 Samenvatting
Het boek ‘De avondboot’ vertelt ons over dezelfde gasten die in het boek ‘Eilandgasten’ naar voren komen en gaat wederom over het vakantiehuisje Duinroos op Vlieland, maar toch zegt Vonne van der Meer zelf dat ‘De avondboot’ geen vervolg is op ‘Eilandgasten.’
In Duinroos komen ook dit zomerseizoen weer een aantal gasten die ieder een eigen verhaal met zich meebrengen. Het verhaal wordt afgewisseld met hoofdstukken over de schoonmaakster van het huisje, zij doet dit werk al jaren en vraagt zich dingen over de gasten af nadat zij spullen van hen vind of hen heeft zien lopen.
Als eerste word het huisje bezocht door Eduard, een gepensioneerde weduwnaar. Hij heeft het huisje afgelopen winter voor een week besproken in de hoop dat hij er samen met zijn vrouw heen kon gaan, zij had kanker en Duinroos was een plek waar ze tot zichzelf kon komen. Hij hoopte dat hij er met haar heen kon gaan als zij genezen zou zijn, maar door de kanker is zij overleden. Eduard wilde toch naar het huisje gaan in de hoop wat meer over de laatste maanden van zijn vrouw te weten te komen omdat zij haar laatste vakantie in haar eentje in Duinroos door had gebracht (het laatste hoofdstuk van Eilandgasten).
De volgende gasten in het huisje zijn Martine, een vrouw van rond de veertig, en haar moeder. Vorig jaar is Martine ook in het huisje geweest alleen toen met een vriendin. Martine bedacht dat het eens tijd werd haar moeder te verwennen met een weekje Vlieland. Ook wil ze graag haar nieuwe Joodse vriend Hans aan haar moeder voorstellen, hij zou een paar dagen later naar het eiland komen. Als Martine aan haar moeder meer over Hans vertelt, schrikt haar moeder omdat ze hoort dat Hans Joods is. Ze vindt dat het tijd wordt dat ze het geheim, waar ze al jaren mee rondloopt, nu eens aan haar dochter te vertellen. Moeder vertelt Martine dat ze een keer eerder getrouwd is geweest en er pas na een jaar achterkwam dat haar man NSB lid was. Ze vertelt dat ze een keer mee is geweest naar een bijeenkomst, maar dat het huwelijk na de oorlog op de klippen liep. Martine schrikt er wel even van maar besluit het wel meteen aan Hans te vertellen als hij komt. Als Hans komt zit hij ook met een probleem, hij heeft een nieuwe vriendin en gaat al een tijdje vreemd, hij weet alleen niet hoe hij dat Martine moet vertellen. Als Martine het verhaal over haar moeder verteld heeft, besluit Hans dat hij nu moet vertellen dat hij hun relatie wil verbreken. Martine gelooft het eerst niet en denkt dat hij die nieuwe vriendin alleen maar verzint omdat zij het verhaal over haar moeder verteld heeft. Maar na enige uitleg begrijpt Martine dat dit niet het geval is en Hans verlaat het eiland terwijl Martine verdrietig achterblijft.
De derde bezoekers van het huisje zijn een alleenstaande moeder, haar zoons en een vriend van haar oudste zoon. Als eerste is Ben, een puber van 14, samen met zijn moeder naar het huisje gegaan, zijn broer Jeroen zou later komen. Ben vond het in het begin maar saai in het huisje en hij keek daarom ook erg naar het bezoek van zijn broer uit. Als zijn broer komt heeft hij een vriend meegenomen omdat zijn vriendinnetje, die in eerste instantie mee zou gaan, toch besloten heeft met haar ouders op vakantie te gaan.
De jongens hebben veel lol met z’n drieen en ook de moeder heeft het erg naar haar zin. Langzamerhand denkt Ben dat zijn broer homoseksueel is en een verhouding met Dimitri, de vriend die ook mee is, heeft. Ben word steeds stiller en heeft geen zin meer in de vakantie. Moeder merkt dat Ben het niet meer zo naar zijn zin heeft en spreekt hem daarop aan. Eerst wil Ben zijn vermoedens niet aan haar vertellen, maar later doet hij dat toch. Je komt in het verhaal niet te weten of Jeroen echt homoseksueel is.
De volgende bezoekers zijn de zusters Babette en Heleen. Heleen is een huisvrouw en moeder van 3 kinderen. Babette is precies het tegenover gestelde; een carri’remaakster, getrouwd met een rijke man en kinderloos. De zussen gaan nu goed met elkaar om, maar vroeger waren ze elkaar’s rivalen. Heleen is de jongste en was eigenlijk ongewenst, haar moeder heeft geprobeerd een miskraam te krijgen en daarom loopt Heleen nu een beetje mank. Doordat ze als kind al mank liep kreeg ze toch de meeste aandacht van haar ouders en daar was Babette erg jaloers op. Als ze tijdens de vakantie nog eens het verhaal verteld dat Heleen eigenlijk ongewenst was, wordt Heleen erg verdrietig. De volgende dag doet Babette alsof er niets aan de hand is en ze vertrouwt Heleen stiekem toe dat ze een geheime minnaar heeft. Babette vertelt dat ze haar man niet kwijt wil, maar dat ze de minnaar wel erg spannend vindt. Ze vertelt Heleen dat ze tegen haar man heeft gezegd dat ze 2 weken in Duinroos blijft terwijl ze eigenlijk een week met haar minnaar naar Frankrijk gaat. Als Babette is vertrokken omdat ze het vliegtuig naar Frankrijk moet halen, word Heleen heel boos op Babette en ze vindt het zielig voor Babette’s man. Dan spreekt ze met een verdraaide stem op de voicemail van Babette’s man in: Your wife Babette has a lover, they are together in the South of France.
De laatste gasten van het seizoen zijn Pia, haar man, haar dochter Liesbeth en haar pasgeboren kleindochter Laura. Ze komen naar het eiland om eens lekker uit te rusten en te genieten van de 3 generaties die nu bij elkaar zijn.
In de haven van Harlingen ontmoet de man een aantrekkelijke vrouw en hij wordt op slag verliefd op haar. Na de overtocht laat hij Pia, Liesbeth en Laura alvast naar het huisje gaan omdat hij koste wat het kost de vrouw terug wil vinden. Hij fantaseert over een ander leven met deze vrouw en hij zoekt het hele eiland af, maar de vrouw vindt hij niet meer terug. Als hij terug bij Pia en de kinderen komt, bedenkt hij dat hij eigenlijk heel verwend is in het leven en dat hij niet meer aan de vrouw moet denken, maar gewoon van de vakantie moet genieten.
Het boek eindigt weer met een hoofdstuk over de schoonmaakster die het huis schoonmaakt en de belevenissen van de gasten in het gastenboek leest.
 Titelverklaring
Van de stroom gasten die in een zomerseizoen een van de Waddeneilanden bezoekt, leren wij er twaalf kennen. Ze hebben ‘‘n ding gemeen: ze brengen hun vakantie door in een huurhuisje, op het hoogste duin, aan de Badweg, vlakbij zee. Bij vrijwel alle gasten breekt er een moment aan dat ze van het eiland afwillen. Maar wat er ook gebeurd is, hoe hoog de emoties ook oplaaien, wanneer de laatste boot vertrokken is, de avondboot, zullen de gasten tot de volgende ochtend moeten wachten.
Ook wordt de titel in een citaat op de achterkant van het boek genoemd:
‘Mensen die voor het eerst naar het eiland gaan, nemen de ochtend- of middagboot, die willen niet bij schemer of donker aankomen. Maar de avondboot brengt altijd wel een paar bekende gezichten.’
 Thema
Het thema in dit boek is het laten zien van andermans problemen, en hoe zij daar mee omgaan. De gasten proberen die problemen te verwerken op het eiland, maar dit lukt niet altijd. Sommige gasten krijgen juist met meer problemen te maken.
Voorbeelden van problemen die in dit boek naar voren komen:
Hoofdstuk 1: Eenzaamheid
Hoofdstuk 2: Een geheim dat een enorme last voor je is
Hoofdstuk 3: Vreemd gaan
Hoofdstuk 4: Homofilie
Hoofdstuk 5: Wraak
Hoofdstuk 6: De gevolgen van het in bezit genomen worden van een gebeurtenis  Motto Dit boek heeft geen motto.  Motieven Twee belangrijke motieven in dit boek, die samen het thema vormen, zijn: - Het gastenboek, iedereen die zijn of haar vakantie doorbrengt in het huurhuisje op de hoogste duin, aan de badweg, schrijft hier wat in en dat keert steeds weer terug. - De handschoenen en de uitgescheurde bladzijden uit het gastenboek, de schoonmaakster weet niet echt wat ze met deze dingen aanmoet.  Vertelsituatie Het perspectief is heel opvallend in dit boek. Als je de hoofdstukken leest waarin de schoonmaakster aan het woord is, wordt het verhaal vanuit het ik-perspectief verteld. Voorbeeld: Ik heb het weer gered. Alles is schoon, alles doet het. (Blz. 5) Maar als je over de gasten leest, die het vakantiehuisje bezoeken, is er sprake van een personaal vertelstandpunt. Voorbeeld: Hij schoof de gebloemde gordijnen opzij en keek naar buiten. (Blz. 13) En als de gasten in het gastenboek schrijven, staat dat ook in het ik-perspectief. Voorbeeld: Bladerend in dit gastenboek, zag ik wat Sanne vorig jaar heeft geschreven. ‘ P.S. Ik heb een bord gebroken, maar geen tijd om het te vervangen. Sorry! (Blz. 94)
 Tijd
Het verhaal speelt zich af in het jaar 1998. Dit jaartal wordt letterlijk genoemd in het boek. Het verhaal begint in maart, een nieuw seizoen begint en de eerste gast bezoekt het huisje ‘Duinroos.’ Verschillende gasten bezoeken het vakantiehuisje. Het verhaal eindigt in september of oktober, wanneer de laatste gast het huisje bezoekt. De vertelde tijd is dus ongeveer zeven maanden.
 Ruimte
De verschillende verhalen, die in dit boek beschreven zijn, spelen zich af in het vakantiehuisje ‘Duinroos’ op het eiland Vlieland. Doordat het eiland een plaats is waar je vast zit en niet zomaar weg kan, wordt je gedwongen na te denken over je problemen, je kan bijvoorbeeld niet wegvluchten. Hierdoor heeft het eiland wel een speciale betekenis gekregen.
 Verhaalfiguren
Het boek heeft eigenlijk geen echte hoofdpersoon, omdat je in het boek zeven verschillende verhalen kunt vinden waarin je dertien personages beter leert kennen. Daarom beschrijf ik alle personen kort.
De schoonmaakster: Een lieve vrouw die wil dat alles in orde is voor de gasten.
Eduard: Een weduwnaar, die de eerste gast van het seizoen is. Zijn vrouw was de laatste gast van het vorige seizoen, maar is ondertussen overleden aan kanker. Hij is erg eenzaam zonder zijn vrouw en mist haar heel erg.
Martine: Een vrouw die op vakantie gaat met haar moeder. In het vakantiehuisje komt ze erachter dat haar moeder getrouwd is geweest met een NSB-er en dat haar joodse vriend haar bedriegt.
Moeder van Martine: Gaat met haar dochter op vakantie naar Vlieland en vertelt hier over haar verleden met een NSB-er. Ze is bang dat haar dochter hier verkeerd op reageert.
Hans: De joodse vriend van Martine. Hij komt naar Vlieland, om de verkering uit te maken, omdat hij nog een vriendin heeft.
Moeder van Ben & Jeroen: Een bezorgde alleenstaande moeder die met haar twee zoons en een vriend van de oudste zoon op vakantie gaat. Ze probeert het de jongens zoveel mogelijk naar de zin te maken. Ze vertrouwt de vriend van haar oudste zoon niet.
Ben: Een veertienjarige jongen, die met zijn moeder en broer op vakantie is. Hij zit in de puberteit en probeert van alles uit. Zo rookt hij stiekem. Hij is afstandelijk tegen de vriend van zijn broer en vermoedt dat zij samen een relatie hebben.
Jeroen: De broer van Ben, hij beleeft veel lol met zijn vriend Dimitri. Hij kan ook erg goed overweg met zijn moeder en broertje Ben.
Dimitri: De vriend van Jeroen, die mee mag op vakantie. Hij is verliefd op Jeroen en daar heeft Ben moeite mee.
Heleen: Vrolijke, lieve vrouw en moeder van drie kinderen. Ze wordt er mee geconfronteerd dat ze eigenlijk ongewenst was, en vraagt zich af waarom haar moeder daar nog altijd met haar zus over praat. Ze ergert zich steeds meer aan haar zus Babette en op het einde neemt ze wraak.
Babette: Beetje gemene vrouw. Ze is getrouwd, maar heeft ook een minnaar. Ze is jaloers op Heleen en verteld haar daarom continu dat ze eigenlijk ongewenst was.
Pia: Een lieve, zorgzame vrouw. Ze heeft in de gaten dat haar man niet helemaal lekker in zijn vel zit. Ze probeert hem daarom op te vrolijken.
Man van Pia: Hij wordt plotseling verliefd op een onbekende vrouw, maar kan haar later niet vinden. Doordat hij steeds aan haar denkt, is hij de hele vakantie een beetje afwezig, er niet met zijn hoofd bij. Op het eind vergeet hij haar en keert de rust weer terug.
 Taalgebruik
Over het taalgebruik valt weinig te zeggen. Het was erg duidelijk en ik ben geen lastige zinnen of woorden tegengekomen.
 Bronvermelding
Titel: De avondboot
Auteur: Vonne van de Meer
Druk & jaar: 5e druk, april 2001
Eerste druk: januari 2001
Pagina’s: 203
Uitgeverij: uitgeverij Contact  De auteur Biografische gegevens van de auteur Vonne van der Meer werd in 1952 in Eindhoven geboren en is opgegroeid in Laren. Op haar zeventiende deed ze eindexamen, waarna ze een jaar doorbracht in een Amerikaans gezin. Ze volgde daar het laatste jaar aan een High School. Het schoolsysteem liet toe dat ze zelf haar vakken koos en zo kon ze twee uur per dag toneellessen volgen. Daarna woonde ze een jaar in Parijs, waar ze onder andere balletlessen nam en veel schreef en muziek maakte. Ze volgde in Amsterdam aan de theaterschool de regieopleiding. Daarnaast heeft ze altijd geschreven, voornamelijk teksten die in de opleiding van pas kwamen: sc’nes, eenakters, liedjes. In het een na laatste jaar schreef ze onder pseudoniem een monoloog, De behandeling, waarvoor ze de tweede prijs van een eenakterwedstrijd van NRC Handelsblad kreeg. Toneelgroep Centrum speelde de monoloog in 1976. In 1978 sloot ze haar opleiding af en werkte ze als regieassistente bij Frans Marijnen (RO-theater). Ze deed daar ook haar eerste regie van een door haarzelf geschreven eenakter (een gelegenheidsstuk gesitueerd op de Lijnbaan rond Kerstmis). Haar echte regiedebuut maakte ze een jaar later bij Fact, met Stella van Goethe. Daarna heeft ze nog ongeveer tien jaar geregisseerd bij diverse gezelschappen als Toneelgroep Centrum, Theater, Baal, de Haagse Comedie en het RO-theater. Bij het laatste gezelschap ging in 1996 ook haar toneelstuk Weiger nooit een dans in premi’re. Als ze niet regisseerde, schreef ze verhalen, die ze naar alle mogelijke literaire tijdschriften opstuurde, en altijd weer terugkreeg. Tot K.L. Poll in 1980 `Afscheid van Phoebe' opnam in Hollands Maandblad. Vanaf dat moment kwam er ieder jaar een nieuw verhaal in Hollands Maandblad te staan - tot haar eerste verhalenbundel uitkwam in 1985. Voor dat debuut Het limonadegevoel en andere verhalen kreeg ze de Geertjan Lubberhuizenprijs. In 1987 verscheen de eerste, korte roman Een warme rug, waarna nog meerdere boeken volgden. Midden jaren negentig bekeert Van der Meer zich tot het rooms-katholicisme. Deze stap lichtte ze toe in interviews en haar geloof wordt sindsdien door recensenten nogal eens betrokken in hun besprekingen van haar boeken. Vonne van der Meer is getrouwd met de schrijver Willem Jan Otten. Ze wonen in Naarden en hebben twee zonen. De macht van fantasie en verbeelding is groot in veel boeken van Van der Meer. Haar verhalen en romans zijn in het verleden ook wel getypeerd als 'morele sprookjes'. Ook in Eilandgasten en De avondboot kun je zeggen dat een zeker moralisme wel aanwezig is, maar het sprookjesachtige element speelt hier minder een rol. Overzicht van de werken van de auteur Jaartal Titel
1985 Het limonade gevoel en andere verhalen.
Bekroon met de Geert Jan Lubberhuizenprijs
1987 Een warme rug, roman
1989 De reis naar het kind, roman
Genomineerd voor de Europese Minerva Prijs voor het boek van het jaar
1991 Zo is hij, roman
1993 Nachtgoed, verhalen
1995 Spookliefde, novelle
1996 Weiger nooit een dans, toneelstuk Gespeeld door het RO-thater
1997 De verhalen, keuze uit eigen werk
1999 Eilandgasten, roman
2001 De avondboot, roman
2002 Laatste seizoen, roman
Hoofdstuk 2: Een geheim dat een enorme last voor je is
Hoofdstuk 3: Vreemd gaan
Hoofdstuk 4: Homofilie
Hoofdstuk 5: Wraak
Hoofdstuk 6: De gevolgen van het in bezit genomen worden van een gebeurtenis  Motto Dit boek heeft geen motto.  Motieven Twee belangrijke motieven in dit boek, die samen het thema vormen, zijn: - Het gastenboek, iedereen die zijn of haar vakantie doorbrengt in het huurhuisje op de hoogste duin, aan de badweg, schrijft hier wat in en dat keert steeds weer terug. - De handschoenen en de uitgescheurde bladzijden uit het gastenboek, de schoonmaakster weet niet echt wat ze met deze dingen aanmoet.  Vertelsituatie Het perspectief is heel opvallend in dit boek. Als je de hoofdstukken leest waarin de schoonmaakster aan het woord is, wordt het verhaal vanuit het ik-perspectief verteld. Voorbeeld: Ik heb het weer gered. Alles is schoon, alles doet het. (Blz. 5) Maar als je over de gasten leest, die het vakantiehuisje bezoeken, is er sprake van een personaal vertelstandpunt. Voorbeeld: Hij schoof de gebloemde gordijnen opzij en keek naar buiten. (Blz. 13) En als de gasten in het gastenboek schrijven, staat dat ook in het ik-perspectief. Voorbeeld: Bladerend in dit gastenboek, zag ik wat Sanne vorig jaar heeft geschreven. ‘ P.S. Ik heb een bord gebroken, maar geen tijd om het te vervangen. Sorry! (Blz. 94)
Auteur: Vonne van de Meer
Druk & jaar: 5e druk, april 2001
Eerste druk: januari 2001
Pagina’s: 203
Uitgeverij: uitgeverij Contact  De auteur Biografische gegevens van de auteur Vonne van der Meer werd in 1952 in Eindhoven geboren en is opgegroeid in Laren. Op haar zeventiende deed ze eindexamen, waarna ze een jaar doorbracht in een Amerikaans gezin. Ze volgde daar het laatste jaar aan een High School. Het schoolsysteem liet toe dat ze zelf haar vakken koos en zo kon ze twee uur per dag toneellessen volgen. Daarna woonde ze een jaar in Parijs, waar ze onder andere balletlessen nam en veel schreef en muziek maakte. Ze volgde in Amsterdam aan de theaterschool de regieopleiding. Daarnaast heeft ze altijd geschreven, voornamelijk teksten die in de opleiding van pas kwamen: sc’nes, eenakters, liedjes. In het een na laatste jaar schreef ze onder pseudoniem een monoloog, De behandeling, waarvoor ze de tweede prijs van een eenakterwedstrijd van NRC Handelsblad kreeg. Toneelgroep Centrum speelde de monoloog in 1976. In 1978 sloot ze haar opleiding af en werkte ze als regieassistente bij Frans Marijnen (RO-theater). Ze deed daar ook haar eerste regie van een door haarzelf geschreven eenakter (een gelegenheidsstuk gesitueerd op de Lijnbaan rond Kerstmis). Haar echte regiedebuut maakte ze een jaar later bij Fact, met Stella van Goethe. Daarna heeft ze nog ongeveer tien jaar geregisseerd bij diverse gezelschappen als Toneelgroep Centrum, Theater, Baal, de Haagse Comedie en het RO-theater. Bij het laatste gezelschap ging in 1996 ook haar toneelstuk Weiger nooit een dans in premi’re. Als ze niet regisseerde, schreef ze verhalen, die ze naar alle mogelijke literaire tijdschriften opstuurde, en altijd weer terugkreeg. Tot K.L. Poll in 1980 `Afscheid van Phoebe' opnam in Hollands Maandblad. Vanaf dat moment kwam er ieder jaar een nieuw verhaal in Hollands Maandblad te staan - tot haar eerste verhalenbundel uitkwam in 1985. Voor dat debuut Het limonadegevoel en andere verhalen kreeg ze de Geertjan Lubberhuizenprijs. In 1987 verscheen de eerste, korte roman Een warme rug, waarna nog meerdere boeken volgden. Midden jaren negentig bekeert Van der Meer zich tot het rooms-katholicisme. Deze stap lichtte ze toe in interviews en haar geloof wordt sindsdien door recensenten nogal eens betrokken in hun besprekingen van haar boeken. Vonne van der Meer is getrouwd met de schrijver Willem Jan Otten. Ze wonen in Naarden en hebben twee zonen. De macht van fantasie en verbeelding is groot in veel boeken van Van der Meer. Haar verhalen en romans zijn in het verleden ook wel getypeerd als 'morele sprookjes'. Ook in Eilandgasten en De avondboot kun je zeggen dat een zeker moralisme wel aanwezig is, maar het sprookjesachtige element speelt hier minder een rol. Overzicht van de werken van de auteur Jaartal Titel
1987 Een warme rug, roman
1989 De reis naar het kind, roman
Genomineerd voor de Europese Minerva Prijs voor het boek van het jaar
1991 Zo is hij, roman
1993 Nachtgoed, verhalen
1995 Spookliefde, novelle
1996 Weiger nooit een dans, toneelstuk Gespeeld door het RO-thater
1997 De verhalen, keuze uit eigen werk
1999 Eilandgasten, roman
2001 De avondboot, roman
2002 Laatste seizoen, roman
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden