De Cock en het lijk aan de kerkmuur door A.C. Baantjer

-Uitgever: Fontein -Voorstelling omslagtekening :. Er is een muur en een stoep waar op met wit een om trek van een persoon is getekend. -Het boek is opgedragen aan : / -Het motto luidt :/ -Soort boek/verhaal : detective roman -Informatie auteur : zie ander blad -Andere werken van de auteur zijn :zie bij informatie auteur -Vertel over het waar en wanneer (ruimte en tijd) in dit verhaal: in deze tijd. In Amsterdam en omgeving . -Perspectief : hij, zij perspectief -Opbouw van het verhaal : chronologisch -Verhaallijn : zie blad hier achter. -Afloop verhaal : gesloten eind -Thema van het verhaal : moord oplossen. -Hoofdpersonen die in het verhaal voorkomen zijn : de Cock en Vledder. -Andere personen zijn : de verdachten en de moordenaar -Oordeel : ik vond het verhaal spannend, want ik wilde zelf ook graag weten wie de dader was. VERSLAG: Er wordt een lijk gevonden tegen een kerkmuur. Het ligt er vredig bij (geen spatje bloed). Ze weten niet wie hij is, dus plaatsen ze een advertentie. Vlak na het verschijnen van de krant komt er een vrouw (Abigal van Maanenfeldt) naar het bureau van de Cock die verteld dat het haar oom Arcibald van Maanenfeldt is. En dat hij miljonair is, maar zich vaak gedroeg als zwerver. ’s Middags wordt er een man (Joppy Stuff) aan gehouden die heeft de portemonnee van die man gestolen, omdat hij vond dat een dode man toch niks aan geld had. Hij is een vriend van de dode. Na een verhoor wordt hij in een cel gestopt. In die cel plecht hij zelf moord. Door die portemonnee zijn ze er zeker dat de dode Arcibald is. En kunnen ze het onderzoek starten ze moeten alleen nog de sectie afwachten. De volgende dag bij de sectie blijkt er een dunne holle pen van nog geen mm dik in zijn linker boezem van zijn hart. Het blijk een injectienaald te zijn. De doods oorzaak is opium. Als ze het onderzoek zijn gestart komt er op en duur een tweede vrouw die zegt dat haar man Ferdinand Ferkades een paar jaar geleden weg gelopen is. En nu denk ze dat hij de man is die gevonden is. De Cock stelt haar een aantal vragen en hij laat haar weer weg gaan. Kort daar na wordt er nog een lijk gevonden. Dat ligt in de achtertuin van het huis van Arcibald. Onder het terras. Het was volgepropt met vuilniszakken en er was er een om zijn nek geknopt. De twee mensen die gevonden zijn lijken erg op elkaar. Daardoor gaat de Cock twijfelen of die man aan de kerk muur wel Arcibald is. Na een lang onder zoek zijn ze er achter wie wie is. En weten ze ook door wie ze vermoord zijn. De ontknoping: Abigal en haar moeder en nog een man willen en uit gebreide tak in de drugshandel maken, maar daar is geld voor nodig. Daarom gingen ze aan Arcibald vragen of ze geld mochten lenen. Dat wou Arcibald wel doen ,maar zijn vrouw was er tegen. En vertelde dat aan een haar neef die ging met zijn oom praten en dat liep uit de hand en hij vermoord hem. Hij verstopt het lijk in de kelder. En legde het op en duur onder het terras. Dat lijk aan de kerk muur was Ferdinand Ferkades. Die was vermoord door een vriend om dat die jaloers was dat hij met Joppy Stuff om ging. Maar om te laten denken dat het lijk aan de kerkmuur Arcibald was hadden ze de portemonnee van Arcibald in zijn zak gedaan en die had Joppy Stuff er weer uit gehaald. Informatie auteur
Appie (A.C.) Baantjer is geboren in 1923 in Urk, wat toen nog een eiland was. Een paar jaar na de geboorte van Appie verhuisde het gezin naar Amsterdam. In de oorlog heeft hij gewerkt in Duitsland, waar hij ook nog een tijdje in de gevangenis heeft gezeten. Na de oorlog wilde hij naar het buitenland verhuizen, maar omdat er een groot tekort aan agenten was, werd hij agent na nauwelijks een maand opleiding, waarin hij alleen het belangrijkste leerde wat een politieman moest weten. In 1948 werd hij overgeplaatst naar de nieuwe Radio-, Auto- en Motordienst aan de Overtoom (dit bureau werd ook wel 5 x 8 genoemd), waar hij samen met een collega een boek over schreef (5 x 8 grijpt in!). Na een opleiding tot rechercheur belandde Baantjer in het bureau Warmoesstraat in het hartje van de oude binnenstad. De rosse buurt behoorde ook tot het werkterrein van dit bureau dat ten tijde van zijn komst in 1954 circa 1100 misdaden per jaar te verwerken had. Na 28 jaar bij de politie gewerkt te hebben, had hij geen echte vijanden gemaakt bij de misdadigers uit Amsterdam, vanwege zijn 'faire' houding. Hij heeft sommige boeken aan de hand van zijn eigen 'avonturen' geschreven, maar dan in de naam van De Cock. Voordat hij begon met deze serie boeken, heeft hij eerst verhalen geschreven in de Revu, ook over de politie. In 1963 kwamen zijn eerste boeken uit. In 1964 kwam dan eindelijk, na een succesvol boek (een strop voor Bobby), de serie De Cock uit, inmiddels uitgegroeid tot een van de bekendste van Nederland. De Cock is altijd herkenbaar aan zijn uitspraak: De Cock, met CeeOoCeeKa. Er zijn ondertussen al 53 boeken van de Cock verschenen. Waar onder : · De Cock en de wurger op zondag (1965) · De Cock en het lijk in de kerstnacht (1965) · De Cock en de moord bij maan licht (1996) · De Cock en dood door hamerslag (zijn nieuwste verschenen boek in 2000 )