Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De Joodse messias door Arnon Grunberg

Beoordeling 3.9
Foto van een scholier
Boekcover De Joodse messias
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 4157 woorden
  • 22 december 2007
  • 7 keer beoordeeld
Cijfer 3.9
7 keer beoordeeld

Boekcover De Joodse messias
Shadow
De Joodse messias door Arnon Grunberg
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Auteur: Arnon Grunberg
Titel: De Joodse Messias
Eerste druk: 2004

A1. Verwachtingen
Toen ik de titel en de kaft zag, dacht ik dat het een raar boek was. Ook snapte ik de titel niet precies. En de roze pelikaan op de kaft, zorgde ervoor dat ik nog minder wist wat ik moest verwachten

A2. Eerste reactie
Na het lezen van de eerste paar hoofdstukken snapte ik er nog niet veel van. Ik moest wennen aan de stijl van de schrijver en zat met veel vragen. Ik zat nog niet echt goed in het boek.

B1. Samenvatting
Xavier Radek is de hoofdfiguur van deze absurde roman. Hij is een in Basel woonachtige niet-joodse jongeman (hij zit nog op de middelbare school) met een missie. Zijn grootvader van moeders kant is een nazi geweest die er plezier in schiep om joden van het leven te beroven. Hij komt er achter wanneer hij in dozen met oude foto's en documenten snuffelt. Zo komt hij ook in aanraking met een Duits exemplaar van Mein Kampf ( Hitlers lang verbonden boek) wat hij zeer interessante literatuur vindt. Hij wil graag iets terugdoen voor de joden en meldt zich aan bij een zionistische jeugdvereniging. Hij begint met zwemmen in de Rijn bij Basel met de groep joden. Hij vertelt nog weinig over zijn joodse passie tegen zijn ouders Zijn vader is een architect met een grote voorliefde voor het bezoeken van massagesalons (lees: bordelen) en zijn moeder moet leven met de gedachte dat haar vader een nazi was en haar moeder na de bevrijding door de Russen is verkracht. Ze spreekt de naam van Hitler nooit uit, maar noemt hem “Je-weet-wel-wie” en ze is in feite nog steeds een antisemiet. Ze noemt de Duitsers de joden van nu ( de ironie van de geschiedenis) en ze heeft het over het feit dat “daders altijd slachteroffers zijn en slachtoffers ook altijd daders zijn”.


Xavier Radek stoort zich hieraan echter niet en hij volhardt de synagoge te bezoeken, totdat de rabbijn Michalowitz zich over hem ontfermt. Later hoort hij van diens vrouw dat hij eigenlijk helemaal geen rabbijn is, maar de mislukte ondernemer van een huwelijksbemiddelingsbureau en dat hij zich voor rabbijn uitgeest. In feite is het een autist met hele vreemde eigenaardigheden. Ook hij bezoekt regelmatig massagesalons (dus ook bordelen) en zijn voorliefde gaat uit naar de masseur of masseuse Lucy, een travestiet, die ervoor zorgt dat de rabbijn aan zijn lichamelijk gerief kan komen. Bovendien heeft hij een verhouding met de zus van zijn vrouw, wat ze maar pikt omdat hij een autist is. Het gezin heeft dertien kinderen. Xavier Radek raakt bevriend met een zoon van de rabbijn, Awromele , en liegt dat hij een geassimileerde Poolse jood is en dat zijn ouders hem niet hebben laten besnijden. Xavier wil zich steeds meer als de vriend der joden opstellen. Intussen gaan zijn vader en moeder uit elkaar: zij hadden toch al sinds de geboorte van Xavier geen normaal seksueel contact met elkaar en de voorliefde van zijn vader voor massagesalonbezoek wordt steeds erger.

Intussen heeft Xavier de eerste seksuele contacten met het meisje Bettina dat hem daarna meteen strikt om geld te doneren voor het adopteren van een dorp in India. Xavier vertelt Awromele van het mooie boek van zijn opa dat hij in het Jiddisch wil laten vertalen. Hij wil zich namelijk opwerpen als de trooster van het joodse volk. Ze besluiten het boek in het Jiddisch te vertalen. Er is wel een uitgever die denkt dat er in de upper class wel belangstelling voor zo'n vertaling zal bestaan. Awromele brengt Xavier in contact met de halfblinde mijnheer Schwartz, een moheel (= iemand die een besnijdenis kan uitvoeren) die hem voor een luttel bedrag wel wil helpen met de chirurgische ingreep. Xavier vertelt niets aan zijn moeder; zijn vader krijgt intussen een hartaanval en sterft in het ziekenhuis. De nieuwe vriend van zijn moeder Marc is daarbij aanwezig. In de massagesalon wacht de masseur tevergeefs op de vader van Xavier.

Vlak voordat Xavier besneden zal worden, wil Awromele wel eens zien hoe een onbesneden man eruit ziet. Hij bevredigt daarbij Xavier oraal. Daarna zal de halfblinde Schwartz Xavier besnijden, maar hij gaat nogal rigoureus te werk. Bijzonder komisch wordt daarna de pijn beschreven die Xavier ondervindt (“alsof hij in brand staat”) Dat is het offer dat hij aan de joodse mensheid brengt. Hij kruipt naar huis, belt aan, maar zijn moeder die denkt dat hij dronken is, laat hem voor straf op de stoep liggen. Zelf wordt ze even later door Marc een gebroken neus geslagen en belandt ze wel in het ziekenhuis. Bij thuiskomst ligt Xavier nog steeds op de stoep. Dan wordt het hun duidelijk dat hij er slecht aan toe is. Xavier arriveert net op tijd op intensive care, maar moet na enkele dagen toch zijn linkerteelbal missen. Die krijgt hij mee in een potje met “sterk “water. Xavier noemt zijn linkerteelbal “Koning David”. Intussen is er een hetze in de media uitgebroken: mijnheer Schwarz wordt opgepakt en bestempeld als Pedofiel Lenin (vanwege zijn communistische ideeën) Hij pleegt later zelfmoord in de gevangenis. De vriend van zijn moeder Marc bekent Xavier dat hij eigenlijk alleen maar van Xavier houdt en niet van de moeder. Hij biecht dit ook later aan de moeder op. Die besluit geen seksueel contact met Marc te hebben en gaat 's nachts naar de keuken om met een broodmes in haar linkerbovenbeen te kerven (automutilatie).Het broodmes beschouwt ze als haar minnaar. Op een keer betrapt Xavier zijn moeder met het mes en ze vertelt hem dat het broodmes haar geliefde is. Ze vertelt hem dat ze hem als kind heeft willen vergiftigen, maar op het laatste moment het rattengif uit de zuigfles heeft gehaald. Ze vraagt Xavier ook haar te schilderen met het mes. Hier begint de carrière van Xavier als kunstschilder.

Hij zoekt ook weer contact met Awromele . In het stadspark hebben ze oraal seksueel contact; (hoofdstuk: Zaad sterft snel) ze worden betrapt door vier christenjongens die over Kierkegaard praten, maar intussen als een soort potenrammers Awromele in elkaar schoppen. Xavier vlucht weg en keert pas de volgende morgen terug. Als de ouders van Awromele alarm hebben geslagen omdat de jongen niet is thuisgekomen, wordt Awromele door iedereen gezocht. Xavier vindt Awromele meer dood dan levend in het park. Hij zeult met hem in een kruiwagen de stad rond, totdat hij hem kan afleveren bij het ziekenhuis. De zuster die Xavier herkent van zijn besnijdenisproblemen, wordt door hem hard in de hand gebeten, wat zijn reputatie in het ziekenhuis geen goed doet.

Het comité Waakzame Joden is ook op zoek naar Awromele ; enkele leden verzamelen zich in de shoarmatent “Jeruzalem”. Hier verkoopt de Egyptenaar behalve broodjes vlees ook alcohol en drugs onder de toonbank. Het meisje Bettina koopt voor een hoog bedrag cocaïne bij hem. Jammer dan van de financiële steun aan ontwikkelingsgelden van het door haar geadopteerde dorp. Na gebruik van de drug op het toilet merkt ze niets van het opwindende effect, maar dan komt de Egyptenaar haar helpen. Als hij ziet dat ze een geschoren geslachtsdeel heeft, wordt hij heel boos en wijst haar af. Bettina is nu zeer teleurgesteld in het leven. De volgende dag wordt de Egyptenaar in zijn shoarmawinkel bezocht door twee leden van de zionistische informatiedienst. Ze willen dat hij als informant voor hen gaat werken; ze bieden hem respect, geld en vrouwen. Een bloedmooie Israëlische hoer zal met hem vrijen in de zaak. De man die bij haar is, neemt alles met een camera op: zo hebben ze een chantagemiddel in handen. De volgende dag gaat de Egyptenaar vroeg naar zijn zaak terug, omdat hij hoopt dat de Israëlische hoer ook zal komen. Maar voor haar in de plaats komen drie leden van een Palestijnse beweging die hem eerst dreigen te doden, omdat hij informant voor de joden is geworden en daarna zijn voeten in de kokendhete olie frituren. Hij smeekt daarna of ze hem willen doden, maar ze vertrekken. Niet lang daarna komen de Israëliërs weer terug en ze zien hem met gefrituurde voeten liggen. De man doodt hem met een schot in het hoofd.

Awromele wil het ouderlijke huis ontvluchten; hij wil naar het Venetië van het Noorden (Amsterdam) Zo kan Xavier zijn schilderskunsten op de Rietveld Academie verder bekwamen. Hij maakt namelijk steeds afbeeldingen van zijn moeder met Koning David ( het potje met de teelbal) in haar handen. Awromele overnacht bij Xavier en ook hij ziet diens moeder met het broodmes bezig. De volgende dag vertrekken ze: de nog altijd op Xavier verliefde Marc brengt hen weg naar Amsterdam. In Basel bereidt Xaviers moeder een cake voor Marc met een dodelijke portie rattengif. Bij thuiskomst mag hij een paar extra stukken cake, waarna hij onder helse pijnen sterft.

In Amsterdam gaat Xavier naar de Rietveld Academie , maar eigenlijk zien de docenten niets in zijn schildertalent (overeenkomst met Hitler) Awromele daarentegen gaat bij Albert Heijn werken en wordt heel populair bij zijn mannelijke collega's en andere mannen. Zijn probleem is dat hij geen “nee” kan zeggen. Hij gaat met veel mannen naar bed tot groot verdriet van Xavier die dit niet kan uitstaan. Zelf probeert Xavier nog een avontuurtje met een jonge Marokkaan in het park ( hoofdstuk: de terrorist in het Beatrixpark), die zich verdedigt en een stuk uit zijn wang bijt. Awromele bedriegt hem met de bedrijfsleider van de supermarkt en na diens thuiskomst weet hij het ineens : het kwaad van de wereld zit in het vrouwelijke geslachtsdeel. Bovendien geeft hij aan Amsterdam te willen verlaten: de Rietveld Academie is toch eigenlijk niets voor hem: hij is een autodidact en hij wil met Awromele naar Het Beloofde Land. De volgende dag gaat hij met een wat oudere vrouw en kind mee naar huis, maar als ze denkt dat ze hem in bed kan versieren, plakt hij met kaarsvet haar geslachtdeel dicht: het lichaamsdeel veroorzaakt is immers het kwaad van de wereld.

Daarna gaan Xavier en Awromele naar Israel. Xavier maakt al gauw furore en ook hier gaat Awromele in een supermarkt werken. Hij blijft echter seksuele contacten onderhouden met veel mannen, zeer tot verdriet van Xavier. Die geeft zich uit als zionist en gaat daarna politieke redevoeringen schrijven voor een lokale politicus. In dit deel treedt aanmerkelijk meer tijdverdichting op (in principe gaat het over de laatste 50 pagina's van de roman, terwijl er een tijd van minimaal 10 jaar wordt beschreven.) In de tussentijd heeft zijn moeder met de overgebleven vergiftigde cake ook de buren om het leven gebracht en ze moet een tijd in de gevangenis doorbrengen. Ze is echter een voorbeeldige gevangene.

Xavier heeft ook kwaliteiten op politiek gebied en hij gaat op voor de race van minister-president. Met hulp van de media en Awromele die als campagneleider optreedt, schakelt hij zijn directe tegenstanders uit door valse berichten over hen in circulatie te brengen. Ook brengt hij naar voren dat de verlosser Koning David is. Er doen zich taferelen voor als op Palmzondag, toen Jezus door de joden werd gezien als de Messias. Hij wordt aanbeden en tot minister-president gekozen en laat zich ha-Radek noemen. Hij krijgt steeds meer macht. Maar om de joden te kunnen troosten heeft hij meer macht nodig. De EU en de VS hebben hem om het politieke evenwicht in het Midden-Oosten te bewaren nodig. Humoristisch is de passage waarin Xavier met een halfblinde leider van Hamas onderhandeld over het aantal doden dat er per maand mag vallen bij terroristische aanslagen. Tijdens de onderhandelingen heeft de Hamas-leider (in wie we de man kunnen herkennen die in de shoarmabar de Egyptenaar heeft gefrituurd) seks met Awromele .


Intussen heeft Xavier ook de beschikking over kernwapens en hij weet door handig politieke spelletjes te spelen de mogendheden tegen elkaar uit te spelen. Op den duur staan op alle westerse landen kernraketten gericht en is er door hem een verbond gesloten waarbij het westen zal worden vernietigd. Hij wordt een gevaar voor de mensheid en er zijn zelfs westerse media die in hun verslaggeving melding maken van het feit dat het eigenlijk jammer is dat Hitler in zijn preventieve oorlog tegen de joden gestopt is. Xavier stelt de wereld een ultimatum en trekt zich terug in een bunker (opnieuw vergelijking met Hitler) Net als Hitler heeft hij ook een dode geliefde bij zich, want Awromele is inmiddels door de woedende massa gelyncht.

Koning David is nog steeds bij Xaviere en op een kernwapen dat hij gericht heeft op de Westerkerk in Amsterdam, staat:”Groetjes van Anne Frank”. Intussen is de zus van Awromele , Rochelle, bezig haar kinderen voor te bereiden op de komst van de Messias, die er zal uitzien als een pelikaan (afbeelding op de kaft van de roman) De wereld zit in angst: de moeder van Xavier zoekt weer steun bij haar broodmes: ze doodt zichzelf door een vorm van harakiri . Net als Hitler brengt Xavier zijn honden eigenhandig om het leven en spreekt daarbij een passage uit de Jiddische vertaling van Mein Kampf uit, waarin staat dat de joden door de omstandigheden altijd al gedwongen waren te liegen. Dan gaat de telefoon. De afspraken met de vreemde mogendheden worden gemaakt. Xavier gaat op zijn vriend liggen: hij is gekomen om de joden te troosten, maar de enige troost die rest, is de vernietiging.

Rochelle staat in de laatste zinnen van de roman voor het raam en wijst haar kinderen dat de pelikaan er aan komt. De kernwapens zijn afgegaan.

B2. Analyse
- Genre
Ik denk dat het een roman is want de hoofdpersonages ontwikkelen zich in het boek.
- Titelverklaring
De joodse Messias.
Xavier Radek heeft zich het doel gesteld het hele joodse volk te troosten. Hij wil het volk verlossen van hun zondes. Hij wil dus eigenlijk de joodse Messias worden waar het de joden nog steeds op wachten.
- Motto.
Het motto van het boek is: “Het laatste wat sterft is hoop”. Ik denk dat de schrijver dit heeft gekozen, omdat in het boek veel situaties zijn waar personages heel veel hoop hebben en ook situaties waarbij personages juist helemaal geen hoop meer hebben.
- Motieven
De motieven van het boek zijn: Joodse identiteit, de holocaust, seksualiteit in alle mogelijke variaties, angsten en pijnen, de vernietiging en hoerenlopen.

- Thema
Ik denk dat het boek de thema’s lijden, jodendom en homoseksualiteit heeft.
- Personages
Het hoofdpersonage is Xavier Radek, wonend in Basel. Als het boek begint is hij 14. Hij heeft donker haar en mooie bruine ogen. Hij vindt van zichzelf dat hij niet lelijk is. Hij is erg geboeid in het Joodse geloof. Hij wil de joden troosten. Xavier heeft een gevoelig karakter. Ook is hij geduldig en vastberaden. Hij wil graag mensen tevreden maken. In het begin van het boek is hij een sympathieke jongen, die volgens zichzelf niet lijd. Als hij uit Basel vertrekt wordt hij steeds wanhopiger, en op het eind van het boek is er bijna niets meer over van hoe hij eerst was.
De belangrijkste bijpersoon is Awromele. Naar de mensen toe is hij een energiek, opgewekt type die veel grappen maakt. Maar van binnen heeft hij veel pijn die hij wegstopt. Hij wil niets voelen. Ook wil hij niet dat andere mensen iets voor hem voelen. Xavier moet beloven dat hij nooit iets zal voelen. Hij ligt vaak met kleren aan in bed chocola te eten, en helemaal niets te doen. Als hij iets met Xavier krijgt, gaat hij vaak met andere mannen naar bed. Steeds zegt hij dan dat hij geen nee kan zeggen en dat het niks uitmaakt, omdat Xavier en hij niks voelen.
- Tijd
Het is niet precies duidelijk wanneer het verhaal zich afspeelt, maar het speelt zich niet in het verleden of in de toekomst af. Het speelt zich volgens mij gewoon in de moderne tijd af. Het hele verhaal wordt in de verleden tijd verteld. Het begint als Xavier 14 is, en het eindigt als hij een wat oudere man is. Het verhaal wordt chronologisch verteld.
- Ruimte
Het begint in Basel, een klein plaatsje. Hier woont hij met zijn ouders. In Basel ontmoet hij ook Awromele. Daarna verhuizen Awromele en Xavier naar het Venetië van het noorden (Amsterdam). Het einde van het boek speelt zich af in Israël. Ze woonde in het centrum van Tel Aviv in een klein appartement, waar kakkerlakken en ratten rondliepen. Deze ruimtes zijn belangrijk omdat hier het verhaal zich heeft afgespeeld.
- Vertelperspectief
Het verhaal heeft een wisselend perspectief. De ene keer kijk je door de ogen van een personage (niet alleen door het hoofdpersonage maar ook door verschillende bijpersonages). Dan word er weer de hij/zij-vertelwijze gebruikt. Je leest bijvoorbeeld dan gewoon hoe een gesprek tussen twee personages gaat. Ook word er de alwetende-vertelwijze gebruikt. De gevoelens en gedachtes van beide kanten worden omschrijven, maar niet alsof het door de ogen van het personage zelf is.

- Spanning
In het boek wordt regelmatig spanning opgebouwd, als het net spannend is, komt er weer een stukje over een ander personage. Je gaat dan doorlezen omdat je wilt weten wat er verder gaat gebeuren, maar ondertussen krijg je ook steeds meer vragen over het stukje met het andere personage. Zo blijft er dus een beetje spanning. Ook worden er gebeurtenissen achter gehouden, waar je dan later in het boek achterkomt, en zijn er dingen die je als lezer al weet, maar waar sommige personages nog niet achter zijn. En door het wisselende perspectief word er ook spanning opgebouwd.
- Stijl
Bladzijden 110 en 111
“Xavier deed nog een paar pogingen om zich op te richten, maar het ging niet. Het voelde alsof een ongeoefende acupuncturist met duizend spelden in Xaviers geslachtsdeel aan het prikken was. Het idee dat hij verlamd was werd sterker. Misschien had meneer Schwartz per ongeluk iets belangrijks doorgesneden. Omdat Xavier tegen zijn gewoonte in niet op tijd voor het eten was thuisgekomen, besloot zijn moeder na een paar minuten toch te gaan kijken wie er had aangebeld. Ze opende de deur, ze zag niets. Ze wilde de deur alweer dichtdoen toen ze vlak voor haar neus haar zoon op de stoep zag liggen. Op zijn rug. Als een dier. De jongen deed haar aan een levensgrote zwerfkat denken. Ze hield niet van zwerfkatten. ‘Xavier,’ zei ze, ‘wat heeft dit te betekenen?’ Toen pas zag ze dat haar zoon een merkwaardige broek aanhad. Die broek onttrok de mummie aan haar zicht, wat waarschijnlijk beter was. ‘Wat heb je daar aan?’ vroeg ze. ‘Ik ben mijn broek kwijt,’ fluisterde Xavier. Ze wilde zich vooroverbuigen om eens goed naar die broek te kijken, maar rook tijdig de lucht van alcohol. Ze was niet gek. Ze wist precies hoe alcohol rook, al dronk ze zelf weinig. ‘Kwijt,’ zei ze. ‘Laat me niet lachen. Je bent helemaal niet de bergen in gegaan, je hebt gedronken met die zogenaamde vrienden van je. Je bent een zuiplap. Wat valt me dat van je tegen.’ Daarop sloot ze de deur, en nam plaats aan de eettafel in de woonkamer. Ze had met eten gewacht op Xavier, maar nu zou ze niet meer wachten. Ze schepte op en riep: ‘Marc, we gaan eten.’ ‘Even niet,’ antwoordde Marc van boven. ‘Ik ben met een noodlanding bezig.’ Buiten op de stoep brulde Xavier, zo hard als hij kon: ‘Ik heb niet gedronken, mama, help me, doe open. Alsjeblieft doe open. Mama.’ Een raam werd geopend en een vrouw krijste: ‘Stilte, of ik bel de politie.’
Ik heb voor dit citaat gekozen, omdat hierin een kenmerkend stukje van donkere humor die de schrijver veel gebruikt in staat. Ook vertelt de schrijver in een hoog tempo. Verder, wat niet in het citaat te lezen is, doorbreekt de schrijver veel taboes. Hij gebruikt harde zinnen, als: “Zoals sommige vrouwen vragen om verkrachting, zo vragen sommige joden kennelijk om een pogrom”

C. Verwerkingsopdracht
De moeder hield mij weer vast, ze poseerde samen met mij zodat Xavier ons weer zou schilderen. Ze trilde even licht met haar hand, zodat ik zachtjes in het potje op en neer deinde. Ik hoorde de deurbel gaan, Marc deed open. Ik hoorde Marc praten met iemand waarvan ik de stem kende. Nu hoorde ik het duidelijk, het was Awromele. Xavier bleef ongestoord mij en de moeder na schilderen. Ik hoorde nog wat gepraat en toen kwam Marc, gevolgd door Awromele de woonkamer binnen. Xavier liet zijn penseel vallen. ‘Wie is dat, Xavier?’ vroeg de moeder. Ik werd op tafel gezet, ik schudde weer heftig heen en weer in mijn water. Ik vind het geen fijn gevoel. ‘En raap die kwast eens op.’ Awromele zag eruit alsof hij zich niet helemaal op zijn gemak voelde. Ik hoorde Xavier praten: ‘Een vriend, een kennis, niets om je druk over te maken. En dit is geen kwast, mama, dit is een penseel.’ Ik vond Xavier er angstig uitzien, maar waarschijnlijk zag alleen ik dat. Ik maakte eerst deel van hem uit, maar ik voel Xaviers gevoelens en emoties nog steeds heel goed. Ik voel nog steeds heftige pijnscheuten als ik denk aan hoe ik verwijderd werd. “Ik maak me nergens druk over,’ zei de moeder. ‘Ik wil alleen weten wie het is. Ik mag toch wel weten wie zo laat op de avond bij mij op visite komt.’ Er hing een bepaalde spanning in de woonkamer, ik voelde het aan mijn water. Xavier raapte zijn penseel op. Opeens zei Marc ook wat: ‘Laat je niet storen in je concentratie, Xavier. Maak je schilderij af.’ Toen begon hij tegen Awromele te praten. Het ging over het werk van mijn vroegere eigenaar. ‘Hij werkt aan een serie, een prachtige serie, getiteld Moeder met teelbal.’ Ik vind het niet prettig zo genoemd te worden, de titel had moeten zijn: Koning David met de Moeder. ‘Alles zit erin, het hele spectrum van menselijke gevoelens en angsten. Ga even zitten. Maar wees stil.’ Op de een of andere manier vond ik de sfeer die er heerste in de woonkamer walgelijk, om te kotsen. Marc gaf Awromele een stoel en fluisterde iets in zijn oren. Ik vind Awromele een aardige jongen, maar het idee dat ik samen in één huis woon met die Marc, vind ik nog steeds een naar idee. Ik zag de moeder Awromele aanstaren alsof hij van een andere planeet kwam. Volgens mij nam ze hem helemaal tot in elk detail in haar op. ‘Mama,’ zei Xavier, ‘als je het vervelend vindt dat ik bezoek heb gekregen, kan ik hem ook wel meenemen naar een café.’ Ik wil niet dat ze weggaan. Ik ben het liefst altijd zo dicht mogelijk bij Xavier. ‘Nee,’ zei de moeder. ‘Ik vind het interessant een van je kennissen te leren kennen. Hoe heet hij?’ Alsof Awromele er niet bijzat. ‘Awromele,’ antwoordde Awromele zelf. ‘Aha’, zei de moeder. Ze pakte me weer op. Ik schudde weer helemaal door elkaar. Het water maakte een klotsend geluid. ‘En je bent een Israëliet, als ik zo vrij mag zijn?’ Dat vroeg de moeder aan Awromele. Hij gaf netjes antwoord: ‘Ja, een Israëliet, dat kun je zo zeggen. Ik geloof het wel. Maar jullie ook, toch? Xavier, jullie zijn toch ook..?’ Oh ja, Xavier had verzonnen tegen Awromele dat ze ook Joods waren. Ik kan het weten, want ik zat toen nog vast aan zijn lichaam toen hij dat vertelde. Ik voelde dat Xavier zich zeer ongemakkelijk voelde. ‘Wij zijn wat?’ vroeg de moeder. ‘Ach’, zei Xavier. ‘We zijn allemaal Israëlieten, dat bedoelt Awromele. We hebben allemaal in dezelfde bron gezwommen.’

D1. Eindoordeel
Ik vond het over het algemeen een leuk boek, omdat het zo origineel geschreven is, en komen veel absurde gebeurtenissen in voor die heel realistisch zijn beschreven. Ook de vele donkere humor die erin voor komt vind ik erg leuk. Ik vond het ook ironisch hoe sommige dingen van het leven van Xavier overeenkomstig zijn met die van A. Hitler. Want Xavier had ook maar één teelbal, en een mislukte carrière als kunstenaar. En uiteindelijk heeft hij zichzelf terug getrokken in een bunker, en valt alle westerse landen aan met kernbommen. In het begin van het boek moest ik nog wel even wennen aan de stijl van de schrijver. Soms vond ik het boek een beetje vaag. Maar wel vaag op een manier dat het spanning opwekt. Ook heb ik wel een aantal dingen geleerd over bijvoorbeeld de joden. De stijl van Arnon Grunberg vind ik erg goed.


D2. Evaluatie
Ik vind dat het maken van het boekverslag redelijk goed gegaan is. Ik vind het nooit erg om een boekverslag te maken, want ik lees graag en ook snel. Ik ben op tijd begonnen met het lezen van het boek. Alleen de tijd die ik in het verslag moest steken heb ik niet zo goed verdeelt. Ik werkte er elke dag een klein beetje aan verder, en toen het bijna ingeleverd moest worden heb ik opeens heel veel gedaan op één dag. Dit is een punt wat ik de volgende keer kan verbeteren, om wat stress te verminderen.

E. Bronvermelding
Boek: Arnon Grunberg, De joodse Messias. Jaar van uitgave: 2004. Uitgever: Vassallucci

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De Joodse messias door Arnon Grunberg"