Boekgegevens
Titel: De droom in de woestijn
Schrijver: Evert Hartman
Uitgeverij: Lemniscaat b.v. Rotterdam 1989
Uitleg Titel
De droom in de woestijn is een erg toepasselijke titel omdat Mattanja ook werkelijk een droom in de woestijn krijgt. Deze droom speelt een rol in dit verhaal en is de rode draad. Mattanja worstelt de hele tijd met deze droom en komt aan het eind van het verhaal pas achter de betekenis van de droom.
Perspectief
Het perspectief is een perspectief met een onzichtbare verteller. Dit zie je aan de gebeurtenissen. Ze worden niet door de hoofdpersoon zelf verteld maar word in het algemeen vermeld.
Hoofdpersonen
Mattanja: Deze is de echte hoofdpersoon van het verhaal. Hij piekert altijd overal over. Later wordt hij verliefd op een meisje, Thaisa. Mattanja heeft een broer, Uria, en een neef, Elon. Hij staat in dienst van David.
Thaisa: Dit is een slavin van Nabal. Zij vindt Mattanja ook leuk. Eerst woont ze nog bij Nabal maar naar de hand bij het leger van David.
Uria: Hij zit ook in het leger van David en is Mattanja’s broer. Hij is erg strategisch en is een van de beste mannen uit Davids leger. Hij heeft een vriendin, Batséba.
David: Hij is de leider van de bende. Hij is goedgelovig en vertrouwd altijd op God.
Verder speelt de rest van de familie van Mattanja een rol. Bij de familie horen een vader, Eliam, een moeder, Maächa, een zusje, Tirza, en een broertje, Seres. Er komt ook nog een oom uit Gilo hierin voor, Architofel. Hij is een wijs man en kan lezen en schrijven. In die tijd kon bijna niemand dat.
Ruimte
Het hele verhaal speelt zich af in Israël. Er werd vroeger veel gerezen, en dat merk je ook goed in dit verhaal. Het gebied waar zich dit allemaal afspeelt is zo ongeveer 60 bij 90 kilometer. Op de kaart op de volgende pagina, zijn alle legerplaatsen van David te zien, de reizen van Mattanja, en de legers van de Filistijnen en koning Saul, enz.
Tijd
Het verhaal heeft lang geleden afgespeeld maar is niet waar gebeurd. Het geheel speelde zich nog af voor Christus. Het zat in de tijd van David.
Thema
Het boek gaat over de problemen die Mattanja heeft met zijn dromen. Het hele boek door probeert hij de betekenis van de droom te achterhalen.
Samenvatting
Mattanja haastte zich door de woestijn samen met zijn broer Uria. Mattanja was moe. Ze waren ’s ochtends vertrokken van hun kamp dat ze opgeslagen hadden in de woestijn van Zif, bij de bronnen van En-Gedi. Saul zat achter David aan en Mattanja en zijn broer moesten op verkenning. Volgens Uria zou Saul met zijn leger langs Jebus trekken. Toen ze bij Jebus aangekomen waren, zagen ze een paar bewoners een beeld aanbidden en ze brachten offers. Maar het waren kinderoffers. Mattanja wou de priester doden maar Uria hielt hem tegen. Maar ineens stonden er twee bewakers achter hen. Met een list doodde ze de bewakers en sloegen op de vlucht. Toen ze de achtervolgers kwijt waren gingen ze wat rustten en praatten over wat er bij Jebus gebeurd was. Ze liepen weer terug naar de woestijn van Zif. En ineens zagen ze Saul met duizenden soldaten die de kant van Davids legerplaats liepen. Mattanja en zijn broer haastten zich om eerder bij David te zijn dan Saul. Mattanja was als eerste en vertelde dat Saul eraan kwam. David maakte rechtsomkeer en zocht bescherming in een spelonk. De overkant van de woestijn zou niet ongezien gehaald worden dus moest maar één iemand gaan en dat was Asaël. Hij was een goede vriend van Mattanja. Later was Sauls leger beneden en kwam Saul alleen naar hun spelonk. Hij had hen niet gezien en ging zijn behoeften doen. Hij had zijn mantel afgeworpen en David sneed er een stuk van af. Toen Saul weg was ging David naar voren en sprak tot Saul. Hij zei iets over de vervolging van Saul dat het allemaal leugens waren. Saul gaf hem gelijk en trok weg. De volgende dag zat Mattanja bij de bron van En-Gedi. Toen kwam Asaël en die vroeg of hij mee ging. Hij vertelde dat er twee soldaten van het leger van Saul zich bij hen hadden aangesloten. Die avond was er nog een ruzie maar voor de rest was de avond gezellig. Mattanja herkende de twee soldaten evenals Uria en Elon, zijn neef. Ze hadden hun geboorteplaats overvallen maar Uria en de rest hadden terug gevochten. De volgende morgen liet David het volk bijeen komen. Want hij wou aan God vragen of hij de Amelekieten moest overvallen en of ze zouden winnen, waarop God “Ja” op antwoordde. Ze trokken de volgende dag naar Molada en zetten zich daar neer. Ze overvielen de volgende dag de Amelekieten. Maar bij de overval werd Elon gedood. Mattanja achtervolgde de jongen en verwonde zijn kameel nog. Aan het beest z’n bloedsporen kon hij de jongen opsporen. Toen hij hem gevonden had lag de jongen klem onder een grote steen. Hij hielp de jongen eronderuit, zette hem op zijn kameel en liet hem gaan. Toen hij terug ging was hij uitgeput. Hij raakte bewusteloos en kreeg een droom van schorpioenen die veranderden in sprinkhanen. De beesten stortten zich op de oogst en de boeren vochten terug en David kwam helpen maar hij haalde het niet. Uiteindelijk kwamen de Amelekieten en Filistijnen die de beesten vermorzelden. Daarna gingen de Amelekieten en Filistijnen feest vieren. Toen hij wakker werd, werd hem verteld dat hij bij Nabal was. Hij raakte daar verliefd op een meisje, zij heette Thaisa. Hij verbleef daar een lange tijd tot hij problemen kreeg met Nabal en weggestuurd werd. Toen hij terugwas bij David, vertelde hij zijn verhaal en zijn droom, maar iedereen verklaarde hem voor gek. Een paar weken later had hij een goed gesprek met Asaël. Mattanja vertelde hem over Jarib en Noa. Zij gingen samen op steenbokken jacht en toen zij terug kwamen werd Mattanja gegrepen en bij David gebracht. Het bleek dat Sechanja gestorven was, vermoord. Iemand had een schorpioen bij hem gezet , die Sechanja gestoken had. Alle mannen van het volk werden bij elkaar geroepen, en de priester wierp het lot. Om te loten wie de dader is geweest. Uiteindelijk wees het lot Malkai aan en hij werd gestenigd. De volgende dag hing er een gespannen sfeer in het kamp van David. David wilde weer een andere schuilplaats gaan zoeken, toen hij met het bericht kwam dat Samuël was gestorven. David wilde naar de begrafenis en hij nam, Mattanja, Uria en Asaël mee. Toen gingen de vier mannen op weg en overnachten zij in een herberg in Rama. De volgden dag was de begrafenis van Samuël. Tijdens de begrafenis begon het heftig te hagelen. Alle mensen vluchten de stad in. David en Uria hielpen de vluchten mensen de poort door van de stad Rama. Toen de hagelbui voorbij was, waren veel huizen vernietigd. David en Uria werden hartelijk bedankt voor hun hulp bij de poort van de stad. En werden door de Raad der Oudsten uitgenodigd om met hen mee te gaan om met hen mee te eten. Onder het eten had Mattanja een gesprek met Uria en Asaël, waaruit bleek dat Uria en naar zijn woonplaats terug wilde keren. Mattanja wilde met zijn broer mee gaan. Zij vroegen toestemming aan David en David liet hen gaan. De volgende ochtend vertrokken de broers richting Gibea. De broers wilden met een list de stad Gibea binnen gaan. Ze kochten van herders drie schapen en kwamen zo de stad binnen. Zij vervolgenden hun weg naar huis en kwamen thuis Batséba, de vriendin van Uria, tegen. Batséba riep de familie van de broers en de rest van de familie kwam ook thuis. Doordat de broers thuis waren gekomen gingen zij een feestmaal klaarmaken en slachten daarom een schaap. Later werd er in eens op de deur geklopt, het was Doëg met zijn herders, waar van de broers de schapen hadden gekocht. Er ontstond ruzie tussen Doëg en de familie. Hij verliet het huis om te onderzoeken of de broers wel de waarheid spraken. Met een list overmeesterden de broers de twee bewakers. Daarna trokken ze met de familie uit het huis weg. Onderweg kwamen ze Doëg tegen en hij wou hen laten grijpen maar de menigte die toe was komen stromen stenigde Doëg. Toen trok de familie naar Gilo waar ze op zoek gingen naar de vader van Eliam. Architofel genaamd. Hij was een wijs man. Die avond had Mattanja een gesprek met zijn zusje, Tirza, over Mattanja’s vriendin, Thaisa. Die volgende dag gingen Uria en Mattanja weer terug naar het kamp. Toen ze daar aangekomen waren vertelde Simon dat David naar Nabal was gegaan omdat hij geen gastvrijheid had verleend. David wou hem hiervoor doden. Maar de vrouw van Nabal kwam hem tegemoet met allerlei lekkers en ze vroeg David om zijn genade. Hij zag ook Thaisa weer. Die avond was het feest. De volgende dag ging hij met Asaël naar Nabals huis. Daar hoorden ze dat Nabal was overleden. Toen keerden ze beiden weer terug en berichtte dit aan David. Tien dagen later toen de rouwtijd van het overlijden van Nabal was afgelopen, gingen Asaël en Mattanja opnieuw naar Maon. Ze hadden een opdracht gekregen van David om aan Abigaïl te vragen of ze Davids vrouw wilde worden. De volgende dag vertrokken Mattanja, Asaël, Abigaïl, Thaisa en nog wat andere slavinnen naar het kamp. Later werd het kamp opgeschrikt door het bericht dat Saul weer er weer met een leger aankwam. Ze gingen op weg en vermoorde de verkenners van Saul op één na. Ze trokken naar het land van de Filistijnen, want daar zouden ze veilig zijn voor Saul. Daar kregen ze van de koning een woonplaats in de plaats Ziklag. Daar bouwden de mannen een dorpje op. Jarib en Noa bedregen Thaisa en Mattanja verdedigde zijn vriendin. Ze raakten slaags en werden uit elkaar gehaald. Ze gingen op oorlogspad en overvielen stammen. Bij één zo’n overval kwamen Jarib en Noa om het leven. De koning van de Filistijnen dacht dat hij er met David een bondgenoot bij had. Mattanja had besloten te vertrekken. Hij had er lang over nagedacht maar hij kon het niet meer aan om al die volkeren te plunderen en uit te moorden. Hij nam afscheid van iedereen en hij mocht Thaisa mee nemen. Ze trokken mee met een karavaan. Toen werd Thaisa erg ziek. Een man die zo vriendelijk was het paar te helpen bracht ze naar een vrouw in Endor. Zij maakte Thaisa beter. Maar ook op die dag kwam Saul langs. Hij wou de geest van Samuël spreken om te vragen wat er met hem zou gebeuren want de Filistijnen vielen hen aan. Samuël werd opgeroepen en antwoordde dat Saul zou sneuvelen in de strijd. Mattanja en Thaisa gingen op weg naar Gilo waar de familie van Mattanja woonde. Daar bouwden ze een huis. Een poos later kwam Uria thuis. Hij was nog in dienst van David en bracht een bericht en een deel van de buit. Deze moesten de inwoners verdelen.
Over de Schrijver
Evert Hartman werd op 12juli 1937 geboren in Dedemsvaart. Hij groeide op in Kampen. Hij werd aardrijkskunde leraar in Hoogeveen. Hij deed dit tot 1993. Hij schreef veel jeugd boeken, waaronder: -
Oorlog zonder vrienden -
Vechten voor morgen -
Het onzichtbare licht -
Gegijzeld -
Buitenspel -
Morgen ben ik beter
Het eerste jeugdboek verscheen in 1979 en werd hiervoor bekroond met de Europese Jeugdboekenprijs. Ook nog bekroond met een Kinderjury prijs waren: -
Niemand houdt mij tegen (1991) -
De Voorspelling (1993) -
De vloek van Polyfemos (1994)
Evert Hartman overleed in april 1994.
Waardering
Ik vind het een mooi boek vooral omdat er ook bekende stukken uit de Bijbel in voorkomen. Zoals dat David een stuk van de mantel van Saul afsnijdt en dat Saul bij de waarzegster in Endor komt. Je ziet het verhaal door de ogen van Mattanja en je hoeft er zelf geen beeld van te maken. Zo krijgt een Bijbelverhaal iets speciaals en word het veel leuker.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
T.
T.
Ik vind het zo'n leuk stukje dat ik er even op wou reageren. ik heb er heel veel aan gehad, want ik heb mijn presentatie erover gehouden en daar heb ik een 9 voor gekrijgt. dus heeeeeeeeeeeeeel erg bedankt!!!!!!!
groetjes
tim :D :}
18 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Hoi. Ik ben Madeleine en ik ben 13 jaar. Ik heb jou boekverslag gebruikt voor mijn boekbespreking en ik had een 7! Bedankt voor het op internet zetten ervan. Het was een goede.
Groetjes Madeleine
17 jaar geleden
Antwoorden