De eerste steen door Rom Molemaker

De hoofdpersoon – Marten Hij is 13 jaar oud aan het begin van het verhaal. Hij houdt erg veel van voetballen en hij is heel sportief. Hij is betrouwbaar en hij verraad zijn vrienden niet. Het is ook niet de jongen die problemen zoekt en is vrij rustig. Hij is een groot fan van voetbal maar doet dat zelf niet maar gaat vaak hardlopen. Als hij hardloopt loopt hij in zijn hoofd internationale wedstrijden en wint hij bijna altijd. Hij woont in de buurt van de voetbal stadion van zijn stad. Samenvatting Na die ene keer dat Marten met zijn oom Paul naar een Robur (de voetbalclub uit zijn stad) wedstrijd is gegaan, wil hij wel elke wedstrijd zien. Zijn vriend Johnny vertelt hem over een seizoenkaart dat je 1 jaar lang naar elke thuiswedstrijd kan gaan. Maar dat kost natuurlijk weer geld. Johnny is een sportieve jongen. Hij zit bij de c1 van Robur. Hij is de beste vriend van Marten en ze kunnen goed met elkaar opschieten. Intussen was Marten bijna jarig. Hij wou geen cadeautjes maar hij wou alleen geld zodat hij de seizoenkaart die hij zo graag wou hebben kon kopen. Zijn vader en zijn moeder vonden het maar niks. Ze zijn allebei ongeïnteresseerd in wat Marten doet maar toch vinden ze het maar ze blijven pessimistisch. Ze vinden het geld verspilling en dat er te veel geweld is bij voetbalwedstrijden. Marten gaat naar elke thuiswedstrijd van Robur met Johnny en Harry. Harry is zijn buurjongen. Harry is een jaar of 3 ouder dan Marten en Johnny. Hij gaat zijn eigen weg. Harry zoekt vaak rellen op en komt vaak in aanraking met van de tegenstander supporters. Na een tijdje komt hij Dana tegen, het zusje van Harry maar toch nog 2 jaar ouder dan hij. Hij wordt stapelverliefd op haar en hij zoent met haar op zijn dakkapel van zijn huis waar hij af en toe gaat zitten om na te denken of en tot rust te komen. Marten dacht dat ze verkering hadden, maar achteraf bleek dat zij hem meer gebruikt had als speeltje en wou verder ook niks met hem. Op een dag gaat Marten weer met een aantal vrienden waaronder Harry en Johnny naar Robur - Spero waar het volledig uit de hand loopt. Dat komt doordat Harry een rotje middenin een menigte met Spero supporters gooit en een meisje blind raakt. Marten en Johnny vluchten voor de rellen. Maar dan gaat het fout, ze komen er midden in en omdat Johnny een blessure aan zijn enkel heeft die hij opgelopen heeft bij voetbal eerder die dag loopt hij heel langzaam en kan Marten niet bijhouden. Als Marten dan een straat over steekt en Johnny hem volgt kan hij Marten niet bijhouden en wordt geraakt door een ME auto. Johnny beland daardoor in het ziekenhuis en kan nooit meer voetballen, lopen zal hij weer moeten leren. Door dat ongeluk gaat Marten nadenken over de rellen en Harry die er aan meedoet, en wat hij het meisje van de tegenstanders heeft aangedaan. Hij wordt boos op Harry en gaat naar hem toe en zegt hem dat hij naar de politie moet gaan om zichzelf aan te geven. Zijn vader krijg een nieuwe baan in Groningen en daarom verhuisd hij, hij gaat nog af en toe naar wedstrijden van Robur met Johnny in vak P. (het rustige vak) Johnny verteld hem dat Harry zich wel bij de politie heeft aangegeven, maar dat hij niet weet waarom. Marten voelt zich groeien bij de gedachte van wat er gebeurd was. Hij wist wel zeker waarom Harry zich had aangegeven bij de politie.