekt zijn hand uit om bij Ginder steun te vinden. Automatisch grijpt Ginder hem vast. de zware man valt tegen hem aan, hij voelt een duw en voor hij het weet wat er precies gebeurt, duikelt hij over de rand van het ravijn. Hij geeft een schreeuw waar alle angst van de wereld in ligt op gesloten, hij graait wild om zich heen om steun te vinden, hij stoot zijn ribben aan een puntig rotsblok, zijn hoofd slaat tegen iets hards aan, opnieuw stuitert hij een paar meter naar beneden en dan blijft hij liggen op een platte zwarte steen, nu gevaarlijk dicht bij de plaats waar de rotswand steil naar benenden gaat. Hij is versuft door de klap tegen zijn hoofd, net niet bewusteloos. Hij ziet dat de man een plek zoekt om naar benenden te klauteren. Het hondje staat verwoed te keffen. ‘Hou je bek, rotbeest,’ grauwt de man, maar die aanbeveling maakt het dier nog heftiger tekeer gaat. Dan ziet Ginder dat de man het beest bij zijn nekvel grijpt en het plompverloren in de afgrond slingert. Het is een daad waar je verstand bij stilstaat. Ginder trekt z’n hoofd tussen z’n schouders en knijpt zijn ogen dicht, maar niet voor lang. Als hij zijn ogen weer open doet ziet hij dat de man is begonnen met af te dalen in zijn richting. En ginder weet ineens met absolute zekerheid dat de man hem ook naar beneden zou gooien. Dat struikelen was nep. Hij heeft ook de duw gevoeld, de man heeft hem opzettelijk over de rand gestoten. Het lijkt of zijn hart stilstaat. Van de angst kan hij zijn ledematen niet meer bewegen, of is dat van de val? In zijn oren klinkt het wegstervende gejank van het hondje na. Wat kan hij tegen deze sterke beer beginnen? Niets helemaal niets. De man zal hem als een baby het ravijn in jonassen en hij zal vallen, vallen… Onder zijn hand voelde hij een losse, grote steen. Sinds hij is neergekomen heeft hij zich nog niet bewogen. Ondanks de verlammende doodsangst werken zijn hersens sneller dan ooit. Hij moet zich bewusteloos houden. Misschien krijgt hij nog een kans. De man is nu vlak boven hem. Hij bukt zich en strekt zijn armen uit. Hij pakt Ginders rechtervoet. Hij trekt. Ginder laat zich vooruitslepen. Zó krijgt de man hem niet het ravijn in, dat is duidelijk. De man vloekt, laat de voet los en klautert voorzichtig over de glooiing, tot hij op de zwarte steen van Ginder staat. Nu hoeft hij de jongen nog maar op te tillen en in het ravijn te zwiepen. Hij bukt zich. Een had grijpt Ginders blouse. Dan slaat Ginder. Zijn rechterhand zwaait omhoog, de puntige steen erin. De verlamming is geweken. Met de oerkracht van iemand die wil leven hij de steen tegen de slaap van zijn tegenstander. De man laat Ginder los en grijpt naar zijn hoofd. Hij richt zich op. Hij wankelt op de rand van de steen. Dan slaat hij achterover, de diepte in. In een reflex, om een leven te redden, grijpt Ginder nog naar hem. Vergeefs… De man schreeuwt niet eens. Als een willoos pakt vlees en botten valt hij de onpeilbare diepte. Waarom heb ik dit stuk gekozen? Omdat je in het begin denkt dat Ginder dood gaat en de man gaat dood en niet Ginder. En je weet nooit hoe Ginder zich weer uit de problemen komt en dat maakt het altijd spannend. 10. Verklaar de titel. Verklaar de titel. 45 jaar geleden is er een aardbeving geweest die heeft een scheur in de aarde gekomen. Bergen is nu een welvarend land en Dal heeft door de aardbeving een grote achterstand opgelopen. En omdat DR Villerius altijd de brug heeft ontweken. Hij heeft alle plannen afgewezen die er door de bevolking zijn gekomen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De kloof door Jan Terlouw"