Titel De kleine blonde dood Schrijver Boudewijn Büch Uitgever De Arbeiders, 1997 Verteltijd 133 bladzijden Verhaaltechniek/structuur Het verhaal is een levensverhaal. Ik vind de titel wel bij het verhaal passen. Verklaring van de titel: Mieke drinkt te veel en Boudewijn is bang dat ze een ongeluk krijgt. En dan is de kleine blonde dood. Het verhaal heeft een opening- in- de- handeling. Het verhaal heeft een open einde. De vertelde tijd is: eerst een jaar van de jeugd van Boudewijn en daarna een jaar of 2 in de tijd dat Mickey leeft. En daarna nog een aantal maanden tot een jaar. Het verhaal is niet chronologisch verteld. Het verhaal is een ik- verhaal. Fabel Boudewijn wordt streng opgevoed door zijn vader. In de tweede wereldoorlog was Boudewijns vader overgelopen van Duitsland naar Nederland. In Nederland werd hij als held beschouwd. Boudewijn heeft een ellendige jeugd gehad. Hij heeft een tijdje in het gekkenhuis gezeten. Jaren later hebben Boudewijn en Mieke samen een zoon. Eigenlijk is Boudewijn homoseksueel en heeft daarom alleen nog maar contact met Mieke vanwege Micky. Mieke is vaak dronken dus moet Boudewijn de opvoeding zelf doen. Een tijd later belandt Micky in het ziekenhuis. Volgens Mieke is hij van de trap gevallen maar op dat moment is ze dronken. Micky kan alleen maar blijven leven met behulp van machines. Daarom besluit Boudewijn dat het beste is dat zijn leven wordt beëindigd.
Decor (ruimte) Het verhaal speelt zich af in Wassenaar en in een Psychiatrische inrichting in Brabant. Later woont de ik-figuur in een grote stad. Het verhaal speelt zich af in de jaren 70 en de jaren 80. Het verhaal speelt zich af in het milieu van onze stand. Verhaalpersonen: De hoofdfiguren zijn: - Boudewijn: hij drinkt veel alcohol maar hij heeft een lief karakter en is goed voor anderen, hij heeft donkere haren en lichte ogen. De belangrijkste bijfiguren zijn: - Rainer Büch: hij is vaak driftig en slaat zijn vrouw en kinderen, zijn vrouw heeft veel te verduren dus gaan ze scheiden, daarna trouwt hij nog vier keer, hij maakt zelf een eind aan zijn leven. - De moeder van Boudewijn: ze is erg zorgzaam en neemt het op voor haar kinderen. - Mieke: ze is de moeder van de zoon van Boudewijn, ze is vaak dronken en besteed ze niet veel aandacht aan haar zoon. - Micky: hij is de zoon van Boudewijn, hij geeft veel om Boudewijn, hij is klein en heeft blonde haren en lichte ogen. Motieven en thema De motieven die ik in dit verhaal belangrijk vind zijn: Oorlogstrauma’s en de gevolgen daarvan; Zelfmoord; Antisemitisme; De verhouding van een lerares met een veel jongere leerling; Alcoholverslaving; Homoseksualiteit. Het thema in dit verhaal is: het leven van het ik-figuur dat bepaald wordt door krankzinnigheid en dood. Mijn mening: Het mooiste stuk uit het verhaal vind ik als Boudewijn met Micky naar de dierentuin gaat. In dat stukje merk je dat Boudewijn ondanks alles toch heel veel van Micky houdt. Ja, ik zou een ander dit boek aanraden omdat het makkelijk is geschreven en het een heel leuk onderwerp is waar het over gaat.