1 Praktische gegevens
Titel: De Galvano
Auteur: Stijn van der Loo
Uitgave: Querido’s Uitgeverij 2004
Aantal bladzijden: 93 2 Inhoud en opbouw
2.1 Typering: Het is een soort psychologische roman. Je kijkt mee in het leven van Moz. Het leven in de Galvano, er zit een ontwikkeling in het bedrijf. Moz die altijd geaccepteerd werd door het bedrijf wordt later gezien al het lievelingetje van de baas, waarna hij wordt uitgespuugd door de rest van de werknemers. Je ziet ook de ontwikkeling in Moz hoe hij zich inzet voor het bedrijf hoe hard hij werkt om alles voor elkaar te krijgen. Vooral als hij hoort dat het bedrijf over wordt genomen door de Duisters. Het is in een tijd dat er nog geen echte haat en vrees is tegen de Duitsers. De werknemers voelen deze echter wel, zij moeten vertrekken maar Moz die mag blijven en hij moet alles klaar maken voor de Duitsers. Alleen op het moment dat de Duitsers er zijn besluit Moz ook te vertrekken en zonder een woord te zeggen vertrekt hij. En op het moment dat hij weg is, vindt hij zijn rust weer terug. De rust die hij verloren is toen Emma zijn geliefde stierf. 2.2 Samenvatting: Moz werkt in de jaren twintig als leerling-galvaniseur bij de oude Van Herwaerd. Als Herwaerd sr sterft door een ongeluk bij een wapen inspectie neemt zijn zoon Herwaerd jr zijn taak als directeur over. Herwaerd jr is alleen een zakenman, geen galvaniseur. Moz is de enige die nog iets van het echte galvaniseren weet. En eigenlijk is het ook Moz die de fabriek draaiende houdt. Hij houdt de werknemers in bedwang en is eigenlijk de drijvende kracht binnen de fabriek. Dan komt Moz in de problemen wanneer de commissaris van toezicht Moz voor eigen doeleinden wil gebruiken. Dingen die Moz helemaal niet wil doen. Hij slaat de commissaris neer met de koffiepot, maar raakt in paniek. In zijn paniek sleept Moz de man naar een van de zuurbaden. En laat hem er vervolgens in glijden. Als hij op het bordje naast het zuubad kijkt ziet hij een pH van twee staan en de man lost bijna meteen op. Dan wordt Moz op een dag bij de directeur geroepen omdat deze belangrijk nieuws heeft. De directeur vertelt over zijn onderhandelingen met de Duitsers. Deze zijn van plan de fabriek over te nemen en er een lopende band fabriek van te maken. Moz blijft echter zeker van zijn baan omdat hij de enige is die nog iets van de Galvano af weet. De rest kan vertrekken. Moz is volgens de directeur de aangewezen persoon om dat te vertellen, zodat hij zelf verder kan met de onderhandelingen. Wanneer Moz het slechte nieuws vertelt voelen de andere werknemers zich verraden. Zij willen zich wreken op Moz, hij weet gelukkig te ontkomen. Hij besluit door te gaan. De woorden van zijn vrouw Emma (hou je gedeisd, dan overleef je misschien) heeft haar in elk geval niet kunnen redden. Zij stierf op jeugdige leeftijd, maar blijft als klankbord in Moz' zijn geest voortdurend aanwezig. Keurig leidt hij nu de Duitsers in de fabriek rond, en op het moment dat hij Van Herwaerd jr. trots en met zogenaamde kennis van zaken cyanide in het zuurbad laat gieten, is Moz al veilig buiten, op weg naar huis.
2.3 Tijd:
a. Het verhaal speelt zich eind jaren 20 begin jaren 30 af. De Tweede Wereldoorlog is nog niet begonnen maar de Duitsers zijn al bezig zich voor te bereiden op een oorlog. De fabriek wordt overgekocht om er een massaproductiefabriek van te maken, met stoffen voor het Duitse leger. Dit gebeurde vanaf begin jaren 30.
‘Ik heb het warm. Mijn hoofd gonst. Met koortsige helderheid dringt zich een herinnering naar boven van twee jaar geleden. Het was geleden. Het was begin januari 1931.’
b. In het verhaal verstrijkt er ongeveer één jaar. Dit komt helemaal niet naar voren in het boek. Er wordt door de schrijver helemaal geen gebruik van tijd gemaakt. Alleen in de flashback zie je aanduidingen van tijd. Door deze manier van schrijven zou alles op een dag gebeurd kunnen zijn. Maar je weet dat dat niet het geval is.
De leestijd. Is ongeveer acht uur. Het is een heel dun boek minder dan honderd bladzijden en de schrijfstijl is heel erg vlot. Er gebeurt vaak redelijk veel in kleine stukjes.
c. Vertraging:
Op het moment dat Moz door de commissaris van toezicht aangerand wordt, zit er een hele duidelijke vertraging. Je merkt hier meteen dat de rust in de fabriek weg is en het boek vertraagt meteen alsof de machines gestopt zijn en meegaan in het verhaal.
“Die klootzak! Ik had het flink te pakken. Ik stond te trillen op mijn benen en kreeg mijn vingers niet los van het handvat van de koffiepot. Die godvergeten kolerelijer! Kijk nou toch eens! Ik was buiten mijzelf. De klootzak! En dan die lucht! Die zure zweetlucht, persistente stank, uitgescheiden door die bunzing. Een angstlucht! Wat een zak! Mijn hart klopte hoog in mijn keel en ik beefde. Ik stond daar maar met die pot in mijn hand. Ik raakte in paniek. Die lucht! Die rotlucht! Zweet van een roodharige. Het zat in mijn neus. Begon ik me daar godverdomme ook nog eens te janken.”
Versnelling:
Er zit een stukje in het boek waarin Moz zijn leven beschrijft. Dit is een heel kort stukje maar bevat vele jaren. Het is ook een flashback omdat het een terugblik is op zijn eigenleven. Het is dus een versnelling in een flashback.
“Van Herwaerd sr. Is gestorven in 1917, in oorlogstijd, en de commissaris van toezicht kreeg zijn ongeluk in1919, een halfjaar na de heropening van de fabriek. Emma stierf op 21 mei 1931, aan leukemie. Ze werd eenendertig jaar oud. Verder is er in mijn leven nooit iets van belang voorgevallen. Mijn ouders en ik wonen nog steeds op hetzelfde adres. Eindhoven, willemstraat 15.”
d. Een belangrijke flashback zit eigenlijk al voorin. Hier vertelt Moz over hoe de directeur sterft. Hier krijg je de rol van Moz te weten. En eigenlijk ook de uitleg van de schrijver waarom hij binnen de fabriek over Moz schrijft.
“Het spreekt vanzelf dat hij de aangewezen persoon was om door een grootkaliber puntkogel in zijn maag te worden geraakt, tijdens een wapeninspectie. Een stommiteit. Het is nooit opgehelderd wie die patroon per ongeluk in het magazijn had laten zitten.
Een en ander moet hier trouwens ook nodig eens gesmeerd worden. Ik neem een slok koffie en dompel mij onder in de zee van lawaai, hitte en stank die is komen opwellen uit metalen ingewanden van de fabriek.
Die enorme stem, hoe hij rochelde en kermde, met die kogel in zijn buik. Er viel niets meer aan te redden. Grootkaliber puntkogel, hij spuugde al bloed bij zijn eerste schreeuw. Binnen veertig, vijftig seconden was het bekeken. Hij liep gewoon leeg, binnenin. Wij legden hem nog zo’n beetje op zijn rug, een rugzak onder zijn hoofd, maar we zagen hem voor onze ogen wit wegtrekken. Op het laatst maakte hij alleen nog maar een hees geluid, een soort gefluister, en toen ik eens goed luisterde hoorde ik dat-ie zowaar nog wat probeerde te zeggen. Ik boog naar voren om het een beter te kunnen horen. Hij opende zijn ogen half, herkende me en drukte er in een laatste opleving nog een paar woorden uit.
‘Moz,’ hoorde ik hem kreunen - hij had me nog nooit bij mijn voornaam genoemd, ‘laat de fabriek niet...’ Een diepe kreun borrelde op uit zijn volgelopen binnenste en hij wist en nog et een woord aan toe te voegen voor hij stierf. ‘Die hufter,’ fluisterde hij. Ik denk dat ik de enige was die het hoorde.”
2.4 Ruimte:
a. Het hele verhaal speelt zich af in de fabriek. Er wordt ook een klein stukje beschreven wat in het huis van Moz afspeelt maar daar speelt de ruimte geen rol. Het gaat daar om een simpele omgeving.
B. Zijn er plaatsten waar je van belangenruimte kan spreken.
Ja er zijn verscheidenen plekken waar hier spraken van is.
“De machines slaan aan met een schok, waarop de lichten dimmen. Alsof de fabriek slikt en haar ogen dichtknijpt. Lekker moment, die korte tik, een ruwe rilling en dan het geschrokken tot actie overgaan, hoestend en ratelend met hun stramme motoriek precies waar ze gister in slaap zijn gezakt.”
De schrijver gebruikt deze manier van beschrijven veel als hij het over de sfeer in de fabriek heeft. Het is een drukkende sfeer maar je merkt dat Moz van de sfeer houdt. Het is zijn huis geworden, het vertrouwde gevoel van de fabriek. En dus op het moment dat de fabriek op deze manier beschreven wordt merk je de rust die de schrijver brengt over de fabriek.
2.5 personages:
a. Moz: Hij is de hoofdpersoon die als ‘leerling’ galvaniseur bij Van Herwaerd sr. is begonnen. En de enige in het bedrijf die nog wat van de Galvano af weet. Het is een man die op het eerste gezicht nooit voor zichzelf op komt. En alles maar over zich heen laat komen. Maar uiteindelijk gaat de Commissaris van toezicht in de fout. Als deze hem probeert aan te randen slaat Moz terug. Hij slaat de man bewusteloos en gooit hem in een zuurbad.
Moz is altijd de gene geweest die het bedrijf draaiende hield. Hij stuurde de werknemers aan en deed het werk voor de Van Hewaerd’s (zij die hem altijd voor jood aan hielden ook al zei hij zelf dat hij katholiek was).
Op het einde neemt hij wraak op Maarten. Hij zorgt er voor dat maarten een bokaal cyanide bij een bad zuur gooit. Hierdoor ontstaat er een dodelijk gas. De ultieme wraak dus.
Commissaris van toezicht: Als Moz hem voor het eerst ziet lijkt het een gevoelige man met een deftige uitstraling. Hij is iemand die tenminste iets wist van galvaniseren. Het tegendeel bleek jammergenoeg. Hij was aan de drank en erg handtastelijk, vooral bij mannen. Dit heeft hem zijn leven gekost toen hij dit bij Moz probeerde.
Maarten van Herwaerd jr: Dit is de zoon van Van Herwaerd sr hij erft de fabriek op het moment dat zijn vader sterft. Zelf weet hij niets van Galvaniseren af. Hij is meer een zakenman met geen liefde voor het vak, hij is een man zonder moraal. Hij weet weinig maar hij doet zich zeer intelligent voor. Hij heeft totaal geen respect voor zijn werknemers.
Van Herwaerd sr: Hij is de oprichter en eigenaar van de fabriek. Hij stond bekend van wegen zijn harde stem en zijn afkeer voor kinderen.
Emma: Zij was de vrouw van Moz. Zij sterft op 31 jarige leeftijd aan leukemie. Zij was afkomstig uit Duistsland, als dienstbode aangesteld bij de ouders van Moz. Moz denkt later nog vaak terug aan haar uitspraken. Ze had namelijk altijd een heel lijstje vol met wijsheden voor Moz. Hierdoor heeft Moz het werk op de Galvano vol kunnen houden maar op het eind stopt hij er toch mee en vindt hij zijn rust weer terug die Emma altijd veroorzaakte.
2.6 Vertelwijze:
Het verhaal is helemaal geschreven in de ik-vorm. Vanuit het perspectief van Moz.
“Op die lieslaarzen begon ik de troep te dweilen. De dweil viel in gaten uit elkaar voor ik hem boven een emmer had uitgewrongen en ondanks de dikke rubberen handschoenen stonden de blaren op mijn handen. Van Herwaerd sr. gaf me een flinke trap tussen mijn ribben, ‘zo niet Pater!’, en maakte me met zijn minimale middelen duidelijk dat we een stapen pallets gingen halen. Over mijn handen hoefde ik niet te zeuren. ‘Weet je meteen waar je je poten niet in moet steken,’ was zijn antwoord toen ik ze stond te bekijken.”
2.7 Structuur:
a. Het boek is helemaal in chronologische volgorde geschreven, op de flashbacks na. De tegenwoordige tijd loopt gewoon door. Wat opvallend is is dat het boek geen hoofdstukken kent. De schrijver heeft het verhaal dan ook zo geschreven dat hij geen hoofdstukken nodig heeft. Een hoofdstuk word vaak gebruikt om de schrijver de kans te geven om van plaats, tijd en of persoon te kunnen wisselen. Stijn van der Loo heeft dit niet nodig in zijn boek.
b. Het boek heeft een informatieve opening. Het begint met een flashback waarin Moz voor wordt gesteld. Dit merk je door de manier van beschrijven die de schrijver voor Moz gebruikt.
“De machines slaan aan met een schok, waarop de lichten dimmen. Alsof de fabriek slikt en haar ogen dichtknijpt. Lekker moment, die korte tik, een ruwe rilling en dan het geschrokken tot actie overgaan, hoestend en ratelend met hun stramme motoriek precies waar ze gister in slaap zijn gezakt. ‘Slecht geweten, soldaat!?’ riep Van Herwaerd vroeger, de sergeant, als hij me weer eens van achteren had beslopen. We hadden een speciale band.”
Je begint hier al een idee te krijgen van de hoofdpersoon. En vooral zijn positie binnen de fabriek.
c. Het boek heeft een gesloten einde. De hoofdpersoon Moz sluit een hoofdstuk van zijn leven af. Op het moment dat hij de fabriek verlaat weet hij dat het voor eeuwig zal zijn. En hij merkt dat hij er vrede mee heeft, de rust die hij verloren was vindt hij weer terug. Vanaf dit punt zou je een heel nieuw verhaal over Moz kunnen gaan schrijven.
“ik wandel de brug af en vervolg mijn weg naar huis. ‘Een wonderlijke stille avond.’ zal mijn vader zeggen, straks. ‘De aankondiging van een ons welgezinde zomer.’ hij zal liefdevol zijn ogen over de takken van zijn esdoorn laten gaan. ‘Ze hebben hem er zomaar niet onder gekregen. En let nu maar eens op...’ in zijn glanzende ogen zal ik de toekomst kunnen lezen. Een betere tijd, eindelijk een betere tijd.
Halverwege kom aan het afdak van Maria. Ze verkeert in erbarmelijke staat. Haar witmarmeren huis is gevlekt en gebladderd en bescheten door duiver, die dit afdak ook als toevluchtsoord gevonden hebben. Toch staat ze onverzettelijk met haar zegenende hand klaar. En ze glimlacht. Op die toekomst, die ons uit een bezoedeld heden zal bevrijden en zal verschonen. Het is niet ver meer. Daarginds zij de schoorstenen van de stad al te zien, reikhalzend boven de huizen.”
3. Thema en motieven.
3.1 Thema:
Het leven in een schijnbare machteloosheid waarin eigen keuzes maken toch het beste kan zijn.
3.2 Motieven:
Schijnbare machteloosheid: Moz lijkt heel machteloos hij wordt gebruikt voor de fabriek en laat zich gebruiken door de fabriek. Een lange tijd lijkt zijn leven geleefd te worden. Dit denkt ook de Commissaris van toezicht als deze gebruik wil maken van Moz.
Later in het boek weer als Van Herwaerd jr de fabriek verkoopt aan de Duitsers moet Moz er blijven werken. Hij is machteloos tegen de Duitsers, dit blijkt echten schijn te zijn want al snel komt Moz er achter dat hij voor zich welf moet kiezen. Dit doet hij en het bevalt hem. Hij vertrekt uit de fabriek. Hij heeft eigenlijk gemerkt dat je machteloos bent tot je een eigen beslissing maakt. Emma is hierin ook heel belangrijk geweest voor Moz. Na haar sterfte is hij blijven denken aan haar uitspraken, en deze zinnen haalde hem uit zijn machteloosheid.
3.3 Titel:
De titel vertelt eigenlijk niets over het verhaal zelf alleen over waar het zich afspeelt. De fabriek deze is eigenlijk alleen maar een dekmantel voor het werkelijke thema. Dat is juist goed want dan kan je niet meteen het verhaal raden aan de hand van de titel.
4. Persoonlijke mening
4.1 Mooiste stuk: Het beste gedeelte vind ik eigenlijk op het einde. Het moment waarop Moz afscheid neemt. “Ik ging twee stappen achteruit om niet het zicht te belemmeren, zodat de Duitse gasten alles goed konden zien. Het bad lag er schitterend bij, in volstrekt blanke ontvankelijkheid, maagdelijk als ware. Maarten van Herwaerd jr. had maar een moment nodig om zich te herstellen en zich in zijn rol te schikken. Toch een slimme knaap, zoals hij die bokaal wetenschappelijk begon te bestuderen en daarna deed alsof hij het onleesbaar verbleekte bordje boven het zuurbad las. Met gevoel voor stijl hield hij hem voor zijn Duitse vrienden omhoog, zoals de secretaris van een sportclub de trofee hooghoudt. Hij zou wel eens laten zien hoe hier bij ons een bad wordt aangelengd. Tevreden keek hij naar mij. Op het moment dat hij de cyanide in het zuur kieperde was ik al bij de buiten deur. Ik loop mij vaste route van de fabriek naar huis, beheerst, zonder mijn pas te versnellen, de de lange weg van Strijp naar hoek Willemstraat Eindhoven. Wie rent valt op. Pas op de brug over het kanaal blijf ik staan. Mijn bevende handen leg ik op de reling. Zo probeer ik tot rust te komen, mijn adem laag te krijgen.” 4.2 Andere boeken: Ik weet dat de schrijver in zijn ander boek De held Jacob Mulle gebruik maakt van het zelfde concept. Ik weet niet of het thema gelijk is. Maar het verhaal speelt zich in een school af maar binnen die school komen de situaties van het leven aanbod.
4.3 Mening:
Ik vond het een heel goed boek om te lezen. Het is een heel lekker licht boekje om door te lezen. Het leest heel snel. Daarnaast heeft het ook maar 93 bladzijden. Het gekke is alleen dat er heel veel gebeurt. Het boek leest snel maar de tijd in het boek is best wel langzaam. Hierdoor is het ook heel erg goed te volgen. Ik vind het ook leuk dat de schrijver een fabriek heeft uitgekozen als decor voor het boek. Dit is iets wat je weinig ziet maar waar vooral dit thema goed in past. De schrijver schrijft in een relatief makkelijke taal wat ik als dyslectisch persoon heel erg fijn vindt.
Het personage Moz vind ik een goed personage. Ik kan me er wel goed in vinden in zijn karakter. Ik vind het leuk dat hij zich hard wil inzetten voor de fabriek. Je merkt hierdoor dat het een goede man is. En hij wordt heel persoonlijk gemaakt door zijn herinneringen aan Emma. Waardoor het lijkt alsof je ook nog eens in het persoonlijke leven van iemand duikt. Bijna zo erg dat je soms gaat denken, dat had de schrijver niet hoeven doen dat gaat wel erg persoonlijk. Op dit soort momenten vergeet je bijna dat het maar een personage van een boek is.
Wat ik ook erg leuk vind is dat er een soort van muziek in het boek zit. Ik heb de schrijver vroeger heel vaak als zanger gezien en dat lees je ook in het boek. Het boek heeft een eigen ritme in zich het ritme van de fabriek. Dit komt voornamelijk door de manier waarop de fabriek en het verhaal beschreven wordt.
Ik vind het dus een heel erg sterk debuut van de schrijver. Ik vind het knap dat je als debutant zo’n goed boek kan schrijven. Ik wist al dat hij een goede zanger en songwriter was. En ik vind dat leuk dat hij daar schrijven aan toe heeft gevoegd. Het is dus een erg aan te raden boek!
Auteur: Stijn van der Loo
Uitgave: Querido’s Uitgeverij 2004
Aantal bladzijden: 93 2 Inhoud en opbouw
2.1 Typering: Het is een soort psychologische roman. Je kijkt mee in het leven van Moz. Het leven in de Galvano, er zit een ontwikkeling in het bedrijf. Moz die altijd geaccepteerd werd door het bedrijf wordt later gezien al het lievelingetje van de baas, waarna hij wordt uitgespuugd door de rest van de werknemers. Je ziet ook de ontwikkeling in Moz hoe hij zich inzet voor het bedrijf hoe hard hij werkt om alles voor elkaar te krijgen. Vooral als hij hoort dat het bedrijf over wordt genomen door de Duisters. Het is in een tijd dat er nog geen echte haat en vrees is tegen de Duitsers. De werknemers voelen deze echter wel, zij moeten vertrekken maar Moz die mag blijven en hij moet alles klaar maken voor de Duitsers. Alleen op het moment dat de Duitsers er zijn besluit Moz ook te vertrekken en zonder een woord te zeggen vertrekt hij. En op het moment dat hij weg is, vindt hij zijn rust weer terug. De rust die hij verloren is toen Emma zijn geliefde stierf. 2.2 Samenvatting: Moz werkt in de jaren twintig als leerling-galvaniseur bij de oude Van Herwaerd. Als Herwaerd sr sterft door een ongeluk bij een wapen inspectie neemt zijn zoon Herwaerd jr zijn taak als directeur over. Herwaerd jr is alleen een zakenman, geen galvaniseur. Moz is de enige die nog iets van het echte galvaniseren weet. En eigenlijk is het ook Moz die de fabriek draaiende houdt. Hij houdt de werknemers in bedwang en is eigenlijk de drijvende kracht binnen de fabriek. Dan komt Moz in de problemen wanneer de commissaris van toezicht Moz voor eigen doeleinden wil gebruiken. Dingen die Moz helemaal niet wil doen. Hij slaat de commissaris neer met de koffiepot, maar raakt in paniek. In zijn paniek sleept Moz de man naar een van de zuurbaden. En laat hem er vervolgens in glijden. Als hij op het bordje naast het zuubad kijkt ziet hij een pH van twee staan en de man lost bijna meteen op. Dan wordt Moz op een dag bij de directeur geroepen omdat deze belangrijk nieuws heeft. De directeur vertelt over zijn onderhandelingen met de Duitsers. Deze zijn van plan de fabriek over te nemen en er een lopende band fabriek van te maken. Moz blijft echter zeker van zijn baan omdat hij de enige is die nog iets van de Galvano af weet. De rest kan vertrekken. Moz is volgens de directeur de aangewezen persoon om dat te vertellen, zodat hij zelf verder kan met de onderhandelingen. Wanneer Moz het slechte nieuws vertelt voelen de andere werknemers zich verraden. Zij willen zich wreken op Moz, hij weet gelukkig te ontkomen. Hij besluit door te gaan. De woorden van zijn vrouw Emma (hou je gedeisd, dan overleef je misschien) heeft haar in elk geval niet kunnen redden. Zij stierf op jeugdige leeftijd, maar blijft als klankbord in Moz' zijn geest voortdurend aanwezig. Keurig leidt hij nu de Duitsers in de fabriek rond, en op het moment dat hij Van Herwaerd jr. trots en met zogenaamde kennis van zaken cyanide in het zuurbad laat gieten, is Moz al veilig buiten, op weg naar huis.
4.1 Mooiste stuk: Het beste gedeelte vind ik eigenlijk op het einde. Het moment waarop Moz afscheid neemt. “Ik ging twee stappen achteruit om niet het zicht te belemmeren, zodat de Duitse gasten alles goed konden zien. Het bad lag er schitterend bij, in volstrekt blanke ontvankelijkheid, maagdelijk als ware. Maarten van Herwaerd jr. had maar een moment nodig om zich te herstellen en zich in zijn rol te schikken. Toch een slimme knaap, zoals hij die bokaal wetenschappelijk begon te bestuderen en daarna deed alsof hij het onleesbaar verbleekte bordje boven het zuurbad las. Met gevoel voor stijl hield hij hem voor zijn Duitse vrienden omhoog, zoals de secretaris van een sportclub de trofee hooghoudt. Hij zou wel eens laten zien hoe hier bij ons een bad wordt aangelengd. Tevreden keek hij naar mij. Op het moment dat hij de cyanide in het zuur kieperde was ik al bij de buiten deur. Ik loop mij vaste route van de fabriek naar huis, beheerst, zonder mijn pas te versnellen, de de lange weg van Strijp naar hoek Willemstraat Eindhoven. Wie rent valt op. Pas op de brug over het kanaal blijf ik staan. Mijn bevende handen leg ik op de reling. Zo probeer ik tot rust te komen, mijn adem laag te krijgen.” 4.2 Andere boeken: Ik weet dat de schrijver in zijn ander boek De held Jacob Mulle gebruik maakt van het zelfde concept. Ik weet niet of het thema gelijk is. Maar het verhaal speelt zich in een school af maar binnen die school komen de situaties van het leven aanbod.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden