LEESVERSLAG
‘De honden jagen niet meer’ van Albert Albertst, 1e druk: 1979, uitgeverij G.A. van Oorschot/Amsterdam.
Verwachting
Ik had nog geen idee wat voor boek ik zou gaan lezen dus zocht ik maar wat tussen de lijstboeken van de biebliotheek. Bij het lezen van de achterflap leek het me wel wat. Problemen in een zeevaarders-familie. Proberen maar. (Eerlijk gezegd had ik aan de achterflap niet zoveel. Beetje vaag, maar goed.)
Samenvatting
Het begint met een groep honden die over een vlakte jagen richting een bos. Als ze daar aankomen houden ze is en worden ze zenuwachtig. Dan gaan ze weer verder, het bos in. Ze moeten stoppen aan de rand van een klif die de zee inloopt. Ze blaffen naar een schip dat daar voor anker ligt. Het is een stoomschip met de gezagvoerder Wietze met z’n vrouw. Er heerst een bedrukte stemming. Ze hebben twee dochters en twee zonen. De oudste zoon is met hen mee, de andere drie zitten bij oom Age. Age is een vrolijke en rijk getrouwde vent en vaart als enige van Wietzes broers niet. Hij regelt een huis voor de vrouw en de kinderen op een wat al te afgelegen plekje. De oudste zoon zal naar de zeevaartschool gaan. Het bedrijf van de gezagvoerder (de rederij) verwacht problemen met de koffieleveranciers. Wietze krijgt een nieuw schip en is van de volgende reis iets te vroeg terug. Hij had op een prijsdaling moeten wachten. De moeder geeft te kennen dat het huis wel erg stil is. Haar man krijgt te horen dat er een “charter-regeling” is met de koffieleveranciers die nogal vaag is. De oudste zoon gaat stage lopen in dienst van dezelfde reder als z’n vader. Hij vaart als leerling op een schip. De jongste zoon gaat op de zeevaartschool. Pas tijdens het gesprek met de directeur geeft hij te kennen dat hij niet intern wil (door de weeks daar ook overnachten). (Dit gesprek is een flashback van Lietz).
Nicht Pietje (her)trouwt met een man die dezelfde naam heeft als haar vermiste man uit haar eerste huwelijk. Er is wat gedoe met haar ouders of ze nu wel of niet langer moet wachten op de vermiste.
De oudste zoon trouwt tegelijkertijd met de dochter van Nicht Pietje, Barber.
Dan is er een flinke tijdsprong. De twee dochters zijn ook al getrouwd, de jongste zoon heeft examen gedaan en loopt stage op een schip. Hij is een bijdehand ventje, wil alles zelf regelen. Dan heeft Wietze senior buiten zijn schuld een aanvaring met een ander schip, net buiten een haven. Hij weet zijn schip op de kust te zetten, maar het is wel afgeschreven. Om de één of andere reden wil hij niet meer met een schip reizen, maar hij komt toch thuis. De moeder van Wietze zégt eens iets tegen Lietz. Namelijk dat mensen die varen bij iedere reis iets achterlaten. Niet verliezen maar achterlaten. En op den duur houd je iemand over die zich afvraagt wat er nog van hem bestaat achter die horizon.
Motieven
Het weggaan en steeds weer terugkomen van Wietze is een belangrijk motief, net zoals het geharrewar met Wietzes ouders.
Personages
-Wietze, gezagsvoerder bij de koopvaardij, wil na een botsing niet meer varen.
-Lietz, Wietzes vrouw, stuurt hem brieven als er iets belangrijks is gebeurd.
-Oom Age, rijk getrouwde broer van Wietze.
-Vader en moeder van Wietze (senior), moeder lijkt een beetje gek te zijn, maar ook weer niet helemaal.
-Wietze, de oudste zoon van Wietze en Lietz. Trouwt met Barber.
-“De kleine jongen,” de jongste zoon van Wietze en Lietz, wilde niet intern op de zeevaartschool.
-Nicht Pietje, moeder van Barber, hertrouwt.
Perspectief
Hij/zijperspectief en verborgen verteller, wat vooral ligt bij de vrouw van Wietze senior, Lietz.
Tijd
Het verhaal speelt zich volgens mij behoorlijk lang geleden af. Er zijn nog geen auto’s, alleen koetsjes en er wordt nog met stoomschepen gevaren. Jaartallen worden niet genoemd.
Titelverklaring
De titel verwijst naar het feit dat de schipper aan het eind van het boek niet meer wil varen. Vroeger voer de schipper nog, (wat heel normaal was, net zoals het jagen van de honden in troepen) maar nu niet meer.
Eindoordeel
Het boek heeft me niet echt kunnen boeien. Het verhaal was niet spannend en het was heel irritant te lezen. Dat Wietzes vrouw Lietz heette kreeg je pas op de laatste bladzijde te lezen. Zij werd dus de hele tijd beschreven met ‘zij,’ ‘haar’ en ‘zijn vrouw’. Het werd me ook pas later duidelijk dat de oudste zoon óók Wietze heette. De dochters en de jongst zoon hebben geen naam, alhoewel híj wel de hele tijd “de kleine jongen” genoemd wordt. Het verhaal eindigt ook een beetje vaag. Wietze senior komt thuis na alles te hebben afgehandeld en wil niet meer varen, om een reden die niet bekend wordt gemaakt.
Evaluatie
Ik heb hier niet echt wat van geleerd, behalve dat ik een boek niet moet lezen als de recensie me maar half aanspreekt.
Albert Alberts
In het leven van Alberts zie je wel sommige dingen terug die ook in zijn boek ‘De honden jagen niet meer’ zitten. Bijvoorbeeld dat zijn vader maar enkele weken per jaar thuis was omdat die voer en tevens gezagsvoerder was. Ook het beschreven landschap uit het boek kan heel goed ergens uit Nederland-Indië komen, waar hij lang heeft gewoond. Tot slot het fijt dat hij bij één van z’n banen ‘in de knoop’ komt met de werkgevende instantie heeft hij in z’n boek verwerkt. Wietze senior is het niet eens met een één of andere regeling van de rederij. Het boek bevat dus wel degelijk autobiografische kenmerken.
Bronnen:
http://web.nl.net/hcc/Her.Jansen/
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
R.
R.
Heeeel erg bedankt dat je het verslag op internet gezet hebt!! Ik kon er best veel uit gebruiken :) Groetjes Rosalie
19 jaar geleden
Antwoorden