De kloof door Jan Terlouw

A: Samenvatting
Ginder woont in het land Bergen, dat eerst samen met het buurland Dal het land Berg-en-Dal vormde. Deze twee landen zijn echter 45 jaar geleden door een kloof gescheiden en de inwoners hebben nu bijna geen contact meer met elkaar omdat er (nog) geen brug is. Er kan wel getelefoneerd worden maar dat is erg duur. Als je er naar toe wilt moet je twee weken op een kameel door de woestijn rijden. Ginder kan het goed vinden met zijn grootmoeder, die bij Ginder en zijn moeder in huis woont. Op een dag haalt grootmoeder Ginder bij zich en vertelt hem dat ze een belangrijk geheim heeft. Dat gaat ze Ginder niet vertellen maar ze zegt dat er schriften en krantenknipsels in de la van haar bureau liggen. Die mag Ginder lezen als zijzelf dood is. Nu, 2 jaar later, heeft Ginder eindexamen gedaan en gaat hij met school op kamp. Als hij daar is krijgt Ginder bericht dat grootmoeder op sterven ligt. Na het kamp, als Ginder weer thuis is, is grootmoeder dood en al begraven. Ook heeft de moeder van Ginder de kamer van grootmoeder opgeruimd en haar bureau weggegooid. Alle papieren heeft ze meegegeven met de vuilniswagen. Ginder gaat op de vuilnisbelt zoeken en vindt nog twee half afgebrande bladzijden uit grootmoeders dagboek die hij mee naar huis neemt. Hij probeert zinnen en woorden te vinden. Uiteindelijk komt hij tot deze lijst: ootschap?? brug
ddruftigensteun - nooddruftigensteun

Vil -Vilder en leerlooierij De Geus? sleden?? Meervoud van slee? Of bijvoorbeeld Dosleden? (Dos is een
voetbalvereniging van Lovendaal) urlijk - avontuurlijk? bestuurlijk? of gewoon natuurlijk? Dal
ardbeving - aardbeving
tructies - constructies? instructies? Varenbaan
zonder va - zonder vader? eftige man - heftige man? deftige man? rijk
verdenkingpoli - politicus? of politie? (past goed bij het woord verdenking) Iedereen verwacht dat Ginder volgend jaar naar de Technische Hogeschool zal gaan maar zelf weet hij het nog niet. Ginder wil eerst een reis naar Dal maken om te zien hoe het daar is en om zijn vader op te zoeken. Ginder’s ouders zijn namelijk gescheiden. Ginder gaat met de eerstvolgende karavaan naar Dal. Tijdens de reis ontmoet hij Domen Compagne, die een goede vriend van hem wordt. Domen Compagne komt uit Dal maar werkt in Bergen en ziet zijn familie bijna niet. Nu gaat hij naar huis omdat zijn vrouw is overleden. Domen heeft zijn gezicht en voet in het verband door een ongeluk in de fabriek waar hij werkt. Verder ontmoet Ginder Joren Verloren, een rare dichter en Escamó, een aardige goochelaar. Wanneer de karavaan in Dal is aangekomen gaat Ginder op zoek naar zijn vader. Hij heeft een adres en daar blijkt zijn vader nog steeds te wonen. Ginder maakt daar kennis met Riek, de nieuwe vriendin van zijn vader. De volgende dag gaat Ginder Godelingen, de stad waar zijn vader woont, bekijken. Na een paar dagen gaat Ginder bij Domen Compagne op bezoek. Ginder kan het goed vinden met Barbara de dochter van Domen. Hij gaat er elke dag heen en wordt verliefd op haar. De vader van Ginder vertelt hem over Doeve Bouwmeester, een slimme architect die graag een brug wilde bouwen en daar ook plannen voor had. Op een dag was Doeve opeens verdwenen, waarschijnlijk in de kloof gevallen. Ginder wil daar meer over weten en gaat samen met Barbara de ouders van Doeve opzoeken, die ook in Godelingen wonen. Daar krijgen ze te horen dat Doeve door hen geadopteerd is en een bijzonder intelligente jongeman was. Als Ginder een keer langs het ravijn loopt, wordt hij door een grote brede man in het ravijn gegooid. Gelukkig is het daar niet zo steil en blijft Ginder op een uitstekend rotsstuk hangen. De man klimt naar beneden om Ginder verder het ravijn in te gooien. Als die man bijna op het rotsstuk is waar Ginder ligt springt Ginder op en slaat de man met een steen het ravijn in. Later ontdekt Barbara dat die man Tanker Inodoor was, een vriend van Tappenier. Als Ginder nog een keer naar de ouders van Doeve Bouwmeester gaat krijgt hij te horen dat Joren Verloren ook bij hen is geweest en alles over Doeve wilde weten. Diezelfde Joren ziet hij op een terrasje zitten als hij terug naar zijn vader’s huis gaat. Hij gaat bij hem zitten en praat met hem. Opeens staat Joren op en loopt hij weg. Heel raar. Een paar dagen later ziet hij Joren weer. Die vraagt Ginder of hij een pakketje voor hem naar Bergen kan brengen, want hij is te zwak voor de reis omdat hij zijn been heeft gebroken. Na afscheid te hebben genomen van zijn vader, Riek en Barbara gaat Ginder weer naar Bergen. Nu weet Ginder zeker dat hij naar de Technische Hogeschool gaat. Tijdens de reis leert hij Huibert Tappenier, een vriend van Domen, kennen. Ginder mag hem niet. Tijdens de reis ziet Ginder dat Domen het verband van zijn voet haalt en dat er geen schrammetje op zit. Erg vreemd. Als Ginder thuis is belt hij mr. Van Dissel op, degene aan wie hij Joren’s pakketje zou geven. Ze spreken af waar Ginder het pakketje zal overhandigen. Als Van Dissel weer weg gaat achtervolgt Ginder hem. De man gaat het privé-detective bedrijf ‘Kwijt en Van Dissel’ binnen. Joren Verloren heet dus eigenlijk Kwijt. Ginder gaat naar een lezing van dr. Villerius, een goed spreker en erg bekend in Bergen, misschien wel de meest invloedrijke en best geïnformeerde man in Bergen, op de Technische Hogeschool. Daar ziet hij Domen weer, die een goede vriend van dr. Villerius blijkt te zijn. Domen vertelt dat hij niet van zwemmen houdt en daar ook nooit van heeft gehouden. De is vreemd want de vader van Barbara was altijd een fanatiek zwemmer. Domen is dus niet de vader van Barbara maar doet alsof. Dat kan ook, want hij had Barbara al 7 jaar niet meer gezien dus Barbara herinnert hem niet meer goed. Hij gaat ook niet meer met vrienden om en ook niet met zijn familie omdat hij zegt dat hij het te druk heeft. Ginder krijgt een vermoeden dat de moeder van Barbara vermoord is omdat zij wel zou weten dat het niet de ‘echte’ Domen is. Dat alles schrijft Ginder in een brief naar Barbara. Dr. Villerius is een erg invloedrijk man en tegen de bouw van een brug over de kloof. Hij is bij veel bedrijven of belangrijke vestingen en ook bijvoorbeeld de Technische Hogeschool baas of kan in ieder geval allerlei dingen (mee-)beslissen. Hij is ook de “Co” van het bedrijf Lorimer & Co, een belangrijk bedrijf die als enige in Bergen titaan krijgt van Dal voor de bouw van een brug. Ook de man met de littekens, die Swankhuizen blijkt te heten en zich uitgeeft voor Domen Compagne is een vriend van dr. Villerius. Barbara gaat zonder dat de man met de littekens en Ginder het weten naar Bergen. Ze blijft bij Ginder logeren. Ze vertelt hem dat ze weet dat de man die Ginder het ravijn in wilde gooien Tanker Inodoor is, een vriend van Tappenier, die voor Lorimer& Co werkt en een vriend van de man met de littekens is. Met het hele verhaal, vanaf het begin dat haar moeder die niet per ongeluk was aangereden maar expres tot dat de man met de littekens niet haar vader blijkt te zijn gaat Barbara samen met Ginder naar de politie. Inspecteur Zadelhof gaat naar Lorimer & Co, waar Lorimer vertelt dat (de ‘echte’) Domen Compagne bij een explosie in de fabriek is omgekomen. Inspecteur Zadelhof geeft bevel dat er naar Swankhuisen gezocht moet worden. Theresa, de moeder van Ginder neemt Ginder en Barbara naar een optreden van Escamó, die Ginder kent van de reis naar Dal. In de rij om een kaartje te kopen zien ze Swankhuisen die een briefje aan Tappenier geeft. Tappenier stopt het briefje in zijn borstzak. In de pauze gaat Ginder naar Escamó en vraagt of hij dat papiertje ongemerkt kan pakken, lezen en weer terug stoppen. Dat doet hij en na de voorstelling zegt hij dat dit erop stond: 042315 Varenbaan
Dat vertellen ze aan de politie. Joren Kwijt, die zich voordeed als Joren Verloren, komt ook nog langs bij Ginder. Die vraagt hem iets over Inodoor en weet voor de rest hetzelfde als Ginder. Hij weet wat die getallen betekenen; de vierde (die dag is het 4 februari) om 23.15. ‘s Avonds kijkt Ginder nog even naar de stukken uit grootmoeders dagboek. Er staat ‘Varenbaan’ en ‘zonder Va’. Dan krijg je renbaan en dat is aan de andere kant van Lovendaal. Ginder gaat naar de renbaan. Daar hoort hij stemmen. Hij ziet daar vier mannen naar buiten gaan. Hij ziet dat Swankhuisen en Tappenier er ook bij zijn. Hij hoort dat Swank- huisen naar Kalander gaat. Ginder schrijft met een steen ‘Kalander’ in het zand waar hij zit en klimt achter op de koets van Swankhuisen. Als Ginder er de volgende morgen niet is gaan Barbara en Ginder’s moeder naar de politie. Barbara heeft een papiertje van Ginder gevonden waarop ‘Varenbaan, Renbaan’ op staat. Ginder is dus naar de Renbaan gegaan. Barbara ziet bij de Renbaan dat Ginder met een steen ‘Kalander’ heeft opgeschreven. Barbara gaat daarom ook naar Kalander. De koets van Swankhuisen, waar Ginder ook op zit rijdt door Lovendaal naar Kalander. Daar rijden ze een koetshuis binnen. Swankhuisen ziet Ginder niet. Ginder kan niet uit het koetshuis want alles zit dicht. De volgende dag komt Swankhuisen weer terug naar het koetshuis. Ginder verstopt zich. Swankhuisen schuift een kleed opzij en opent een luik. Met het eten gaat hij het luik in en komt na lange tijd weer terug. Als Swankhuisen weg is gaat Ginder in dat luik. Als hij zo’n 50 meter is gedaald ziet hij een zware ijzeren deur die vergrendeld is. Als Ginder de deur wil openmaken wordt hij neergeslagen. Wanneer Ginder bijkomt zit hij samen met een oude man, die Doeve Bouwmeester blijkt te zijn, achter de ijzeren deur. Ginder vertelt Doeve zijn hele verhaal. Daarna vertelt Doeve zijn verhaal: 25 Jaar geleden, toen Doeve 27 jaar was, was hij de slimste professor van Bergen. Doeve wilde een brug bouwen. Hij deed er alles aan om te zorgen dat die brug er kwam, maar op een dag werd hij gekidnapt door twee jongemannen, Tappenier en Inodoor. Doeve werd goed verzorgd. Na een paar dagen kwam Villerius op bezoek, die toen 37 was en al redelijk bekend. Villerius vertelde dat hij Doeve had laten kidnappen omdat Villerius geen brug wou, en dat het Doeve gelukt zou zijn een brug te bouwen. Villerius kwam af en toe om alles wat hij doet tegen Doeve te vertellen, ook al zei Doeve nooit iets terug. Doeve had vaak geprobeerd te ontsnappen maar het was nooit gelukt. Villerius vertelde Doeve dat hij erachter was gekomen wie Doeve’s moeder was, een zekere Annetje van Manen. Ook vertelde Villerius dat Swankhuisen de plaats van Domen Compagne had ingenomen, toen die dood was maar omdat Domen’s vrouw hem door zou hebben had hij die vrouw van Domen laten vermoorden. Annetje van Manen, de moeder van Doeve is de oma van Ginder, dus Doeve is de oom van Ginder. Barbara is intussen in Kalander aangekomen. Ze gaat naar Karel Wildschut, een vriend van Birgit en Jonathan, de zus van Ginder en haar vriend. Barbara gaat samen met Karel bij het ravijn kijken. Daar zien ze Swankhuisen op een paard voorbij rijden. Ze zien dat hij bij het huis van Villerius afstijgt en zijn paard in het bijgebouwtje zet. Jonathan gaat met de auto van een vriend inspecteur Zadelhof halen. Barbara blijft op Swankhuisen ‘passen’. Na een paar uur hoort Barbara twee auto’s. Inspecteur Zadelhof is er met een paar van zijn mannen. Als ze Swankhuisen willen pakken rent hij weg maar Barbara grijpt hem. Swankhuisen wordt opgepakt. De politie doorzoekt het koetshuis maar vindt niets. Ze willen de volgende dag terugkomen om nog een keer te zoeken. Als de politie weg is pakt Karel een sleutel van het koetshuis, waarschijnlijk een reservesleutel van Swankhuisen die hij op zijn bureau had laten liggen. Karel en Barbara vinden Ginder en Doeve. Villerius, Tappenier en nog enkele van hun handlangers worden opgepakt. Het is twee dagen feest in Bergen omdat Doeve weer terug is. Ginder en Barbara krijgen een eremedaille en komen op de voorpagina van de krant. Doeve is een maand ziek geweest maar is weer beter en heeft een bezoek gebracht aan de raad van hoogleraren van de Technische Hogeschool. Een paar dagen later heeft Ginder een afspraak met de notaris van grootmoeder. Die zegt dat zijn grootmoeder het detectivebureau Kwijt en Van Dissel (Joren Kwijt dus) heeft ingehuurd om alles over Doeve’s verdwijning te weten te komen. Hij geeft Ginder ook nog een brief en zegt dat zijn moeder geld erft van grootmoeder. In de brief staat eigenlijk alles wat Ginder al wist; dat ze de moeder van Doeve is, Villerius verdenkt en weet dat hij tegen de bouw van een brug is en dat een paar verdachte typen, die een relatie hebben met Villerius, altijd bij de Renbaan bijeen komen maar dat voor de veiligheid Varenbaan noemen. Ginder gaat naar de Technische Hogeschool, Barbara heeft toch een plaatsje op de toneelschool gekregen, mede dankzij inspecteur Zadelhof. Doeve gaat zijn ouders in Dal bezoeken en aan een brug werken. B: Verhaalanalyse
1. De titel
Het boek heet ‘De Kloof’ omdat alles wat erin gebeurt om de kloof gaat of door de kloof komt. Bijvoorbeeld dat dr. Villerius probeert de bouw van de brug tegen te houden en daarom Doeve Bouwmeester ontvoert. Zonder kloof was er geen brug nodig. Ook de verdeling van Bergen en Dal komt door de kloof. 2. Soort boek
De Kloof is een avontuurlijk verhaal dat niet erg realistisch is. De gevoelens en hoe iedereen met elkaar omgaat is wel realistisch, maar ze hebben daar niet zo veel auto’s, vliegtuigen zijn er niet, telefoon is heel duur (naar Dal tenminste) en er wordt niet veel van het telefoonnet gebruik gemaakt en (het lijkt in ieder geval dat) Dal en Bergen de enige twee landen zijn. 3. Personages
HOOFDPERSONAGES: 1. Ginder Sekoer, een jongen van 16 uit Bergen. Zijn ouders zijn gescheiden. Hij is slim, ondernemend en niet bang uitgevallen. Hij is een goede vriend voor zijn vrienden en iedereen mag hem. Hij is familie, de vriend of een bekende van de overige personen. Veel van de personen kent hij niet goed maar heeft er een paar keer mee gesproken of gezien maar weet in ieder geval wie ze zijn en wat ze doen. In de loop van het verhaal verandert hij niet echt, behalve dat hij besluit om naar de Technische Hogeschool te gaan om een brug te ontwerpen. Hij en zijn familie zijn gewoon normale mensen die ook in een normaal huis wonen, niet klein, maar ook niet echt groot. Hij vindt dat mensen elkaar moeten helpen en dat er een brug gebouwd moet worden. · Dr. Anton Siegfried Villerius: doctor in de economische wetenschappen, eredoctor in de sociale wetenschappen, 62 jaar, tot in de puntjes gekleed, zorgvuldig geschoren, kort geknipt grijs haar, nog geen kaal plekje op zijn hoofd en zeer tevreden met zichzelf. De meest invloedrijke en de best geïnformeerde man in Bergen. Hij doet alsof hij heel aardig is en de Dallers wil helpen maar onopgemerkt zorgt hij ervoor dat er geen brug komt. Hij is de baas, vriend of compagnon of een bekend iemand bij de ander personages. Hij verandert niet in de loop van het verhaal. Hij komt uit een rijke familie. Hij heeft heel veel invloed op de andere mensen. Hij hoort bij elke belangrijke organisatie in Bergen. Hij wil gen brug want dan kunnen de Dallers profiteren van Bergen terwijl ze, volgens hem tenminste, zelf niks doen of kunnen. Dr. Villerius komt niet zo heel veel voor in het boek maar hij heeft wel alles wat er gebeurt geregeld of heeft er invloed op. · Barbara Compagne: een meisje van 16 jaar. Ze heeft pikzwart haar en heel donkere, indringende ogen. Ze is meestal heel vrolijk en positief. Zo gedraagt ze zich ook. Ze is de vriendin van Ginder. Swankhuisen doet alsof hij haar vader is. Verder is ze niet vriend of familie van de andere personages. Ze verandert niet echt in het verhaal, behalve dat ze haar moeder kwijt raakt en krijgt te horen dat haar vader dood is. Ze leeft in een normaal milieu en heeft niet echt invloed op de andere personages, alleen een beetje op haar vriend, Ginder. Ze vindt dat mensen elkaar moeten helpen en dat er een brug gebouwd moet worden. BIJFIGUREN: · Grootmoeder: ze zegt altijd dingen recht voor z’n raap. Ze was erg slim, ze was de eerste vrouwelijke ingenieur in Bergen. Ze is de grootmoeder van Ginder en de moeder van Doeve. Zij geeft Ginder haar schriften en dagboek en daardoor komt hij alles op het spoor en vindt hij Doeve. · Joren Verloren/Joren Kwijt: een detective, die zich voordoet als dichter. Hij is een aardige man. In het begin, waarneer hij doet alsof hij dichter is, doet hij heel irritant. Hij ontmoet Ginder tijdens de reis naar Bergen en geeft Ginder informatie. · Swankhuisen, die zich voordoet als Domen Compagne: hijzelf is eigenlijk wel aardig, maar een smiecht omdat hij zich als iemand anders voordoet. Hij ontmoet Ginder op zijn reis naar Dal en hij ziet Ginder vaak als Ginder bij Barbara is. Hij is medeplichtig bij de ontvoering van Doeve. · Doeve Bouwmeester: een hele slimme man, die aardig is en een intense afkeer van geweld heeft. Hij blijkt de oom van Ginder te zijn. Hij werd ontvoerd en vastgehouden door dr. Villerius, waarna Ginder hem vindt. 4. Tijd

Het verhaal zou zich in het heden kunnen afspelen. Er verloopt iets meer dan een half jaar, als je de inleiding niet meerekent, want dat was 2 jaar voordat het echte verhaal begint. Het verhaal is chronologisch verteld, behalve dan dat soms iemand iets vertelt over vroeger. Er komt af en toe een flashback in voor, om te vertellen wat iemand heeft meegemaakt of om iets duidelijk te maken. Er zijn geen sprongen in de tijd. Het komt wel voor dat er een stuk wordt overgeslagen, maar dan wordt er bijvoorbeeld verteld dat Ginder de laatste 1 of 2 maanden in Dal met Barbara heeft doorgebracht, het is dan dus geen sprong in de tijd. 6. Ruimte
Het verhaal speelt zich af in Bergen en in Dal, op veel verschillende plaatsen. Bijvoorbeeld in Lovendaal waar Ginder woont, en in Godelingen (in Dal), waar Ginder’s vader en waar Barbara woont. Ook speelt het verhaal zich af in de woestijn, tijdens de reis, en in Kalander, waar Doeve wordt vastgehouden. Vooral het landhuis in Kalander, waar Doeve werd vastgehouden is een belangrijke ruimte. 7. Opbouw
Er is eerst een inleiding, het begint dat Berg-en-Dal door een kloof, die door een aardbeving kwam werd gescheiden en dat Ginder een oma had die belangrijk in het verhaal is maar toch al snel dood gaat. Het probleem waar Ginder voor komt te staan is dat hij merkt dat de man die doet alsof hij de vader van Barbara is niet de vader van Barbara blijkt te zijn. Hij lost dit op door alles uit te zoeken en Doeve te vinden. Er is niet echt een gebeurtenis in het verhaal die het belangrijkst is, er zijn veel kleine belangrijke dingen, die samen de ‘oplossing’ vinden. Het hoogtepunt is waarneer Ginder Swankhuisen volgt en dan Doeve Bouwmeester vindt. Het boek eindigt goed, alles wordt opgelost en de ‘slechten’ worden gevangengenomen. 9. Bedoeling
Ik denk dat de schrijver je alleen wil amuseren want er zit niet een moraal of zo in. Misschien dat je altijd eerlijk moet zijn en blijven, omdat de ‘slechten’ ‘verliezen’ en de ‘goeden’ ‘winnen’. 10.Taal
Het taalgebruik was niet moeilijk, maar ook niet te simpel, met van die domme woorden. Ik vond het taalgebruik goed. Het verhaal bevat veel dialogen. D. Informatie over de schrijver
Jan Terlouw is op vijftien november 1931 in Kamperveen geboren. Zijn vader was dominee. Jan heeft wis- en natuurkunde gestudeerd aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Hij werkte als natuurkundige in de Verenigde Staten en in Zweden. Later is hij voor D’66 naar de Tweede Kamer gegaan, vervolgens is hij minister geweest en voorzitter van D’66. Hierna is Jan Terlouw schrijver geworden en hij heeft veel boeken geschreven, zoals
1970 Pjotr
1971 Bij ons in Caddum
1971 Koning van Katoren
1971 Oom Willy Brord
1972 Oorlogswinter
1973 Brief geheim
1974 De heks van Eiselstein
1976 Oosterschelde windkracht 10
1983 De Kloof
1986 De gevangenis met open deur
1989 Kunstrijder
Jan Terlouw is nu gepensioneerd Commissaris van de Koningin in Gelderland. Jan is getrouwd en heeft vier kinderen. BRON: Stadsbibliotheek de Rompert