Titel : De Donkere Kamer van Damokles
Jaar 1e druk : 1985
Plaats : Amsterdam
Uitgever : Van Oorschot 2: Motivering van de keuze Ik heb het boek gekozen op aanraden van mijn broer, hij zei dat het een boek was waar je lekker doorheen kunt komen en waarover veel te schrijven valt in een boekverslag. Gemakkelijk als ik ben heb ik het advies van mijn broer opgevolgd en De Donkere Kamer van Damokles gekozen als leesboek. 3: Korte Samenvatting Henri Osewoudt gaat op 12-jarige leeftijd naar zijn oom Bart Nauta in Amsterdam. Dit doet hij nadat zijn moeder in een vlaag van waanzin zijn vader, die in Voorschoten een sigarenwinkel had, vermoord heeft. Hij volgt een middelbare-schoolopleiding, maar heeft met niemand contact, behalve met zijn nicht Ria, die 7 jaar ouder is. Beiden zijn lelijk. Henri heeft bolle wangen, wit zijdeachtig kortgeknipt haar, geen baardgroei, en, vanwege de judosport vergroeide voeten: hij ziet eruit als een rechtopstaande pad. Bovendien heeft hij een te hoge stem. Ria's haar heeft de kleur van pakpapier en ze heeft een zeer spitse onderkaak en te lange tanden. Op 18-jarige leeftijd trouwen ze. Henri zet de zaak van zijn vader voort. Zijn moeder woont bij hen in, en Moorlag, die staatsexamen wil doen, heeft ook een kamer bij hen. Henri wordt afgekeurd voor militaire dienst, omdat hij een halve centimeter te klein is. Wel is hij bij de Burgerwacht en bij het uitbreken van de oorlog krijgt hij de opdracht bij het postkantoor op wacht te staan. Hij komt in contact met een luitenant van de landmacht, die zich Dorbeck noemt. Deze Dorbeck lijkt als twee druppels water op Henri, met dat verschil, dat hij het 'geslaagde exemplaar' is, en de eigenschappen bezit, die Henri graag had willen hebben. Van Dorbeck krijgt Henri een filmpje, dat ontwikkeld moet worden. Na de capitulatie geeft Henri D. een kostuum te leen, en begraaft hij D's uniform in zijn tuin. D. brengt later het kostuum terug en geeft Henri nog enkele films. Deze moeten ontwikkeld worden en dan naar E.Jagtman, Legmeerplein 25-111 in A'dam-West worden opgestuurd. Als de films zijn ontwikkeld, staan er alleen zwarte vlekken op, zodat Henri ze niet durft op te sturen. In plaats daarvan koopt hij een Leica en maakt zelf foto's van militaire objecten. Via opdrachten van D. raakt Henri bij het verzet betrokken. Hij moet bijv. samen met ene Zewuster in de Kleine Houtstraat in Haarlem twee mannen neerschieten. Daarbij wordt hij gevolgd door de zoon van de drogist in Voorschoten, en verraden. Als Henri het filmpje ontwikkelt, dat D. hem in de meidagen van '40 gaf, staat op één van de foto's D. met twee vriendinnetjes voor het huis in de Kl. Houtstraat. De hele familie Jagtman komt om het leven als een brandend vliegtuig op hun huis neerstort. Henri krijgt dan in '44, nadat hij drie jaar niets van D. heeft gehoord, een brief met het verzoek de foto's te zenden naar Postbus 234 in Den Haag. Hij gaat kijken wie de brief ophaalt: het blijkt een heilsoldate te zijn. Enkele dagen later wordt hij opgebeld door ene Elly Spenkelbach Meijer. Zij zegt dat ze uit Engeland komt en toont hem later een van de foto's, die hij aan D. heeft gestuurd. Hij brengt haar dan naar oom Bart, maar als hij in Voorschoten terugkomt, hoort hij van Moorlag, dat de Duitsers hem hebben opgewacht en zijn moeder en Ria opgepakt zijn. In Leiden krijgt hij een nieuw persoonsbewijs dat op naam van Filip van Druten staat. Hij wordt verliefd op het meisje Marianne Sondaar (de ondergedoken joodse studente Mirjam Zettenbaum), dat zijn haren zwart verft. Zelf duikt hij onder aan de Zoeterwoudse singel, en gaat foto's ontwikkelen voor Labare. Hij beseft hoezeer hij veranderd is, en vindt, dat D. 'een ander mens' van hem heeft gemaakt. Hij ontmoet Marianne opnieuw, die voor hem de valse papieren naar Elly wil brengen. Zij blijkt echter al verdwenen. Hij krijgt een nieuwe opdracht van D.: hij moet in de stationswachtkamer van Amersfoort een vrouw in leidsteruniform van de Nat. Jeugdstorm ontmoeten. Samen gaan ze naar Lunteren om de Gestapoman Lagendaal uit de weg te ruimen. De vrouw wordt later in de trein aangehouden; Henri wordt gearresteerd als hij met Marianne in de bioscoop zit en op het doek een oproep tot zijn aanhouding verschijnt. Hij wordt gemarteld, opgenomen in een ziekenhuis, en weer bevrijd. Als hij bij Labare Marianne opnieuw ontmoet, toont hij haar zijn gevoelens over D. en zichzelf: "Ik heb nooit geweten, dat ik het mislukte exemplaar was tot ik D. ontmoette." Hij vindt dat hij alleen bestaansrecht kan krijgen, als hij D's opdrachten uitvoert. 's Nachts wordt hij weer gearresteerd en later door Ebernuss bevrijd. Deze is op zoek naar Henri's dubbelganger D.. In een clandestiene sociëteit voor ondergrondse helden, denkt Henri D. te herkennen. Hij krijgt gif om Ebernuss te vermoorden, en daarna gaan ze er samen in Ebernuss' auto vandoor. In een leegstaand huis maakt Henri met de Leica van Ebernuss voor de spiegel een foto van D. en zichzelf. D. vertelt hem, dat Ria samenwoont met de verrader, de zoon van de drogist in Voorschoten. Henri krijgt een verpleegstersuniform om Marianne, die zwanger is, in de kraamkliniek te kunnen bezoeken. Als hij daar aankomt, krijgt hij het lijkje van zijn kind te zien, en loopt huilend weg. Hij vermoordt eerst Ria, daarna de Duitser, die hem een lift had gegeven, en vraagt dan een pastoor om hulp. Met hulp van een illegale arts komt hij de grens tussen het bezette en het door de geallieerden bevrijde gebied over naar Breda. Hij wordt naar Engeland gebracht en verhoord. Hij gaat dan weer naar Nederland, maar wordt ook daar niet vrijgelaten. Er wordt namelijk beweerd, dat in de Duitse stukken staat, dat hij een handlanger van de Duitsers is. Er is niemand die het tegendeel kan bewijzen. Dorbeck is onvindbaar, Jagtman en Moorlag zijn dood, Mirjam is in Israël. Als Henri het filmpje ontwikkelt, waarop hij samen met D. op de foto zou staan, blijkt deze foto mislukt. Henri rent naar buiten en wordt neergeschoten.
1. Henri Osewoudt
2. Dorbeck
3. Ria
4. Marianne Sondaar
5.1.2.: Beroep, hobby’s, gedachten, obessies, etc. 1. Henri Osewoudt, ook wel Filip van Druten, Melgers of Clara Boeken, is in het begin van het boek een student, maar later besluit hij de sigarenwinkel over te nemen, omdat hij studeren maar niets vindt. 2. Over Dorbeck valt weinig te vertellen, het enige dat we weten is dat hij bij de geheime dienst zit en Henri opdrachten geeft. 3. Ria is de nicht en later de vrouw van henri, over haar beroep en hobby’s is niets bekend, het enige wat ik uit het verhaal heb kunnen opmaken is dat ze opportunistisch is. 4. Marianne Sondaar is een kapster die Osewoudt’s haar verft. Ze is een joodse vrouw die onderduikt. 5.1.3.: Verwantschappen
1. Osewoudt is de dubbelganger van Dorbeck (of andersom). De volle neef en later de echtgenoot van Ria. Later in het verhaal is hij de minnaar van Marianne Sondaar
1. Henri Osewoudt is een lelijke jongeman als het verhaal begint. Voor militaire dienst komt hij niet in aanmerking, omdat hij een halve centimeter te kort is. Osewoudt is een onzeker, gesloten karakter dat eigenlijk altijd de weg van de minste weerstand kiest. Ondanks het feit dat hij had kunnen gaan studeren en goede cijfers haalde op de middelbare school besluit hij toch de sigarenwinkel over te nemen om voor zijn moeder te kunnen zorgen. Zichzelf ziet hij als een mislukt exemplaar van zijn dubbelganger Dorbeck. Hij voert blindelings opdrachten uit die Dorbeck hem geeft, om zo zichzelf tot een “geslaagd exemplaar” te maken. 2. Dorbeck is de dubbelganger van Osewoudt, hij heeft wel een mannelijk uiterlijk, maar voor de rest lijkt hij als twee druppels water op Osewoudt. Dorbeck is de geslaagde tegenpool van Osewoudt. 3. Ria is de volle nicht van Henri, die net als hem lelijk is. Ze is erg opportunistisch, wat te zien is aan het feit dat ze later in het verhaal met de verrader van haar eigen man gaat samenwonen. Net als Osewoudt kiest ze altijd de weg van de minste weerstand. 4. Marianne Sondaar (Mirjam Zettenbaum) is een joodse vrouw, waar Osewoudt verliefd op wordt als hij zijn haar laat verven door haar. Het enige dat over haar te vertellen is is, dat ze vrij moedig is. Ze brengt namelijk een vals persoonbewijs naar een van de mensen waar Osewoudt mee in contact is gekomen. 5.1.5.: Citaten
Ik ben er alleen in geslaagd voor Osewoudt een geschikt citaat te vinden, gezien het feit dat de andere karakters niet duidelijk op te maken zijn. Zo heb ik over Dorbeck totaal geen informatie als het zijn karakter betreft. Voor Ria en Marianne heb ik niets kunnen vinden, omdat zij in het boek niet genoeg voorkomen om er een duidelijk karakter in te herkennen, laat staan hiervoor een citaat te vinden. Citaten voor Osewoudt: Weg van de minste weerstand; Henri woont in bij zijn oom en tante en slaapt elke nacht met zijn nicht in hetzelfde bed. In studeren heeft Henri geen zin en na verloop van tijd onststaat het volgende gesprek: - Het is nu toch zeker, nietwaar pappa, dat Henri’s moeder volgende maand het gesticht verlaten mag? - Ja - Dan hebben Henri en ik U iets te vertellen. Wij gaan trouwen! - Trouwen? - Henri en ik hebben besloten te trouwen, pappa. Henri wil de sigarenwinkel voortzetten. Wij nemen zijn moeder bij ons in huis. - Maar Henri! Wil je dan ineens niet meer studeren? Osewoudt zei: - Ineens? Ik wil het al een hele tijd niet meer, ik geloof niet dat ik ervoor deug. Ik ben achttien jaar en ik wil op mijn eigen benen staan. Wie moet er anders voor moeder zorgen? Onzekerheid & Mislukt exemplaar van Dorbeck; Osewoudt slaapt op een nacht bij Marianne en hij vertelt haar over dorbeck: Toen ik hem voor het eerst zag, dacht ik: zoals deze man is, zo had ik moeten zijn. Begrijp je het is een beetje moeiljik om het uit te drukken, maar ik bedoel zo ongeveer als in een fabriek waar een bepaald voorwerp wordt gemaakt: nu en dan mislukt er een, zwe maken een tweede dat goed is en het mislukte exemplaar gooien ze weg.... Alleen, mij hebben ze niet weggegooid, ik ben blijven bestaan, mislukt en wel. 5.1.6: Is er sprake van karakters of typen? Alle personages zijn in principe typen, het enige wat we weten over de personages is over het algemeen hoe ze eruit zien. Hun innerlijk is nauwelijks uitgediept, behalve bij Osewoudt. Osewoudt zou in principe nog benoemd kunnen worden als een karakter, maar ik vind zelf dat hiervoor te weinig informatie wordt gegeven over zijn denkwijze en zijn reden van handelingen. In mijn ogen zijn alle personages in het boek typen. 5.2. De tijd 5.2.1.: In welke historische tijd speelt het verhaal zich af? Het verhaal speelt zich heel duidelijk af ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Vanaf kort voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1939 tot kort na de uiteindelijke bevrijding in eind 1945. 5.2.2.: Is dat volgens jou belangrijk voor het verhaal? Hoezo? Dat is uitermate belangrijk, het hele verhaal is gebaseerd op deze setting. De daden die Osewoudt doet, zoals mensen liquideren en het bemachtigen van valse identiteitsbewijzen zouden kant noch wal slaan buiten deze tijd. 5.3. Plaats 5.3.1.: Waar speelt het verhaal zich af? Het verhaal speelt zich af in het door de Duitsers bezette deel van Nederland. 5.3.2.: Geeft de plaats van handeling het verhaal extra betekenis? Ja, de plaats van handeling is bepalend voor alle handelingen. Als het verhaal in zich Turkije had afgespeeld, dan waren de dingen die Osewoudt doet zinloos geweest. 5.3.3.: In wat voor omstandigheden speelt het verhaal zich af? Het verhaal speelt zich af ten tijde van de Tweede Wereldoorlog, dus het lijkt mij een logische gevolgtrekking dat de maatschappelijke omstandigheden niet al te best waren, mensen leefden van bonnen en had te maken met een avondklok. Het klimaat is gewoon het Nederlandse klimaat, het boek speelt zich immers af in nederland. 5.3.4.: Vormen plaats en omstandigheden het onderwerp van het verhaal of zijn ze meer decor? Gezien de daden van Osewoudt zijn de plaats en omstandigheden zeker het onderwerp van het verhaal. Het onderwerp is de oorlog met Duitsland en de vreemde dingen die een oorlog met een mens kan doen. 5.4. Vertelstandpunt 5.4.1.: Benoem het vertelstandpunt
Het vertelstandpunt is een hij-perspectief. 5.5. De stijl 5.5.1.: Beschrijf kort de stijl van de schrijver. De stijl is erg somber, de nauwkeurige beschrijvingen van de gebeurtenissen en van de plaatsen van handeling maken het verhaal erg realistisch. Vooral aan het eind van het boek wordt sterk de vraag opgeroepen of Dorbeck nu wel of niet bestaat. De stijl wordt hoe later in het boek hoe geheimzinniger, vooral het naschrift versterkt dit: NASCHRIFT (1971) “Ik kan hem zoeken als hij er niet is, maar hem niet ophangen als hij er niet is. Men zou kunnen willen zeggen: Dan moet hij er toch ook zijn als ik hem zoek - Dan moet hij er ook zijn als ik hem niet vind en ook als hij helemaal niet bestaat” Ludwig Wittgenstein 5.6. De Thematiek 5.6.1.: Geef het thema van het verhaal. De onkenbaarheid van de werkelijkheid is het thema van het boek. Chaos, toeval, het verkeerd beoordelen van mensen en andere motieven versterken dit. Het dubbelgangersmotief in het verhaal versterkt het thema. Wat is de werkelijkheid? Is de vraag die het thema van het boek het best omschrijft.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
L.
L.
heel goed gedaan, vet bedankt
16 jaar geleden
Antwoorden