Helaasheid der Dingen
Hoofdgenre: Epiek, want er wordt een verhaal verteld, terwijl er tijd verstrijkt.
Er zit geen eenvoudig prozagenre aan ten grondslag, want het boek valt niet onder de ‘eenvoudige vormen’.
Het boek is een combinatie van fictie en literaire non-fictie want het is gebaseerd op dingen die echt gebeurd zijn in het leven van de schrijver (autobiografisch), maar de schrijver heeft er ook een aantal dingen aan toegevoegd.
Het verhaal begint ab ovo, dit wil zeggen vanaf het begin op een normale chronologische manier
Fabel (logisch chronologische volgorde van het verhaal)
Sujet (manier waarop de fabel in de tekst is weergegeven)
Fabel en sujet zijn aan elkaar gelijk in dit boek. Het verhaal wordt chronologisch vertelt en er zitten geen flashbacks in. Wel wordt er soms vertelt over een eerdere gebeurtenis, maar dit is vaak kort en daarom zie ik dit niet als een flashback
Een veel gebruikte manipulatietechniek in dit boek is het op een andere verhaallijn overschakelen, dit wordt constant gedaan. Er zijn geen 2 hoofdstukken achter elkaar die tot dezelfde verhaallijn behoren, er wordt werkelijk constant heen en weer gesprongen.
De titels van elk hoofdstuk hebben iets te maken met het beknopte verhaaltje dat er gaat worden vertelt. Bijvoorbeeld hoofdstuk 1; een schoon kind. Dit gaat natuurlijk over Sylvie. En bijvoorbeeld ‘de ronde van Frankrijk’. Dit verwijst natuurlijk naar de zuipcompetitie van Potrel.
De omslag is zo simpel, dit is omdat dit net zo simpel is als de manier van leven van de Verhulsten.
Hoofdgedachte=
Motto 1) Dit is van toepassing op het gehele leven dat de Verhulsten leiden in Reetveerdegem. Het is verwonderlijk dat je het leven met niks kunt vullen, met alleen het zinloze als einddoel.
Motto 2) De schrijver heeft dit motto gekozen om zijn relatie met zijn moeder aan te geven. Zo voelt de schrijver zich waarschijnlijk ook over zijn moeder, ook al schrijft hij niet zo heel veel over zijn moeder in dit boek, alleen in het hoofdstuk over de “plaspas”.
De titel: ‘De helaasheid der dingen’ slaat niet precies terug op een concreet beschreven ‘iets’ uit het boek, maar het dekt de lading triestheid waarmee het verhaal geschreven is. De helaasheid der dingen kan worden opgevat als datgene waarvan de hoofdpersoon graag had gewild dat het anders en beter was geweest.
Op basis van onderwerp kun je het verhaal indelen in een genre = volgens de bibliotheek een psychologische vertelling.
Op basis van de handeling kun je het onderwerp van het verhaal vaststellen= alcoholisme, familie, jeugdherinneringen, Vlaanderen
Opdracht= het is geschreven voor Windop en en ter nagedachtenis voor zijn grootmoeder.
Thema = familierelaties/ vader-zoon relaties. Eerst vooral relaties met zijn nonkels, later ook relaties met zijn zoontje.
Motieven: alcoholgebruik, seksualiteit, dorpsleven, standsverschil, puberteit
Het boek heeft maar één verhaallijn en dat is de verloop van Dimitri’s leven. Het is niet dat je ineens bijvoorbeeld een verhaallijn krijgt over hoe de moeder van Pierre is opgevoed.
Een van de belangrijkste gebeurtenissen is dat de vader van Dimitri naar de kliniek gaat. Dit geeft een totale andere kijk voor Pierre op de wereld. Hij voelt zich fitter, en uiteindelijk gelooft Dimitri hem daar ook in. Maar later zuipt hij zich weer te pletter en overlijdt. Dit is ook een grote gebeurtenis.
De verhalen zijn bijna nooit opgebouwd met een climax. Het is niet dat het in een keer ineens heel spannend wordt in het boek. Er is dus ook niet echt spanning in het boek.
De verhalen hebben bijna allemaal een open einde. Bijvoorbeeld wij weten nu niet hoe het met Sylvie is afgelopen, of hoe het is afgelopen met Potrel en de andere Nonkels.
De motto’s hebben ook allemaal iets te maken met het thema familierelaties. De titel heeft te maken met het motief standsverschil. Omdat ze best arm zijn en redelijk eenvoudig leven. Dit geeft de titel weer.
Er is niet echt sprake van een stof, wel is het boek verschillende keren met een andere druk uitgegeven.
Dit boek bevat een toespeling dit is Roy Orbison
De hoofdpersoon is Dimitri Verhulst (de schrijver) zelf. Hij is een anti-held want hij wordt bepaald door zijn omgeving. Hij zelf bepaald geen gebeurtenissen. Hij heeft een rond karakter. We lijken hem als het ware te kennen.
Dimitri maakt een grote verandering door. Vroeger leefde hij in een omgeving die niet goed is voor kinderen. Hij zat constant in de rook van sigaretten, drank om hem heen en overal vuiligheid. Daarna is hij naar tehuis en later naar een pleeggezin gegaan. Hierdoor vindt hij dat hij ‘anders’ is geworden als zijn nonkels. Hij vindt bijvoorbeeld hun vieze taal niet meer normaal. Hierdoor is hij ook verandert.
De nonkels zijn een type, ze zijn écht een goed voorbeeld van dronkenaards. Ze zijn een beetje stereotype daarvoor en daarom zijn ze ook een type. We weten maar weinig van de nonkels behalve dat ze een lui, vies, dronken en seksleven leiden.
Ik denk dat het een ontwikkelingsroman is. Omdat Dimitri wel een grote ontwikkeling doormaakt.
De ruimte (de omgeving) versterkt het slechte leven. ‘Reetveerdegem is het dorpje voor mislukkelingen’.
Er kan ook sprake zijn van belangenruimte. Want het is wel typisch dat de alcoholverslaafde juist in een vies huis wonen. Dit zijn vaak dingen die samen gaan.
Verteltijd > vertelde tijd = vertraging
Vertel tijd < vertelde tijd = versnelling
vertelde tijd (zo’n 20 jaar)
Versnelde passages: als
Vertraagde passages: als het bezoek bij Dimitri’s grootmoeder als ze dement is, hoe Dimitri vroeger ging zwemmen met jongens én meisjes.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden