De buitenvrouw door Joost Zwagerman

Beoordeling 8.1
Foto van een scholier
Boekcover De buitenvrouw
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 6005 woorden
  • 30 augustus 2004
  • 138 keer beoordeeld
Cijfer 8.1
138 keer beoordeeld

Boekcover De buitenvrouw
Shadow

Theo Altena, leraar Nederlands en gelukkig getrouwd, krijgt een affaire met de Surinaamse docente Iris Pompier. Een roman over liefde, leugens en zelfbedrog. Maar ook over moedwil en misverstand in het multiculturele Nederland.

Theo Altena, leraar Nederlands en gelukkig getrouwd, krijgt een affaire met de Surinaamse docente Iris Pompier. Een roman over liefde, leugens en zelfbedrog. Maar ook over moedwil …

Theo Altena, leraar Nederlands en gelukkig getrouwd, krijgt een affaire met de Surinaamse docente Iris Pompier. Een roman over liefde, leugens en zelfbedrog. Maar ook over moedwil en misverstand in het multiculturele Nederland.

De buitenvrouw door Joost Zwagerman
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Auteur: Joost Zwagerman
Titel: De Buitenvrouw
Plaatsnaam: Amsterdam
Jaar van verschijning: 1994
Druk: Eerste Druk

3. Samenvatting
Theo Altena is gelukkig getrouwd met Sylvia Houtman en leraar Nederlands op het Westfries College in Hoorn. Zijn collega Iris Duivenpoort is getrouwd met Sydney Pompier en lerares gymnastiek. Tijdens een werkweek van de 4e klassen zijn ze elkaar beter leren kennen en na deze werkweek beginnen Theo en Iris een buitenechtelijke relatie. Iedere dinsdagmiddag hebben ze allebei twee tussenuren, en die gebruiken ze om in Iris' huis seks met elkaar te hebben. Deze relatie loopt al ruim een jaar en ze denken dat niemand ooit iets van hun relatie heeft gemerkt. Op een dinsdagmiddag komt Theo te laat terug op school na zijn tussenuren bij Iris en klas 3F heeft een spotprent van Theo op het schoolbord getekend met de tekst 'Blackie is the best' erboven. Theo schrikt en denkt dat ze van zijn relatie met Iris weten. Hij geeft Wouter Nijman, een leerling uit 3F, de opdracht om de spotprent uit te vegen.
Diezelfde dinsdagavond gaan Theo en Sylvia op visite bij de ouders van Sylvia. Ze kijken met z'n allen Telebingo. Als Sylvia's vader verbaasd reageert over de deelname van een Hindoestaan aan het spelletje wordt Theo ontzettend kwaad en beschuldigt zijn schoonvader van racisme. Hiermee verpest hij de avond. Sylvia is boos op Theo omdat hij zo overdreven reageerde op de onschuldige opmerking van haar vader.

Die nacht kan Theo niet slapen. Deze slapeloosheid heeft hij sinds zijn relatie met Iris. Hij durft namelijk niet te slapen omdat hij bang is in zijn slaap de relatie met Iris aan Sylvia op te biechten.
De volgende dag is Iris niet op school. Het tweede uur heeft Theo klas 3D. En alweer staat diezelfde spotprent met dezelfde tekst op het schoolbord. Nu denkt Theo er beter mee om te gaan en geeft een preek over racisme. Maar de leerlingen laten zich niet tot racisten beschuldigen. Marleen Dallinga, een leerling uit 3D, zegt dat die tekening en die tekst alleen maar op hem slaan en niet racistisch bedoeld zijn. De vader van Wouter Nijman ziet Theo en Iris elke dinsdag middag naar Iris' huis gaan. Wouter woont namelijk in dezelfde straat als Iris.
Het vierde uur geeft Theo 3F weer les. Dit keer zijn er zes pornofoto's van donkere vrouwen op zijn bureau gelegd en de tekst 'Blackie is the best' erbij geschreven. Theo verdeelt de foto's over zes jongens in de klas en stuurt ze met de foto's naar de conrector Ferweda. Als Wouter tegenstribbelt, knapt er iets in Theo en duwt hij Wouter. Wouter stoot hierbij zijn hoofd. Na de les komt Ferweda naar Theo toe en vertelt Theo dat de vader van Wouter naar de inspecteur wil stappen omdat Theo zijn zoon een hersenschudding zou hebben geslagen. Theo protesteert hier tegen en probeert Ferweda uit te leggen wat er is gebeurd. Ferweda zegt dat zijn relatie met Iris bij de leraren en leerlingen overduidelijk is en hij nu maar beter een paar dagen vrij kan nemen om tot rust te komen. Theo bekent zijn relatie met Iris en zegt wat dagen thuis te blijven. Hij vraagt nog wel even waarom Iris die dag niet op school was. Ferweda zegt dat ze van de fiets gevallen was, maar dat ze morgen weer komt. Pas later realiseert Theo zich dat Iris helemaal geen fiets heeft. Thuis aangekomen besluit Theo niets over zijn verlof aan Sylvia te vertellen.
De volgende ochtend gaat Theo dan ook gewoon net als alle andere dagen op dezelfde tijd weg. Hij rijdt een beetje rond en bespiedt vanuit zijn auto Sylvia in huis. 's Middags besluit Theo Iris uit school op te wachten. Iris is boos op Theo omdat hij hun relatie aan Ferweda heeft bekend. Samen gaan ze naar een restaurant om alles uit te praten. Iris zegt dat ze alles aan Sydney heeft verteld, die haar vervolgens bont en blauw heeft geslagen, waardoor ze de vorige dag niet op school kon komen. Maar ze vertelt hem ook dat ze geen spijt heeft van hun relatie. Sydney gaat namelijk regelmatig vreemd en dit was haar manier om hem een keer terug te pakken. Iris beëindigt hun relatie en ze gaan allebei naar huis.
Thuis aangekomen lijkt het er even op alsof Sylvia alles weet. Ferweda heeft namelijk gebeld en verteld dat Theo enkele dagen verlof heeft, maar toen was hij blijkbaar niet thuis. Theo vertelt aan Sylvia dat hij op school problemen heeft om de orde te bewaren en daarom een paar dagen vrij is om tot rust te komen. Sylvia leeft erg met hem mee en denkt ook maar geen seconde dat haar man overspel heeft gepleegd. Inmiddels heeft de vader van Wouter zijn klacht ingediend.
Voordat Theo die avond naar bed gaat neemt hij nog twee slaappillen, waarna zijn nieuwe eerlijke leven kan beginnen.

4. Structurele Analyse:

a. uitgebreide beschrijving van de personages en hun relaties

Theo Altena
Dit is de hoofdpersoon. Theo is 34 en is 7 jaar getrouwd met Sylvia Houtman, ze wonen in een nieuwbouwwijk in Alkmaar.
Theo heeft al ruim een jaar een buitenechtelijke relatie met Iris Duivenpoort, een gymlerares op dezelfde school als Theo.
Theo heeft niet altijd evenveel plezier in zijn werk als leraar Nederlands op het Westfries College in Hoorn, alleen de hogere klassen kunnen hem bekoren. Theo houdt zich erg bezig met het schuldgevoel dat hij overhoudt aan het vreemdgaan met Iris. Hij schaamt zich. In de loop van het verhaal gaat Theo zich ineens heel erg druk maken over racistische opmerkingen. Hierdoor laat hij zich door een klas uit de tent lokken met grote gevolgen. Theo is naar mijn indruk geen stressbestendig persoon, hij slikt regelmatig slaappillen en heeft last van aanvallen van hyperventilatie. Deze persoon is niet erg zeker van zichzelf, hij heeft een grote neus waar hij erg mee schijn te zitten en hij is voortdurend bang dat zijn relatie met Iris uitlekt. Theo is een denker, een dromer en zit vol schuldgevoelens over zijn relatie met Iris, maar toch weet hij het altijd voor zichzelf weer zo te draaien dat hij zijn vreemdgaan goedpraat. Hij liegt vaak tegen zichzelf, zonder dat hij het zelf realiseert dat hij fouten begaat. Over zijn vreemdgaan en dat hij niet mee zit dat hij een grote neus heeft. Hij vindt dat hij heel goed met buitenlanders omgaat en dat iedereen het zoals hem moet doen. Ondertussen heeft hij niet door dat hij ze juist op een andere positieve manier discrimineert. Theo houdt van zijn vak, maar weet toch vaak in de onderbouw, waar hij gehaat wordt, de orde niet te behouden, bijvoorbeeld bij 3F. In tegenstelling tot in de bovenbouw, waar hij zeer geliefd is en de lessen soepeler verlopen.

Sylvia Houtman

Zij is de vrouw van Theo Altena, ze heeft carrière gemaakt en verdiend inmiddels twee keer zoveel als haar man. Ze zou haar man nooit verdenken van overspel, hier is ze waarschijnlijk te naïef voor. Het lijkt me wel een lief persoon, ze is zeer meegaand met de problemen van Theo, waarschijnlijk te meegaand. Ze is ook heel zachtaardig en doet alles voor Theo en verzorgt hem erg goed. Toch moet Sylvia nog een andere kant hebben, maar deze wordt in het boek niet aan de orde gebracht. Sylvia heeft namelijk carrière weten te maken op maatschappelijk vlak. Ze werkt bij de gemeente en verder wordt er niks over gezegd.

Iris Pompier
Zij speelt een grote rol in het boek. Ze is een knappe, donkere vrouw. Iris Duivenpoort is getrouwd met Sydney Pompier, ze is 27 jaar oud en is geboren in Paramaribo, Suriname. Ze is op haar tiende naar Nederland gekomen en is opgegroeid in het Bijlmermeer en nu woonachtig in Hoorn. Ze is gymlerares op dezelfde school als Theo, het Westfries College in Hoorn. Iris heeft volgens mij twee kanten. De zelfverzekerde kant die ze op school laat zien en de enigszins onzekere kant die in delen van haar privé-leven naar voren komt. Op school heeft ze totaal geen moeite de orde te bewaren, de leerlingen hebben respect voor haar. Ook haar keuze voor een baan op een grotendeel ‘witte’ school is tekenend voor haar vechtlust. Ze heeft hard voor deze baan moeten knokken, maar de leraren en leerlingen respecteren haar nu wel. Ze weet dat haar man regelmatig vreemdgaat, maar lijkt daar niets tegen te ondernemen. Iris houdt heel erg vast aan de Surinaamse gewoontes en denkwijzen. Ze heeft Theo uitgelegd over winti en voelt zich meer Surinaams dan Nederlands. Ik vind dat ze nog te veel met de kleurverschillen zit en het lijkt alsof ze denkt dat bijna alle Nederlanders discrimineren. Hoe Sydney, de man van Iris in elkaar zit hoor je alleen via Iris. Hij straft haar op het eind als hij erachter komt dat ze vreemdging.

b. plaats en ruimte

Dit boek speelt in Nederland, voornamelijk op het West-Fries college in het Noord-Hollandse plaatsje Hoorn. Deze plaats is in die zin belangrijk voor het boek dat zwarte mensen hier een veel minder gangbare verschijning zijn dan in bijvoorbeeld de Bijlmermeer. Voor veel leerlingen en leraren is het ‘fenomeen’ van een zwarte docent iets nieuws. Het verhaal speelt zich in meerdere ruimtes af. In het huis van Theo en Sylvia dat is gelegen in een rustige buitenwijk van Alkmaar. Het speelt zich af op school, het Westfries College in Hoorn. En in het huis van Iris, waar het liefdesspektakel steeds plaats vind. Wel besteedt de schrijver veel aandacht aan de ruimte. Hij vertelt de lezer bijvoorbeeld de snelste route van Alkmaar naar Hoorn. Daardoor kan de lezer zich heel goed inleven in waar het verhaal zich afspeelt en hoe alles er ongeveer uitziet. De schrijver Joost Zwagerman, gebruikt de ruimtes van klaslokalen, huiskamers of anderszins niet om er in zijn boek een bepaalde sfeer mee te creëren. De ruimte is best wel passend gekozen. In het westen wonen bijvoorbeeld veel meer buitenlanders. Daardoor komt het discrimineren er beter uit. Het weer heeft ook absoluut geen invloed op de sfeer van het boek. Kortom: de ruimte is in het boek 'de buitenvrouw' van ondergeschikt belang, de gebeurtenissen daarom des te meer.

c. tijd: vertelde tijd en historische tijd

De verteltijd is 239 bladzijden. De vertelde tijd beslaat slechts enkele dagen. De historische tijd is ongeveer veertien maanden.

Het verhaal speelt zich af in het heden, ik vermoed in de jaren ’90, en het verhaal speelt zich af in een paar jaar. Het is over het algemeen verteld op chronologische volgorde, maar soms zijn er korte flashbacks van periodes die Theo heeft meegemaakt. Zoals zijn studententijd en herinneringen van een vakantie met Sylvia. Door de flashbacks kom je nog meer over Theo te weten, het verschil met vroeger en nu en wat hij heeft meegemaakt. Ook is het verhaal niet continu, er treden tijdverdichtingen op. Een grote tijdverdichting is de tijd tussen de liefdesaffaire en als dat affaire uit gaat lekken. Doordat het verhaal zich in het heden afspeelt zijn dingen herkenbaar. Bijvoorbeeld de school met de ‘nintendogeneratie’ en ‘gabbertje uit 3 havo’. Er wordt ook openlijk gesproken over seks, wat vroeger een taboe was om over te schrijven, en discriminatie, wat vroeger niet zo zeer bestond omdat er nog weinig allochtonen in Nederland waren. Je merkt het ook aan de moderne inrichting van de huizen, de alarminstallatie van Theo en Sylvia, de nieuwbouwwijken, de moderne scholen, Telebingo, hoe brutaal de leerlingen tegen leraren zijn.

d. perspectief

Je volgt als lezer het verhaal via de hoofdpersoon Theo, hij vertelt het niet als ikpersoon. Wel ben je als lezer als het ware altijd op de plek waar deze persoon zich bevindt. Het verhaal wordt verteld vanuit de belevingswereld van Theo Altena. Je krijgt meer over anderen te lezen en meer kanten te zien dan dat Theo de ik-verteller zou zijn geweest, maar tegelijkertijd krijg je wel precies te lezen hoe de hoofdpersoon Theo zich voelt en wat hij denkt. Aldus een auctorieel verteller vanuit een hij-perspectief.


Het enige wat ik me aan het eind van het boek bleef afvragen is of Sylvia nou wel of geen vermoeden had van de buitenechtelijke relatie van haar man. Het boek eindigt weliswaar goed, Sylvia komt niets te weten over de inmiddels beëindigde relatie tussen Theo en Iris en Theo en Sylvia blijven gewoon bij elkaar. Maar eigenlijk had ik best wel willen weten of Sylvia een vermoeden had of dat ze het zelfs wist, maar het tegenover zich zelf ontkende.

e. Motieven

De buitenvrouw kent een aantal motieven:
- Seks. Met name de seks van Theo en Iris wordt uitgebreid beschreven. Theo denkt vaak aan seks en heeft met Iris een relatie om de seks. Sydney Pompier heeft ook veel seks met vrouwen.
- Ontrouw. Naast een belangrijk thema is ontrouw ook een motief. Theo is ontrouw aan Sylvia en gaat vreemd met Iris. Iris is ontrouw aan Sydney en gaat vreemd met Theo. Sydney is ontrouw aan Iris en gaat vreemd met vele andere vrouwen.
- Leraarschap. Theo is leraar Nederlands en dol op zijn vak, alleen kan hij soms de orde in de klas niet bewaren. Theo vertelt uitvoerig over zijn beroep en laat zien met welke spanningen je mee te maken kan krijgen. Iris is lerares gymnastiek en houdt ook van haar vak, met de orde te bewaren heeft zij minder moeite. Iris en Theo hebben elkaar op school leren kennen.
- Discriminatie. Ook dit thema is een motief. Het hele boek vertelt over de verschillen tussen 'blank' en 'zwart' en hoe de mensen hier op reageren. Theo, die Iris wilde om haar donkere huidskleur, Sydney, boos omdat Iris met een blanke is vreemdgegaan, de vader van Sylvia die een discriminerende opmerking maakte jegens buitenlanders, de buurvrouw van Theo en Sylvia, die bij de inbraak meteen de allochtonen verdenkt, de leerlingen op school, die Iris 'blackie' noemen.
- Zwart. Theo is ongelooflijk geobsedeerd door de zwarte huidskleur van Iris. In het boek wordt paar maal beschreven hoe hij fascinerend elk donker plekje van haar verkent van top tot teen.
- Het verzet van Theo tegen racisme. Bijvoorbeeld bij Telebingo, als de vader van Sylvia een onschuldig opmerking maakt tegenover een Hindoestaans kandidaat, uit Theo zich heftig dat dat een regelrechte lage racistische opmerking was. Hij gaf ook een lange preek aan de klas 3F over racisme, in het bijzonder over zwarten. En waarom eigenlijk, slechts om vier woorden die op het bord stonden. ‘Blackie is the best.’
- Conflicten. Overal ontstaan steeds conflicten. Theo heeft op school conflicten met klas 3F, thuis met Iris, met Sylvia en met Sylvia’s vader vanwege het Telebingo kwestie. Iris heeft conflicten met Theo en thuis met Sydney. Al deze conflicten zijn direct of indirect gevolgen van de twee hoofdthema's discriminatie en ontrouw.

-De dood. Theo vergelijkt vrijen met Iris als de dood. Hij verbeeldt zich dat hij een lijk is tijdens het voorspel en vrijen, Iris is dan een zwarte doodskist of een zwarte koelcel. Hij beschouwt haar als een beul en zichzelf als een ter dood veroordeelde
-Onwetendheid van Sylvia, elke keer komt het weer voor dat Sylvia haar man van harte steunt bij zijn zogenaamde school-, slaap- en concentratieproblemen. En geen seconden denkt ze dat haar man wellicht vreemdgaat voor meer dan 14 maanden lang!

f. thema
De Buitenvrouw heeft twee hoofdthema's: ontrouw en discriminatie.
Theo heeft een buitenechtelijke relatie met een vrouw, en dus is hij zijn echtgenote Sylvia ontrouw. Iris heeft een buitenechtelijke relatie met een man, en dus is zij haar echtgenoot Sydney ontrouw. Later blijkt dat Sydney ook vrij regelmatig vreemdgaat en dus op zijn beurt zijn vrouw Iris ook ontrouw is. Ook discriminatie is een veel voorkomend onderwerp in het boek. Het hele boek door gaat het wel over de verschillen tussen blank en zwart. Theo is hoofdzakelijk verliefd op Iris geworden omdat ze een donkere huidskleur heeft en later bekent Iris dat ze de blanke huidskleur van Theo ook wel interessant vond. Dat is dus een soort van discriminatie. Ze maken onderscheid op iets waar ze allebei niets aan kunnen doen en totaal onbelangrijk is. Ook de leerlingen op school maken zich schuldig aan discriminatie. Ze noemen Iris Duivenpoort 'Blackie' en maken regelmatig, hoewel onschuldige, negergrappen. Bij de ouders van Sylvia komt het onderwerp discriminatie weer aan bod. De vader van Sylvia maakt een opmerking over allochtonen in Telebingo en Theo vatte dat op als een racistische uitspraak. Ook telkens als Theo aan het lichaam van Iris denkt, denkt hij aan al haar kleuren. Het kleurverschil krijgt hij maar niet uit zijn hoofd. Dat maakt hem een racist, terwijl hij dat niet doorheeft. De buurvrouw van Theo en Sylvia discrimineert ook. Als er bij haar is ingebroken verdenkt ze meteen de allochtonen en zegt dat Nederland er zonder hen gelijk weer een stuk mooier zou uitzien. Tenslotte vertelt Iris aan Theo wat ze in Nederland in de loop van de jaren al wel niet heeft meegemaakt op discriminerend gebied.
Ik vermoed dat de titel dubbelzinnig is bedoeld. Misschien bedoelt Joost Zwagerman “De Buitenvrouw’ namelijk wel als ‘De vrouw van buiten’ en met ‘buiten’ bedoel ik Suriname.
Zoals ik al zei staan de twee thema’s (racisme en ontrouw) heel erg met elkaar in verband. Met het volgende voorbeeld zal ik aangeven wat ik hiermee bedoel.’
Iris wordt al bijna haar hele leven gediscrimineerd door haar omgeving, maar in wezen ook door haar eigen man Sidney. Hij vindt namelijk dat hij wel vreemd mag gaan, maar zodra zij dat ook doet slaat hij haar in elkaar. Dit heeft dan ook weer te maken met vreemdgaan, of beter gezegd ontrouw, want dat kun je in deze context op verschillende manieren zien:
¹ Sidney is niet trouw aan Iris, hij gaat dus vreemd.
² Sidney belooft zijn hele huwelijk al beterschap, toch gaat hij steeds weer de fout in; hij is ontrouw aan zijn beloftes.


5. Twee recensies

1.
Een virtuoze draaikont
LANGZAMERHAND wordt steeds duidelijker wat voor schrijver Joost Zwagerman wil zijn: een kroniekschrijver van het moderne leven. In Gimmick! portretteerde hij het wereldje van de cokesnuivende kunstenmakers, in Vals licht de prostitutiewereld - in beide gevallen werd de milieuschets verweven met het thema van de onmogelijke liefde. De buitenvrouw is een roman over liefde en overspel die als 'drager' fungeert voor een kroniek van de multiculturele samenleving.
Hoofdpersoon is de dertiger Theo Altena, leraar Nederlands aan een scholengemeenschap in Hoorn, die met zijn vrouw Sylvia een ruime doorzonwoning bewoont in zo'n typische provinciale nieuwbouwwijk. Naast zijn luid bezongen huwelijk ('de gedempte weldaad van de huiselijkheid'; 'Ze konden neuken als reigers, zij met z'n tweeën'), heeft Theo al veertien maanden een heimelijke verhouding met Iris Pompier, zijn zwarte, creoolse collega gymnastiek. Elke dinsdagmiddag, tijdens twee gezamenlijke tussenuren, volvoeren ze bij haar thuis (ook zij is getrouwd) hun erotische rituelen.
Deze opzet biedt Zwagerman volop mogelijkheden om iets te zeggen over de huwelijkse en overspelige liefde, het leven in een provinciale suburb, de perikelen in het hedendaagse onderwijs en, niet in de laatste plaats, de actuele stand van zaken in de interraciale communicatie. Dat Zwagerman probeert de wereld van vandaag een plek te geven in de literatuur is prachtig, maar zijn belichting van de buitenwereld blijft, naar mijn smaak, teveel steken bij de buitenkant. Zijn bijna documentair realisme geeft de typeringen van nieuwbouwwijk en scholengemeenschap weliswaar een grote mate van herkenbaarheid, maar het blijven stereotiepen die niets toevoegen aan wat we - uit eigen ervaring of via journalistieke kanalen - al wisten over die werelden.
Hetzelfde bezwaar geldt ook het kernthema van de roman: alledaags racisme, of liever gezegd: het ongemak van blanke Nederlanders in hun omgang met 'de buitenlanders', 'de allochtonen', 'de etnische minderheden', 'de Medelanders', etc.
Iris Pompier wordt als zwarte lerares volop geconfronteerd met de onwennige reacties van leerlingen en leraren, maar ze slaat zich er met flair doorheen. Geamuseerd observeert ze 'het o zo goed bedoelde gezwoeg' van collega's, die in gesprek met haar een houding aannemen van 'ik ben een blanke man, communicerend met een zwarte vrouw en ik breng het er verdomde fatsoenlijk van af, al zeg ik 't zelf'.
Theo Altena is anders, althans dat hoopt hij te zijn. Terwijl hij nooit van zijn leven enig blijk van engagement heeft gegeven, staat hij, sinds zijn verhouding met Iris, voorop om elke uiting van xenofobie in zijn omgeving te vuur en te zwaard te bestrijden. In zijn naïeve fanatisme doorziet hij niet dat de cartoon die zijn leerlingen op het schoolbord hebben getekend met de tekstballon 'Blackie is the best' op de allereerste plaats een puberale toespeling is op hun al lang niet meer geheime romance. Zijn overspannen reactie leidt tot een incident in de klas. De commotie die daarop volgt vormt de inleiding tot het einde van de romance - zo wordt althans gesuggereerd. #

Eerlijk gezegd had ik verwacht dat Zwagerman de relatie stuk zou laten lopen op de rollen en vooroordelen waarin zwart en wit vandaag de dag nog altijd gevangen zitten, zoals in Vals licht, waar de beoogde liefde onmogelijk is omdat de personages er niet in slagen zich te bevrijden van hun aanvankelijke rollen als hoer en hoerenloper. Het verhaal van een overtuigende liefde die ondanks de beste wederzijdse bedoelingen stuk loopt, had een schrijnende roman op kunnen leveren, die ons tevens meer inzicht had kunnen geven in de subtielere mechanismen van het interraciale ongemak.
Maar daarvoor heb je allereerst een romance nodig waar de lezer in gelooft. En dàt viel mij al zwaar in het geval van Theo en Iris. De gedetailleerd beschreven erotische scènes ten spijt kon ik weinig opwinding in hun 'franjeloze neuken' te bespeuren. Veel meer dan een wekelijks pornografisch ritueel wordt hun affaire nooit.
Ondertussen is die romance natuurlijk de uitgelezen gelegenheid om het thema onder een vergrootglas te bekijken. Zwagerman benut die kans maar zeer ten dele. Doordat hij de lezer onbelemmerd uitzicht biedt op het berekenende bewustzijn van Theo wordt wèl duidelijk dat ook díe wat afzwoegt in zijn omgang met Iris. Hij is er zo eentje die op vakantie gaat naar de Antillen om haar (Surinaamse) cultuur beter te begrijpen, die altijd bang is voor het moment dat hij weer 'jullie' wordt en zich steeds (wijselijk in stilte) afvraagt: waarom hij? waarom een blanke man? Ook tijdens de heftigste vrijages blijft hij zich bewust van hun kleurverschil: 'Vaker werden geilheid en genot overstemd door de overtuiging dat zijn lichaam het hare niet waard was; dat hij haar huidkleur onteerde en witte dood bij haar naar binnenschoof.' Theo is vooral anders door wat Zwagerman noemt 'een soort omgekeerde discriminatie'. Hij is de 'muisgrijze mus', zij de 'paradijsvogel', etc. Iris blijkt achteraf (als de minnaars de balans opmaken) heel wat argelozer: ze 'had iets met een leuke man', 'niet iets met een blanke man'.
Als Zwagerman Iris in diezelfde afscheidsscène laat uitpakken over haar ervaringen met alledaags racisme, komt ze niet verder dan de geijkte voorbeelden; niet één voorval dat je verrast (wat Theo er niet van weerhoudt om de potsierlijke vraag te stellen: 'Waarom heb je me hier nooit eerder over verteld?'). Ook in de 'essayistische' uitweidingen (de politiek correcte ideeën die Zwagerman zijn personages in de mond legt) kom je eigenlijk niets tegen wat je niet al eens eerder betoogd hebt gezien. Bovendien kan hij de verleiding niet weerstaan om, bij monde van Theo, het vingertje te heffen over de betrekkelijkheid van de Hollandse tolerantie en het stilzwijgen van de culturele voorhoede. Wellicht heeft Zwagerman een parodie op de political correctness van een type als Theo willen schrijven, maar ondertussen wil hij zelf maar al te graag nog wat boodschappen kwijt.
Heel wat subtieler gaat Zwagerman te werk in de passages waarin hij met vlijmscherpe precisie registreert hoe Theo als een virtuoze draaikont het overspel voor Sylvia verborgen houdt. Soms scheert Theo gevaarlijk dicht langs de rand van de waarheid. Want naast de voortdurende angst om betrapt te worden leeft in hem ook de diep verborgen wens om zich te láten betrappen (al was het maar uit nostalgie naar 'het melancholieke neuken' na een heftige ruzie).
Misschien heeft Zwagerman wel te veel ineens gewild. Het resultaat is een wervelend geschreven, maar weinig uitgediepte roman. Ook de geestelijke vader van Theo blijft steken in goede bedoelingen. Wat ondertussen niet wegneemt - laat daarover geen misverstand zijn - dat ik de roman met plezier heb gelezen. Het gaat dan wel langs de oppervlakte, maar het is meeslepend genoeg.

© Het Parool, 21 oktober 1994
http://boekrecensies.parool.nl/recensie?id=941021002486-9029561610

2.
Trouw, 14 oktober 1994
Zo of anders, trager, lomer of juist dubbel zo heftig
TOM VAN DEEL
Joost Zwagerman: De buitenvrouw. De Arbeiderspers, Amsterdam, 1994; 235 blz. - fl. 29,90.
De beschrijvingen zijn smeuïg en spelen behendig in op onze kennis van de werkelijkheid. Een welvarende buitenwijk in Alkmaar is sprekend zo'n welvarende buitenwijk in Alkmaar; op een middelbare school in Hoorn gaat het precies toe zoals we denken, of weten, dat het op een middelbare school toegaat.
Deze soepele verwerking van de wereld zoals we die dagelijks meemaken of waarover we dagelijks lezen is zeker een van de verdiensten en aantrekkelijkheden van Zwagermans proza. Hij documenteert er, om het maar eens gewichtig te zeggen, de eigen tijd mee. De clichés gaat hij daarbij niet uit de weg, integendeel, hij maakt er graag gebruik van, wat de herkenbaarheid van wat hij schrijft alleen nog maar vergroot.

``De Bergermeer was een wijk waar de gezinnen onbekommerd hun welvaart etaleerden; waar Volvo-stationcars op zaterdagochtend werden volgestouwd met hupse kinderen terwijl de hond - nooit een herder of pitbull maar een dalmatiër of labrador - vrolijk blaffend achter in de laadbak sprong; waar in de lente alle moeders op doordeweekse dagen in het tweede autootje naar het strand toe tuften, bruin kleurtje halend op een terras in Schoorl; waar de kinderen in felgekleurde windjacks op hun mountainbikes over de woonerven raceten en zich in de weekends uitleefden op de rozebeklinkerde pleintjes zonder enig gevaar voor paps en mams dat er ook maar eentje onder hen een probleemgeval zou worden.''
In deze wijk woont de hoofdpersoon van Zwagermans nieuwste roman, 'Buitenvrouw.' Hij heet Theo Altena, is drieëndertig, leraar Nederlands en volmaakt gelukkig getrouwd met Sylvia, zes jaar jonger dan hij en als juridisch adviseur werkzaam bij de gemeente. Ze hebben geen kinderen. Hun huwelijk wordt beschreven, ik herhaal het, als puur geluk en hetzelfde geldt voor hun seksuele betrekkingen. ``Ze pijpte hem soms al minder dan vijf minuten na zijn thuiskomst en wanneer hij zijn kleren nog aan had.'' Volgt een passage die een nauwgezette beschrijving lijkt van een pornofilmpje. ``Zo of anders, trager, lomer of juist dubbel zo heftig en hard of gewoon vier dagen achtereen in hetzelfde geile standje deden zij het met elkaar, in terugkerende varianten van varianten en altijd met een genot waarvan Theo wist dat het nergens anders was te vinden, omdat nergens anders dan bij haar genot zo robuust gestut werd door geluk.''
Dat zit dus wel goed met die twee, zou je denken, maar waarom gaat Theo als het verhaal begint te lopen dan al veertien maanden vreemd met Iris Pompier, zijn collega gymnastiek aan de school in Hoorn? Iris is zwart, een Creoolse, in Paramaribo geboren, in de Bijlmer opgegroeid - is het haar kleur die Theo obsedeert? Hoe het zij, hij is aan haar verslaafd en zij doen het elke week met elkaar in de twee tussenuren die ze op hun lesroosters gemeen hebben, bij Iris thuis. Haar man, want ook zij is getrouwd, werkt in Amsterdam.
Het verhaal van 'Buitenvrouw' (Surinaams-Nederlands woord voor bijvrouw) is gauw verteld en nogal dunnetjes: Theo heeft weer 's zijn dinsdagse overspel en treft dan terug op school een tekening aan op het bord, een karikatuur van zijn hoofd met bril en enorme neus, en daarnaast in een tekstballon geschreven: Blackie is the best. Onbegrijpelijk genoeg vat hij tekening en tekst niet op als het bewijs van het feit dat zijn verhouding met de zwarte lerares algemeen bekend is, maar percipieert hij alleen het racistische element in de tekst. Door zijn omgang met Iris is hij ineens bijzonder gevoelig geworden voor uitlatingen die naar racisme zwemen. De volgende dag krijgt hij weer hetzelfde op zijn bord en valt hij extreem uit tegen enkele leerlingen. Aan het eind van de schooldag verneemt hij van de conrector dat iedereen op de hoogte is van zijn overspelige relatie. Deze raadt hem aan maar even thuis te blijven, om zijn kalmte te hervinden.
Veertien maanden lang heeft Theo zijn vrouw bedrogen, het geheim van zijn overspel is voor haar al die tijd geheim gebleven, hij heeft zich dikwijls met angst en beven afgevraagd hoe lang dat nog kon duren, maar tot dan toe heeft ze niets gemerkt. Het lijkt er dan op dat in deze slotfase, de tijd waarin de roman zich afspeelt, een bekentenis onvermijdelijk wordt, maar tot Theo's verbazing en opluchting weet hij alles met een simpel leugentje - al veertien maanden ordeproblemen - aan Sylvia te verklaren. Dat is een buitengewoon onbevredigend, zij het wel een onverwacht einde. Het maakt deze Theo definitief tot een uitermate antipathiek romanpersonage. Hij is een toneelspeler die zichzelf zoet houdt met de gedachte dat iets verzwijgen niet hetzelfde is als bedrog. De veronderstelling dat deze twee mensen een volmaakt gelukkig huwelijk hebben, was altijd al enigszins bespottelijk, maar in het slothoofdstuk is daar absoluut niet meer in te geloven.
Het verhaal van het einde van Theo's omgang met Iris (want dat is het gevolg) wordt natuurlijk opgevuld en gelardeerd met gebeurtenissen in het heden en het verleden, die op een of andere manier verbonden kunnen worden met motieven als liefde, seks, racisme. Aldus wordt een in feite dunne geschiedenis opgedikt tot roman. Het meeste dat er in verteld wordt, blijft zich nogal afspelen aan de oppervlakte en krijgt weinig diepgang. Des te opmerkelijker is het dat er ten aanzien van Theo's seks met de zwarte Iris ideeën worden ontwikkeld die veel verder lijken te reiken.
Echt begrijpen doe ik de verspreide gedachtengangen op dit punt overigens niet. Wat te denken van onsmakelijke vergelijkingen als deze, waarin Theo bij Iris naar binnen schuift ``zoals een lijk op een slede een koelcel in wordt geschoven.'' Even verderop wordt het beeld van de koelcel snel vervangen door dat van ``een crematorium in vol bedrijf.'' Theo heeft kennelijk allerlei doodsfantasieën bij Iris: ``Dat we spelen dat ik dood ben en jij wanhopig probeert mij weer tot leven te wekken. Dat jij een zwarte doodskist bent van levend steen waar ik in kom te liggen, ik het koude witte lijk in een gloeiende sarcofaag.''
In de enkele, meer theoretiserende passages, waarin Iris en Sylvia met elkaar worden vergeleken, heet het dat Sylvia ``als een ziekte en uit liefde in hem (was) gaan zitten, zijn aderen doorstromend, zij was zijn altruïstische, filantropische doodseskader. ( . . .) Met Iris was het anders. Dat was opnieuw ontdekte baldadigheid, hij was op dinsdagmiddag weer voor even achttien jaar en niet geklonken aan de dood door liefde maar door geilheid, gevoed door kille berekening en manipuleerbare fantasiebeelden. Hij naaide met Iris de pluggen uit de muur en de pannen van het dak en dat was alles, lekker geile grafschennis, dat hoorde er nu eenmaal bij.''
Koelcel, crematorium, sarcofaag, grafschennis - ik kan het niet zo best meer volgen, eerlijk gezegd. Veel uitwerking in de roman krijgen deze doodsfantasieën tijdens het seksuele verkeer niet en misschien is dat maar goed ook, want het is zo, zwart-wit, al wel meer dan genoeg. Als Zwagerman diepzinnig wil worden, is hij niet op zijn sterkst. Hij is echt een schrijver van de buitenkant. Meer niet.


http://boekrecensies.trouw.nl/recensie?text=buitenvrouw&FDOC=0&SORT=presence&BN_NUGI=%2A&REC=941014079579-9029558407

6. Persoonlijke reactie

1. Het onderwerp
Het onderwerp is duidelijk: Overspel en Racisme, dit zijn dus ook de thema’s, ik vond de uitwerking van de thema’s niet bjister origineel, maar dat komt, omdat het niet echt mijn belevingswereld is, mijn moeder bjivoorbeeld, begrijpt het veel beter, omdat ze zelf een echtgenoot heeft (ze pleegt geen overspel, maar dat weet je natuurlijk maar nooit), en vind het boek dus ook veel leuker dan ik, omdat zelf niet echt een relatie heb.

Het onderwerp heeft me niet echt aan het denken gezet, ik heb er ook niet eerder over nagedacht, omdat ik me er geen zorgen over hoef te maken, tot nu toe zijn er twee boeken die echt indruk op me gemaakt hebben: Zwarte regen (over de atoombom op Hirosjima), en Verslag van een junkie, van Christiane F., vooral het laatste heeft veel indruk op me gemaakt.

2. De gebeurtenissen
Het verhaal heeft een strakke heldere verhaallijn, er zijn niet echt veel flashbacks, dit komt vooral omdat Zwagerman geen ingewikkelde constructies gebruikt om iets duidelijk te maken, hij zegt gewoon waar het op neer komt en het is dus makkelijk te lezen en te begrijpen.

Ik denk dat de gebeurtenissen, voor een volwassene wel herkenbaar zijn, omdat zij meestal ook getrouwd zijn en dus overspel kunnen plegen, voor hun blijft het boek boek dus ook veel meer boeien, maar voor jongeren niet echt heel erg, soms vindt er een spannende gebeurtenis plaats, zoals de confrontatie met Wouter Nijman.

De afloop is niet echt bevredigend, want het eindigt met een simpel leugentje en daarmee is de hele zaak afgedaan voor Theo.

3. De bouw
Er zit niet veel vaart in het boek, omdat het een relatief korte periode beslaat en veel pagina'’, dus er zijn niet veel spannende gebeurtenissen hoogstens 3 of 4, maar er wordt meer nagedacht en gefilosofeerd door Theo. Alles hangt wel met elkaar samen, dit komt, omdat er een strakke heldere verhaallijn is en niet zoveel flashbacks, Zwagerman gebruikt geen ingewikkelde constructies om wat te zeggen, daarom klopt het allemaal, omdat het simpel in elkaar zit.


4. De personages
Er was voor mij maar 1 personage wat echt ging leven, en dat was Theo Altena, want van hem kom je echt veel te weten, dit komt omdat zijn gedachten uitgebreid werden beschreven en niet de gedachten van andere personages, zo kwam je echt te weten hoe hij over bepaalde dingen denkt, daarom leef je met hem mee, omdat je weet wat hij denkt, maar niet wat een ander persoon in het boek daar van vindt.

Ik vind niet dat de personages zich niet gedragen zoals het hoort, want overspel plegen dat doe je eigenlijk niet, wat Sydney doet is te begrijpen, omdat het in zijn cultuur een algemeen geaccepteerd iets is, maar dat hij kwaad wordt als Iris hetzelfde doet, dat vind ik weer asociaal. Wat ook erg onbeschoft is is de manier waarop Iris Theo dumpt, ze gebruikt hem eigenlijk om wraak te nemen op Sydney, want als ze echt van Theo gehouden had, dan was het wel anders gegaan. Daarom vind ik Theo sympathieker dan Iris, Sylvia vind ik niet sympathiek, omdat ze erg naïef is. Er is hier dus een fikse relatieleven aan de gang dat kruiselings door elkaar gaat en van verschillende standpunten bekeken kan worden.

5. Het taalgebruik
Ik had totaal geen moeite met het taalgebruik, het was makkelijk te begrijpen en toegankelijk voor iedereen, dit komt omdat Zwagerman een stijl gebruikt die zegt waar het op neer komt, het is een populaire stijl en dus ook populair bij de jongeren. Er zijn dus ook niet veel eigenaardigheden in het taalgebruik die problemen op kunnen leveren. Zijn stijl van schrijven is populair, hij noemt alles gewoon bij de naam. Hij deinst er ook niet voor terug bij de seksscènes het woord lul of kut in de mond te nemen. Hij spreekt de taal van de jeugd en wordt daarom, volgens ons, ook zoveel gelezen. Sommige gebeurtenissen zijn erg beeldend geschreven, zoals de scènes waarin Theo en Iris de liefde bedrijven. Er zijn niet heel veel symbolische verwijzingen, soms zijn deze verwijzingen een beetje bizar, als Theo bij Iris naar binnen schuift, vergelijkt hij dit met een lijk op een slede die bij een crematorium naar binnen geschoven wordt, dit is dan symbolisch voor het feit dat Iris zwart is en Theo blank.

REACTIES

N.

N.

Geweldig, dankjewel!!!!!!!!!!!!!!

19 jaar geleden

E.

E.

hoi je uittreksel van de buitenvrouw is echt, klasse..! heb je het gehele boek gelezen, want ik zie nergens een mening van je over het boek...
ik vind je mening toch wel een belangrijk punt in het uittreksel...

groetjes Es.

18 jaar geleden

L.

L.

Het is Iris Pompier niet Iris Duivenpoort.

12 jaar geleden

L.

L.

Iris is niet boos op Theo omdat hij de relatie bekend heeft gemaakt bij Ferweda, maar omdat hij geen preek over racisme had moeten houden tegen zijn leerlingen. Hij had het niet voor haar op moeten nemen omdat dat juist een teken was dat ze een relatie hadden.

Verder was de affaire niet een manier om Sydney terug te pakken, dat vermeld ze nog nadrukkelijk in het boek.

En de vader van Wouter dient uiteindelijk toch geen klacht in nadat bleek dat Wouter helemaal geen hersenschudding had.

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De buitenvrouw door Joost Zwagerman"