1. Zakelijke gegevens:
Titel: De eerste keer
Verklaar de titel: Het gaat over 6 jongeren die voor het eerst zonder hun ouders op vakantie gaan. Ze kennen elkaar nog niet maar hebben allemaal hun eigen redenen. De eerste keer verliefd worden, de eerste keer op eigen benen staan, de eerste keer seks of voor het eerst jezelf overwinnen. Allemaal onderwerpen die in het boek voorkomen. Auteur: Caja Cazemier
Aantal bladzijden: 160
Jaar van uitgave: 2002
Druk: 1e druk
Tot welke genres behoort het boek: Psychologisch 2. Inhoud: Vertel de belangrijkste gebeurtenissen van het verhaal na aan de hand van de volgende stappen: - Beginsituatie: Jorien organiseert een fietskamp omdat ze een weekje op vakantie wil zonder haar ouders. - Ontstaan van het probleem: Niemand kent elkaar eigenlijk en het blijken allemaal totaal verschillende mensen te zijn. - Verbetering van het probleem: doordat de week vordert leren ze elkaar beter kennen worden ze goed bevriend met elkaar. - Oplossing van het probleem/afloop: Aan het eind van de week zijn ze een hele hechte groep en is er zelfs een setje ontstaan. Herken je de situaties/gebeurtenissen die in het boek beschreven staan? Nee, ik ben nog nooit alleen op vakantie geweest. Al is het natuurlijk wel zo dat alles wat je doet ooit een keer voor het eerst is geweest. Als ik voor het eerst alleen op vakantie zou gaan zou ik me heel vrij voelen. En er zeker een onvergetelijke vakantie van maken. 3. Analyse: Noem de hoofdperso(o)n(en)/karakters en minimaal twee bijpersonen/typen: De hoofdpersoon is Jorien. De belangrijkste bij personen zijn de 5 mensen waar Jorien mee op fietstocht is. Jan-Willem(die JW genoemd word), Lynx, Donna, Jasper en Maartje
Beschrijf de hoofdperso(o)n(en): Jorien is een spontaan meisje. Ze is wel een beetje bazig maar weet wel wat ze wil. Ze is een sportief typetje en houd vooral van fietsen. Ze komt uit een dorp in de buurt van Utrecht. Ze wil zelfstandig zijn maar haar ouders willen haar niet echt loslaten. Ze mag niet alleen op vakantie maar gaat dan stiekem weg. Tijd: Wanneer speelt het verhaal zich af: ‘’op de ochtend van 17 juli sloeg Jorien de wekker al op zijn kop voordat hij nog zou beginnen met zoemen’’ Hoeveel tijd verstrijkt er tussen begin en einde van het verhaal: 1 week( gedurende de fietstocht en die duurt van zaterdag tot zaterdag) Is het een chronologisch of niet-chronologisch verteld verhaal? Ja, het is in een goede volgorde verteld. Van dag tot dag. Het begint met een advertentie die Maartje leest over die fietsvakantie. Ze besluit eraan mee te doen en is een van de 5 die er met Jorien mee gaan. Dan begint het boek eigenlijk pas echt… Het begint op de zaterdag waar de fietstocht begint en dan word er over elke dag verteld, het eindigt op de zaterdag daarop. Als de fietstocht is afgelopen. En dan nog een klein stukje van een paar weken later als Jasper Jorien gaat opzoeken. Het is dus heel chronologisch vertelt. Ruimte: Waar speelt het verhaal zich af? ‘een camping was gauw gevonden en in de brandende zon haalden ze hun fietstassen leeg’ het speelt zich dus o.a. af op de camping, op het strand en eigenlijk voor het grootste deel af op de fiets. Ze fietsen vanaf Utrecht naar Friesland en weer terug. Welke functie heeft ruimte in dit verhaal? Er is geen ruimte in het verhaal want ze gaan niet naar een andere planeet dan aarde. Vertelwijze: Door wiens ogen zien we de gebeurtenissen: Door de ogen van de 6 fietsers. Steeds weer door iemand anders zijn ogen. Stel je voor dat we het verhaal door jou ogen zouden beleven, noem dan een situatie die je zou veranderen: Ik zou alleen op vakantie gaan als ik toestemming heb van mn ouders. 4. Bedoeling: Welke bedoeling heeft de auteur met het verhaal? Amuseren. Er zit verder niet echt een boodschap in het verhaal.
5. Mening:
Geef je mening over het boek in minimaal 50 en maximaal 100 woorden. Betrek in je mening de volgende onderwerpen:
- het onderwerp
- de gebeurtenissen/gedachten
- de opbouw
- de personages
- het taalgebruik
De titel van het boek slaat eigenlijk op het hele boek. Het hele verhaal gaat over een groepje die een week zonder hun ouders op vakantie gaan. Iedereen heeft z’n eigen redenen om mee te gaan. Het verhaal is goed opgebouwd want het begint met die oproep van Jorien die word gelezen door Maartje. Zij is een van de 5 die zich opgeeft bij Jorien. Dan begint het boek pas echt eigenlijk. Het begint op dag 1 van de fietstocht en eindigt op de laatste dag. Het zijn 6 totaal verschillende personages. Maar dat maakt het boek juist leuk. Want daardoor ontstaan er ruzies en liefdes. Het taalgebruik is makkelijk en goed te volgen. Dit alles samen maakt het tot een leuk boek.
Verklaar de titel: Het gaat over 6 jongeren die voor het eerst zonder hun ouders op vakantie gaan. Ze kennen elkaar nog niet maar hebben allemaal hun eigen redenen. De eerste keer verliefd worden, de eerste keer op eigen benen staan, de eerste keer seks of voor het eerst jezelf overwinnen. Allemaal onderwerpen die in het boek voorkomen. Auteur: Caja Cazemier
Aantal bladzijden: 160
Druk: 1e druk
Tot welke genres behoort het boek: Psychologisch 2. Inhoud: Vertel de belangrijkste gebeurtenissen van het verhaal na aan de hand van de volgende stappen: - Beginsituatie: Jorien organiseert een fietskamp omdat ze een weekje op vakantie wil zonder haar ouders. - Ontstaan van het probleem: Niemand kent elkaar eigenlijk en het blijken allemaal totaal verschillende mensen te zijn. - Verbetering van het probleem: doordat de week vordert leren ze elkaar beter kennen worden ze goed bevriend met elkaar. - Oplossing van het probleem/afloop: Aan het eind van de week zijn ze een hele hechte groep en is er zelfs een setje ontstaan. Herken je de situaties/gebeurtenissen die in het boek beschreven staan? Nee, ik ben nog nooit alleen op vakantie geweest. Al is het natuurlijk wel zo dat alles wat je doet ooit een keer voor het eerst is geweest. Als ik voor het eerst alleen op vakantie zou gaan zou ik me heel vrij voelen. En er zeker een onvergetelijke vakantie van maken. 3. Analyse: Noem de hoofdperso(o)n(en)/karakters en minimaal twee bijpersonen/typen: De hoofdpersoon is Jorien. De belangrijkste bij personen zijn de 5 mensen waar Jorien mee op fietstocht is. Jan-Willem(die JW genoemd word), Lynx, Donna, Jasper en Maartje
Beschrijf de hoofdperso(o)n(en): Jorien is een spontaan meisje. Ze is wel een beetje bazig maar weet wel wat ze wil. Ze is een sportief typetje en houd vooral van fietsen. Ze komt uit een dorp in de buurt van Utrecht. Ze wil zelfstandig zijn maar haar ouders willen haar niet echt loslaten. Ze mag niet alleen op vakantie maar gaat dan stiekem weg. Tijd: Wanneer speelt het verhaal zich af: ‘’op de ochtend van 17 juli sloeg Jorien de wekker al op zijn kop voordat hij nog zou beginnen met zoemen’’ Hoeveel tijd verstrijkt er tussen begin en einde van het verhaal: 1 week( gedurende de fietstocht en die duurt van zaterdag tot zaterdag) Is het een chronologisch of niet-chronologisch verteld verhaal? Ja, het is in een goede volgorde verteld. Van dag tot dag. Het begint met een advertentie die Maartje leest over die fietsvakantie. Ze besluit eraan mee te doen en is een van de 5 die er met Jorien mee gaan. Dan begint het boek eigenlijk pas echt… Het begint op de zaterdag waar de fietstocht begint en dan word er over elke dag verteld, het eindigt op de zaterdag daarop. Als de fietstocht is afgelopen. En dan nog een klein stukje van een paar weken later als Jasper Jorien gaat opzoeken. Het is dus heel chronologisch vertelt. Ruimte: Waar speelt het verhaal zich af? ‘een camping was gauw gevonden en in de brandende zon haalden ze hun fietstassen leeg’ het speelt zich dus o.a. af op de camping, op het strand en eigenlijk voor het grootste deel af op de fiets. Ze fietsen vanaf Utrecht naar Friesland en weer terug. Welke functie heeft ruimte in dit verhaal? Er is geen ruimte in het verhaal want ze gaan niet naar een andere planeet dan aarde. Vertelwijze: Door wiens ogen zien we de gebeurtenissen: Door de ogen van de 6 fietsers. Steeds weer door iemand anders zijn ogen. Stel je voor dat we het verhaal door jou ogen zouden beleven, noem dan een situatie die je zou veranderen: Ik zou alleen op vakantie gaan als ik toestemming heb van mn ouders. 4. Bedoeling: Welke bedoeling heeft de auteur met het verhaal? Amuseren. Er zit verder niet echt een boodschap in het verhaal.
De titel van het boek slaat eigenlijk op het hele boek. Het hele verhaal gaat over een groepje die een week zonder hun ouders op vakantie gaan. Iedereen heeft z’n eigen redenen om mee te gaan. Het verhaal is goed opgebouwd want het begint met die oproep van Jorien die word gelezen door Maartje. Zij is een van de 5 die zich opgeeft bij Jorien. Dan begint het boek pas echt eigenlijk. Het begint op dag 1 van de fietstocht en eindigt op de laatste dag. Het zijn 6 totaal verschillende personages. Maar dat maakt het boek juist leuk. Want daardoor ontstaan er ruzies en liefdes. Het taalgebruik is makkelijk en goed te volgen. Dit alles samen maakt het tot een leuk boek.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden