1. Bibliografische gegevens
Stefan Brijs
De engelenmaker
Atlas cop. 2005
2. Opdracht en motto
Er is geen opdracht en ook geen motto.
3. Motivering boekkeuze
Louis had in de klas zijn presentatie gedaan over dit boek. Daarom leek het me wel een leuk boek om te gaan lezen. Toen bleek dat dit boek ook geldt als lijstboek, was de keuze snel gemaakt.
4. Verslag van je leeservaring
a. Tussenstand 1 (na 143 bladzijden)
» Inhoud: Op 13 oktober 1984 keert Dokter Hoppe met zijn drieling terug naar zijn geboortedorp Wolfheim. De drieling heeft de namen van de aartsengelen: Michaël, Gabriël en Rafaël. Later blijkt dat deze op 29 september 1984, hun naamdag, geboren zijn. Doordat Victor Hoppe en zijn kinderen een hazenlip en rood haar hebben wordt er veel gepraat over hen. Daardoor krijgt de dokter in het begin ook weinig patiënten. Maar sinds de dokter een kind heeft gered van verstikking is er meer vertrouwen in Dokter Hoppe. Hij krijgt steeds meer patiënten en ze komen ook steeds vaker langs voor kleine klachtjes. Natuurlijk heeft dit laatste ook te maken met het feit dat ze geen rekeningen hoefden te betalen. De oude Josef Zimmermann vraagt op een bepaald moment in een café of hij de kinderen mag zien en ook waar de moeder van de kinderen is. Victor zegt dat de kinderen nooit een moeder hebben gehad. De dokter blijkt ook daardoor aantrekkingskracht uit te oefenen op de vrouwen in het dorp, maar het is Charlotte Maenhout die wordt uitgekozen door Victor Hoppe om op de kinderen te passen. De andere vrouwen zijn natuurlijk jaloers. Charlotte wordt o.a. uitgekozen door het Nederlandse slaapliedje dat ze kan zingen voor de drieling. De drieling is uit elkaar te houden door de gekleurde bandjes die ze om hun pols hebben zitten. Het valt Charlotte op dat Victor Hoppe de kinderen van haar weghoudt als ze ziek zijn. Op een dag blijkt dat het rode haar van de drieling is uitgevallen en deze dus helemaal kaal zijn geworden. Charlotte ontdekt later ook de tatoeages op de schouderbladen van de drieling. De jongens ontwikkelen zich qua intelligentie goed. Maar na tweeënhalf jaar zijn ze nog steeds niet buiten geweest. Charlotte vertelt hen over het drielandenpunt en op verzoek van Victor ook over Jezus en het nieuwe testament. Op een kamertje boven begint Charlotte de kinderen te leren lezen en rekenen. Victor is buitengewoon geïnteresseerd in de ontwikkeling van zijn kinderen. In een gesprek met Victor hoort Charlotte dat de kinderen hooguit 6 jaar worden. Victor zegt dat hij met een onderzoek daarnaar bezig is. Charlotte wil de vierde verjaardag van de kinderen vieren en nodigt daarom een aantal kinderen uit het dorp uit. Tijdens het feestje wordt ze telefonisch weggeroepen en dan blijkt dat Gabriël uit het raam is gevallen. Ook nu zorgt Victor zelf voor het kind en later blijkt dat Victor experimenten uitoefent op zijn zoon, hij heeft een stukje nier weggenomen. Victor geeft de boom de schuld van het ongeluk en laar de boom omhakken. Op een dag vertelt Victor aan Charlotte dat hij naar een beurs in Frankfurt moet. Charlotte had zich al voorgenomen als gouvernante van zijn kinderen weg te gaan maar die dag wil ze nog wel op de kinderen passen. Ze gaat samen met de drieling, verkleed als de drie musketiers, naar het drielandenpunt. De voetreis is erg vermoeiend voor de drieling en als ze aangekomen zijn blijkt dat de uitkijktoren gesloten is. Ze gaan weer terug maar dan blijkt dat Michaël op de toren te zijn geklommen en hij kan niet meer terug. De beheerder wordt erbij gehaald en hij brengt Charlotte en de kinderen weer terug. Omdat de dokter nog niet terug is gaat Charlotte op zoek naar informatie: ze vind 12 fotoalbums met heel gedetailleerde foto’s van de drieling. Dan vind ze een aantal tijdschriften met artikelen over Victor. Hier komt ze een aantal keer de woorden ‘fraude’ en ‘chaos’ tegen. Later op de dag komt de dokter thuis. De beheerder komt kort daarna het gebroken zwaard van Michaël terugbrengen. De dokter is niet blij met het feit dat ze naar vaals is geweest. Charlotte wordt boos en schreeuwt over de woorden fraude en chaos. Ze staat op de rand van de trap als Victor een dreigende stap naar voren zet. Ze valt van de trap en breekt haar nek. Victor zit naast het lijk en zegt: ‘God geeft en God neemt’
» Mening: Ik vind het tot nu toe een best leuk boek. Ik wil steeds doorlezen want er zitten toch wel momenten in die het wat spannend maken of dat er iets gebeurt waardoor ik heel erg geboeid ben. Ik ben nu ook heel nieuwsgierig naar wat er gebeurt met de drieling nu Charlotte er niet meer is.
» Plaats: Het verhaal speelt zich af in het kleine dorpje Wolfheim. Het verhaal speelt zich met name af in het huis van Victor Hoppe. En het einde van dit stuk speelt zich af op het drielandenpunt Vaals.
» Tijd: Dit deel van het verhaal speelt zich af van 14 oktober 1984 tot ruim 4 jaar later. Er is sprake van een chronologische volgorde met enkele korte flashbacks.
» Stijl: Het verhaal is geschreven op een manier dat het heel prettig is om te lezen. Hier en daar wat lange zinnen maar heel goed te volgen.
» Perspectief: Het verhaal wordt verteld vanuit de alwetende verteller.
» Motieven:
# Goed vs. Kwaad: dit omdat het bepalend is voor heel zijn handelswijze. Hij heeft een kinderlijk beeld van goed en kwaad en dat is heel erg bepalend voor de loop van het verhaal.
# Jaloezie: wanneer Victor voor Charlotte kiest om op zijn zoons te passen zijn er ook enkele vrouwen uit het dorp jaloers.
# Roddels: Door heel het gelezen stuk wordt er geroddeld over mensen in het dorp. Met name over de dokter en zijn 3 zoons.
» Verwachtingen: Ik wist van tevoren hoe het verhaal zou gaan vanwege een presentatie in de klas. En ik weet ook dat het volgende deel in het boek over het verleden van Victor zal gaan.
b. Tussenstand 2
» Inhoud: Dit deel van het verhaal is opgesplitst in 2 verhaallijnen. De verhaallijnene worden in het boek door elkaar verteld. Verhaallijn 1 gaat over de jeugd van Victor. Hij wordt geboren met een hazenlip en wordt daarom, vooral door zijn moeder, verafschuwd. Ze wil het kind niet meer zien en wordt daarom in een inrichting voor debielen gestopt. Daarom krijgt hij voor het gemak ook maar het etiket debiel opgeplakt. Victor is erg stil totdat zuster Marthe zich over hem ontfermt. Ze krijgt al heel snel in de gaten dat Victor eigenlijk heel slim is en leert hem lezen. De zuster wordt niet geloofd wanneer ze dit aan de andere zusters vertelt omdat Victor het vertikt om voor hen te lezen. Wanneer zuster Marthe weer terugkomt in het gesticht krijgt ze het steeds moeilijker met de katholieke regels. Ze is zelf namelijk zwanger en wil weg. De hoofdzuster komt hierachter en laat het kindje weghalen door dokter Hoppe. Zuster Marthe vertelt hem nog wel dat Victor helemaal niet debiel is. En zo wordt Victor uit het gesticht gehaald. Hij verblijft vervolgens thuis. Hij ziet zijn moeder doodgaan en Victor maakt in een keer verschrikkelijk moeilijke puzzels. Dan wordt Victor naar een internaat gestuurd. Hier wordt hij een goede leerling die naar het gymnasium zal gaan na het internaat te voltooien. Ook op het gymnasium behaalt hij zijn diploma en besluit verder te studeren in de richting: embryologie.
De tweede verhaallijn gaat verder waar de eerste eindigt. Het begint met een bijzondere ontdekking die Victor heeft gedaan. Na lang onderzoek heeft Victor Hoppe muizen gekloond. Hij moet dit onderzoek wetenschappelijk beschrijven omdat de universiteit hier beroemd mee wil worden. Dit was niet de bedoeling van Victor. Hij werkt namelijk erg slordig en de formules staan niet netjes bij elkaar in zijn aantekeningen. Ook moesten de proeven herhaald worden voordat ze wetenschappelijke waarde krijgen. Ook hieraan weigert Victor mee te werken omdat het voor hem al duidelijk is. Hij kreeg bij zijn eerste succes een kaartje van een stafarts op de vruchtbaarheidskliniek in Bonn. Hierop stond: “U hebt God het nakijken gegeven”. Hierop gaat Victor veel serieuzer in dan de bedoeling was geweest. Hierna wil hij mensen gaan proberen te klonen. Ook komen er 2 lesbische vrouwen uit oostenrijk naar hem toe omdat ze een kind van elkaar willen. Victor denkt dat het mogelijk is en begint met het onderzoeken. Hij krijgt het voor elkaar om de kernen van de eicellen met elkaar te laten versmelten en brengt ze in bij de beide vrouwen. Bij een van de vrouwen groeit dit uit tot een Siamese tweeling en dus moet Victor de zwangerschap afbreken. De buitenwereld heeft ondertussen erg veel kritiek op Victor en zijn experimenten. De universiteit laat een buitenlands wetenschappelijk onderzoek toe, maar Victor is bezig met totaal andere dingen. Hij belt dan ook een van de Oostenrijkse vrouwen weer op en belooft haar de ze een kind zal krijgen, waar geen man aan te pas zal komen. Maar wat zij niet weet is dat Victor eigenlijk alleen maar een draagmoeder nodig heeft om zichzelf te klonen. Zijn begeleider op de universiteit schrikt van dit experiment en keurt het af maar Victor gaat er gewoon mee door. In de buik van de vrouw zitten nu 4 embryo’s waarvan er al een overleden is. Hij licht de stafarts in over de geplande geboortedatum: 29 september 1984.
» Mening: Ik vond dit ook weer een mooi deel om te lezen. Ik vond het vooral interessant om te lezen hoe het begin van de jeugd van Victor is verlopen. Dat andere over zijn kloonexperimenten was ook heel interessant om te lezen omdat ik best wel benieuwd ben naar hoe dat soort dingen echt kunnen werken.
» Plaats: De eerste verhaallijn speelt zich af in Bonn en Aken. En de tweede verhaallijn speelt zich af in Wolfheim, het gesticht in La Chapelle, en op de scholen waar Victor op zat.
» Tijd: Dit deel van het verhaal speelt zich af van 4 juni 1945 tot de zomer van 1984.
» Stijl: Het verhaal is geschreven op een manier dat het heel prettig is om te lezen. Hier en daar wat lange zinnen maar heel goed te volgen.
» Perspectief: Het verhaal wordt verteld vanuit de alwetende verteller.
» Motieven:
# Wetenschap: Dit is heel belangrijk in dit deel van het boek, omdat als Victor niet besloten had zich op de wetenschap te storten, dit hele verhaal niet zou zijn gebeurd. De ene verhaallijn draait namelijk alleen maar om de wetenschap.
# Geloofskwestie: Veel mensen vinden dat het beschikken van leven en dood in de handen van God ligt. Is het dan wel verstandig om hiermee te gaan knoeien.
# Geloof: Door het geloof van zijn vader, maar vooral dat van zijn moeder, is Victor in een inrichting gekomen. En door het geloof van zijn ouders en de zusters in de inrichting heeft Victor een verwrongen beeld van God gekregen.
» Verwachtingen: Ik wist van tevoren hoe het verhaal zou gaan vanwege een presentatie in de klas. En ik weet ook dat het volgende deel in het boek weer verder zal gaan op het eerste deel.
c. Tussenstand 3
» Inhoud: Dit deel van het verhaal gaat weer verder waar deel 1 geëindigd. Rex Cremer, de stafarts, gaat naar Victor Hoppe om het experiment onder ogen te zien, een aantal dagen nadat Frau Maenhout overleden is. Rex kwam Victor tegen op de beurs, en was erg nieuwsgierig naar de kinderen. Hij mocht ze zien en kwam dus naar Wolfheim. Toen Rex de kinderen zag schrok hij erg van wat hij zag: de kinderen zagen er oud en gerimpeld uit. Victor had al uitgezocht dat, dat kwam doordat de telomeren te kort waren. De kinderen konden dus ieder moment overlijden. Op een dag wordt Gunther Weber overreden door een lijnbus. Victor gaat snel naar de openbaring van Gunther en snijdt de teelballen van de jongen af. Een paar maanden later komen de ouders van Gunther naar hem toe. Victor legt de ouders uit dat ze opnieuw een kind kunnen krijgen, maar mevrouw Weber vond zichzelf te oud. Maar toen Victor uitlegde dat hij een ze een zoon kan bezorgen die precies lijkt op Gunther, maar zonder de doofheid, gaat mevrouw Weber overstag. Hij zei dat ze binnen een jaar hun zoon al zouden hebben. Hiermee zette Victor zichzelf onder enorme tijdsdruk omdat hij voor het inplanten van de eicel nog het gen voor doofheid uit het DNA moet verwijderen. Ondertussen is de draagmoeder van Rafaël, Gabriël en Michaël achter het adres van Victor gekomen omdat ze graag haar zonen wil zien. Het experiment bij mevrouw Weber is in volle gang maar hij had geen tijd meer om het gen voor doofheid te verwijderen en dus had hij de eicellen op kweek gezet. Helaas stierven deze al in de kweekbakjes. Tegen de tijd dat de moeder van de drie jongens aankomt is Michaël al overleden is. Ze vroeg of ze de lichamen van de twee andere jongens mocht zien en dat mocht. Zo kwam ze erachter dat Victor de jongens op formaline had gezet en dus als het ware weer terug zijn in de foetusfase. Ze is hier zo boos om dat ze een scalpel pakt en Victor in zijn zij steekt. Ondertussen doet Victor het experiment met mevrouw Weber opnieuw door zijn eigen eicellen te gebruiken. Rex wordt door de draagmoeder van de jongens gewaarschuwd en gaat direct naar het huis van Victor. Daar ontdekt hij dat Victor er niet meer is, ook ziet hij de foetussen en het lijk van de draagmoeder. Hij vindt dat hij zelf schuldig is en wil alle sporen uitwissen. Hij giet de formaline over alles heen en steekt het in brand. Op dat moment heeft Victor zichzelf aan het kruis opgehangen, op de plek waar Jezus hing op de Calvarieberg. Ook Rex komt om, omdat hij met zijn auto moest uitwijken voor een lijnbus, en zo een ongeluk veroorzaakte. Een tijd later wordt de zoon van meneer en mevrouw Weber geboren, Isaak. De operatie van zijn hazenlip is geslaagd en ook is er geen doofheid geconstateerd.
» Mening: Ook dit deel van het verhaal vond ik heel mooi om te lezen. Ik was wel geschokt toen ik las wat er met de drie kinderen gebeurde en ook wat Victor daarna zichzelf aandoet. Daar komt daarna nog bij dat al het bewijs wordt vernietigd doordat de stafarts een auto ongeluk krijgt en op slag dood is.
» Plaats: Het verhaal speelt zich af in het kleine dorpje Wolfheim. Het verhaal speelt zich met name af in het huis van Victor Hoppe. En ook nog op het drielandenpunt Vaals.
» Tijd: Dit deel van het verhaal gaat verder waar deel tussenstand 1 stopt. Het is nu dus 1988. Vanaf hier gaat het allemaal best snel. Er gebeurt veel in weinig tijd.
» Stijl: Het verhaal is geschreven op een manier dat het heel prettig is om te lezen. Hier en daar wat lange zinnen maar heel goed te volgen.
» Perspectief: Het verhaal wordt verteld vanuit de alwetende verteller.
» Motieven:
# Goed vs. Kwaad: Dit omdat dit nog steeds heel bepalend is voor Victors handelswijze. Het komt zelfs zo ver dat Victor zich daarom kruisigt net als Jezus.
# Roddels: Eerst wordt een kwaad gesproken over Victor en zijn kinderen maar wanneer Victor iemand gered heeft wordt hij zo populair in het dorp dat mensen die iets negatiefs zeggen over Victor gelijk met de nek aan worden gekeken. Dit alles gebeurt achter de ruggen van de dokter en buurtbewoners.
# Goddelijkheid: In dit deel van het verhaal ziet Victor zichzelf als Jezus. Want hij kan leven maken en beëindigen (zoals hij bij zichzelf doet), maar hij heeft ook het gevoel dat hij net als Jezus wordt tegengewerkt door God.
» Thema: De strijd tussen goed en kwaad.
5. Korte samenvatting
Het verhaal gaat over Victor Hoppe. Hij is als kind met een hazenlip geboren en is snel daarna opgenomen in een tehuis voor gekken. Hier heeft Victor een heel verwrongen beeld van God gekregen. Later als hij al is afgestudeerd als arts doet hij een bijzondere ontdekking. Hij ontvangt dan een kaartje met “U heeft God het nakijken gegeven”. Vanaf dat moment wil Victor niets liever dan ook daadwerkelijk God het nakijken te geven.
6. Informatie over de schrijver
Stefan Brijs werd geboren op 29 december 1969 in Genk (Belgisch-Limburg), waar hij ook jarenlang woonde en naar school ging. In 1990 studeerde hij af als onderwijzer en begon als opvoeder aan zijn vroegere middelbare school te werken. Van 1994 tot 1997 woonde hij in Zonhoven, daarna vestigde hij zich opnieuw in Genk.
Sinds 1999 schrijft Stefan Brijs voltijds – hij had op dat ogenblik drie boeken gepubliceerd en verscheidene essays en recensies geschreven voor de boekenbijlagen van De Morgen en De Standaard. In 2003 verhuisde hij naar het platteland, niet ver van het stadje Lier in de provincie Antwerpen.
Stefan Brijs debuteerde bij uitgeverij Atlas (Amsterdam) met De verwording, een magisch-realistische roman die opviel door zijn barokke taal. Een recensent noemde hem toen ‘een groot talent’ en ‘de hoop van de Vlaamse letteren’.
Na zijn debuut zwierf Brijs over Vlaamse begraafplaatsen, op zoek naar de resten van zijn literaire voorgangers, onder wie Gustaaf Vermeersch, Richard Minne, Maurice Gilliams en Karel van de Woestijne. Zijn queesten beschreef hij in Kruistochten, dat in 1998 verscheen. Deze essays kregen een vervolg in de krant De Standaard, waarvoor hij De vergeethoek maakte, een serie literaire portretten van vergeten Vlaamse schrijvers die in maart 2003 werden gebundeld.
In 2000 verscheen Arend, een aangrijpende roman over een misvormde jongen, die op zoek is naar zichzelf, naar begrip en naar liefde en ervan droomt om ooit te kunnen vliegen. Het boek kreeg zowel in Vlaanderen als in Nederland veel lof toegezwaaid. In Het Belang van Limburg werd het ‘een sterke en ontroerende roman’ genoemd, in Knack ‘een literaire prestatie die er mag zijn’. De Volkskrant had het over ‘een wonderschone roman’ en HP/De Tijd over ‘een nieuwe literaire sensatie’.
In de zomer van 2001 was er de publicatie van Villa Keetje Tippel, die veel stof deed opwaaien. In deze monografie wordt de geschiedenis verteld van de schrijfster Neel Doff en haar (intussen gesloopte) villa in Genk, die zij van 1908 tot 1939 elke zomer betrok en die haar inspireerde tot verscheidene werken. Tegelijk verwerkte Stefan Brijs in dit boek ook de geschiedenis van zijn eigen geboorte- en woonplaats Genk, een schilderachtig boerendorpje in de Kempen dat in honderd jaar tijd uitgroeide tot het industriële kunsthart van Belgisch-Limburg.
In de winter van 2001 verscheen Twee levens, een novelle die net als Arend in Vlaanderen en Nederland erg positief werd ontvangen. De Morgen had het over 'een beklemmend kerstavondrelaas', in het Parool werd de novelle aangeprezen als 'een overtuigend verhaal. Heel mooi' en het Algemeen Dagblad schreef dat het 'een pracht van een kerstnovelle' was.
In oktober 2005 verscheen zijn nieuwe roman De engelenmaker, waarvan de vertaalrechten aan meer dan tien landen zijn verkocht, waaronder Amerika, Engeland, Frankrijk, Duitsland en Rusland. Het boek ging intussen in Vlaanderen en Nederland al 120.000 keer over de toonbank en werd bekroond met de Gouden Uil Prijs van de Lezer 2006, de Vijfjaarlijkse Prijs voor Proza van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 2006 en door de leesclubs van Vlaanderen en Nederland met de Boek-delenprijs 2007. Ook werd het genomineerd voor de Libris Literatuurprijs 2006 en de AKO Literatuurprijs 2006.
In oktober 2006 verscheen Korrels in Gods grote zandbak, een essaybundel over de schrijvers van Turnhout, onder wie Jan Renier Snieders, Emiel Fleerackers, Jozef Simons en Ward Hermans. Dit boek schreef Stefan Brijs in opdracht van de stad Turnhout en het Cultuurcentum De Warande.
Momenteel werkt Stefan Brijs aan een nieuwe roman, Post voor mevrouw Bromley, die in 2011 zal verschijnen.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden