De gouden dolk A
Schrijver: Thea Beckman
Uitgeverij: Lemniscaat
ISBN: 90-5637-847-3
Jiri Rambor is een gewone smidszoon, totdat op een dag de oude vrouw Cantal hem voorspelt dat hij ooit de bezitter zal zijn van de Gouden Dolk, een mythologisch wapen dat in bezit is van Nour-ed-Din, de atabeq (heerser) van Aleppo.
Inhoud
Jiri Rambor is de zoon van de smid George Rambor. Als de tweede kruistocht wordt aangekondigd, wil Jiri hier aan meedoen omdat vrouw Cantal hem heeft voorspeld dat hij de Gouden Dolk zal hebben, die in bezit is van Nour-ed-Din. Hij wordt uitgekozen om mee te doen en ze gaan op weg.
Na een lange en vermoeiende reis komen ze bij Constantinopel. Daarna gaan ze over zee verder naar Damascus. Hier wordt Jiri gevangen genomen door Saracenen samen met zijn neef Arnold. Ze worden naar Noud-ed-Din gebracht. Hierna zijn ze hun leven niet meer zeker……
Duidelijk
Het boek is heel duidelijk, maar op sommige momenten ook zeer complex. Dit komt doordat de hoofdpersoon van het ene in het andere avontuur valt en daardoor is de snelheid in het boek best wel hoog. Citaat: “Ze storten de manden, die al half met takken en sprokkelhout zijn gevuld, weer leeg en vullen ze met vruchten. De bijl ligt een eindje verderop vergeten op de grond. Ze hebben het zo druk dat de niets opmerken. Eensklaps springt iemand Jiri op de rug en klemt zijn armen vast. Even is hij verlamd van verrassing, dan begint hij zich uit alle macht te verzetten.”
De schrijfstijl van het boek past heel goed bij het verhaal. Als er bijvoorbeeld een spannend stuk is, wordt er veel vertraagd, en als er een tijd niets gebeurt, dan wordt het tempo weer opgevoerd. Citaat: “ ‘Je bent een christenhond,’ bijt een van de hovelingen hem toe. De tolk vertaalt het onbewogen. ‘Ik ben een christenméns,’ verbetert Jiri roekeloos. En nu krijg ik die Gouden Dolk in mijn hart in plaats van in mijn handen, denkt hij. Vaarwel.
Zachtgekookt eitje
De hoofdpersoon in het boek is op sommige momenten heel erg hard en heel direct, maar op een paar momenten kom je erachter wat zijn echte persoonlijkheid is en dat hij ook “gevoelens” heeft. Citaat: “Hij is er. Hij zit bij de Tempel van de Rots op een stenen trap, maar boven het gewone straatlawaai uit hoort hij zijn naam roepen en hij herkent de stem. Wild vliegt hij overeind en dan vallen ze elkaar juichend in de armen. ‘Jiri, o Jiri, ik dacht dat je dood was! Je kwam niet terug van Damascus.’
Het boek liet me ook heel erg meeleven met de hoofdpersonen. Doordat hun gevoelens zo goed worden beschreven lijkt het net alsof je er zelf bij bent. Citaat: “Oda buigt het hoofd. ‘Je zult op me wachten, Oda?’ Het klinkt schril, vertwijfeld. Ze knikt stil, zonder het hoofd op te heffen.”
Dit is een boek dat ik zeker aan iedereen zou aanraden die van historische en gevoelige boeken houdt.
Deze recensie bevat 496 woorden (exclusief deze regel).
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden