Schrijver: Thea Beckman
Jaar van uitgifte: 1998
Druk: Twaalfde druk
Samenvatting:
Jiri, een jongen uit een boerendorp, moet op een dag medicijnen gaan halen voor zijn oude zieke opa bij vrouwe Cantal. Hiervoor moet hij door de woeste gronden, een verraderlijk stuk land waarvan de dorpelingen vertellen dat er kobolden wonen. Hier vindt hij een ruiter, die van zijn paard gevallen is. Hij helpt de ruiter en brengt hem naar vrouwe Cantal. Cantal voorspelt hem dat hij rijk zal worden. Ze ziet hem met een gouden dolk in zijn handen staan en ze noemt de naam Nour-ed-Din. Kort hierna is er een toespraak door een heilige in de stad. Deze roept de mensen op om mee te gaan op kruistocht. Jiri komt erachter dat de gouden dolk aan Nour-ed-Din behoort en ziet het als zijn lot om mee te gaan op kruistocht. Hij vindt een kruis en denkt dat het een teken uit de hemel is. Zijn neef gaat ook mee met hem. In de lente vertrekken ze om het heilige land van de heidenen te zuiveren. Aycan, Jiri’s broer mag niet mee, omdat de smid maar één zoon kan missen. Aycan moet het kruis aan Arnold geven, Jiri’s neef. De Duitse koning was al vertrokken en had een vrij grote voorsprong opgebouwd. Op een dag ziet Jiri een aantal gestrande wagens en besluit die te helpen. Het blijken bedienden van de Koningin te zijn. Een van die bediendes is Oda, een erg mooi meisje, wie Jiri wel leuk vindt. Een aantal dagen daarna ontvangt Jiri een brief van Oda. Ze wilde een afspraakje met Jiri. Die dag ontmoet Jiri Aycan, Jiri vindt dat Aycan thuis had moeten blijven maar zijn broer is met de pelgrims meegegaan. Hij wil buit gaan maken in het heilige land. Jiri ontmoet ook nog een hongerige jonge, Thomas. Thomas blijkt erg slim te zijn en hij wordt opgenomen in de groep. Na een aantal maanden komen ze in Constantinopel aan. Helaas mocht Jiri er niet in. Na Constantinopel moesten ze naar Anatolië, hier krijgen ze veel tegenspoed, zoals overstromingen. Het kruisleger moest een kamp opzetten in de bergen, maar de koningin was al vooruit. De achterhoede werd aangevallen door Saracenen zonder dat de koningin op de hoogte was, een vreselijke nederlaag. Uiteindelijk komen ze aan op hun eindbestemming. Na daar een paar weken uitgerust te hebben was het dan eindelijk zover, ze gingen een stad aanvallen. Het vijandelijke leger nam steeds soldaten van het kruisleger gevangen. Zo ook Jiri en Arnold. Ze werden meegenomen met het leger van Nour-ed-Din. Aycan, die naar de andere kant over was gelopen bleek een dienaar van Nour-ed-Din te zijn geworden. Hij heeft Jiri en Arnold vrijgekocht. Eenmaal terug in het leger hoorden ze dat besloten was om naar hun oude leefomgeving terug te keren. Dit ging via de boot. Jiri verloor Oda. Eenmaal thuisgekomen vonden Jiri en Arnold in het “huis van de kobolden” een oude grafkamer met allemaal schatten. Hierbij zat ook een gouden dolk. Eindelijk kwam de voorspelling uit.
Soort verhaal:
Het is een historisch avonturenverhaal, ze beleven allemaal avonturen en het is in het verleden gebeurd.
Het verhaal is erg realistisch geschreven alleen dat Jiri zoveel rampspoed overleeft is wel erg “toevallig”. Een verhaal als dit komt nu niet meer voor.
Wil de schrijver je iets leren?
Alle mensen zijn gelijk, je moet geen vooroordelen hebben ten opzichte van een ander geloof of een ander ras. Ook wil de schrijver zeggen dat de kruistochten eigenlijk geen enkel nut hadden. Alleen om te plunderen.
Eigen mening:
Ik vond het een leuk geschreven boek. Je werd er steeds door geboeid. De taal is ook niet al te moeilijk, je kunt er goed doorheen lezen.
REACTIES
Er zijn nog geen reacties op dit verslag. Wees de eerste!
Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.
:name
:name
:comment
1 seconde geleden