(1)
Auteur
Stefan Hertmans
Titel
De bekeerlinge
Eerste druk
2016
Aantal pagina’s
317
Uitgeverij
De Bezige Bij
Genre
Historische roman
(2)
Na het lezen van het boek was ik verrast: ik verwachtte in het begin eigenlijk een gehele documentatie van hoe een Joodse man en een christelijke vrouw hun leven in harmonie met elkaar zouden lijden tijdens de vlucht, maar uiteindelijk verliep het verhaal wat negatiever dan dat ik had verwacht. Het stuk wat mij het meeste aansprak was eigenlijk het derde hoofdstuk genaamd ‘De vlucht’, waarbij Vigdis en David samen besluiten te vluchten om bij elkaar te kunnen zijn. In dit hoofdstuk werden intieme scènes beschreven op een zeer uitgebreide manier, waardoor ik als lezer als het ware in hun verliefde bel terecht kwam waar niemand doorheen kon breken. Geregeld moest ik dan ook een kleine glimlach werpen door de mooie zinnen van Hertmans: ‘’Na uren liggen ze eindelijk stil, hij nog steeds zwaar op haar, zij onder hem, dromend, kijkend naar een vliegend hert dat boven hun hoofd bromt, ze schiet in de lach, er is een zotte, redelijke blijheid in haar en ze zegt: Nu ben ik je vrouw’’. Er kwam bij mij gelijk, na het lezen van deze zin, een positieve verwachting naar boven dat het hen wel zou lukken om te vluchten. Maar dat Vigdis uiteindelijk oog in oog moest staan met het dode lijf van David, de liefde waarmee zij was gevlucht, de liefde waarvoor ze was gevlucht, raakte me. En niet zo een beetje ook. De dood van Vigdis vond ik uiteindelijk het moeilijkste om te lezen van het gehele boek omdat ik het te tragisch vond hoe haar leven uiteindelijk was gelopen, puur omdat zij koos voor de liefde uit haar buikgevoel. Een keuze die zij maakte vanuit haar hart en wat uiteindelijk resulteerde tot een catastrofaal einde. Wat ik wel minder vond aan het boek was het feit dat er veel Griekse plekken en woorden gebruikt werden in het verhaal: als een lezeres die zich verder niet verdiept in de geschiedenis kon dat soms wel pittig zijn. Sommige uitgebreide beschrijvingen waren natuurlijk cruciaal omdat dat bijvoorbeeld ging over de woonplek van Vigdis, maar de eigen documentatie van de schrijver die deze plekken bezocht vond ik soms te uitgebreid. Van mij had dat wel wat minder gemogen: uiteindelijk was het namelijk het verhaal zelf wat mij het meeste interesseerde en niet hoe mooi de schrijver de straten van Rouen vond. Wél denk ik dat het daarom een uitdagend boek is voor menigeen Vwo’er wegens de geschiedenis die zich vermengt met zo’n interessant en spannend verhaal, en in combinatie met de schrijver die vanuit een ik-perspectief zijn eigen waarnemingen vertelt over de stad in de 21ste eeuw, vergeleken met het jaar 1000 waarin het verhaal juist daadwerkelijk plaatsvond. Ik zou het boek niet aanraden aan een leerling die zich niet zo interesseert in de geschiedenis, gezien details van verschillende gebouwen, plekken, tempels etc. veel omschreven worden door de schrijver. Het boek is verder wel goed te lezen en te volgen doordat de schrijver uitgebreid verteld wat er precies gebeurt, vaak op een poëtische wijze. Uiteindelijk heb ik dan ook erg genoten van dit boek, zeker omdat het mij daadwerkelijk ook iets heeft geleerd over de geschiedenis rondom het jaar 1000 en omdat het mijn inlevingsvermogen heeft vergroot rondom de vluchtelingenproblematiek, zowel bij de Jodenherdenking als bij de huidige vluchtelingenproblematiek van de 21e eeuw.
(3) + (4)
De belangrijkste persoon uit dit boek vond ik Vigdis, een jonkvrouw afkomstig uit een goed gesteld christelijk, Noord-Frans gezin. Ze valt te omschrijven als een christelijke verschijning met een groot voorhoofd, glazige ogen en blonde lokken (blz. 270).
‘’Hé, kijk hier, een blonde teef die uit de smouzenval kruipt, zegt er een’’, blz. 166.
Ze viel mij het meeste op gedurende het verhaal omdat je als lezer vooral haar reis volgt gezien de andere personages in het verhaal komen en gaan gedurende haar persoonlijke reis. De gevolgen van haar keuzes komen dan ook het sterkste naar voren: zij koos er namelijk voor om met een Joodse man te vluchten als adolescente, hoe bewust zij zich er ook van was dat dat voor haar de dood kon betekenen. Je volgt Vigdis dan ook letterlijk vanaf kleins af aan, waarbij men de opvoeding van Vigdis kan volgen, tot de dood waar zij in het verhaal om vroeg en uiteindelijk ook kreeg. Dat zo’n meisje met zoveel talenten zoals lezen en zingen uiteindelijk in zo’n trieste reis alles zou verliezen wat ze lief had, inclusief haarzelf, was dan ook uiteindelijk een triest gevolg van haar eigen keuzes als vluchteling. Ze dacht dan ook vaak nog terug aan haar jeugd gedurende haar reis:
‘’Steeds weer, ook in de weken na haar huwelijk, ervaart ze hoezeer ze in een andere wereld terecht is gekomen. Ze moet nog wennen aan de lome middaghitte, die kan voortduren tot begin oktober. Ze leert de stad geleidelijk aan kennen. Ze bezoekt de markt met andere Joodse vrouwen. Ze denkt terug aan de het hoge donkere huis van haar jeugd, aan haar moeder, aan de zachte stem van haar zorgzame gouvernante. Hoe verraden moeten deze haar dierbare mensen zich hebben gevoeld. Nu pas, nu haar leven hier in zijn plooien valt, wordt ze overvallen door een schuldgevoel dat haar soms de keel dichtknijpt’’. - blz. 112.
‘’Er zullen nachten zijn die ze wakend doorbrengt omdat ze wil overleven. Ze is ongevoelig voor alles om haar heen. Ze vindt het pad over de hoge rotsen. Ze zegt Joodse en christelijke gebeden door elkaar’’. - blz. 186.
Het centrale probleem van Vigdis ontwikkelde zich naarmate de reis vorderde. Eenmaal aangekomen in Narbonne, de thuisbasis van David, liet Vigdis zich namelijk omdopen en kreeg ze een andere naam, Hamoutal. Ze kreeg twee kinderen met David gedurende hun vluchtroute, terwijl je als lezer haar twijfels tussen het naleven van twee geloven, het christelijke en het joodse geloof, steeds sterker kon aanvoelen. Haar innerlijke strijd tussen het naleven van twee geloven vormde dan ook het centrale probleem waar de hoofdpersoon mee moest omgaan, tevens vormt dit dan ook gelijk het thema van het boek. Ze probeerde eerder dit probleem te ontvluchten dan te bestrijden door letterlijk weg te lopen van haar huis waar zij niet in harmonie met David kon leven, ondanks dat dit betekende dat zij hierdoor haar eigen geloof van zich moest afwenden. Dat de keuze om te vluchten gedurende de Kruistochten uiteindelijk de dood van haar man moest betekenen, veroorzaakte het begin van een identiteitscrisis bij Vigdis: ze had nu eenmaal haar eigen God verraden voor een andere, puur om met de man te kunnen zijn waarvan ze hield. In het boek kwam er dan ook een scène voor waarin Hamoutal twijfelde om terug te keren naar Rouen. Uiteindelijk raakte Hamoutal ook haar twee kinderen, Yaakov en Justa, kwijt tijdens het waarnemen van haar dode man. Ze begon steeds meer te twijfelen over haar keuze en ze vroeg zich af of ze echt niet moet terugkeren, ook al wist zij dat ze op de brandstapel zou belanden wanneer zij ooit weer bij haar ouders zou wederkeren met een Hebreeuws accent.
''Uiteindelijk besluit Hamoutal, uitgeput door twijfels omtrent het lot van haar kinderen, naar hen op zoek te gaan. Ze heeft er lang over nagedacht.’’
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden