Titel: De kleine Johannes
Thema
In het verhaal staat de ontwikkeling van kind tot volwassene en de worsteling met de levensraadsels centraal. De volgende elementen spelen hierbij een rol: de levensfasen van de mens; contrasten (goed/kwaad, idealisme/materialisme); kritiek op de mensenmaatschappij; het zoeken naar geluk; positivisme en pantheïsme (God is in alles aanwezig).
Korte samenvatting
De kleine Johannes heeft erg veel fantasie en hij kan goed overweg met zijn hond, Presto en zijn kat, Simon. Hij droomt ervan om naar de grot te vliegen, die door de wolken gevormd is. Als hij op een zomeravond in een bootje op het meer drijft, verschijnt er een libelle. Deze verandert in Windekind, die hem meevoert op een wonderlijke reis. Windekind vertelt hem dat de zon haar vader is. Ze gaan eerst naar de krekelschool, waar Johannes leert dat de mens een groot, nutteloos en schadelijk dier is en dat het zeer laag staat, omdat die niet kan vliegen of springen. Daarna gaan ze naar een weldadigheidsfeest in een konijnenhol, dat gehouden wordt ter ere van alle dieren die zijn omgekomen door de komst van mensen met honden. Op dit feest ontmoet Johannes de elfenkoning Oberon. Deze geeft hem een gouden sleuteltje, dat op een gouden kistje vol met kostbaarheden moet passen. Hij kan alleen niet zeggen waar dit kistje is.
Johannes wil niet meer bij de mensen wonen en wanneer Windekind hem over de kabouters vertelt, wil hij deze leren kennen. Als hij de kabouter Wistik ontmoet, vraagt hij of de waarheid te vinden is. Die staat niet in het elfenboekje en ook niet in het kabouterboekje. Windekind heeft Johannes verlaten en deze gaat op zoek naar het kistje. Hij vindt wel een bijbel, maar die moet hij niet hebben. In de lente ontmoet hij Robinetta, die een roodborstje op haar schouder heeft. Johannes is verliefd op haar, maar vindt daarmee nog niet het geluk. Wistik zegt hem dat hij aan het roodborstje moet vragen waar hij het geluk kan vinden. Deze tjilpt: “Hier niet! Hier niet!”. Robinetta wil hem ook helpen en zij laat hem de bijbel zien. Daar heeft Johannes niets aan en hij zegt dat hij geen eerbied voor God heeft. Nu mag Robinetta van haar vader niet meer met hem omgaan.
Nu is hij na Windekind ook Robinetta kwijt. Pluizer vindt hem in een droevige stemming. Johannes vindt hem een beetje eng, ook al omdat hij minachtend over Wistik spreekt. Hij treedt hardhandig op, wanneer Johannes over Windekind praat. Hij neemt hem mee naar Dr. Cijfer en de sombere achterbuurten van de stad. Vervolgens gaan ze naar het kerkhof, naar Hein de Dood, waar Johannes ziet wat er van de mens verwordt. Hij ziet ook zijn eigen dode lichaam. Johannes verandert zijn gedachten en hij overwint de macht van Pluizer, wanneer deze de doodsoorzaak van Johannes’ vader wil onderzoeken door zijn lichaam open te snijden. Hein knikt naar Johannes als hij ziet dat deze de wil van Pluizer kon weerstaan. Windekind komt terug, maar past niet meer in de wereld van de volwassen geworden Johannes. Hij voert Johannes mee en wijst hem op het Grote Licht. Dan ontmoet hij een mens (de Ongenoemde) die hem op het donkere oosten wijst, waar de mensheid met haar weedom is. Johannes moet kiezen tussen Windekind en de Ongenoemde: hij wendt zich van Windekind af en gaat met de ernstige mens mee.
Personagebeschrijving
Johannes is de hoofdpersoon van het boek. Het personage is gebaseerd op Van Eeden zelf. In het begin van het verhaal leeft hij gelukkig met zijn vader, zijn hond en zijn poes. Hij woont in een groot huis, waar hij heerlijk kan spelen. Hij heeft een rijke fantasie en is erg nieuwsgierig. Johannes speelt ook graag in de natuur en hij interesseert zich voor alle dieren. In de loop van de tijd leert hij ook de minder leuke kanten van de mens en zijn leven kennen. Johannes is een rond karakter.
Windekind komt tevoorschijn uit een libel. Hij neemt Johannes mee naar een fantasiewereld en laat hem met de figuren die daar leven kennismaken. Zijn vader is de zon. Windekind staat symbool voor de kinderlijke fantasie.
Oberon is de elfenkoning van wie Johannes een gouden sleuteltje krijgt. Dit sleuteltje moet op een gouden kistje met allerlei kostbaarheden passen. Dit kistje moet naar het geluk leiden.
Wistik is de oudste en wijste van de kabouters. Hij symboliseert de dorst naar kennis en weetdrang.
Johannes ontmoet Robinetta en hij wordt verliefd op haar. Zij mag van haar vader niet meer met hem omgaan, omdat hij een uitspraak doet over God. Zij symboliseert de ontluikende romantiek.
Pluizer is een vleermuis. Hij is erg bazig en heeft Johannes een tijd lang in zijn macht. Pluizer symboliseert het materialisme.
Hein is de personificatie van de Dood. Hij laat Johannes zien wat er met de mens gebeurt na diens dood.
Met de Ongenoemde wordt waarschijnlijk God bedoeld.
Deze verhaalfiguren duiden de verschillende levensfasen van Johannes aan.
Situering
Tijd en tijdsverloop: Het verhaal wordt chronologisch verteld en de vertelde tijd is ongeveer vijftien jaar (van het tiende tot het vijfentwintigste levensjaar van Johannes). Het verhaal speelt rond 1900.
Plaats van handeling: De plaats waar het verhaal zich afspeelt, ligt in de duinen, in de buurt van Haarlem. Het speelt zich afwisselend af in de grote stad en in de vrije natuur.
Vertelperspectief: Hij-perspectief
Bijzonderheden
Structuur: Het verhaal bestaat uit 14 genummerde hoofdstukken. In totaal worden er vier verschillende fasen behandeld, namelijk het Windekind-stadium (kinderlijke fantasie), het Wistik-stadium (kennisdrang), het Pluizer/Dr. Cijfer-stadium (rationalisme en materialisme) en het Ongenoemde-stadium (sociale roeping, adolescentie).
Motieven: De tegenstellingen tussen de stad en de natuur, fantasie en wetenschap spelen een belangrijke rol. Ook het begrip dat elke figuur voorstelt: Windekind=kinderfantasie, Wistik=kennen en begrijpen ('het ware boekje), Robinetta=jeugderotiek, Pluizer + dokter Cijfer=rationalistisch denken.
Eigen mening
Ik vond de kleine Johannes een leuk boekje om te lezen. Het is een verhaal over een persoon, en dat trekt met altijd wel. Het is mooi om te zien hoe de levensfases voorbij komen. Ook wordt dit een literair sprookje genoemd, en sprookjes blijven leuk…
Leven en werk van de auteur
Frederik Willem van Eeden (1860-1932) Nederlands letterkundige, behoorde tot de Tachtigers. Hij was werkzaam als arts, daarna als psychiater (tot 1894). Als Cornelis Paradijs maakte hij met de dichtbundel 'Grassprietjes' (1885) de Nederlandse domineespoëzie belachelijk en in hetzelfde jaar was hij een der oprichters van 'De Nieuwe Gids', waarvan het eerste nummer opende met het begin van zijn beroemde roman 'De kleine Johannes' (in 1887 in boekvorm verschenen). In 1893 brak hij met 'De Nieuwe Gids' en in 1898 stichtte Van Eeden de idealistische kolonie 'Walden', die door wanbeleid in 1907 failliet ging. In deze tijd schreef hij zijn grote psychologische roman 'Van de koele meren des doods' (1900) en twee vervolgen op 'De kleine Johannes' (1905, 1906). Nieuwe sociaal-idealistische plannen werden door WO I verstoord en nadien was zijn literaire rol vrijwel voorbij. In 1922 werd hij rooms-katholiek; een geestesziekte verduisterde zijn laatste jaren.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
D.
D.
egt ciool man -_-
wel handig voor mn boekverslag
11 jaar geleden
Antwoorden