Het verhaal bevat erg veel terug- en vooruitwijzingen. Terugverwijzingen komen bijvoorbeeld voor als Tom het met Jimmy of Floyd heeft over hoe het vroeger was en hoe graag ze dat terug zouden willen hebben, of als ze het hebben over gebeurtenissen van vroeger, zoals toen ze nog zo beroemd waren dat ze Emmy nominaties kregen.
Als de drie mannen het bijvoorbeeld hebben over het plan dat ze gaan uitvoeren om de gangsters te bestelen, zijn er vooruitwijzingen. Ze hebben het dan over dingen die nog komen gaan, maar de chronologie wordt niet verbroken.
Ik denk dat het verhaal zich afspeelt in dezelfde tijd als waarin de schrijver leeft. Want op bladzijde 83 staat: “’Een mooie kleine rol van Tom Green, die de clichés weet te vermijden en een aangrijpende verassing vormt in een verder vlakke film.’ In 1982 stond deze zin in de New York Times over Greens rol in een movie of the week. De Emmy nominatie die hij daarvoor kreeg was al zo lang geleden.” Hieruit blijkt dat het verhaal zich ver na 1982 afspeelde, dus ongeveer rond 1990. Het boek is uitgegeven in 1997, dus daaruit blijkt dat het boek over ongeveer dezelfde tijd gaat als waarin de schrijver leeft.
De vertelde tijd van het boek is ongeveer een jaar en de verteltijd is 329 bladzijdes. De schrijver gebruikt de eerste 283 bladzijdes om de 4 weken van de diefstal te beschrijven, dan komen er elf maanden die de schrijver verdicht tot één zin en in de laatste 46 bladzijdes worden ongeveer 2 weken beschreven.Dat betekent dat de schrijver erg gedetailleerd elke gebeurtenis verteld en beschrijft.
Personages
De hoofdpersoon in het boek is Tom Green, het verhaal gaat grotendeels over hem en hij is ook degene met wie je terugkijkt naar het verleden. Maar Jimmy Kage en Floyd Benson zijn ook erg belangrijke personages voor het boek.
Tom Green is rond de veertig jaar oud (zijn precieze leeftijd wordt nooit genoemd), hij heeft grote bruine ogen, die er vaak treurig uitzien. Zijn haar is donker en uitgedund, en zijn wenkbrauwen zijn eveneens donker en hij heeft lange, vrouwelijke wimpers. In het boek worden niet letterlijk de karaktereigenschappen van Tom verteld, maar uit zijn acties kan je die wel afleiden. Doordat hij bijvoorbeeld het plan bedenkt om de gangsters op te lichten, komt hij heel sluw en slim over. Ook toont hij bijna nooit emoties, daaruit zou je kunnen afleiden dat hij een erg nuchtere man is. Als hij echter terugdenkt aan zijn ex-vriendin Paula Carter, wordt hij juist erg emotioneel.
Tom speelt de rol van werkeloze acteur, die vroeger erg veel succes had maar dankzij zijn gevangenisstraf wordt hij bijna nergens meer aangenomen. Tom komt oorspronkelijk uit Nederland maar hij kwam naar Hollywood om beroemd acteur te worden. Hij is ook erg goed in het schrijven van filmscripts.
Het lukt Tom en zijn vrienden om de gangsters te bestelen en het geld in handen te krijgen, dus hij bereikt zijn doel. Ook bereikt hij het doel weer een relatie te krijgen met Paula, want dat was een van de dingen die hij het liefste wilde.
Hoewel Tom Green wel de hoofdpersoon van het verhaal is, is hij een type, want er wordt wel veel verteld over zijn verleden, maar over zijn karakter zelf kom je niet veel te weten.
Bovendien verandert hij het hele verhaal door niet en zijn karakter vertoont ook geen ontwikkeling.
Jimmy Kage wordt beschreven als een zestiger die zichzelf goed verzorgt, hij heeft een rossige haardos, groenblauwe ogen en een afgetraind lichaam. In het boek wordt hij omschreven als de ideale geneesheer-directeur voor in een soap.
Over Jimmy kom je weinig te weten en zijn karakter maakt ook geen verandering door, hij is dus ook een type. Het enige wat je weet over zijn karakter is dat hij snel zenuwachtig wordt, dat kan je afleiden uit het feit dat hij heel nerveus wordt als ze de diefstal plegen.
Over Jimmy’s personage wordt ook niet veel gezegd. Hij kent Tom doordat ze samen ooit in een film hebben gespeeld, en ze verblijven nu toevallig in hetzelfde hotel. Hij is ook aan lager wal geraakt, vooral omdat hij altijd dronken was tijdens de opnames. Ook is hij zijn zoon verloren, wat waarschijnlijk de reden is dat hij zoveel drinkt.
Floyd Benson is een man van rond de zeventig jaar oud, hij wordt beschreven als een massieve, gezette man met een volle kop grijs krullend haar en onschuldige, donkerbruine ogen met een kinderlijke glans. In het boek wordt hij omschreven als een wandelende peer.
Ook Floyd Benson is een type, over zijn karakter wordt bijna niks verteld en hij maakt dus ook qua karakter geen verandering door.
Floyd heeft ook de rol van ex-acteur, alleen hij werkt tegenwoordig als elektricien. Hij was vroeger erg bekend en heeft zelfs een Oscar gewonnen, maar heeft toen al zijn geld belegd en is het kwijtgeraakt. Hij heeft een dochter die het veel verder heeft geschopt dan hij, maar daar praat hij niet meer mee. Ook heeft hij leverkanker, wat een van de redenen is om mee te doen met Toms plan.
Aan het begin van het verhaal kende Floyd Tom nog niet, wel kende hij Jimmy van vroeger, onbekend is waarvan.
Alle drie de personages zijn voor mij niet erg herkenbaar, maar dat is niet zo gek, want het zijn alle drie bekende acteurs die vergeten zijn geraakt, en ik denk niet dat ik me erg goed kan identificeren met hen omdat ik het zelf nooit heb meegemaakt en niemand uit mijn omgeving ook niet. Daardoor is het soms ook erg lastig om te begrijpen waarom de hoofdpersonen doen wat ze doen, bijvoorbeeld als ze geld boven vrienden of familie kiezen. Hierdoor is het soms ook moeilijk om je in te leven in de personages.
Opbouw
Het verhaal is opgebouwd in 2 delen, het eerste deel bestaat uit het script van Tom Green, het tweede deel bestaat uit een deel van de autobiografie van Tom en het verhaal van Charles, een vriend van Tom. Het eerste deel bestaat uit eenendertig hoofdstukken, het tweede deel uit twee.
Het verhaal heeft drie verhaallijnen. Het eerste deel bestaat uit één verhaallijn, namelijk het verhaal van Tom. Je kijkt alleen met hem mee en je weet niet meer dan dat hij weet.
Het tweede deel bestaat uit twee verhaallijnen; het tweede deel begint met dat de politie het lijk en de autobiografie van Tom vindt, dit is dus een soort ‘algemene’ verhaallijn, deze verhaallijn doet ook verslag over Toms autobiografie.
In het laatste stukje van het boek speelt Charles Strauss een rol, hij was een vriend van Tom uit het hotel waar hij verbleef. De verhaallijn van hem is maar kort en hangt heel erg samen met dezelfde algemene verhaallijn. Er wordt namelijk beschreven wat de FBI heeft ontdekt en wat men te weten is te komen, en Charles verteld wat hij denkt dat er is gebeurt met Tom, Jimmy en Floyd.
De verhaallijnen lopen gedeeltelijk door elkaar heen, dat is echter pas in het tweede deel. De eerste verhaallijn is dan afgesloten en de algemene verhaallijn en de verhaallijn van Charles Strauss lopen dan volledig door elkaar heen.
Alle verhaallijnen hangen heel erg met elkaar samen en de verhaallijnen uit het tweede gedeelte hebben het doel om het eerste gedeelte te verklaren. Alle verhaallijnen gaan ook over hetzelfde, namelijk het stelen van het geld van de gangsters.
Het verhaal begint in media res, want het verhaal begint meteen midden in de gebeurtenissen, namelijk met de drie mannen die het geld stelen, het verhaal is daardoor meteen al spannend. Het eerste deel eindigt gesloten, alle vragen die tijdens het lezen bij je opkomen worden beantwoord en het eerste deel eindigt zelfs met: “En ze leefden nog lang en gelukkig”.
Het tweede deel begint ab ovo, er wordt eerst inleidend verteld wat er is gebeurt en daarna pas komt er spanning in het verhaal. Het einde van het tweede deel en daarmee het verhaal is echter volledig open en zorgt ervoor dat alles wat je ooit dacht zeker te weten, in twijfel gaat trekken. Hierdoor ga je je heel erg verdiepen in het verhaal en heb je zelfs bijna de behoefte om het hele verhaal opnieuw te gaan lezen, omdat het erg vaag en verwarrend is.
Vertelsituatie
Het verhaal heeft meerdere vertelsituaties die elkaar afwisselen, omdat per verhaallijn een andere vertelsituatie wordt gebruikt.
De verhaallijn van Tom wordt verteld in de auctoriële vertelsituatie. Het verhaal wordt verteld vanuit een alwetende verteller, die de toekomst en het verleden al weet voordat jij het gelezen hebt. Voorbeelden hiervan zijn: “Jimmy Kage was de eerste dag niet voor de camera geweest en liep nerveus rond.” (bladzijde 51) en “Die gedachte was ook bij Green opgekomen, maar het was vrijwel onmogelijk.”(bladzijde 226)
De alwetende verteller richt zich vooral op Tom, over de andere personages doet de verteller nauwelijks verslag. Het effect van deze vertelsituatie is dat het het gevoel geeft alsof je van een afstand de gebeurtenissen bekijkt, waardoor je je het verhaal heel goed kan inbeelden. Je kan je echter niet zo goed inleven met de personages, omdat het verhaal zich vooral richt op de gebeurtenissen die zich afspelen, en minder op de gedachtes en gevoelens van de personages.
Deze vertelsituatie is erg betrouwbaar, omdat de gebeurtenissen worden beschreven zoals ze in werkelijkheid zijn gebeurt.
De vertelsituatie die wordt gebruikt om van de moord en de autobiografie van Tom verslag te doen, is de auctoriale vertelsituatie. Dit is erg betrouwbaar omdat je dankzij deze vertelsituatie alles weet over de gebeurtenissen; je weet alle feiten en er wordt niks achtergehouden. Deze vertelsituatie komt aan het begin van het boek ook heel even voor, als de drie acteurs het geld van de gangsters stelen. De functie van deze vertelsituatie is dat je alle situaties volledig kan overzien en er dus een goed beeld er van krijgt. Nadeel is echter weer dat de vertellers zich vooral richten op de gebeurtenissen, en niet op de gedachtes en gevoelens van de personages.
De verhaallijn van Charles Strauss gebruikt een ik-vertelsituatie, je ziet alles vanuit de ogen van Charles. Dit geeft een onbetrouwbaar beeld van de gebeurtenissen, omdat Charles verteld wat hij denkt dat er gebeurt is met de acteurs, alles wat hij verteld hoeft dus niet waar te zijn. Deze vertelsituatie heeft geen specifieke functie, omdat de verhaallijn van Charles maar heel kort is, dus je kan je ook niet echt inleven met hem.
Thematiek
Ik denk dat het thema van De hemel van Hollywood het verschil tussen werkelijkheid en illusie is. De auteur laat dit namelijk nogal eens terugkomen in zijn verhaal, letterlijk en figuurlijk. Letterlijk zie je het bijvoorbeeld terug doordat de personages in het boek het er vaak over hebben, bijvoorbeeld: “’Het liep verkeerd af met haar.’ ‘Bijna altijd. Geldt voor het leven in het algemeen,’ zei Robert Kant. ‘Nu ik erover nadenk ken ik geen leven dat goed afloopt. Eindigt altijd slecht. Daarom willen we hier in Hollywood altijd een happy end hebben. De grootste illusie die er te bedenken valt.’” (bladzijde 37). En in het motto van het boek staat ook: “Op een bepaald moment werd besloten dat de werkelijkheid niet de enige optie was; dat het mogelijk was, toegestaan, zelfs wenselijk om die te verbeteren; je kon het vervangen voor een aangenamer product.”
Ook figuurlijk komt dit thema terug, want als je het eerste deel van het boek hebt gelezen, en je komt erachter dat er in werkelijkheid iets heel anders is gebeurt dan eerder verteld, dan moet je ook gaan zoeken naar het verschil tussen de waarheid en de illusie.
De motieven die de schrijver heeft gebruikt om het thema te ondersteunen zijn de filmwereld, films zijn volgens het boek de grootste illusies die maar mogelijk zijn, en een identiteitscrisis, in feite is het zoeken naar je eigen ‘werkelijkheid’.
Ik denk dat het thema voor de schrijver ook de reden is geweest voor de keuze van de titel, want niet alleen heet het filmscript dat Tom heeft geschreven De hemel van Hollywood, maar Hollywood is voor de personages uit het boek eigenlijk ook een grote illusie; vroeger waren ze in die stad beroemde acteurs, maar jaren later is dat alleen nog maar de illusie die ze zich voor ogen houden. Hollywood lijkt dus voor hen de hemel, maar in werkelijkheid is die tijd allang voorbij.
Ik denk dat het thema voor de schrijver ook de reden is geweest voor de keuze van de titel, want niet alleen heet het filmscript dat Tom heeft geschreven De hemel van Hollywood, maar Hollywood is voor de personages uit het boek eigenlijk ook een grote illusie; vroeger waren ze in die stad beroemde acteurs, maar jaren later is dat alleen nog maar de illusie die ze zich voor ogen houden. Hollywood lijkt dus voor hen de hemel, maar in werkelijkheid is die tijd allang voorbij.
Ruimte
Het verhaal speelt zich grotendeels af in Hollywood, en dan voornamelijk in de verloederde wijken, zoals ze in het boek genoemd worden. De ruimte van het filmscript is deels geconcretiseerd, deels niet. Dat komt omdat de plekken die in het filmscript beschreven staan, wel echt bestaan maar in werkelijkheid een andere naam hebben. De belangrijkste plaatsen in het verhaal zijn het St. Martins hotel, waar Jimmy en Tom verblijven, het huis van Floyd in Santa Monica en het huis van de gangsters.
Deze ruimtes worden door de auteur heel weinig tot niet beschreven, ik denk daarom ook niet dat ze erg veel betekenis hebben. Wel roepen ze een bepaalde sfeer op die weer te maken heeft met de personages. Het St. Martins hotel bijvoorbeeld, word beschreven als een grauw gebouw dat ‘stervend is van schoonheid onder de bittere zon’. Dat roept een onprettige sfeer op, en dat staat weer in relatie met de personages, want die hebben zo weinig geld dat ze zich niks anders kunnen veroorloven dan het vervallen gebouw.
Taalgebruik
De schrijfstijl van Leon de Winter is erg vlot, hij gebruikt niet veel moeilijke woorden of lange, ingewikkelde zinnen, waardoor je het boek erg snel en gemakkelijk leest. De Winter gebruikt ook erg vaak verschillende vormen van beeldspraak, wat ik echt een goede toevoeging aan het boek vindt, het maakt het verhaal een stuk interessanter en leuker om te lezen. Wat ook erg opvallend aan het taalgebruik is dat er erg veel Engelse woorden uit de filmwereld worden gebruikt, dat geeft het verhaal een leuke afwisseling op andere boeken.
Evaluatie
Toen ik het boek net uit had gelezen, was ik helemaal verward en ik snapte er enige tijd niks van; in bijna het gehele boek wordt gesproken over een diefstal, maar op de laatste paar bladzijdes kom je erachter dat alles waarschijnlijk niet in werkelijkheid is gebeurd, het hele verhaal was dus één grote illusie.
Toen ik er langer over na dacht besefte ik dat het eigenlijk heel geniaal was wat de schrijver had bedacht. Hij laat namelijk zijn personages heel vaak praten over dat alles in Hollywood een groot bedrog is, dat alles veel mooier wordt gemaakt dan dat het eigenlijk is. Dan verwacht je helemaal niet dat de schrijver zelf ook illusies toepast in zijn boek, hij laat zelfs een groot deel van zijn boek overkomen als één groot bedrog. Want de hoofdpersonen lijken wel een legendarische geldroof te hebben gepleegd, maar in werkelijkheid is er waarschijnlijk helemaal niks gebeurt en zijn alle personages of dood, of verdwenen. De werkelijkheid is dus heel wat minder legendarisch.
Door die onverwachte plot heb je in het laatste gedeelte van het boek een erg grote drang om door te lezen en kan je het boek ook bijna niet wegleggen. De manier waarop De Winter zijn boek eindigt, waardoor je volledig verward en de weg kwijt bent, vind ik erg goed, je blijft nog lang met het verhaal in je hoofd zitten en je komt er maar niet uit wat er in werkelijkheid in het boek is gebeurd.
Ik ben erg tevreden over het uitvoeren van de verdiepingsopdracht, door de opdrachten te maken ga je nog een keer nadenken over het boek en je gaat eigenlijk alles in het boek nog een keertje langs, zo vind je dingen die je eerder nog niet opgevallen zijn. Ik snapte door de opdrachten te maken ook ineens waarom de schrijver heeft gekozen voor de personages, de tijd, de ruimte, de vertelsituaties enzovoort, alles leek ineens met elkaar te kloppen en het verheldert het verwarrende einde van het boek gedeeltelijk.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden