De hel door Boudewijn Büch

-Deel 1. Winkler Brockhaus gaat, net als zijn broer Laroux, het gymnasium volgen. Laroux beschrijft het gymnasium als ‘de hel’. Zijn moeder vindt dat ze het niet moeten overdrijven. In haar tijd was het een droom om naar het gymnasium te gaan. Op de allereerste schooldag gaat het al mis; Winkler fietst, tegen het reglement in, op het schoolplein. Daarop moet hij zich melden bij de conrector. Als later de conrector het reglement voor komt lezen in de kantine, eist hij absolute stilte van iedereen. Winkler fluistert dan iets tegen zijn buurman, Alexis, en wordt door de conrector aan zijn oren getrokken. Van de rector moeten ze voor strafwerk het hele geschiedenisboek overschrijven. De conrector vindt deze straf echter te mild en geeft nog 100 pagina’s van het aardrijkskundeboek mee. Ook de leraren hanteren strenge regels en zijn niet kinderachtig wat strafwerk betreft. De leraar Frans laat zijn leerlingen eindeloos lang onregelmatige werkwoorden opdreunen. Winkler besluit met school te stoppen. Hij wil fietsend naar Frankrijk en brengt zijn fiets ter reparatie naar meneer Wielenga. De fietsenmaker vertrouwd het zaakje niet en informeert bij Winkler zijn moeder. Zij wordt heel boos op Winkler. Ze vindt dat hij voor kinderarbeid maar naar Afrika moet gaan. Hierna informeert moeder de rector. Op school krijgt Winkler ruzie met zijn leraar Duits. Winkler is van mening dat de Duitse naamvallen maar onzin zijn. Hier op reageert de leraar dat zijn naam toch wel behoorlijk Duits aandoet en daarom wel respect voor die taal zou moeten hebben. Als Winkler hem dan uitlegt dat zijn familie uit Polen afkomstig is, reageert de leraar dat het dat wel een jodenfamilie betreft. Ook vindt hij dat de joden zelf hand hebben gehad in alle oorlogsgebeurtenissen. Winkler is stomverbaasd en besluit, zonder dat zijn moeder het weet, zijn vader in te lichten. Als Winkler wiskunde heeft ziet hij zijn vader over het schoolplein lopen en dat geeft hem weer moed. Hij krijgt een standje van leraar Latjes en moet zich melden bij de rector. Daar treft hij vervolgens zijn vader aan. Na een indringend gesprek worden de twee leraren, Duits en wiskunde, geschorst wegens het uiten van antisemitisme. Kort daarop worden zij ontslagen. Winkler is nu de held van de school. Na de geschiedenisfilm over de jodenvervolging wordt hij zelfs gezien als een van de overlevenden. Toch blijven er nog leraren die hun traumatische oorlogservaringen niet van zich af kunnen zetten en de leerlingen blijven treiteren. Gymleraar Staal heeft in een Jappenkamp gezeten en laat zijn leerlingen in de touwen klimmen, terwijl hij hen met een stok probeert te raken. Tekenleraar Wreedstaart heeft een onbekend trauma en gedraagt zich bijzonder vreemd. De enige leraar die wel respect verdient van zijn leraren, is meneer Pompeius van der Camp, Pompie genaamd. Bij wijze van grap plaatst Winkler een traangasgranaat onder zijn stoel. De klasgenoten keren zich dan tegen Winkler. Na de les maakt de rector hem duidelijk dat hij niet meer naar school mag komen. Hij uit zich met antisemitische uitspraken zoals: “ Jullie ras verloochent zich nooit. -Deel 2. Winkler besluit te gaan werken en solliciteert bij een energiebedrijf. Hij wordt direct aangenomen als meteropnemer. Na een half jaar besluit hij in de avondopleiding zijn gymnasium af te maken. Na de avondopleiding volgt hij de studie Nederlands en studeert nog eerder af dan zijn vroegere klasgenootjes.
-Deel 3. Tijdens een schoolreünie verneemt Winkler wat er van de leeraren is geworden. Allemaal zijn zij het verkeerde pad op gegaan. De twee ontslagen leraren zijn ook nooit meer aan werk gekomen, omdat de mensen geen racist in dienst wilden hebben. De vragen die bij het boek horen 1) De titel van het boek is: De Hel. 2) De schrijver is: Boudewijn Büch. 3) Staan er illustraties in het boek ? nee. 4) De naam van de uitgever, de plaats van uitgave en het jaar van uitgave zijn ? Atlas, Amsterdam/Antwerpen, 1993. 5) De hoofdpersoon is / de hoofdpersonen zijn: Winkler Brockhaus. 6) Het verhaal speelt zich af in (eeuw, jaar, jaargetijde) : De jaren 60. De vertelde tijd is ongeveer 25 jaar. 7) De gebeurtenissen spelen plaats in (werelddeel, land, streek, gebied) : Op een gymnasium waarvan de plaats onbekend is. 8) Het spannendste moment of stuk was, toen : Winkler zijn vader een brief had gestuurd en hij bij de rector komt. Ook het stuk van de reünie is wel leuk. 9) Het verhaal loopt goed af / loopt slecht af, want : Winkler krijgt een goede baan en de antisemitische leraren zijn nooit meer aan werk gekomen. 10) Mijn eigen mening en waarom : Ik vond het een heel goed boek. Het 1ste deel kon ik me goed in verplaatsen. Ook was het boek niet moeilijk geschreven, want er werden korte bondige zinnen in dit boek gebruikt. Dat maakt het lezen nog fijner. Het was wel jammer dat het 2e en 3e deel zo kort waren, maar als ze langer waren geweest, had ik ze waarschijnlijk weer saai gevonden. 11) De titelverklaring: Nou dat is heel makkelijk, want zijn broer Laroux noemt de school de hel.