Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

De avonden door Gerard Reve

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
Boekcover De avonden
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • havo | 3303 woorden
  • 20 juni 2016
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
6 keer beoordeeld

Boekcover De avonden
Shadow

In 1947 debuteerde Gerard Reve op zijn drieëntwintigste met De Avonden. Een stortvloed aan recensies volgde. Hoewel een enkeling het belang van deze literaire gebeurtenis inzag, reageerden veel critici aanvankelijk geschokt: de roman zou geen enkel uitzicht bieden voor het troosteloze bestaan van de naoorlogse generatie. Ook schrijvers reageerden, geluiden van af…

In 1947 debuteerde Gerard Reve op zijn drieëntwintigste met De Avonden. Een stortvloed aan recensies volgde. Hoewel een enkeling het belang van deze literaire gebeurtenis inza…

In 1947 debuteerde Gerard Reve op zijn drieëntwintigste met De Avonden. Een stortvloed aan recensies volgde. Hoewel een enkeling het belang van deze literaire gebeurtenis inzag, reageerden veel critici aanvankelijk geschokt: de roman zou geen enkel uitzicht bieden voor het troosteloze bestaan van de naoorlogse generatie. Ook schrijvers reageerden, geluiden van afschuw kwamen onder andere van Godfried Bomans die in Elsevier schreef: 'Ik heb zelden een boek gelezen, zó naargeestig, zó zeer van iedere positiviteit verstoken, zó grauw, cynisch en volstrekt negatief, als dit. Het wurgt iemand de keel toe.' En Nescio sprak van een 'onboek'. Reve reageerde laconiek: 'Het is nog altijd een wijdverbreide opvatting dat een schrijver uitzicht moet bieden. Ik zie dat niet in. Is dat speciaal mijn taak? Laat ze een spionnetje kopen, de zwetsers.'

Al snel groeide Reves roman uit tot de bijbel van een nieuwe generatie. Het boek beleefde meer dan vijftig drukken en wordt nog steeds beschouwd als een van de belangrijkste romans van na 1945.

De avonden door Gerard Reve
Shadow

Leesverslag 8

 

Boekgegevens: De avonden

Auteur: Gerard Cornelis van het Reve

 

Auteur

Reve werd geboren om half zes in de namiddag, in de Amsterdamse Van Hallstraat nummer 25. Zijn ouders waren Gerard J.M. van het Reve, een schrijver en journalist, onder andere schrijvend onder de naam Gerard Vanter, en Janetta Jacoba Doornbusch. Beide ouders waren overtuigde communisten; vader Van het Reve bezocht in 1922 een van de congressen van de Komintern in Moskou. De latere slavist, Rusland-kenner en Leidse hoogleraar Karel van het Reve was Gerards oudere broer. Enkele jaren voor de geboorte van Karel was er al een vroeggestorven baby met dezelfde naam geboren. Van het Reve groeide op in de wijk Betondorp in de Watergraafsmeer. Het gezin Van het Reve woonde er in de loop der tijd op drie verschillende adressen in de Ploegstraat (de toenmalige nummers 50 of 56, 57 en 85 boven). Hij verhuisde later met zijn ouders naar de Jozef Israëlskade in de Diamantbuurt, waar hij De avonden zou schrijven en situeren. Na een onvoltooide opleiding aan het Vossius Gymnasium in de jaren 1936-1940 bezocht hij tot 1943 de Grafische School in Amsterdam, waar hij een opleiding tot typograaf volgde. In deze periode was hij in therapie bij de psychiater dr. C.J. Schuurman, omdat hij last had van psychische problemen, die zelfs tot een zelfmoordpoging hadden geleid. In die tijd was hij een wereldvreemde adolescent die in boekentaal sprak en in razernij kon uitbarsten tegen een leeftijdsgenoot die hem daarmee pestte. Tot 1947 had hij vervolgens verschillende baantjes, waaronder rechtbankverslaggever voor Het Parool, waar hij Simon Carmiggelt leerde kennen. Op 9 december 1948 trouwde Reve met de dichteres Hanny Michaelis (1922-2007), een huwelijk dat tot 1959 zou duren. Tijdens zijn huwelijksjaren verbleef Reve van 1952 tot 1957 in Engeland. Hij woonde in Londen, volgde cursussen toneelschrijven en werkte enkele maanden als verpleger in het National Hospital for Nervous Diseases. In deze tijd besloot hij alleen nog in het Engels te schrijven. Een van de aanleidingen was de rel die in Nederland was ontstaan over het in 1951 in een tijdschrift gepubliceerde verhaal Melancholia dat in strijd werd bevonden met 'de openbare orde en goede zeden', omdat in het verhaal gerept werd van masturbatie. Terug in Nederland ging hij in Amsterdam samenwonen met Wim Schuhmacher die in zijn werk figureert als 'Wimie'.

 

In 1964 verhuisde hij naar het Friese Greonterp, waar hij samenwoonde met een nieuwe levenspartner, Willem Bruno van Albada ('Teigetje') en later tevens met 'Woelrat' (Henk van Manen), die met elkaar getrouwd zijn. Hij noemt zijn huis in Greonterp 'Huize Het Gras'. Na een korte (1971-1974) periode in Veenendaal en Weert te hebben gewoond, vestigde Reve zich in 1974 in het Franse dorp Le Poët-Laval waar hij vanaf 1975 samenwoonde met Joop Schafthuizen ('Matroos Vos'). In later jaren verbleven Reve en Schafthuizen afwisselend in Frankrijk en in Nederland, in Schafthuizens woonplaats Schiedam. In 1993 gaven zij de woning in Nederland op en vestigden zich in het Vlaamse Machelen-aan-de-Leie, in de voormalige doktersvilla van de schoonzoon van de Vlaamse schrijver Stijn Streuvels.

 

Een bijzondere activiteit van de schrijver was in 1991 het integraal voorlezen - gedurende tien uur - voor de radio van zijn roman De avonden.

 

Vanaf 1997 leed Reve aan de ziekte van Alzheimer. Na een hartoperatie in 1998 ging hij erg achteruit. Vanaf december 1999 schreef hij niet meer. Reve verbleef vanaf mei 2004 in een verpleeghuis en overleed op 8 april 2006 om 20.45 uur op 82-jarige leeftijd in verpleeghuis Sint-Vincentius in Zulte.

 

 

 

Samenvatting

Op zondagmorgen 22 december 1946 ontwaakt Frits van Egters om half acht in een etagewoning aan de Amsterdamse Schilderskade, waar hij samen met zijn ouders woont. Hij heeft net een nare droom gehad over een man met een bolhoed die het huis binnenkwam en ineens in een doodskist lag, die eerst dagenlang bleef staan waarna er bij het begraven van alles misging. Nadat Frits eerst een kleine wandeling heeft gemaakt, ontbijt hij samen met zijn ouders en bekijkt zichzelf vervolgens naakt in een paar spiegels. Frits' oudere en getrouwde broer Joop komt even op bezoek om een eetafspraak af te zeggen. Frits wijst Joop op zijn hoofd, dat al begint te kalen. Na het avondeten bezoekt Frits een van zijn oude vrienden, Louis Spanjaard, die zich in tegenstelling tot Frits non-conformistisch gedraagt. Frits informeert naar Louis' zwakke gezondheid en de twee vertellen elkaar enkele even bizarre als lugubere verhalen. Weer thuisgekomen stelt Frits vast dat de dag zinloos voorbij is gegaan, nadat hij overdag verschillende malen op zijn horloge heeft gekeken. Die nacht heeft Frits alweer een nare droom, ditmaal over krijtwitte mensen met uitpuilende ogen en kreeftenscharen in plaats van armen.

 

Op maandag 23 december komt Frits om half vijf terug van zijn werk, vervuld van naargeestige gedachten. Na het eten bezoekt hij zijn broer Joop en diens vrouw Ina, waarna de drie naar een reünie gaan van het Berendsgymnasium dat Joop wel heeft afgemaakt en Frits niet. Frits voelt zich hierom "de mislukte", en tijdens de reünie houdt hij zich uit schaamte afzijdig tegenover zijn vroegere schoolgenoten. Weer thuisgekomen bekijkt Frits vol afkeer zijn oude schoolboeken. Hij valt daarna in slaap en droomt over een witte zwaan die het op zijn leven gemunt heeft, wat hem echter in zijn droom totaal onverschillig laat.

 

Op dinsdag 24 december koopt Frits 's middags in een goedkope fietsenwinkel een bord en beker van aluminium voor Hansje, het kind van zijn vriend Jaap Elderere en diens vrouw Joosje dat die dag zijn eerste verjaardag viert. Wanneer Frits bij het huis van de Elderers aankomt, treft hij daar alleen Joosje en haar tante Stien aan. Hij raakt met hen in gesprek en op een gegeven ogenblik gaat het over kanker. Frits noemt dit een "mooie, machtige ziekte". Even later arriveert ook Josjes moeder, mevrouw Mosveld. Het valt Frits op dat moeder en dochter er precies hetzelfde uitzien en even oud zouden kunnen zijn. Vervolgens noemt hij de schreiende Hansje "een kreng van een kind" en zegt dat de zenuwen van het kind wel verkeerd zullen zijn gegroeid, waardoor het niet lang zal leven. Even later arriveert ook Jaap. Frits raakt met hem in gesprek over Jaaps beginnende kaalhoofdigheid en andere lichamelijke gebreken zoals bochels en blindheid. Nadat Frits naar huis en naar bed is gegaan, droomt hij dat hij voor een onbekend huis staat en in de verte iets dat op een stoomwals lijkt hoort aankomen. Hij vlucht het huis in, maar het ding blijft hem ook daar achtervolgen. Badend in het zweet wordt Frits wakker.

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

 

Op woensdagmorgen 25 december is er in het huis van Frits en zijn ouders van enige kerstsfeer geen sprake. Frits staat pas om half elf op en klaagt tegen zijn moeder dat zijn gekookte ei koud is geworden. Nadat Frits' ouders naar een bevriende familie zijn gegaan belt een zekere Lande aan, die vermoedt te zijn bestolen door een wederzijdse kennis van hemzelf en Frits, Maurits Duivenis. Nadat Frits weer alleen is, urineert hij uit verveling in de kachel en verbaast zich vervolgens over de stank. Vervolgens steekt hij met een lucifer een pissebed die over het plafond loopt in brand. Op bijna datzelfde moment komt Louis Spanjaard binnen. Frits vertelt Louis hoe hij als kind allerlei kleine dieren (insecten, spinnen, kikkers, vissen) martelde. De twee besluiten vervolgens samen naar de film De Zevende Sluier in de bioscoop Princeps te gaan. Ze gaan er te voet heen en met de tram terug, en vervolgens gaan ze bij Frits' ouders eten. 's Avonds gaat Frits op bezoek bij een andere vriend, Walter Graafse. Walter speelt op zijn piano een partita van Johann Sebastian Bach. Frits vindt zowel het instrument als de muziek prachtig, maar Walters zus geeft een stevige berisping omdat de vrouw van de bovenbuurman op sterven ligt en de muziek dus zeer hinderlijk is. Frits begint vervolgens over het zeer goede gehoor dat stervenden vaak hebben. Die nacht kan Frits - nadat hij eerst flarden van een ruzie tussen zijn ouders heeft opgevangen - bijna niet slapen. Hij heeft weer allerlei wilde dromen en probeert de volgende ochtend zich veelal waargebeurde gruwelijke verhalen die hij vroeger eens heeft gehoord voor de geest te halen, om maar niet opnieuw in slaap te vallen.

 

Op donderdag 26 december verlaten Frits' ouders - na een ongezellig ontbijt in ruziesfeer - ieder apart het huis. Frits blijft alleen achter. Hij vindt de sleutel van de zolder, die zijn moeder de vorige dag kwijt was, half gesmolten terug in de kachel. Hij luistert op de radio eerst naar een concert van Bach en besluit vervolgens een stukje te gaan lopen. Onderweg naar de stad komt hij Maurits Duivenis tegen. Maurits vertelt Frits dat hij het gestolen geld aan Lande heeft teruggegeven en verwijt hem tevens zijn loslippigheid. Ook biedt hij Frits een "geruilde" jas te koop aan, maar Frits vindt dit niet koosjer. Frits merkt ook op dat Maurits zijn haar maar slecht verzorgt. 's Avonds gaat Frits na eerst een paar uur bij de kachel te hebben gezeten op bezoek bij een andere vriend, de boekenverzamelaar Viktor Poort, die inwoont bij het getrouwde paar Herman en Lydia. Frits en Viktor vertellen elkaar wat korte en rare verhalen en Frits heeft het ook even over de problemen tussen zijn ouders. Victor zegt dat hij Frits' ouders erg aardig vindt. Ook geeft hij Frits een psychiatrisch handboek boek te leen, De kleine zenuwlijder. De volgende morgen heeft Frits een erotische droom, waarin hij Lydia's ontblote dij ziet.

 

Op vrijdag 27 december komt Frits 's middags van zijn werk, waar hij even op een prettige manier aan zijn schooltijd werd herinnerd toen de lichten vanwege zware bewolking midden op de dag aanmoesten; de sombere sfeer deed de laatste uren op school sterker contrasteren met de overgang naar vrije dagen. Vervolgens besluit Frits om twee kaartjes voor de avondfilm in de bioscoop te kopen. Hij vraagt eerst Victor en dan Louis om mee te gaan, maar beiden hebben die avond geen tijd. Bij de bioscoop treft Frits Maurits die op zoek is naar een plek voor de ingang, en gaat dan maar samen met hem naar de film kijken, hoewel hij dit niet geweldig vindt. Maurits vertelt Frits dat hij de jas inmiddels heeft doorverkocht.

 

Op zaterdagavond 28 december gaat Frits samen met Jaap, Joosje en Victor naar een nachtclub. Frits en Jaap bezatten zich en Frits begint te praten over mensen die tijdens de Hongerwinter geregeld bij zijn ouders kwamen eten. Ook heeft hij het over de fouten en gebreken van de mensheid en God die alles ziet, maar niemand van de aanwezigen neemt hem echt serieus. Door een paar mensen op straat geholpen komt Frits 's avonds laat vermoeid en misselijk thuis, waar hij door zijn ouders wordt opgevangen, uitgekleed en naar bed gebracht. Hij prijst zijn beide ouders vanwege hun goedheid.

 

Op zondagmorgen 29 december wordt Frits wakker met een zware kater en een sterke braaklucht in zijn neus. In de woonkamer heeft hij een aanvaring met zijn ouders omdat ze vinden dat hij zich asociaal gedraagt. 's Avonds gaat hij op bezoek bij Bep Spanjaard, de alleenwonende zus van Louis. Op haar benen heeft Bep iets wat op eczeem lijkt, en Frits probeert haar aan te praten dat ze een zeer pijnlijke beenvliesontsteking zal krijgen. Bep leent Frits haar wollen knuffelkonijn en nodigt hem uit om de volgende dag samen met Eduard Hoogkamp, Jaap, Joosje en Louis naar de film De groene weiden te gaan. Die nacht droomt Frits dat hij spoedig zal verdrinken omdat hij in een vol water lopende kano zit.

 

Op maandag 30 december gaat Frits 's avonds naar het huis van Bep Spanjaard. De opa van Jaap is net begraven en samen met Jaap bespreekt Frits allerlei zaken die met de dood en begrafenissen te maken hebben, tot ongenoegen van de andere aanwezigen die het gezellig willen houden. Frits is ontroerd door de film, maar vindt het verachtelijk van zichzelf dat hij op een gegeven moment tranen in zijn ogen heeft. Die nacht droomt Frits over een lijk dat als postpakket bij hem thuis wordt afgeleverd. De dode is ongeveer even oud en groot als Frits zelf.

 

Op dinsdag 31 december is Frits vroeg klaar op kantoor. Op weg naar huis komt hij Maurits weer tegen, die in het zwembad schoenen en een jas heeft gestolen. Frits wenst hem geen gelukkig Nieuwjaar. Thuisgekomen doet hij een dutje en droomt dat hij in een fabriek onder de hamer van een aambeeld verpletterd dreigt te worden. Frits gaat 's avonds nog even langs bij Louis en merkt op dat die er niet goed uitziet. Weer thuisgekomen ontdekt Frits dat zijn moeder vruchtenwijn in plaats van echte wijn heeft gekocht, en dit vindt hij het ergste dat er is omdat iets duurs dus achteraf waardeloos blijkt; hij huilt er zelfs om. De rest van de avond denkt Frits voortdurend aan de voortschrijdende tijd. Direct na middernacht gaat hij naar zijn vrienden, die echter geen van allen thuis blijken te zijn. Op weg terug naar huis smeekt Frits in een soort van gebed God om erbarmen met zijn ouders.

 

Verhaaltechnieken

Personages

Frits van Egters: Frits is de hoofdpersoon in het boek. Hij woont nog thuis bij zijn ouders en is 23 jaar oud. Hij is een round character, want je komt veel te weten over zijn gevoelens. Zijn denkwijze is soms nogal afwijkend en vreemd. Hij ergert zich erg vaak aan zijn vader, omdat die doof is en slechte eetgewoonten heeft. Hij kan zich erg irriteren aan mensen en is er lang niet altijd eerlijk tegen. Frits werkt op een kantoor en heeft zijn school niet afgemaakt waar hij nog erg mee zit. Als hij droomt gaat het bijna altijd over de dood. Hij is erg bang voor de aftakeling van het lichaam, daarom begint hij ook altijd over kaalhoofdigheid en gaan de gesprekken vaak over gebreken en dood. Gelovig is hij niet echt, maar wel spreekt hij regelmatig tot God, bijvoorbeeld om vergiffenis te vragen voor zijn ouders. Maar dat is meer een soort kreet dan echt geloof. Het gedrag van Frits is redelijk puberaal te noemen, omdat hij soms echt vervelend is en zich zo ergert aan mensen. En dat terwijl hij al 23 is. Ook houdt hij continu de tijd bij en wil hij altijd zijn dag zo nuttig mogelijk besteden, anders is het weer ‘mislukt’. Met zijn speelgoedkonijn doet hij ook erg rare dingen, het is een soort troeteldiertje voor hem.

 

De ouders: De vader van Frits is een oude man die slecht hoort en weinig manieren heeft. Hij weet vaak niet hoe hij iets aan moet pakken aan tafel en Frits ergert zich daar aan. Alles moet altijd twee keer tegen hem gezegd worden. Hij leeft nogal erg in zichzelf en leest meestal een krant. Als Frits woorden heeft met zijn moeder denkt hij altijd meteen dat er ruzie is. ‘ Wat is dat weer met dat geroep’ zegt hij dan meestal. Frits’ moeder is nog wat energieker en heeft het meeste te vertellen in huis. Ze leeft ook erg in zichzelf en is nooit erg vriendelijk. Ze heeft een keer een zenuwaanval. Frits ziet zijn ouders als simpele zielen en vraagt God om vergiffenis voor hen. Zijn ouders leven verder erg simpel en hebben soms ruzie.

 

Joop en Ina: Joop is de oudere broer van Frits. Vroeger werd Frits nogal eens gepest door Joop, dat vindt hij nog steeds niet leuk. Frits begint vaak te zeuren over Joop zijn kale hoofd, maar die negeert dat. Ina is de vrouw van Joop, en met haar vader kan Frits niet zo goed opschieten.

 

Jaap en Joosje: Jaap is een vriend van Frits met wie hij goed op kan schieten. Ze praten vaak over gebreken en vertellen maffe moppen. Ze gaan een keer naar het cafe en Jaap valt bijna in slaap van de vele borrels. Jaap en Joosje hebben een kind en Frits gaat een keer naar de verjaardag.

 

Viktor en Maurits: Viktor is een vriend van Frits die erg rustig is en Frits’ gedrag wel begrijpt. Viktor staat voor het goede in Frits zijn ogen. Maurits vindt hij echter slecht en crimineel. Maar dat zegt hij niet tegen Maurits. Hij drijft Maurits een keer tot het uiterste door te praten over het martelen van iemand.

 

Bep en Louis: Bep heeft een been vol eczeem. Frits maakt haar bang door te vertellen dat hij altijd bang zou zijn als hij alleen in huis zou wonen zonder buren. Van haar leent hij het konijn. Louis is een voorbeeld voor Frits omdat hij nergens bang voor is en zich niet echt aan regels houdt.

 

Frits heeft met zijn vrienden niet echt een hele goede relatie, omdat hij ze niet echt goed kent. Vaak weet hij ook even niet wat hij moet zeggen. Hij gaat er wel mee om maar echte vrienden zijn het niet. Ze praten bijna altijd over gebreken en zijn nogal sadistisch, de vrouwen vinden dat niet zo leuk.

 

Structuur en samenhang

Het boek bestaat uit tien hoofdstukken, in elk hoofdstuk word 1 dag beschreven. Er zitten geen flashforwards of flashbacks in het verhaal, evenmin als vooruitwijzingen. Er is hier sprake van een Dehnung, een korte tijd wordt hier zeer uitvoerig besproken.

 

Tijdsverloop

De tijd waarin het zich afspeelt is in 1946, kort na de oorlog dus. De vertelde tijd is tien dagen, het boek is dus ook in tien hoofdstukken verdeeld. Het is dus ook chronologisch verteld, van dag tot dag zonder flashbacks. Ook zitten er geen echte tijdversnellingen in. De verteltijd is 222 bladzijden.

 

Thematiek, titel- en mottoverklaring

Thematiek

Er zijn meerdere thema’s terug te vinden in De Avonden. Angst is er een van, namelijk de angst voor het lichamelijk verval en de nutteloosheid van het leven. Frits praat altijd over gebrekkige mensen en over de dood, zo drukt hij zijn angsten weg. Hij droomt elke nacht over de dood. De dood is dus ook een thema. Verder is eenzaamheid (verveling) een belangrijk thema, want Frits verveelt zich thuis altijd en heeft aan zijn ouders ook zo goed als niets. Zijn vrienden zijn geen echte vrienden die je steunen en helpen als er iets met je is.

 

Titel

De Titel slaat op de 10 avonden die beschreven worden uit het leven van Frits.

 

Motieven

De dromen: Frits heeft altijd nachtmerries en het gaat meestal over de dood. Dat benadrukt het gevoel dat Frits heeft tegenover het lichamelijke aftakelen en over het doodgaan, waarvoor hij allebei erg bang is.

 

De tijd: Frits kijkt continu op de klok en wil zijn dag zo goed mogelijk besteden. Dat weerspiegelt hoe saai zijn dagen zijn en hoe erg hij zich verveelt. Hij wil zijn tijd zo nuttig mogelijk besteden.

 

De vrienden: Frits heeft wel vrienden, maar het zijn geen echte vrienden zoals normaal. Als het er op neerkomt is hij erg eenzaam. Hij voelt zich ook vaak eenzaam en heeft daarom zo’n saai leven.

De vrienden: Frits heeft wel vrienden, maar het zijn geen echte vrienden zoals normaal. Als het er op neerkomt is hij erg eenzaam. Hij voelt zich ook vaak eenzaam en heeft daarom zo’n saai leven.

 

Ruimte

De plaats waar het zich afspeelt is voornamelijk in het huis van de familie van Egters in de stad Amsterdam. Frits zit vaak beneden bij de radio, of zit op zijn kamer met zijn speelgoedkonijn. En aan tafel waar hij zich vaak ergert aan zijn vader. Verder zit hij bij Louis, Viktor, Maurits, Jaap, Joop en Ina’s vader (Adelaar) thuis en gaat hij naar de bioscoop. Het lijkt er verdacht veel op dat de plaats waar het zich afspeelt de plaats is waar Reve vroeger zelf woonde.

 

Perspectief/vertelwijze

Het is in de personele vertelwijze geschreven (hij-vorm). Je komt alleen de gedachten van Frits te weten en niet die van de andere personages. Je leest steeds wat hij denkt en dat is best boeiend. Soms herken je je eigen gedachten er wel eens in.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De avonden door Gerard Reve"