Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

De kleine blonde dood door Boudewijn Büch

Beoordeling 5.5
Foto van een scholier
Boekcover De kleine blonde dood
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 2863 woorden
  • 20 maart 2014
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 5.5
2 keer beoordeeld

Boekcover De kleine blonde dood
Shadow

In De kleine blonde dood vertelt de ik-figuur over het kortstondige leven van zijn zoontje. Mickey, het kind van hem en Mieke, een vijftien jaar oudere lerares Engels, zal zijn zesde verjaardag niet halen. Daarnaast haalt de ik-figuur herinneringen op aan zijn eigen, door de oorlog geestelijk misvormde vader. De kleine blonde dood is een hartverscheurend verhaal over …

In De kleine blonde dood vertelt de ik-figuur over het kortstondige leven van zijn zoontje. Mickey, het kind van hem en Mieke, een vijftien jaar oudere lerares Engels, zal zijn zes…

In De kleine blonde dood vertelt de ik-figuur over het kortstondige leven van zijn zoontje. Mickey, het kind van hem en Mieke, een vijftien jaar oudere lerares Engels, zal zijn zesde verjaardag niet halen. Daarnaast haalt de ik-figuur herinneringen op aan zijn eigen, door de oorlog geestelijk misvormde vader. De kleine blonde dood is een hartverscheurend verhaal over verlies, verdriet en machteloosheid. Een monument voor een kleine, gestorven jongen.

(In het boek wordt de naam van het kind overigens zonder ‘e’ gespeld)

De kleine blonde dood door Boudewijn Büch
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

in dit boek wisselen twee verschillende verhalen zich steeds af. Het eerste verhaal gaat over Boudewijn en zijn vader Rainer Büch. Het tweede verhaal gaat over Micky, het zoontje van Boudewijn en Mieke.
De 7-jarige Boudewijn woont bij zijn ouders samen met vijf broers (die zijn op dat moment nog niet allemaal geboren) in Wassenaar. Boudewijn gaat op schoolreisje naar een speeltuin ergens in Nijmegen. Ze zullen ook even naar Duitsland gaan, maar dat mag absoluut niet van zijn vader. Rainer Büch is namelijk van joodse afkomst en is voor de Tweede wereldoorlog uit Duitsland naar Nederland gevlucht, om tegen Duitsland te vechten, bij de luchtmacht. Hij heeft hiervoor verscheidene onderscheidingen gekregen. Hij is door de oorlog fel anti-Duits geworden en heeft een trauma aan de oorlog overgehouden.

Als ze eenmaal bij de Duitse grens zijn moet Boudewijn bij zijn leraar op Nederlands grondgebied blijven. Als Boudewijn opeens een mooie vlinder ziet vliegen holt hij erachter aan om hem te vangen voor zijn vader, die vele vlinders verzamelt. Als hij hem te pakken heeft blijkt hij in Duitsland verdwaald te zijn. Twee Duitse douanebeambten houden hem aan en brengen hem terug naar de rest van de klas.
Eenmaal thuis gekomen toonde hij met trots de vlinder aan zijn vader. Zijn vader vond hem prachtig, maar toen Boudewijn vertelde over zijn avontuur in Duitsland begon zijn vader hem te slaan en hij maakte de vlinder kapot.
Vader was nooit echt aardig voor Boudewijn en zijn moeder. Hij mishandelde zijn vrouw of zijn kinderen als die het over de oorlog of over Duitsland hadden. 
Boudewijn heeft aan de ene kant enorme bewondering voor zijn vader (vlinders verzamelen, banden plakken, wandelen en praten) maar snapt aan de andere kant zijn gewelddadigheden niet.

Als de vader een keer zomaar vertrekt zonder iets te zeggen, gaat een broertje van Boudewijn in de kamer van zijn vader kijken. Hij heeft daar in een kast gekeken die voor iedereen verboden was. Hij zag daar foto's van concentratiekampen en gemartelde mensen. Als vadert weer teruggekeerd is van zijn reis merkt hij op dat er iemand in zijn geheime kastje is geweest. Na wederom een woedeaanval is het huis te klein. 
Vader heeft besloten dat hij helemaal geen feestdagen meer wil vieren. De reden hiervoor wordt niet gegeven.
Vader en moeder hadden besloten dat Boudewijn voor een lange tijd naar een inrichting in Brabant moest, "niet omdat ik gek was, maar omdat mijn ouders het gek vonden dat ik gek werd van hun huwelijksleven" (p.81). Hij beleeft daar een vreselijke tijd en mag daar praktisch niets. Het ergste vindt hij nog dat hij daar niet mag lezen. Na bijna een jaar mag hij weer naar huis. 
Als hij weer thuis is bleken de buikpijnen waar hij al twee jaar aan leed een verwaarloosde blindedarmontsteking te zijn, inmiddels een buikvliesontsteking. 
Hij raakt in de ambulance die onderweg was naar het ziekenhuis in een coma. Een paar weken later toen hij wakker werd kreeg hij van zijn vader mooie cadeaus, waaronder een grote stapel boeken. Na een jaar mocht hij het ziekenhuis uit en werd hij met open armen ontvangen op zijn lagere school. 
Er wordt de kinderen verteld over hun Onkel Jobab, die in de Tweede Wereldoorlog is mishandeld en daardoor 'gek in zijn hoofd' is geworden. Hij komt een weekendje langs bij de familie. 
Vele jaren later, zijn ouders zijn intussen gescheiden, ontvangt Boudewijn een brief van zijn moeder. Die stuurt hem een kopie van een rouwkaart waarin staat dat zijn vader gestorven is. De dood van zijn vader greep hem erg aan, ondanks dat zijn vader nooit echt aardig voor hem was. Twee weken na dit overlijden krijgt hij een brief van twintig velletjes van zijn vader. Deze brief vind Boudewijn het ergste van alles wat zijn vader hem had aangedaan. Later krijgt hij te horen dat de brief geschreven is vlak voor zijn zelfmoord. Boudewijn kon het allemaal niet meer aanzien en verbrandde de brief.
Voordat zijn vader was gestorven is hij nog een keer naar hem toegeweest. Zijn vader woont met een 18-jarige Deense vrouw, Astrid Nisgren. Hij mag haar as noemen. Boudewijn vertelt dat hij homoseksueel is, een vrouw in verwachting heeft gemaakt, hasj gebruikt en een agent heeft getrapt. Het wordt een emotioneel gesprek en zijn vader en diens (vijfde) vrouw worden woedend op hem. 

Het tweede verhaal gaat over Micky. Micky is het zoontje van Boudewijn en Mieke, de voormalig Engelse lerares van Boudewijn, die 14 jaar ouder is. Boudewijn was totaal nog niet toe aan een kind, maar als hij bemerkt dat Mieke aan de drank is neemt hij een deel van de verzorging op hem. Boudewijn en Micky wonen een jaar samen met Fleurette, een jongensachtige vouw die een dochter heeft. Nadat Fleurette en haar dochter het huis hebben verlaten, menen Boudewijns’ vrienden dat hij mee moet gaan naar Parijs, wat al eerder geregeld was. Hij vertrouwt Micky toe aan Gerda, de beste vriendin van Mieke, met de voorwaarde hem niet aan Mieke te geven. Bij zijn terugkomst blijkt Gerda hem wel aan Mieke te hebben meegegeven, omdat het kerstmis was. Ze vertelt hem dat hij bij haar van de trap gevallen is. Hij ligt in het ziekenhuis in coma. Boudewijn gaat eerst bij Mieke langs, vervolgens richting ziekenhuis. Daar wacht hem een veel grotere schok, de val van de trap bleek een secundair trauma, Micky leed aan een hersengezwel dat “geknapt” is en is klinisch dood. Na twintig dagen geeft Boudewijn toestemming de machines stop te zetten en overlijdt Micky. Zijn stoffelijk overschot wordt gecremeerd. Hier heeft Boudewijn bewust voor gekozen. Om zichzelf te straffen, wil hij dat er geen enkel spoor van hem blijft bestaan. Hij is de enige op de crematie, waar hun lievelingsnummer van de Stones: “Out of time” wordt gedraaid. 
Zes jaar na de crematie bezoekt Boudewijn voor de krant een opendag van het crematorium. Nadat de reportage in de krant heeft gestaan, krijgt Boudewijn een boze brief van de directeur. Nu overvalt hem een groot verdriet, Micky’s micrografie is mislukt. Als hij iemand op het station hoort zeggen: ”rouw verjaart niet”, weet hij dat hij het verhaal kan schrijven. 
In het laatste hoofdstuk vertelt Boudewijn dat enkele herinneringen niet groter zijn dan een postzegel die hij koestert. Ze gaan over fijne momenten met zijn vader Rainer en zijn zoontje Micky. Opvallend zijn de parallellen, zoals bijvoorbeeld het kapotje op het strand.
Analyse

Titelverklaring

In het boek wordt de titel één keer letterlijk genoemd door Boudewijn. Hij vertelt dat hij droomt over dat Mickey ene auto ongeluk krijg, ‘en dan is die kleine blonde dood’. De titel verwijst dus in eerste instantie naar Mickey. Hij sterft aan een geknapt hersengezwel.

Je kunt de titel ook aan Boudewijn koppelen, want in hem is er een kind vermoord.

Thematiek

In het boek staan verschillende thema’s centraal. De belangrijkste is de dood. Hierbij gaat het vooral om de dood van Mickey en de vader van Boudewijn. Andere thema’s:

  • Oorlogstrauma > trauma van Vati
  • Homoseksualiteit > Boudewijn komt erachter dat hij homoseksueel is
  • Eenzaamheid > Boudewijn is vaak eenzaam (verlies, Vati, Mickey en Mieke)

Vertelsituatie en perspectief

Boudewijn is de hoofdpersoon van het boek, maar hij is ook de verteller van het verhaal. We volgen zijn leven. Er is dus sprake van ene ik-verteller.

Opbouw

Het boek bestaat uit twee verhalen die door elkaar lopen. Het ene verhaal gaat over de kindertijd van Boudewijn. Het andere verhaal gaat over Boudewijn als hij volwassen is en hij vader is geworden van Mickey.

Stijl

In het boek wordt informeel en alledaags gesproken. In het kinderlijk deel worden veel naïeve worden en interpretaties gebruikt.

Om te benadrukken dat de vader van Boudewijn een Duitse achtergrond heeft, worden er Duitse woorden in het boek gebruikt.

Ruimte

De belangrijkste ruimte waar het verhaal zich afspeelt is de omgeving van Wassenaar rond Boudewijn zijn ouderlijk huis.

De belangrijkste ruimte in het ander verhaal is een burgerlijke wijk.

Verdere ruimtes zijn nog de woonplaats in Amsterdam, Voorschoten en de vakantie in Italië.

Tijd

Heden en verleden lopen door elkaar heen, zonder chronologie en met flashbacks. De vertelde tijd is ongeveer 20/25 jaar. Het begint als Boudewijn ongeveer 5 jaar is en eindigt als Mickey op 5-jarige leeftijd overlijd.

Einde

Het verhaal heeft ene open einde. Je weet niet hoe Boudewijn nu verder gaat nu hij alleen is overgebleven.

Personages

Boudewijn > karakter

Boudewijn is de hoofdpersoon. In het boek maak je hem op twee manieren mee. Je maakt hem mee als kind in een gezin met een vader, een moeder en 5 broers. Zijn vader creëert een soort tirannie in huis en als Boudewijn 10 jaar is moet hij naar een gekkenhuis. Maar ondanks dat alles houdt Boudewijn het meest van zijn vader. Je maakt Boudewijn ook mee als hij zelf vader is van een zoon Mickey. Hij twijfelt of hij een goede vader is. Ook komt hij erachter dat hij homoseksueel is.

Rainer Büch (Vati) > type

Hij heeft de belangrijkste rol in het boek. Hij is joods en is geboren in Duitsland. Hij heeft de tweede wereldoorlog overleefd. Hierdoor heeft hij een oorlogstrauma, door dit trauma doet hij veel rare dingen. Hij kan bijvoorbeeld heel boos worden. Mede hierdoor ontstaat een scheiding met zijn vrouw. Uiteindelijk pleegt hij zelfmoord.

Moeder > type

Het is een lieve, zorgzame vrouw die, ondanks dat ze zelf lijdt, Boudewijn en zijn broers probeert te beschermen tegen hun vader. Ze is oorspronkelijk Italiaans en heeft tijdens de tweede wereldoorlog ondergedoken gezeten. Ze wil Mickey niet zien.

Mieke > type

Mieke heeft een relatie met Boudewijn. Ze was ooit zijn lerares en is 14 jaar ouder. Ze gaat weg bij Boudewijn als ze erachter komt dat hij homoseksueel is. Ze is bijna altijd dronken, waarschijnlijk omdat ze de situatie niet aan kan. Ze komt zelfs niet naar de crematie van Mickey.

Mickey > type

Mickey is de zoon van Mieke en Boudewijn. Hij is heel enthousiast, maar als hij 5 jaar is overlijd hij aan een geknapte hersentumor.

Oma van Boudewijn > type

Ze is geboren in Italië. Boudewijn vond altijd dat ze goed kon vertellen, maar hoe ouder ze wordt hoe meer ze dementeert. De laatste jaren van haar leven moet ze in een psychiatrische inrichting doorbrengen.

Broers van Boudewijn > types

Boudewijn had 5 broers, twee oudere en drie jongere.

Fleurette > type

Ze woont een tijdje met haar dochter, Boudewijn en Mickey. Het maakt haar niet uit dat Boudewijn homoseksueel is. Na een tijdje gaat ze toch bij hem weg.

Onkel Jobab > type

Hij i de enige familie van Rainer die nog in leven is (broer). Hij heeft ook een trauma aan de oorlog. Hij werkt als doodgraven in een psychiatrische ziekenhuis.

Recensie

Onverbloemd autobiografisch

Boudewijn Büch, de supersalesman van de Nederlandse literatuur op de vaderlandse TV roept bij mij beelden op van onsamenhangend enthousiasme, die het moeilijk maken om onbevangen een boek van hem te lezen. Met enige tegenzin begon ik dan ook aan De kleine blonde dood en zag steeds dat verouderde page-hoofd voor me: "Hier een prachtige verhalenbundel van Hans Andries! Geen gezicht! Zo heet het en het is een prachtige bundel verhalen! Vind ik! En dan heb ik hier...." Maar zijn eigen boek viel heel erg mee.

Of Büch echt schrijven kan, zal later ooit nog wel eens blijken. In dit verhaal staan nogal wat moeizame zinnen en onnodige terzijden, maar die vallen weg tegen de overdaad van schrijvers' goudmijn: Zijn treurige jeugd en later leed. Onverbloemd autobiografisch beschrijft hij de relatie die hij had met zijn vader en de korte tijd waarin hij zelf de vaderrol vervulde. Büch senior was een Duitstalige jood die voor de oorlog naar Nederland vluchtte en daar trouwde met een Italiaanse emigrante. Tijdens de oorlog verrichtte hij heldendaden die hem veel onderscheidingen opleverden, maar na de bevrijding bleef hij zo door het verleden bezeten dat hij een ramp werd voor het gezin.

In de eerste helft van de roman wordt die terreur van het onverwerkte verdriet beklemmend beschreven. Een schoolexcursie waarbij de jonge Boudewijn mogelijk een stap op Duitse bodem zou zetten brengt zijn vader tot razernij, een leerzaam uitje naar het Legermuseum wordt een ramp en op Prinsjesdag belaagt vader de Gouden Koets. Thuis heeft hij zijn eigen geheime museum. Als een oudere broer van Boudewijn daar tijdens zijn afwezigheid in is doorgedrongen, merkt hij het meteen en volgt de zoveelste scène van uitzinnige woede:

"Razend, in zijn gitzwarte ogen stonden grote tranen. Zijn handen verraadden aanstormend geweld: 'Wie heeft er in de kast gezeten? Jij? Jij? Of jij?' Mijn één na oudste broer sprak met een bevend en benauwd stemmetje: 'Ik, Vati...' Hij begon mijn broer te schoppen, te slaan. Mijn moeder kwam tussenbeide. Stoelen door de ramen, gebroken schotels en schalen, pleisters en blauwe ogen. Het duurde deze keer heel lang. Hij sloeg almaar door en schreeuwde: 'En wat heb je gezien! Wat heb je gezien?' Het gehele huiskamerinterieur lag ontredderd door elkaar. Mijn broer, die met zijn hoofd op een omgekeerde stoel lag, hakkelde huilend: 'Allemaal naakte dode mensen in kuilen. Prikkeldraad. Concentratiekampen, honden en militairen. Rijen naakte mensen op perrons. Waarom bewaart u dat allemaal?' Mijn vader leunde tegen een kast, mijn moeder zat ineengedoken aan tafel en snikte: 'Zo kunnen we toch niet doorgaan! Waarom moeten de jongens er nu ook nog onder lijden? We kunnen er toch allemaal niets aan doen?' Mijn vader was een kleine man. Na een driftaanval leek hij altijd nog kleiner en nog donkerder. Hij verliet de kamer, stommelde de trap op en na een minuut of tien probeerde mijn moeder orde op zaken te stellen. 'Zeg maar niks meer jongens. Kom, we ruimen de boel op. Zonde van die mooie schaal. Laten we maar een glaasje limonade maken. Ik wou dat ik dood was. Hoe lang moet dit nog zó doorgaan?'"

Later in het verhaal blijken vader en moeder gescheiden te zijn, waarna Büch senior nog vier huwelijken aangaat, en zeer rijk wordt. Dat klopt niet erg met de terminale gek uit de jeugdherinneringen en Büch laat hier veel vraagtekens open, al geeft hij een overtuigende beschrijving van een herontmoeting met zijn vader, vele jaren later, als deze met een 18-jarige Deense getrouwd is.

"De kleine, gitzwarte en driftige man was grijs als een duif geworden. Ofschoon hij niet eens zestig jaar oud was, liep hij moeilijk. Hij had twee infarcten achter de rug. Hij werd bemind door een vrouw die mij direct niet lag en met wie hij tortelde als een middelbare-schooljongen."

Het hernieuwde contact duurde maar kort, want Boudewijn's homofilie, drugsgebruik en ander modern gedrag brengen vader in de buurt van zijn derde attaque.

Lerares

Als pendant van de verhouding die hij met zijn vader had, heeft Büch in De kleine blonde dood ook het verhaal willen vertellen van de verhouding van de jonge Boudewijn met zijn lerares Engels, het kind dat daaruit voortkwam en op 5-jarige leeftijd aan een tumor overleed, en de problemen van niet-geaccepteerde homofilie die deze relatie startte en opblies.

Van die twee door elkaar heen lopende verhalen is dat over de vader veruit het sterkst. De schrijver heeft wat afstand genomen, haat en compassie zijn vermengd. Büch senior komt tot leven al blijft hij in veel opzichten een raadsel. In het verhaal over zijn zoontje Micky (de kleine blonde) komt Büch niet verder dan de herinneringen van een trotse vader, en het tussendoor veel gif spuiten in de richting van moeder Mieke (de lerares Engels) die de homofilie van haar partner niet accepteert, zich in de alcohol stort en het kind tekort doet. Een oude controverse wordt hier zichtbaar eenzijdig op papier gezet, een rekening vereffend.

De twee verhalen hebben weinig méér met elkaar te maken dan dat ze allebei kennelijk autobiografisch zijn. En omdat ze beide sterk genoeg zijn een héél boek te dragen, hindert het een de ander in De kleine blonde dood.

Dat is jammer. Een ander probleem is dat Büch's literaire preoccupatie hem onzeker maakt over de kwaliteit van zijn eigen schrijverschap. Dat is merkbaar aan de vele tussenzinnen waarin hij nog eens extra duidelijk maakt wat hij in het voorafgaande al beschreven heeft.

Als Boudewijn uiteindelijk besloten heeft Micky te laten overlijden door akkoord te gaan met het stopzetten van de apparaten die het kind in leven houden, eindigt hij dat volstrekt overtuigende en verdrietige relaas met 'Toen ik thuis de keuken binnenkwam, kreeg het leed dimensies waarover ik nooit heb kunnen schrijven.'

Zo'n zin mag eigenlijk niet in een boek voorkomen, want het is dan te vroeg geschreven. Voor een deel van deze roman, met name de geschiedenis van Micky, geldt dat zonder meer. Maar het verhaal over vader Büch lijkt me moeilijk te verbeteren.

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De kleine blonde dood door Boudewijn Büch"