Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De hel door Boudewijn Büch

Beoordeling 7
Foto van een scholier
Boekcover De hel
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 3662 woorden
  • 11 januari 2004
  • 82 keer beoordeeld
Cijfer 7
82 keer beoordeeld

Boekcover De hel
Shadow
De hel door Boudewijn Büch
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Beschrijving
Motivatie van mijn boekkeuze
Boudewijn Büch is een schrijver waar ik al veel over gehoord had, waardoor ik nieuwsgierig geworden was. Het boek ‘de hel’ heb ik uitgekozen omdat het onderwerp discriminatie mij erg aansprak. Ook vind ik het taalgebruik goed. Het leest makkelijk. Korte samenvatting De echte samenvatting volgt nog maar hier een korte samenvatting: Het boek is verdeeld in delen, en daarin weer in hoofdstukken. Deel 1 gaat over Winkler Brockhaus’ middelbare schooltijd. Deel twee gaat over wat er van Winkler geworden is. Wat er van hem terecht is gekomen. En deel drie is eigenlijk een soort van nabeschouwing. Eerste persoonlijke reactie Het is een geloofwaardig en mooi verhaal. Juist doordat het verhaal geloofwaardig is is het een mooi en goed verhaal. Bij mij is het niet herkenbaar om gediscrimineerd te worden. Wat bij mij wel herkenbaar is, is het leven op de middelbare school. Een minpuntje van het boek vind ik dat het nogal eenvoudig en kort is. Maar verder vind ik het een leuk boek.
Titel en ondertitel De titel van het boek is de hel. De titel 'De hel' betreft voornamelijk de school. Winkler vindt samen met veel andere scholieren de school een hel. Het is er soms zelfs onleefbaar en ontzettend kwaadaardig. Dat blijkt ook uit de volgende citaten; ‘Je gaat naar de hel,’ zei Laroux Brockhaus tegen broer Winkler die naast hem in de tuin een glas limonade zat te drinken. (...) ‘Misschien valt het in de echte hel wel reuze mee,’ treiterde Laroux verder. (...) Ik ga naar de Hel denkt Winkler. Ik vind de keuze van de titel een hele persoonlijke. Omdat deze weergeeft hoe de schrijver deze gebeurtenissen beleefde. Want het boek is behoorlijk autobiografisch. Voorwerk Zakelijke gegevens: Auteur: Boudewijn Büch
Titel: De hel
Subtitel: roman
Uitgever/plaats: Atlas, 1994
Eerste druk: Hema, Amsterdam 1990
Aantal bladzijden: 121
Genre: roman
Opgedragen aan: Lex en Peter Samenvatting
Eerste deel
Hoofdstuk 1
Winkler Brockhaus zit met zijn moeder en broer in de tuin. Zijn broer Laroux zit hem te treiteren door vervelende verhalen te vertellen over het gymnasium waar hij morgen voor het eerst naartoe gaat. Zijn moeder zegt dat hij zich niet zo op stang moet laten jagen. Hoofdstuk 2
Laroux is twee jaar geleden naar het gymnasium gegaan en komt sindsdien met de meest verschrikkelijke verhalen en onwaarschijnlijke verhalen thuis. Tijdens het eten gaan die verhalen vooral over de rector en de gymleraar. Zijn moeder zegt dat hij een levendige fantasie heeft. Hoofdstuk 3

Winkler neemt op verscheidene manieren afscheid van de lagere school. Hij was al een keer in het schoolgebouw geweest van het gymnasium waarvan hij vindt dat het er stinkt. Terwijl zijn moeder vertelt over wat hij later allemaal kan gaan worden denkt Winkler ik ga naar de hel. Hoofdstuk 4
Terwijl Winkler voor het eerst het schoolplein opfietst ziet hij dat de anderen met hun fiets het schoolplein oplopen. Wat een onzin denkt hij bij zichzelf. Dan komt de conrector eraan die hem erop aanspreekt. Winkler verdedigt zich door te zeggen dat hij het niet kon weten. De conrector denkt hier anders over want hij had in een agenda van zijn broer kunnen kijken voor de regels. Nu moet Winkler zich in de pauze bij de rector melden. Hoofdstuk 5
In de schoolkantine werd het reglement door de conrector voorgelezen. Een roodharige jongen die Alexis heet zegt iets tijdens het voorlezen van de conrector. Hij moet nu ook naar de rector en Winkler heeft het gevoel alsof hij een nieuw vriendje gemaakt heeft. Hoofdstuk 6
De rector houdt even later ook een toespraak in de schoolkantine. Hij heeft het over een vervelende jongens die er nu al naar solliciteren om vak school gestuurd te worden. Als voorbeeld wijst hij Winkler aan. Verder heeft de rector het nog over de schoolvakken en de regels. Hoofdstuk 7
De conrector fluistert iets in de oor van de rector. Nadat alleen de eerste klas nog in de schoolkantine zit, zegt de rector tegen Winkler en Alexis; “Er zijn klachten over jou en over bietkopje geweest, dus volgen jullie mij maar.” In het kamertje krijgen ze straf; het hele geschiedenisboek overschrijven. Dan schreeuwt hij dat ze op kunnen donderen. Hoofdstuk 8
Van de conrector moeten ze ook nog eens de eerste honderd bladzijdes van hun aardrijkskundeboek overschrijven. Alexis en Winkler zijn er al snel achter dat ze de komende tijd niet veel meer zullen spelen. Dan krijgen ze Frans waar ze beginnen hun eerste werkwoord Frans in hun hoofd te stampen. Hoofdstuk 9
Thuis een paar dagen later praten Winkler en Laroux met elkaar over school en dus over de leraren. Hun moeder zegt dat ze zich niet zo moeten aanstellen. Samen proberen ze haar over te halen hen van school af te laten gaan. Tevergeefs weigert hun moeder. Ik loop weg van school nam Winkler zich voor. Hoofdstuk 10
Winkler bracht zijn fiets naar de goedkoopste fietsenmaker van het dorp. Hij wil dat de fietsenmaker zijn fiets helemaal nakijkt ook al mankeert er eigenlijk niets aan zijn fiets. Toen hij weer thuis in zijn kamer huiswerk aan het maken was hoorde hij de stem van de fietsenmaker die met zijn moeder aan het praten is. Als de fietsenmaker weg is hoort hij zijn moeder zijn naam roepen. Hoofdstuk 11
Eerst liegt Winkler over het bezoek aan de fietsenmaker maar dan vertelt hij dat hij wilde gaan werken in Frankrijk omdat hij niet meer naar school wil. Zijn moeder is woest en zegt dat ze met de rector gaat praten. Onder de Duitse les wordt Winkler weggehaald omdat hij naar de rector moet komen. “Weglopertje” zegt de rector als Winkler binnen komt lopen. Nu weet Winkler dat zijn moeder met de rector gepraat heeft. Hoofdstuk 12
Samen met zijn moeder had de rector bepaald dat Winkler met Laroux naar school en naar huis moet fietsen. Terug bij de Duitse les vraagt Winkler waarom de Duitsers naamvallen hebben, Dan zegt de leraar iets over de oorlog en Winkler vertelt dat zijn vader uit Polen komt. De leraar zegt dat zijn vader een Jodenman is en dat sommige Joden het er zelf naar gemaakt hebben om vergast te worden. Winkler is verbijsterd en durft niets meer te zeggen. Hoofdstuk 13

Toen Winkler thuiskwam moest hij erg aan zijn vader denken die hij nooit zag. Zijn ouders zijn gescheiden en zijn vader had de rechtszaak over het voogdijschap verloren. Winkler besluit een brief aan zijn vader te schrijven. Via de kruidenier komt hij achter het adres van zijn vader. In de brief schrijft hij over en wat zijn Duitse leraar gezegd heeft. Hij eindigt zijn brief met de vraag of zijn vader met de rector wil gaan praten. Hoofdstuk 14
Winkler heeft wiskunde en verveelt zich. Als hij op een vraag geen antwoord weet maakt de leraar een opmerking; “Er zijn dus nog dommere Joodjes.” Terwijl de leraar begint te vertellen wat hij van de hedendaagse muziek vindt, ziet Winkler zijn vader over het schoolplein lopen. Hoofdstuk 15
Winkler had zijn vader meteen herkend. De wiskundeleraar stuurt hem eruit als Winkler de leraar uitscheldt. Het eerst wat Winkler deed toen hij het kamertje van de rector binnenkwam is zijn vader omhelzen. Hij vertelt zijn vader alles, die woedend wordt op de rector omdat zijn zoon gediscrimineerd wordt. Hij schreeuwt erbij. De rector moet er erg van schrikken maar weet nog niet wat hij eraan gaat doen. Hoofdstuk 16
Thuis versprak Winkler zich over zijn vader. Zijn moeder werd boos en zei dat ze niet voor niets katholiek is geworden. Morgenmiddag wordt er gepraat met die twee leraren erbij verteld Winkler. Terwijl hij een boek las over de oorlog herinnerd hij zich nog een beetje dat zijn achternaam in Brockhaus werd veranderd. Hoofdstuk 17
Meneer Hundertwasser (Duits) en meneer Staal (wiskunde), Winklers ouders, de rector en Winkler zelf zitten in het kamertje van de rector. De leraren bieden hun excuses aan en zeggen dat het komt door de vervelende situaties die ze hebben gehad met Joden. De vader van Winkler eist dat ze ontslagen worden, terwijl zijn moeder de boel probeert te sussen. De volgende dag hangt er een briefje in de hal waarop staat dat beide leraren niet meer terug zullen keren en ze binnenkort nieuwe leraren krijgen. Hoofdstuk 18
Ineens werd Winkler een populaire jongen nu de hele school wist waardoor de leraren weg waren gestuurd. Een paar weken erna krijgt iedereen een film te zien over de Tweede Wereldoorlog, waarin ze ook te zien krijgen hoe de Joden gediscrimineerd en vergast werden. De meeste leerlingen krijgen hierdoor een lichte afkeer tegen de Duitsers. Hoofdstuk 19
Bij de gymles heeft meneer Staal het telkens over het Jappenkamp. Winkler begrijpt het niet zo goed en omdat meneer Staal een hekel aan hem heeft moet hij als enige in de touwen klimmen. Staal is een van de weinige leraren die niet bang is om weggestuurd te worden via Winkler. Hoofdstuk 20
Meneer Staal heeft nog steeds een hekel aan Winkler, hij kan geen goed doen. Volgens Laroux heeft de man een trauma van het Jappenkamp. Tekenles heeft Winkler van meneer Wreedstaart, een oude man die zich erg vreemd gedraagt. Als de rector tijdens een tekenles komt kijken ziet hij zelf hoe de man er aan toe is. Hij wordt ontslagen en naar een ziekenhuis gebracht. Hoofdstuk 21
Winklers’ leraar Latijn die ‘Pompie’ wordt genoemd gedroeg zich altijd alsof ze dertig jaar geleden leefden. Na school ging Winkler wel eens langs bij twee bejaarde dames die hij veel vertelde over school. Toen de dames vertelden over traangasgranaten werd hij op ideeën gebracht. Hoofdstuk 22
De volgende dag op school raden Peter en Alexis hem af om het traangasgranaatje te gebruiken. Toch besluit Winkler het te doen, bij Latijn Tijdens Latijn kregen iedereen traanogen en sommige moesten huilen. En ‘Pompie’ kwam er al snel achter dat Winkler de schuldige was. Pas toen besefte Winkler dat hij wel eens van school gestuurd kan worden. Hoofdstuk 23

En had hij gelijk, hij werd door de rector van school gestuurd, die er overigens totaal geen problemen mee had. Terwijl Winkler naar huis fietst denkt nu zal ik voor altijd dom blijven. Tweede Deel Hoofdstuk 1
Winkler is nu vijfentwintig jaar geleden van het gymnasium getrapt. Via een avondopleiding heeft hij het gymnasium toch gedaan en heeft daarna Nederlands gestudeerd. Hij was een succesvol mens geworden die soms wel eens op tv kwam. Winkler komt zijn oude leraar Nederlands tegen die zegt altijd al iets in hem gezien te hebben. Winkler kat de leraar af. Hoofdstuk 2
Winkler maakte het vaker mee dat anderen zijn succes claimden. Samen met Alexis en Peter loopt hij over een kerkhof waar ze per toeval de naam van hun oude leraar Latijn zien staan. Ze maken er grappen over. Hoofdstuk 3
Er is een reünie op het gymnasium en de vrienden van Winkler halen hem over om mee te gaan. Ze treffen allerlei veranderingen aan, bijvoorbeeld dat het een gemengde school is geworden. Hoofdstuk 4
Winkler loopt op de reünie zijn oude gymleraar tegen het lijf. Hij heeft een lang gesprek met hem, waarin de leraar bekent vroeger verschrikkelijk streng te zijn geweest. Samen zijn ze het erover eens dat het vroeger een hel was op school. Toen Winkler aan zijn vrienden vertelde met de gymleraar gepraat te hebben konden ze dit bijna niet geloven. Staal en hij hebben nog een keer gebeld. Hoofdstuk 5
Tot zijn grote verbazing komt Winkler een dronken man tegen die zijn oude wiskundeleraar blijkt te zijn. Hij was een van de twee leraren die door hem van school zijn gestuurd. De leraar vertelt dat meneer Hundertwasser van Duits een zwerver geworden was en sinds kort overleden is. Winkler voelt zich nu toch wel schuldig. Hoofdstuk 6
Op televisie ziet Winkler dat meneer Jaltaar van Frans voorzitter geworden is van een nieuwe politieke partij. Hoofdstuk 7
Winkler krijgt van iemand te horen dat meneer Wreedstaart van tekenen een paar jaar geleden ontslagen is uit het ziekenhuis en dat hij nu miljonair geworden is. Maar al zijn buren vinden de man nog steeds gek. Ook komt Winkler te weten dat hij in de oorlog zijn vrouw en kinderen in een klap is kwijtgeraakt. Dat verklaart een hoop vindt Winkler.
Derde deel Er wordt nog van vier andere leraren verteld hoe hun verdere levens verlopen zijn. De twee bejaarde dames zijn vlak na elkaar overleden. Zijn moeder zegt; “Hemel en hel zijn in het hart van de mensen.” Genre Dit verhaal is natuurlijk een vorm van proza. Het genre is roman. Het boek heeft namelijk meer dan honderd bladzijdes, namelijk honderdeenentwintig. Ook wordt de hoofdpersoon vrij uitgebreid beschreven, je komt meerder dingen over hem te weten, bijvoorbeeld zijn karakter. De gedachten en gevoelens zijn ook vaak aan bod gekomen, want er werd verteld wat Winkler dacht en voelde. Ook de relaties zijn duidelijk beschreven, bijvoorbeeld zijn relaties met de leraren. Tijd Het eerste deel van het boek speelt zich af in de jaren zestig, het tweede en derde deel in de jaren tachtig. Het scheelt vijfentwintig jaar van begin tot het einde van het boek. De vertelde tijd is dus vijfentwintig jaar. De verteltijd is honderdeenentwintig bladzijdes. Er komen verschillende terugblikken in het verhaal voor, bijvoorbeeld wanneer Winkler zich herinnerd dat zijn achternaam veranderd werd. Er zijn een aantal tijdsprongen, deze vallen extra op tussen deel een en deel twee. Er wordt ook een aantal keer versneld, Winkler zit nu al een aantal weken op school. Er wordt niet vertraagd in het verhaal. Door spanning op te bouwen wordt er gebruik gemaakt van open plekken. Wat zal er met de twee leraren gaan gebeuren? Zal Winkler van school gestuurd gaan worden? Personages · Winkler Brockhaus: (hoofdpersonage), is een jongen uit een Joods gezin dat na de Tweede Wereldoorlog katholiek geworden is. Zelf weet hij er niet veel van totdat hij gediscrimineerd wordt. Zijn ouders zijn gescheiden. Hij is er ontdeugend, heeft een grote mond en is spontaan. Hij wordt later nadat hij van school afgetrapt is toch nog een succesvol persoon. · Laroux Brockhaus: (helper), treiterde Winkler voortdurend toen hij net op de middelbare school zat. Later probeert hij zijn moeder te overtuigen van zijn verhalen samen met zijn moeder. Hij is de broer van Winkler. · ‘Moeder’ Brockhaus: (helper), moeder van Winkler. Over haar karakter kom je niet veel te weten. Ze is gescheiden van Rainier Winkler. · Rainier Brockhaus: (helper), vader van Winkler, gescheiden. Hij wordt erg agressief op het gebied van discriminatie van het ‘Jood’ zijn. · Alexis Verdenis: (helper), is een vriend van Winkler. Kan ook erg vervelend op school zijn. Maar na zijn eerste portie strafwerk heeft hij zijn lesje geleerd. · De rector: (tegenstander), is een beul. Houdt van het hard aanpakken van leerlingen. Hij is de rector van Winkler. · Meneer Hundertwasser: (tegenstander), wordt nadat hij Winkler gediscrimineerd heeft van school gestuurd. Hij was de leraar Duits van Winkler. · Meneer Latjes: (tegenstander), wordt nadat hij Winkler gediscrimineerd heeft van school gestuurd. Hij was de leraar wiskunde van Winkler. · Meneer Staal: (eerst tegenstander, later helper), in het eerste deel van het boek heeft Staal een hekel aan Winkler en andersom. In het tweede bouwen ze toch nog een vriendschap op. Staal was de gymleraar van Winkler. · Twee bejaarde dametjes: (helpers), ging Winkler regelmatig naartoe om zijn verhalen over school kwijt te kunnen. Ook de dametjes vertellen hem verhalen over hun schooltijd. · Meneer Wreedstaart: (afzijdige), is de tekenleraar van Winkler. Is eigenlijk gek, dat komt doordat hij in de oorlog zijn vrouw en kinderen verloren is. Hij heeft dit verlies nooit echt verwerkt. · ‘Pompie’: (afzijdige), zeer ouderwetse leraar Latijn van Winkler. Ruimte Het verhaal speelt zich voornamelijk op school af, het gymnasium. Dat is logisch want daar draait het ook eigenlijk om. Ook speelt een het verhaal zich een groot gedeelte thuis af. Waar Winkler met zijn moeder en broer over van alles praat. Hij woont in een klein dorp. Het dorp is niet beschreven maar er wordt wel verteld dat hij in een dorp woont. De school geeft een donkere, ongezellige sfeer. Er moet geleerd worden op school en niet meer. De ruimte is ook zeker gethematiseerd, er is een duidelijk verschil tussen leraar en leerling. Ook ruimte en personages komt in het verhaal voor. Het kamertje van de rector bijvoorbeeld, niemand behalve de rector zelf voelt zich daar op zijn gemak. Winkler uit zijn gedachten en gevoelens vooral als hij buiten is.
Perspectief Er is een verteller is het verhaal. Deze komt vooral voor als het gaat over tijd. Het verhaal heeft een personale vertelsituatie. Het verhaal beleef je door de ogen van Winkler Brockhaus. Want je krijgt zijn gevoelens en gedachten te weten. De verteller is dus niet objectief en ook niet betrouwbaar. Structuur Het verhaal is verteld in de logisch-chronologische volgorde. De gebeurtenissen komen logisch uit elkaar voort. Er zijn wel bijvoorbeeld tijdsprongen en terugblikken voorgekomen. Het motorische moment is denk ik wanneer de twee leraren weggestuurd worden. Winkler gaat nu meer nadenken over het Jodendom en Christendom. Ook is hij ineens een populaire jongen. Daarom denk ik dat dit moment een motorisch moment is. De afronding van het verhaal is wanneer Winkler van school wordt gestuurd. Dat is een groot probleem voor hem want hij denkt namelijk altijd dom te blijven. Dit probleem wordt opgelost doordat hij een avondopleiding volgt en hierna Nederlands gaat studeren en hij dus toch nog succesvol wordt. Er is een ontknoping in het verhaal, als het tweede deel begint en Winkler een succesvol man geworden is. Het verhaal heeft een hechte structuur, want alle gebeurtenissen hangen samen met de problemen van de hoofdpersoon. Ook vind ik dat het verhaal aaneengesloten verteld is. Het verband tussen de gebeurtenissen is zeer duidelijk aangegeven. Er is maar een verhaallijn. De geleding van het verhaal is als volgt, het verhaal is in drie delen verdeeld. Het eerste deel is de middelbare schooltijd van Winkler. Deel twee en drie speelt vijfentwintig jaar later af als hij een succesvol man geworden is. Deze drie delen zijn weer onderverdeeld in hoofdstukken. Thema en motieven Het thema van het verhaal is discriminatie, racisme. Winkler wordt gediscrimineerd door twee leraren omdat hij van Joodse afkomst is. Deze twee leraren worden later van school gestuurd. Enkele motieven zijn; discriminatie; zie thema, racisme; zie thema, haat; de haat tussen de leraren en Winkler, agressie; de vader van Winkler werd erg agressief toen hij hoorde dat Winkler werd gediscrimineerd, vriendschap; er wordt een mooie vriendschap opgebouwd tussen Winkler en Alexis. Ook is de hel zelf een motief, de hel, de school daar draait het verhaal zich voor een groot gedeelte om. Taalgebruik Het taalgebruik van de schrijver is gemakkelijk, het verhaal is makkelijk om te lezen doordat er makkelijke woorden gebruikt worden. Ook komen er makkelijke uitdrukkingen in voor. Er wordt niet veel gebruik gemaakt van beeldspraak. Een voorbeeld is; “Er zijn klachten over jou en over bietkopje geweest, dus volgen jullie mij maar.” Er komt maar weinig humor voor in het boek. Een stukje dat ik humor vind is wanneer Winkler zijn wiskundeleraar, meneer Latjes uitscheldt voor ‘plakkop’. Ook komen er in het verhaal verschillende stijlfiguren voor; Dan krijgen ze Frans waar ze beginnen hun eerste werkwoord Frans in hun hoofd te stampen. Deze stampen ze niet letterlijk in hun hoofd. Dit is een hyperbool. Twee recensie en eigen mening Ik heb de twee recensie toegevoegd als bijlage. Een recensie komt van ‘Vrij Nederland’ en de ander van ‘PZC : provinciale Zeeuwse courant’. Ik ben aan deze recensie gekomen door gebruik te maken van literom. Ik ben het vooral met de recensie van PZC eens, dat de literatuur voor alle leeftijden geschikt is. Ook ben ik ermee eens dat de Tweede Wereldoorlog altijd wel zal doorleven, discriminatie komt tenslotte nog steeds voor. Ik ben het met ‘Vrij Nederland’ eens dat er een levensles aan het verhaal verbonden is. Maar hij vind dit jammer op het een ‘opvoedend’ advies is en het dus minder geschikt is voor een volwassen literaire roman. Hier ben ik het niet mee eens, want het is juist fijn dat het voor alle leeftijden geschikt/interessant is. Al kan ik me wel inleven dat de ‘ervaren’ lezers dit misschien te kort of te makkelijk vinden.
Auteur De informatie heb ik gevonden bij www.boudewijnbuch.nl
Boudewijn Büch is geboren in Wassenaar en heeft tussen zijn tiende en twaalfde in een psychiatrische instelling gezeten omdat het niet goed met hem ging. De reden hiervan is waarschijnlijk de scheiding van zijn ouders geweest. Hierover heeft hij ook een boek geschreven het Dolhuis. Hij heeft ook jaren bij een psychiater doorgebracht omdat het met zijn gezondheid (geestelijk en lichamelijk) niet goed ging. Op zijn veertiende ging Boudewijn Büch naar een middelbare school in Leiden die geleid werd door paters, hier heeft hij ook een boek over geschreven namelijk de Hel. Na de middelbare school ging hij studeren aan de universiteit van Leiden. Maar daar kreeg hij al snel genoeg van, hij werd actief in homobewegingen. In 1976 verloor Boudewijn zijn zesjarig zoontje door een hersentumor. Hier heeft hij verschillende boeken over geschreven. Hierna gaat het steeds beter met zijn carrière. Helaas is Boudewijn Büch pasgeleden overleden. Boudewijn schreef vaak boeken over wat hij zelf heeft meegemaakt zoals je nu hebt kunnen lezen. Eigen mening Het is een geloofwaardig en mooi verhaal. Juist doordat het verhaal geloofwaardig is is het een mooi en goed verhaal. Bij mij is het niet herkenbaar om gediscrimineerd te worden. Wat bij mij wel herkenbaar is, is het leven op de middelbare school. Een minpuntje van het boek vind ik dat het nogal eenvoudig en kort is. Maar verder vind ik het een leuk boek. Verder vind ik ook dat er een levensles aan vast zit. Je ziet hoe mensen plotseling kunnen veranderen. Ook vind het het erg leuk dat Winkler zijn leraren in deel twee en drie weer tegenkomt zodat hij kan laten zien wat er van hem geworden is. Ook voor mezelf is het interessant over hoe het met de leraren afgelopen is. Ik vind het jammer dat ik nu geen boeken van Boudewijn Büch kan lezen maar ik ben wel tevreden dat ik dit boek gelezen heb.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De hel door Boudewijn Büch"