Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

De kleine blonde dood door Boudewijn Büch

Beoordeling 7.8
Foto van een scholier
Boekcover De kleine blonde dood
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 2366 woorden
  • 26 april 2001
  • 44 keer beoordeeld
Cijfer 7.8
44 keer beoordeeld

Boekcover De kleine blonde dood
Shadow

In De kleine blonde dood vertelt de ik-figuur over het kortstondige leven van zijn zoontje. Mickey, het kind van hem en Mieke, een vijftien jaar oudere lerares Engels, zal zijn zesde verjaardag niet halen. Daarnaast haalt de ik-figuur herinneringen op aan zijn eigen, door de oorlog geestelijk misvormde vader. De kleine blonde dood is een hartverscheurend verhaal over …

In De kleine blonde dood vertelt de ik-figuur over het kortstondige leven van zijn zoontje. Mickey, het kind van hem en Mieke, een vijftien jaar oudere lerares Engels, zal zijn zes…

In De kleine blonde dood vertelt de ik-figuur over het kortstondige leven van zijn zoontje. Mickey, het kind van hem en Mieke, een vijftien jaar oudere lerares Engels, zal zijn zesde verjaardag niet halen. Daarnaast haalt de ik-figuur herinneringen op aan zijn eigen, door de oorlog geestelijk misvormde vader. De kleine blonde dood is een hartverscheurend verhaal over verlies, verdriet en machteloosheid. Een monument voor een kleine, gestorven jongen.

(In het boek wordt de naam van het kind overigens zonder ‘e’ gespeld)

De kleine blonde dood door Boudewijn Büch
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

1. Gegevens
Auteur: Boudewijn Büch
Titel: De kleine blonde dood
Uitgeverij: De Arbeiderspers,Singel 262 Amsterdam
Jaar van uitgave: 1995
Aantal blz.: 213
2. Inhoud van het boek "De Kleine Blonde Dood" gaat over een jongetje dat Boudewijn Büch heet. Het verhaal bestaat uit twee delen. Het eerste deel gaat over de jeugd van Boudewijn, zijn familie en de relatie tussen Boudewijn en zijn familie. Zijn vader Rainer Büch die in Duitsland geboren was, was geobsedeerd van de oorlog. Hij kon de oorlog niet uit zijn hoofd zetten en was (eigenlijk) krankzinnig ook al wordt dit in het boek niet vermeld. Rainer wist veel over de oorlog en ook over de uniformen van de Duitse geallieerden. Boudewijn werd in zijn jeugd een keer voor een jaar lang in een gesticht gestopt omdat hij de ruzies die zijn ouders met elkaar hadden niet meer aankon. Het tweede deel van het boek gaat over als Boudewijn volwassen is en een zoontje heeft, Micky genaamd. Het jongetje raakt in coma als hij van de trap is gevallen. De moeder van Micky was altijd dronken. Micky zou niet meer bij komen uit zijn coma maar had nog jaren kunnen leven als een kasplantje. Boudewijn besloot om de stekkers eruit te halen want dit was niet wat hij voor Micky wilde. Micky hield, evenals zijn vader Boudewijn, enorm van Mick Jagger. De muziek van de Rolling Stones werd dan ook gedraaid bij de crematie. 3. Persoonlijke beoordeling
Het boek "De kleine Blonde Dood" bestaat uit twee delen. Ieder deel bevat een verhaal op zich. Persoonlijk vind ik dat het eerste deel beter is dan het tweede deel. Het eerste deel kan op zichzelf een boek zijn, deel twee kan dat niet. De twee verhalen samengevoegd geeft een prachtig resultaat, vind ik. Boudewijn laat op twee verschillende manieren zien hoe vaderliefde kan zijn, of zou moeten zijn. Onderwerp: Het onderwerp is best zielig .Het is herkenbaar en daardoor kun je je goed in leven in het verhaal.Ik ben erdoor aan het denken gezet , over wat ik zou doen als het mij zou overkomen. Over het boek is een gelijknamige film gemaakt. En er zullen vast nog wel meer films zijn met het zelfde onderwerp. Gebeurtenissen: De dood van de kleine blonde Micky is de belangrijkste gebeurtenis in het verhaal. Micky en z’n vader Boudewijn hebben een hele goede band met elkaar tot dat Micky door z’n moeder Mieke van de trap word geduwd en in coma raakt , waardoor hij later sterft. Na de dood van Micky was Boudewijn ontroostbaar. Er kwamen niet zoveel gebeurtenissen in het verhaal voor. Het is natuurlijk een rot gebeurtenis , die heel realistisch en schokkend is. Hoofdpersonen: Boudewijn: Boudewijn is de hoofdpersoon. Hij komt in twee vormen voor in het boek, als opgroeiende jongen bij zijn ouders in Wassenaar samen met zijn vijf broers en als vader van (de overleden) Micky. Boudewijn lijdt erg onder de tirannie van zijn vader op het gezin. Als hij 10 jaar is moet hij naar een gekkenhuis in Brabant. Ondanks al de ellende in zijn jeugd houdt Boudewijn veel van zijn vader, meer dan zijn broers of zijn moeder. Boudewijn voelt zich onzeker over zichzelf als opvoeder, hij weet niet goed of hij de capaciteiten daarvoor wel heeft. Vader-Vati- Rainer Büch: Vader is een belangrijk personage in het verhaal. De in Duitsland geboren Jood heeft een oorlogstrauma overgehouden aan de Tweede Wereldoorlog, waarin hij veel goede dingen voor Nederland heeft gedaan. Dat blijkt uit de onderscheidingen die hij tijdens het verhaal ontvangen heeft en ontvangt. Daardoor is hij vaak driftig en slaat hij zijn vrouw en kinderen. Uiteindelijk gaat zijn vrouw van hem scheiden, waarna hij nog vier keer hertrouwt. Vati maakt zelf een eind aan zijn leven in de douchecel door een overdosis van zijn kalmeringsmedicijnen te nemen en onder de hete douche te gaan staan. Eigenlijk is vader een bij-figuur, maar als lezer kom je erg veel over hem te weten, hij is daarom meer een soort ‘2e-hoofdpersoon’. Mieke: de moeder van Micky en de voormalige vriendin van Boudewijn, totdat deze erachter komt dat hij homofiel is. Mieke was de lerares van Boudewijn, er wordt niet vermeld bij wat voor opleiding. Mieke is dus ouder dan Boudewijn. Ze is bijna altijd dronken, waarschijnlijk omdat ze de situatie niet kan hanteren, ze heeft tenslotte een kind met een homofiele vader. Micky: het zoontje van Boudewijn en Mieke, een klein jongetje met blonde haren en blauwe ogen. Hij overlijdt nadat hij, door (waarschijnlijk) een hersenbloeding of iets dergelijks, van de trap af valt. Hij raakt in coma en Boudewijn beslist dat ‘de stekkers eruit’ moeten. Moeder Büch: Dit is een bijfiguur. Moeder leidt erg onder het gedrag van haar man. Ze probeert steeds ruzies en driftaanvallen tussen Vati en de kinderen en haar te sussen, maar uiteindelijk wordt het huwelijk toch beëindigd. Reële personen

Ik vind dat er reële personen in beschreven worden, zoals je die gewoon op straat tegen het lijf loopt. Wel vind ik dat er ‘overdrijvingen’ in de karakters zitten: Vati de driftkikker, Mieke de zatlap en Moeder de goede. Dit had de schrijver minder kunnen doen door minder vaak op deze personen terug te komen, of door hun gedrag minder te benadrukken als een belangrijk aspect in het verhaal. Er kwamen niet bepaald herkenbaren eigenschappen bij de hoofdpersonen voor. Moeder Mieke vond ik niet bepaald aardig , maar een stom mens , die niet zorgd voor haar kind en te veel drinkt. Boudewijn daarentegen was juist lief en zorgzaam. De opbouw: De opbouw is wat verwarrend . Het zijn twee verhalen doorelkaar , de jeugd van Boudewijn en het verhaal van Boudewijn en z’n zoontje Micky. Het spannendste was het verloop van Micky’s coma. En de ruzie’s tussen Mieke en Boudewijn. Ik vond het wel zielig dat het leven van Micky en het einde van het boek zo afliepen. Stijl en taalgebruik: Wat me ook erg aanspreekt is het taalgebruik in beide verhalen. Het taalgebruik in de dialogen is hetzelfde als de moderne spreektaal. Daardoor kon ik me goed in het verhaal inleven, wat weer als gevolg had dat de personages beter uitgewerkt leken dan dat ze eigenlijk waren. Er worden veel dialogen gebruikt, vooral tussen Boudewijn en zijn vader en tussen Boudewijn en Micky. De gebeurtenissen worden gedetailleerd beschreven, waardoor je als lezer een scherp beeld van de situatie krijgt. Büch beschrijft het verhaal heel levendig, heel 'echt'. Het gevolg daarvan is dat je je als lezer goed in het verhaal kan inleven, wat ik een heel aspect van het verhaal vind. 4. Recensie: De mening van de recensentheb ik samengevat in een aantal punten: 1) "moeizame zinnen en onnodige terzijden" 2) "onverbloemd autobiografisch" 3) "overtuigende beschrijving van herontmoeting met vader" 4) "verhaal van de vader [deel 1] het sterkst" 5) "verhaal over zoontje Micky […] Büch niet verder dan herinneringen van een trotse vader" 6) "beide [verhalen] sterk genoeg om een heel boek te dragen, hindert het een het ander in de kleine blonde dood" 7) Büch is onzeker over eigen schrijversschap- vele tussenzinnen om duidelijk te maken wat erboven al beschreven stond
8) "Verhaal van vader Büch moeilijk te verbeteren" Met de punten 2, 3, 4, 5,7 en 8 ben ik het eens. Het eerste punt vind ik overdreven; er staan enkele zinnen in die niet helemaal perfect lopen, maar dat hindert het verhaal verder niet. Punt 6 is, denk ik, gedeeltelijk waar, het is net hoe je er tegenaan kijkt. Persoonlijk vind ik dat de combinatie van de twee verhalen erg goed is, het gaat beide over hetzelfde onderwerp alleen wordt het anders bekeken. Wel is het zo dat deel 1 goed genoeg is om een heel boek te dragen, dat vind ik van deel 2 niet. verwerkingsopdrachten
1 . Titelverklaring
Boudewijn wil voorkomen dat er een ongeluk gebeurt met zijn zoontje, Micky. Als Mieke hem mee wil nemen waarschuwt Boudewijn haar: “Soms schrik ik ’s nachts wakker van het idee dat hij een auto ongeluk krijgt. En dan is die kleine blonde dood.”. hierop zegt Mieke: ” De kleine blonde dood , dat is een mooie boektitel; Ik ga naar bed ! ” 2. Geen ondertitel
3. Motto -You're out of touch, my baby. My
poor discarded baby. -Mick Jagger -Too young to really be in love. -Jerry Lee Lewis/Lippman-Dee -Der Tod ist ein sehr mittelmässiger
Porträtmaler. - Goethe/Eckermann -Die Geschichte rückwärts erzählt. -Novalis -O Melancholy, turn thine eyes away! O Music, Music, breathe despondingly. -Keats -Comme vous le savez, notre société est entièrement liquidée... - Rimbaud -Wie zich voorstelt dat iets wat hij liefheeft, te niet gaat, zal zich
bedroeven; daarentegen zal hij zich verheugen bij de gedachte dat het
behouden blijft. -Spinoza -Liefde (of geen liefde), en ouder worden, en dan de dood. -Gerard Reve -Een naam van iemand die niet meer bestaat, blijft soms nog lang onder
de mensen. -Achterberg -Ik ben geen vader en ik héb geen zoon. Niets dan een sage is zijn zacht
bestaan. -Willem de Mérode -Tête sacrée! enfant aux cheveux blonds! bel ange! A l'auréole d'or! -Victor Hugo
Mottoverklaring: Ik heb gekozen om 1 motto toe te lichten: -You're out of touch, my baby. My

poor discarded baby. -Mick Jagger
Dit slaat natuurlijk op Micky, het overleden zoontje van Boudewijn. De overige motto's hebben allemaal hetzelfde thema's: de dood en vaderliefde (de liefde tussen Boudewijn en Micky). 4. Opdracht
Voorin het boek “De kleine blonde dood” staat: Iedere gelijkenis van figuren in dit boek met bestaande personen moet worden beschouwd als een gelukkig of ongelukkig toeval. De schrijver wil hiermee aangeven dat het boek volgens hem autobiografisch kan zijn, ofwel dat hij niemand wil beledigen. Alle personages in het verhaal kunnen echt bestaan, maar dat hoeft niet zo te zijn. Als een lezer zichzelf in het verhaal herkent moet hij zelf maar weten wat hij er van wil denken. 5. Biografie van de auteur
Boudewijn Maria Ignatius Büch wordt op 14 december 1948 geboren in geboren in Den Haag en groeit met zijn ouders en vijf broers op in Wassenaar. Op elfjarige leeftijd wordt hij naar een psychiatrische inrichting in Brabant gestuurd. Boudewijn ondervindt veel problemen van het slechte huwelijk van zijn ouders. Zijn vader heeft grote trauma’s overgehouden aan de oorlog. Als hij in 1960 weer thuiskomt, zijn zij gescheiden. Vader Büch pleegt na enkele mislukte pogingen uiteindelijk zelfmoord. Na een onafgeronde gymnasiumopleiding studeert Boudewijn Duitse en Nederlandse Letteren in Leiden. Hij schrijft poëzie, romans, reisverslagen en essays. 6. Autobiografisch, drie argumenten
Ja, het boek is autobiografisch, ondanks dat voorin het boek staat dat alle personen die in het boek voorkomen verzonnen zijn. Drie argumenten hiervoor: 1. De hoofdpersoon heet ook Boudewijn Büch, de overige namen die in het boek voorkomen en betrekking hebben op de familie van Boudewijn kloppen ook. 2. Alle gebeurtenissen in het komen exact overeen met de gebeurtenissen die in het leven van de schrijver zijn voorgekomen. 3. De tijd waarover in het boek geschreven wordt komt precies overeen met de tijd waarin Boudewijn leefde en leeft. 4. Büch heeft dit boek geschreven omdat hij erachter kwam dat hij de dood van zijn zoontje nog niet helemaal verwerkt had. 7. Vertelsituatie
Aan het begin van het boek wordt opgemerkt dat iedere gelijkenis van de figuren in het boek met bestaande personen moet worden beschouwd als een gelukkig of ongelukkig toeval. Je mag daarom ook niet concluderen dat de ‘ik-figuur’ dezelfde is als de auteur van het boek, omdat hij dingen verandert of juist weglaat. Hierdoor kun je niet spreken van een ‘autobiografie’, hoewel het meeste ontleend is aan Boudewijn’s eigen leven. Het boek is opgebouwd uit 19 hoofdstukken, waarin twee verhalen door elkaar lopen. Het eerste verhaal gaat over de vader van Boudewijn, die aan het eind zelfmoord pleegt. Het tweede verhaal handelt over Micky, de zoon van Boudewijn en Mieke. 8. perspectief
Het verhaal wordt geschreven alsof Boudewijn het je vertelt. Eigenlijk is dat ook zo. Toch wordt er niet zoveel ingegaan op de gevoelens van Boudewijn. Het is een ik-perspectief
9. Tijd
Heden en verleden lopen door elkaar heen, zonder chronologie en met flashbacks. Het ene hoofdstuk gaat over de tijd dat Boudewijn nog een kind was en het andere gaat over de tijd dat hij zelf een zoon, Micky, heeft. Het verhaal speelt zich af tussen ongeveer 1950 en 1970. De teksten zijn geschreven in de verleden tijd. De vertelde tijd is ongeveer 20 jaar. Boudewijn groeit op vanaf zijn vijfde jaar en we maken hem mee tot ongeveer zijn 25ste levensjaar. De vertelde tijd bestaat uit twee delen: ten eerste de jeugd van Boudewijn, dat is in ieder hoofdstuk (flashback) anders, er wordt steeds een klein deeltje uit een bepaalde periode genomen. Ten tweede is de vertelde tijd de periode voor en na de dood van Micky. 10. Plaats
De belangrijkste ruimtes in het verhaal zijn: Deel 1(Boudewijns jeugd): ouderlijk huis in Wassenaar, de omgeving van Wassenaar en de jeugdinrichting in Brabant. Deel 2(Boudewijn volwassen): de reis met de trein naar en in de dierentuin, het ziekenhuis waar Micky ligt en het crematorium waar Micky gecremeerd wordt. Het sociale milieu: Deel 1: rijk milieu (geen geldtekort), maar geen sociale contacten buiten de familie. Deel 2: Boudewijn leeft als een doorsnee Nederlander, met vrienden, dat kun je ongeveer uit de tekst opmaken, maar veel kom je over dit onderwerp niet te weten. 11. Kies acteurs en actrices die de rollen moeten spelen in de verfilming van jouw boek. Boudewijn: zichzelf. Rainer Büch: man van ongeveer 50 jaar, afkomstig uit het Midden-Oosten, Duits-Nederlands accent. Mieke: Isa Hoes

Micky: klein, mager jongetje met blonde haren
Moeder Boudewijn: Nederlandse vrouw van ongeveer 45 jaar, sprekend met een West-Nederlands accent, niet al te zwaar. De film moet in het nederlands gesproken worden. Later mogen er wel vertalingen van gemaakt worden, maar zeker geen nasynchronisatie. 12. Thema & motieven
Het thema is de dood. De belangrijkste motieven hiervoor zijn de dood van Micky en de dood van de vader van Boudewijn, Vati. Een minder belangrijk motief is de dood van (Duitse) joden in de Tweede Wereldoorlog, dat een cruciale rol speelt in het leven van de vader van Boudewijn. Bibliografie
Ik heb mijn informatie grotendeels uit het verslag van vorig jaar gehaald. Ik heb ook gekeken op internet: www.scholieren.com
www.schrijversnet.nl
En ik heb naar de film gekeken. De kleine blonde dood .

REACTIES

J.

J.

hey, ik heb een vraagje over je boekverslag de kleine blonde dood, welke methode heb je gebruikt hij wel erg goed

groetjes,
John Grootjen

19 jaar geleden

R.

R.

vind ik mooi

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De kleine blonde dood door Boudewijn Büch"