Vragen van het Leesverslag

Algemeen
1. De titel van het boek is De gele scooter.
2. De schrijver is Elle van den Bogaart.
3. De uitgever Van Holkema & Warendorf, Uniboek BV, Houten
4. Het boek is uitgegeven in 2003.
5. De kaft is een vage foto. Je ziet een stuk van een jongen zijn gezicht, een gele scooter en stukje bos met bomen en gras.
6. De kaft heeft iets met de inhoud te maken, omdat het gaat om de jongen Spike, hij heeft een gele scooter en heeft Wies verkracht in het bos.
7. Dit boek heeft deze titel, omdat Spike een gele scooter heeft, maar ook omdat Isis deze scooter langs de weg had gezien, en de politie zocht naar iemand met zo’n gele scooter.


Personages
8. De hoofdpersonen zijn: Wies, Spike en Isis. Spike laat zich niets wijs maken en heeft een grote mond. Hij is bang voor de gevolgen van zijn misdaad, maar heeft geen spijt. Hij is vaak chagrijnig en wordt snel boos. Hij is ook agressief en komt vaak in de problemen. Hij doet zich ook stoer voor. Wies is in het begin best zelfverzekerd, maar nadat Spike haar heeft verkracht niet zo heel erg meer. Isis is een wat verlegen meisje. Ik kan niet zo goed uit het verhaal opmaken hoe oud ze zijn, maar ik denk dat als Spike een scooter heeft, dat ze ongeveer 17 tot 18 jaar zijn.
9. De persoon die ik het liefst wil zijn is Isis, zij was een soort getuige. Zij mocht ook die jongen identificeren en dat is best wel spannend.
10. De persoon die ik absoluut niet wil zijn, is Spike. Hij is een verkrachter en gaat met slechte mensen om en doet samen met hun aan allerlei misdaden.

Perspectief
11. De schrijver vertelt het verhaal, maar sommige stukjes staan schuin gedrukt en die vertelt de persoon waarover het hoofdstuk gaat, want elk hoofdstuk gaat over iemand anders.

Tijd
12. Het verhaal speelt zich af in het heden.
13. Het verhaal duurt 17 dagen.

Plaats
14. Het verhaal speelt zich af op de Wessellaan, op het politiebureau en bij de pizzakraam waar Spike werkt.

Inhoud
Op een regenachtige dag fietst Wies op de Wessellaan. Opeens hoort ze een scooter achter zich. De jongen op de gele scooter(Spike) scheldt haar uit, zij scheldt terug. Ze wordt gedwongen het bos in te gaan. Hij verkracht haar daar. Isis fietst op dat moment ook op de Wessellaan. Ze ziet een gele scooter in de bosjes. Ze rijdt wat rustiger. Opeens hoort ze gekreun en geschreeuw vanuit het bos. Ze rijdt snel weg, en roept net iets te hard, Klootzak. Spike laat Wies achter in het bos en rent snel naar zijn scooter. Hij volgt Isis, en bedreigt haar. Isis rijdt snel weg, en verliest één van haar tennisschoenen. Wies probeert naar de weg te kruipen, zodat iemand haar ziet en haar kan helpen, maar haar enkel doet zo pijn dat ze niet kan lopen. Een man in een auto ziet haar en stopt. Hij vraagt waar ze woont en brengt haar naar huis. Daar bellen ze de politie. Isis is thuis en vertelt als haar moeder thuiskomt alles. Haar moeder belt ook de politie. Spike had afgesproken met zijn vrienden, maar hij gaat eerst naar huis, want zijn licht is stuk. Hij komt erachter dat hij zijn mes in het bos heeft gelaten. Hij wordt onderweg aangehouden door de politie. Eerst denkt hij dat ze zijn mes hebben gevonden, maar ze stoppen hem voor zijn licht. Opgelucht racet hij snel naar huis. De politie onderzoekt Wies of ze is verkracht,en hoe erg het is met haar enkel. De politie ondervragen Isis hoe hij eruit zag. Isis herinnerd zich, ik ken hem ergens van! Maar waarvan weet ze niet meer. Als ze op een dag met haar moeder gaat stappen en haar moeder vraagt of ze zin heeft in pizza, weet ze het zeker. Het was de pizzabezorger die bij hun thuis is langs geweest! Spike zit nóg meer in de problemen als hij en zijn vrienden een jongen bedreigen. Hij wordt nu dubbel achterna gezeten door de politie. Wies is ondertussen thuis, het gaat best goed met haar, want haar leuke klasgenootje Kay is op bezoek. Ze vindt hem erg leuk en grappig. Bij hem kan ze alles kwijt. Isis gaat met de politie mee om de jongen te identificeren. De politie is er ondertussen al achter dat de jongen dezelfde jongen is die Wies heeft verkracht. Als Isis de jongen ziet, weet ze het meteen: HIJ IS HET!! De politie pakt hem snel op. Wies moet ook nog even naar het politiebureau om te kijken of hij het écht is. Zij zegt ook ja. Kay nodigt Wies uit voor een feestje en ze gaat mee. Isis gaat naar hetzelfde feestje, en daar ziet ze Wies. Ze hoort haar naam, en weet daarom dat ZIJ het is, want niet veel mensen hebben die naam volgens haar. Ze beginnen te praten over het geval, hoe het met ze gaat, wat er allemaal is gebeurt. Daarna gaan ze dansen.