Titel: De buitenvrouw
Auteur: Joost Zwagerman
Samenvatting:
Theo Altena is 33 jaar oud en sinds zes jaar gelukkig getrouwd met Sylvia Houtman. Ze wonen samen in een mooie nieuwbouwwijk in Alkmaar. Sylvia werkt als fiscaal adviseur voor de gemeente en Theo werkt als leraar Nederlands op het Westfries College in Hoorn. In de hoop populair onder zijn leerlingen te worden, stelt Theo zich halfzacht en toegeeflijk op. De leerlingen maken hier naar hartelust misbruik van. Iris Pompier-Duivenpoort komt oorspronkelijk uit Suriname, maar woont al sinds haar tiende in Nederland. Ze is al vijf jaar gelukkig getrouwd met Sydney Pompier en geeft sinds een jaar gymles op hetzelfde College.
Theo en Iris leren elkaar kennen op een schoolkamp en beginnen kort daarna een buitenechtelijke relatie met elkaar. Iedere dinsdag hebben ze samen twee tussenuren, die ze gebruiken om in het huis van Iris te vrijen. De relatie duurt inmiddels al veertien maanden en beiden gaan er vanuit dat niemand in die tijd iets gemerkt heeft.
Op de dinsdag dat het boek begint, komt Theo terug op school. Op het bord ziet hij een karikatuur van zichzelf met daarbij de tekst 'Blackie is the best'. Geschrokken laat Theo de karikatuur door een leerling (Wouter Nijman) weghalen. Zijn handen beven te erg om het zelf te doen. 's Avonds gaat Theo verplicht met Sylvia mee naar haar ouders. Als haar vader een onschuldige opmerking maakt over een Hindoestaanse deelnemer aan Telebingo ('doen ze nu ook al mee aan Telebingo'), springt Theo uit zijn vel. Theo heeft het moeilijk met zijn geheim en kan moeilijk slapen.
De volgende ochtend belooft hij Sylvia dat hij zijn excuses zal maken aan haar vader en vertrekt naar school. Als Theo voor het tweede uur het lokaal binnenkomt, staat dezelfde karikatuur, met dezelfde tekst op het bord. Deze keer begint Theo een rede tegen racisme. De klas reageert gepikeerd en beweert dat het alleen hem betreft. Het blijkt dat de vader van Wouter Nijman, Theo en Iris elke dinsdag bij haar thuis ziet. Het vierde uur vindt Theo zes pornografische foto's van een donkere vrouw op zijn bureau. Naast de foto's staat de tekst 'Blackie is the best'. Theo verdeelt de foto's over zes jongens en stuurt ze naar de conrector. Als Wouter Nijman tegenstribbelt, gooit hij hem hardhandig het lokaal uit. Aan het einde van het uur komt de conrector, Ferwerda, naar Theo toe. Ze vertelt hem dat de vader van Wouter naar de inspecteur wil stappen. Theo verweert zich, maar Ferwerda gaat verder en vertelt hem dat zijn relatie met Iris voor iedereen overduidelijk is. Theo geeft zijn relatie toe en keert met een aantal dagen verlof huiswaarts.
Iris is de bewuste dag niet op school geweest. Volgens Ferwerda is ze van de fiets gevallen. Theo weet echter dat dat niet kan en besluit haar de volgende dag op te wachten (ze hebben afgesproken elkaar thuis niet te bellen). Iris is kwaad dat Theo zijn mond voorbij heeft gepraat. Ze heeft de relatie zelf aan haar man opgebiecht, die haar vervolgens geslagen heeft. Iris beëindigt hun relatie en ze gaan allebei naar huis. Thuisgekomen lijkt het erop of Theo zijn relatie gaan opbiechten, maar hij vertelt over zijn problemen op school. Sylvia doet vervolgens alle bewijzen in de richting van overspel gewoon af als persoonlijke problemen. Theo kan zijn rustige, burgerlijke leven voortzetten.
Thema:
Er zijn 2 thema’s. Ontrouw en racisme. De belangrijkste reden voor Theo om verliefd op Iris te worden, is haar huidskleur. Hierin komt het thema racisme terug. Theo gaat vooral door zijn relatie met Iris een negerin een soort kruistocht tegen racisme houden. Ook de scholieren maken racistische grappen. Het thema ontrouw keert terug in het overspel dat Theo en Iris plegen. Later blijkt dat ook Sydney regelmatig ontrouw is.
Motieven:
De seks is een motief in het boek. Vooral de seks van Theo en Iris wordt beschreven. Theo denkt vaak aan seks. Met Iris heeft hij alleen een seksrelatie. Ook Sydney heeft vaak seks met andere vrouwen.
Het verweer van Theo tegen racisme is ook een motief. Hij gaat met iedereen in discussie die een racistische opmerking maakt. Hij geeft lange preken over discriminatie terwijl hij eigenlijk ook discrimineert doordat hij alle kleuren zwart met Iris’ huidskleur vergelijkt. Door zijn verweer ontstaan diverse conflicten op school en buiten school.
Titel:
Het boek beschrijft de ervaringen van Theo Altena die een affaire heeft met, de van oorsprong Surinaamse, Iris Duivenpoort. 'Buitenvrouw' is het Surinaams-Nederlandse woord voor de vrouw met wie een man een buitenechtelijke affaire heeft. Iris is de buitenvrouw.
Het boek heeft geen motto.
Hoofdpersoon:
Hoofdpersoon Theo Altena:
Theo is geboren en getogen in Alkmaar, inmiddels 33 jaar oud en volgens hem gelukkig getrouwd met Sylvia Houtman. Samen wonen ze in een nieuwbouwwijk in Alkmaar. Theo is sinds zes jaar leraar Nederlands op het Westfries College in Hoorn. Hij heeft een hele grote neus en zijn bijnaam is dan ook ‘De Neus’. Ook draagt hij een bril. Hij denkt heel veel na en vooral over zijn seksrelatie met Iris.
Bijpersonen:
Iris Pompier - Duivenpoort: Een knappe, donkere vrouw geboren in 1967 en op haar tiende naar Nederland verhuisd. Ze woont samen met haar man Sydney in Hoorn. In haar relatie met Theo stelt Iris alle regels op. Ze heeft ontkruld, lang kroeshaar en een atletisch lichaam.
Sydney Pompier: Sydney werkt in Amsterdam en woont samen met zijn vrouw Iris in Hoorn. Sydney heeft het overspel van zijn vrouw niet door. Als zij haar relatie opbiecht, straft hij haar. Hij heeft zelf per jaar ongeveer 4 minnaressen. Hij voelt zich superieur aan de blanke man.
Sylvia Houtman: Sylvia werkt als fiscaal adviseur voor de gemeente en verdient meer dan Theo. Ze komt een beetje naïef over en weigert de bewijzen van overspel van haar man in te zien. Die bewijzen doet ze af als het resultaat van de spanningen waaronder haar man staat. Ze heeft blond, lang en zwierig haar en is 6 jaar jonger dan haar man Theo.
Tijd en ruimte:
Het verhaal speelt voornamelijk in het Westfries College te Hoorn, het huis van Iris en het huis van Theo. Alle ruimtes worden omschreven met behulp van stereotypen. Het verhaal kan zich rond deze tijd afspelen maar ook een jaar of 5 eerder.
Het verhaal wordt chronologisch verteld. Er zijn af en toe flashbacks. Theo bedenkt hoe hij Iris leerde kennen en hun verhouding begon. Ook bedenkt hij hoe hij Sylvia leerde kennen.
Sommige stukken van het verhaal worden vertraagt. De seksscènes worden heel uitgebreid en langzaam besproken. Het heeft geen functie, het kan ook weggelaten worden. Het zal bij sommige lezers spanning en erotische gevoelens oproepen.
Als de flashbacks niet worden meegeteld is de vertelde tijd ongeveer een week. Met de flashbacks erbij is die tijd ongeveer 14 maanden. Het aantal bladzijdes is 239.
De verteltijd is ongeveer 5 uur.
Structuur:
Als proloog kun je het korte stukje rekenen waar het woord ‘buitenvrouw’ wordt uitgelegd volgens het Surinaams-Nederlands woordenboek. Er is geen epiloog.
Einde:
Het einde is open en gesloten. Je weet niet of Sylvia ooit erachter komt dat Theo is vreemdgegaan. Ook weet je niet hoe de situatie met Wouter af gaat lopen en of hij zijn baan houdt. Wel is de relatie met Iris afgesloten en omdat daar het boek grotendeels om ging kun je het ook als een gesloten einde beschouwen.
Er zijn 19 hoofdstukken met de nummers als titels. Hoofdstuk 1 heet Een enzovoorts.
Perspectief en verteller:
Het lijkt op een ik-perspectief omdat je de gedachtengangen van Theo komt te weten. Het is echter geschreven vanuit een hij-perspectief en de schrijver is de verteller.
Stijl:
De schrijver gebruikt duidelijke zinnen. Hij vertelt wel heel zwierig met af en toe grof taalgebruik ertussen. Die stijl maakt het boek heel typisch. De relatief korte zinnen maken het boek goed leesbaar.
Literatuurgeschiedenis:
Vanaf 1984 publiceert Joost Zwagerman regelmatig artikelen, proza en poëzie in diverse tijdschriften en schrijft hij bijdragen voor onder meer de Volkskrant, de Primeur en Bzzletin. In 1985 wordt hij medewerker van de literaire bijlage van Vrij Nederland en van 1988 tot 1990 is hij redacteur van het tijdschrift De Held. In 1986 debuteert Joost Zwagerman met de roman De houdgreep, waarna in 1987 de poëziebundel Langs de doofpot en de verhalenbundel Kroondomein volgen. Vals licht en De buitenvrouw worden beiden, in 1991 en 1994, genomineerd voor de AKO literatuurprijs. Vals licht wordt in 1992 verfilmd onder regie van Theo van Gogh.
Als dichter is Joost Zwagerman in de jaren tachtig actief als woordvoerder van de Maximalen. De Maximalen zetten zich af tegen de heersende opvattingen van de Vijftigers en pleiten voor de herintroductie van emotie, actie en dynamiek in de poëzie.
Literaire stroming:
Moderne Nederlandse literatuur.
Genre:
Psychologische roman.
Eigen mening:
Ik kwam in het begin goed in het boek en leefde me in. Zijn stijl van schrijven vond ik plezierig totdat er ineens een seksscène inkwam. Dit werd zo grof en bot beschreven dat ik weer uit het boek was. Ik las verder en leefde me weer in het boek tot er weer een seksscène kwam. Dit vond ik heel erg storend. Ook vond ik alle details daarbij irritant en smakeloos. Het interesseert me niet hoe ze het doen en in welke standjes. Het verhaal op zich vond ik interessant. Vooral het aspect discriminatie vond ik interessant. Ik vind mensen die discrimineren kortzichtig en ik vind dat ze generaliseren. Ik kon me dan ook goed in Theo’s opvatting daarover vinden.
Deskundige mening en recensie:
De afgang van een pratende pantoffel.
<...> Het noodlot hoeft niet getart: het is vanaf de allereerste pagina levensgroot present. Theo heeft immers al veertien maanden een seksuele relatie met zijn collega Iris, de Surinaamse gymjuffrouw. Iedere dinsdag, tijdens twee geza¬menlijke tussenuren, bedrijven zij de liefde. In het geniep. Dat kan niet lang goed gaan.
Een half boek lang sleept het ver¬haal van deze driehoeksverhouding zich voort. Saai! Saai! Het overspel met Iris, het enige opwindend bedoelde onderdeel van Theo's duf¬fe leventje, wordt even dodelijk nauwgezet beschreven als zijn onberispelijke huwelijksgeluk. Want Theo, zo wordt ons nadrukke¬lijk duidelijk gemaakt, zoekt de omgang met Iris niet uit onvrede met zijn huiselijke seksleven. Met anatomische precisie krijgen we voorgeschoteld hoe Sylvia haar man met enige regelmaat de trap op sleurt om vervolgens intieme han¬delingen met hem te verrichten. Als er één schrijver in Nederland is die gewoonlijk uit de voeten kan met seks en erotiek, dan Zwagerman. Maar in De buitenvrouw lijkt hij zich erop te hebben toegelegd om aan te tonen hoe dodelijk ver¬velend zowel binnen- als buiten¬echtelijke seks kan zijn. Geilheid en genot worden in deze roman geboekstaafd zonder enige geilheid en genot. Niet voor niets is al twee keer het woord 'dodelijk' gevallen. Theo, een man met geen andere ambitie dan het met kracht hand¬haven van de status quo, is een levend lijk. Hij schuift zijn geslacht bij zijn minnares naar binnen ‘zoals een lijk op een slede een koelcel in wordt geschoven'. Zijn leerlingen, door de wol geverf¬de pubers, benadert deze diepvries¬minnaar met de gepantserde ironie van de ervaren leraar, zonder enige illusie dat zijn lessen zullen aan¬slaan. Zijn huwelijk met Sylvia ziet hij als een troostvol voorschot op het vreedzame hiernamaals. Hun geluk is letterlijk 'heilig'. De relatie met Iris brengt echter zwakke plek¬ken in zijn pantser. Doordat zijn minnares zwart is ontwikkelt Theo - verder wars van maatschappelijk engagement - plotseling een over¬gevoeligheid voor alledaags racis¬me. Een botte schoonvader en een domme buurvrouw wrijven zout in deze verse wond. Even lijkt het erop -jasses! - dat De buitenvrouw zich ontwikkelt tot een politiek correcte roman met een omslachtig belerende teneur. Meer dan ooit verliest Zwagerman zich, bij mon¬de van zijn duffe hoofdpersoon, in geredeneer en gepsychologiseer. Maar vanaf het moment dat het echt mis gaat met Theo, de 'pratende pantoffel', wordt het boek geestig en spannend en ontvouwen de dubbele bodems zich in hoog tempo.
<...> Deze bladzijden, en die waarin de conrector - een opgeblazen bur¬germannetje - Theo de les leest om hem vervolgens voor een paar dagen naar huis te sturen, zijn subliem geschreven. <...>
Al met al is De buitenvrouw niet, zoals het zich aanvankelijk laat aanzien, een simpele moralistische roman die waarheden verkondigt over overspel of de interraciale verhoudingen in Nederland. Het is een op zijn minst onderhoudende roman over een man die ten onder gaat aan zijn eigen gebrek aan inzicht en lef.
Inge van den Blink.
Utrechts Nieuwsblad.
22-10-1994
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden