De Kameleon altijd paraat door Hotze de Roos

Hoofdstuk 1 De nieuwe gast hoort wonderbaarlijke verhalen
Er was een jongen en heette Hielke en naast hem zat Sietse. De naam van het motorbootje heet de kameleon. Hielke en Sietse waren tweelingbroers. En ze moeten bouten brengen naar de smid in jonkersveen
Hielke gaf het zakje bouten aan de smid
Ze krijgen een beloning het was een koekje. Ze krijgen een oude koffer van de smid
Een man krijgtg een lift van Sietse en Hielke over het meer. Uiteindelijk gaat hij in de boot zitten. Herman trakteert op gebak en koffie. Dan brengen ze Herman met de kameleon naar het hotel
In het dorp zien ze Gerben Zonderland en hij vertelt over de uitvinder Klaas Stoelwinder. Hij zou een vreemde machine aan het maken zijn.
Hoofdstuk 2 De koffer vol ergernis
Hielke en Sietse pakken de oude koffer en ze willen een grap uithalen met Gerben. Ze stoppen bakstenen in de koffer en zetten hem op de weg op de Polderdijk. Gerben langs op de fiets en ziet de koffer staan
Hij pakt de koffer, maar die is te zwaar en Gerben valt bijna van zijn fiets af. Hielke en Sietse hebben zich verstopt met de boot achter het riet en lachen om Gerben. Gerben krijgt de koffer niet open . Hij denkt namelijk dat er veel geld in zit. Hij gaat naar de smederij om de koffer te laten openmaken door smid Klinkhamer. Daar zien ze dat er geen geld maar stenen in de koffer zit echter geen geld maar bakstenen. Klinkhamer en Gerben zijn allebei boos op Hielke en Sietse, want de bakstenen zijn van de smid. De volgende dag is Gerben nog steeds boos en ziet een koffer op de kant bij het meer liggen en gooit die zomaar in het water. Die koffer is van Herman Heringa, die net aan het zwemmen is. De jongens halen gauw met hun boot de koffer uit het water. Gerben zegt sorry tegen meneer Herman Heringa. Hoofdstuk 3 Herman koopt een boot en zeilt verkeerd
Sietse, Hielke, Louw en Kees, de zoon van de molenaar De Woudaap, gaan met de Kameleon op het meer varen. Herman Heringa wil ook aan boord komen en meevaren. Hij wil namelijk een boot gaan kopen. Ze gaan naar de Hellingbaas Gaastra die boten verkoopt. Ze moeten ver varen naar een ander dorp dat Witveen heet. Dat is wel twee uur varen. Ze komen laat in de middag aan in Witveen en Herman bekijkt daar een zeilboot die “de Snip” heet. Hij koopt de boot voor duizend gulden en gaat er meteen mee zeilen. De jongens varen hem achterna met de Kameleon. Onderweg gaat het stormen en regenen en Herman vaart de verkeerde kant op. De jongens varen daarom ook verkeerd en kunnen niet meer terug naar huis. Het gaat snel donker worden. Dan vinden ze onderdak in de boerderij van boer Postma. Hoofdstuk 4 Rare gasten op de boerderij
Boer Postma belt die avond met vader Klinkhamer om te zeggen, dat de jongens en Herman bij hem gaan slapen. Klinkhamer belt weer de ouders van Louw en Kees en het hotel van Herman. Ze eten boterhammen met spek, kaas en jam van mevrouw Postma. Na het eten gaan ze vroeg naar de schuur om in het hooi slapen. Midden in de nacht wordt Hielke plotseling wakker van een raar geluid, vlakbij hem. Iemand loopt vlak langs hem. Hij schrikt en schreeuwt om help... Meteen is iedereen op de boerderij wakker. Ze denken dat het een dief is die midden in de nacht de portemonee van Herman wil stelen. Maar het is Tommie, de hond van boer Postma die in het hooi is gesprongen om bij de slapende jongens te gaan liggen. Allemaal gaan ze weer naar bed toe om nog wat te slapen voor de ochtend. De volgende morgen staan ze al heel vroeg op en kregen van de boerin een goed ontbijt. Daarna gaan de jongens weer met de Kameleon en Herman met de zeilboot op weg terug naar huis. Hoofdstuk 5 Gerben geeft een voorstelling

Het is nog vroeg in de morgen, rond 6 of 7 uur als ze door het kanaal varen. Ze horen de koeien loeien in de weilanden. Plotseling komt een politieboot aangevaren en geeft een teken dat de jongens en Herman moeten stoppen met varen. De politie zegt dat een boot zoals die van Herman gestolen is vlakbij Jonkersveen. Herman toont snel een kwitantie dat de boot “de Snip” van hem is en niet is gestolen. Dan mogen ze doorvaren. In Polderdijk, het dorp van de jongens, gaan ze allemaal van boord en snel naar huis. Sietse en Hielke varen tot het boothuis bij de smederij en gaan snel naar binnen. Bij de smederij zien ze de uitvinder Stoelwinder. Hij zoekt naar buizen voor zijn machine. Het is een vreemde man. Later komt Gerben weer eens op bezoek bij de Klinkhamers. Hij moet een lampje hebben voor zijn fiets. Agent Zwart heeft hem gisteravond betrapt op het rijden zonder achterlicht. Nu moet Gerben zich voor negen uur melden bij de politie met een goed achterlicht. Gerben gaat naar het huis van Zwart en drukt op de bel, maar die doet het niet. Nog een keer drukt hij op de bel ... Hij blijft maar met de bel spelen bij de voordeur. Plotseling hoort Gerben achter zich een zware stem van agent Zwart. Hij schrikt zich rot en rijdt snel weg op de fiets naar zijn werk bij boer Jellema. De anderen lachen heel hard om die bange Gerben. Hoofdstuk 6 De jongens kopen een jurk voor Joke
Op een middag gaan Hielke, Sietse en Louw met de boot naar de molen van Kees. De Woudaap. Ze zien Herman ook weer, die met zijn boot aan het zeilen is. Bij de molen wil Kees snel aan boord springen, maar hij botst tegen een meisje op een fiets. Het meisje valt en haar jas is gescheurd. Ze vinden het raar dat het meisje een jas draagt bij het mooie weer. Het meisje heet Joke Stoelwinder en is de dochter van de uitvinder. Ze doet haar jas uit en een hele oude jurk komt tevoorschijn. Ze schaamt zich ervoor, maar ze hebben geen geld voor een nieuwe jurk.. Kees gaat met de jas naar zijn moeder om hem te laten maken. De jongens nemen Joke mee aan boord van de Kameleon en varen naar Jonkersveen. Ze hebben een plan.Onderweg komen ze Herman tegen en vragen of ze geld kunnen krijgen om een jurk te kopen. Herman geeft ze tien gulden en daarmee varen ze naar de kledingwinkel in Jonkersveen. In winkel zoekt Joke een mooie jurk uit. Dan is er nog genoeg geld over voor een ijsje. Ze varen terug naar het dorp en bij de molen krijgt Joke haar jas terug. Joke is blij en bedankt de jongens. Ze gaat op de fiets naar huis terug en vertelt haar vader over het geld van Herman en de nieuwe jurk. Hoofdstuk 7 Gerben vangt een kanjer
Hielke en Sietse brengen een zak aardappelen naar het huis van Stoelwinder. Ze zien daar een geheimzinnige machine met allemaal buizen en een soort vliegwiel dat draait. Vader Stoelwinders wil geen pottekijkers en jaagt de jongens snel weg. Ze hadden maar heel even kunnen kijken naar de uitvinding. S´avonds gaan ze vissen met Gerben bij de dijk. Ze zijn met zijn drieën, maar Gerben heeft wel zeven hengels bij zich.Gerben wilde een hele grote snoek vangen en had daarvoor een heleboel sterke hengels nodig. Ze zoeken een geschikte plaats aan de dijk en gooien de hengels uit. Sietse en Hielke hebben al snel beet aan hun hengels, maar Gerben niet. Opeens komt er een roeiboot met een man in vanachter een rietkraag op de jongens af. Ze schrikken als ze zien dat het agent Zwart is, want ze hebben wel negen hengels en zijn maar met zijn drieën. Zwart gaat aan land en meteen wil hij een bon schrijven voor Gerben. Maar Gerben is slim en heeft maar aan één hengel een snoer zitten, De andere hengels zijn zonder snoer. Zo kan agent Zwart hem niet betrappen op illegaal vissen en geen bon geven. Gerben lacht heel hard omdat hij Zwart zo in de maling heeft genomen. Zwart is kwaad. Tegen negen uur gaan ze weer naar huis en hebben vier baarsen gevangen, die de moeder van Sietse en Hielke lekker kan gaan bakken. Hoofdstuk 8 Herman is zoek
Die nacht is een zware storm boven het meer en het dorp.Hielke en Sietse mogen niet gaan varen van hun vader. Ze blijven thuis bij de smederij. Gerben en agent Zwart komen ook op bezoek. Later komt ook nog Klaas Stoelwinder naar de smederij om weer naar buizen te zoeken. Ze vragen nieuwsgierig wat voor een machine hij aan het uitvinden is, maar Stoelwinder geeft een vaag antwoord en vertrekt weer zo snel mogelijk. Plotseling komt de brugwachter binnen en zegt dat hij Herman Heringa heeft zien uitvaren met zijn boot “De Snip”. Het stormt nog steeds! Tegen de avond is Herman niet teruggekeerd naar zijn hotel en de mensen worden ongerust. Agent Zwart komt vragen of Hielke en Sietse kunnen helpen zoeken met de Kameleon. De storm is gaan liggen en ze varen het meer op. Na lang zoeken vinden ze Herman in zijn boot in het riet, aan de andere kant van het meer. Hij is in slaapgevallen tijdens de storm. Agent Zwart geeft hem een waarschuwing dat hij niet met die storm had mogen uitvaren. Herman schaamt zich een beetje en belooft dat hij het nooit meer zal doen. Dan gaat hij terug naar het hotel. Hoofdstuk 9 Op bezoek bij de uitvinder

Op een mooie dag gaan Hielke, Sietse, Louw en Kees zwemmen in het meer. Later komt ook Herman het water in om te zwemmen. Klaas Stoelwinder komt aan fietsen en ziet Herman in het water zwemmen. Hij vraagt of Herman hem duizend gulden kan lenen voor zijn machine. Herman wil niet zomaar geld geven. Eerst willen ze goed kijken bij Stoelwinder thuis naar de machine. Zo gaan ze allemaal mee naar de familie Stoelwinder en Klaas Stoelwinder geeft een demonstratie van de machine. Het is een vreemde machine met allemaal buizen en een wiel en een hendeltje. Stoelwinder trekt aan het hendeltje en de machine gaat draaien. Ze kijken goed bij de machine, maar zien nergens een stroomdraad of accu. Hoe kan de machine nu uit zichzelf bewegen? Stoelwinder weet Herman te overtuigen en geeft duizend gulden aan hem. Dan gaan ze weer naar huis. Thuis vertellen Hielke en Sietse over de machine en het geld aan hun vader. Klinkhamer vindt het gek dat Herman zomaar geld heeft gegeven en wil naar agent Zwart toe lopen. Hoofdstuk 10 Het geheim van de wondermachine
Na het avondeten komt Gerben op bezoek bij de smederij Klinkhamer en hoort over het bezoek aan Stoelwinder. Hij vindt Herman maar een sufferd, dat hij zomaar duizend gulden geeft aan Stoelwinder. Ze gaan varen en komen op het meer Herman tegen in zijn boot. Gerben zegt hem dat hij veel te goed gelovig is en zomaar iedereen geld geeft. Stoelwinder is niet te vertrouwen. De jongens en Herman besluiten daarom om agent Zwart mee te nemen naar Stoelwinder voor onderzoek. Die avond gaan ze weer op weg naar het huis van Stoelwinder. Stoelwinder doet open en brengt ze opnieuw naar de machine toe. Hij laat aan Zwart zien hoe de machine werkt met het hendeltje. Ook agent Zwart begrijpt niet hoe de machine kan bewegen zonder stroom. Dan legt Stoelwinder het geheim uit van zijn machine. De machine werkt op waterkracht en de zwaartekracht van de aarde. Daardoor kan het vliegwiel draaien zonder stroom of accu. Stoelwinder heeft dus een brandstofloze machine uitgevonden. De volgende dag stopt een grote luxe auto voor het huis van Stoelwinder en twee mannen in pak stappen uit. Het zijn zakenmannen van een grote fabriek. Ze kopen de machine voor tweeduizend gulden van Stoelwinder. Stoelwinder is heel blij en kan nu al zijn schulden afbetalen, ook aan Herman Heringa. Klaas Stoelwinder doet geen nieuwe uitvindingen meer. Hij kan de baan overnemen van de brugwachter, want die gaat met pensioen.