Verwachting vooraf
Ik had nog nooit van het boek of de auteur gehoord, maar we hadden het boek in huis en het stond op de lijst.
Samenvatting
In het boek staan ongeveer 8 verhalen die niet in elkaar overlopen, dus ik geef een samenvatting van het langste verhaal.
Kader komt aan in het opvangcentrum waar hij Bert en Jolanda ontmoet. Hij slaapt bij Bert op de kamer. Als Bert en hij gaan slapen komt Jolanda binnen en vraagt of ze kunnen ruilen van kamer, ze wil de nacht doorbrengen met Bert. Dat doet hij omdat hij weet hoe moeilijk het voor hun is.
Later ontmoet hij in het opvangcentrum Maria, zij komt ook uit Iran en spreekt dus zijn taal. Ze moet verhuizen want ze woont al te lang in het opvangcentrum. Ze wil niet weg en een paar weken later is ze weer terug in het opvangcentrum, ze heeft haar haren geverfd en is heel erg veranderd, Kader herkent haar bijna niet meer. Ze wil in de kamer waar ze zelf altijd woonde, maar daar zit nu al een ander meisje. Ze stuurt het meisje er uit en wil uit het raam springen. Kader houd haar tegen samen met een andere jongen en ze wordt afgevoerd in een dwangbuis.
Op een ochtend in het opvangcentrum is er een vader met zijn dochtertje. De vader wordt bedreigd door een paar andere asielzoekers. Ineens slaan ze hem in elkaar en noemen hem een verrader. Een tolk probeert hun tegen te houden door hun uit te leggen dat dit soort dingen niet op deze manier gaan in dit land. Maar er moet politie komen om het geweld op te laten houden. Iedereen verspreid zich weer en de vader verlaat samen met zijn dochtertje het opvangcentrum.
Indrukwekkende gedeelten
1. Blz. 17-18
“De Amerikanen en ik. We staan plotseling tegenover elkaar. Koos stuurt me met zijn ogen naar buiten, maar ik let er niet op. Hij legt de papieren voor de grote Amerikaan op het bureau. Die bekijkt ze niet. Hij kijkt eerst de werkruimte rond en dan naar mij. Koos is boos. Erg boos. Met zijn ogen stuurt hij me weer weg, maar ik schenk er geen aandacht aan. De Amerikaan loopt de afdeling rond. Er ligt een krant, Het Algemeen Dagblad, op het bureau van Koos. De kop luidt: ‘De grootste Amerikaanse aanval.’ ‘What is your judgement about it?’vraagt de Amerikaan aan mij. Een paar seconden begrijp ik hem niet. Ik kijk hem aan, eerst naar zijn rood en geel gekleurde das en dan naar zijn rustig afwachtende ogen. Ik heb mijn antwoord klaar, maar er rookt iets op de parkeerplas. Waar rook is, is vuur. Waar vuur is, is een Amerikaan, denk ik. Iedereen kijkt naar buiten, maar Koos kijkt
naar mij.”
Je voelt de spanning als Kader Koos negeert, maar ook hoe kalm hij er onder blijft, dat vind ik eg indrukwekkend aan dit stukje, dat hij met zo weinig woorden zo`n duidelijk beeld kan schetsen van de situatie.
Hij komt in deze situatie omdat de Amerikanen op een onverwacht tijdstip komen controleren, als dit tijdstip van te voren bekend was geweest had Koos hem thuis laten blijven.
2. 36-37
“Hij stak zijn hand uit en trok het groene satijn er in één keer af. Er verscheen een geelkoppige slang. Ik schrok en stond meteen op. ‘Ga zitten! Hij is lief’, zei Pieter. De slang keek me recht in de ogen. Hij kroop in het rond en opende zijn bek en liet me zijn scherpe tanden zien. Het was geen feest, geen verjaardag, maar een nachtmerrie. ‘Hij doet niks, hij is lief, ga toch zitten’, zie Pieter met een glimlach. ‘Is dit de slang die al zijn eieren kapot heeft gebeten?’ ‘Ja’, knikte hij. ‘Ik moet weg’, zei ik. ‘Ga zitten!’ Zei Pieter. ‘Nee…Ik ga weg.’ Hij wilde me tegenhouden, maar ik deed de deur open en liep snel de trappen af en rende naar buiten. De gele treinen kropen door de bocht aan de andere kant van de rivier en passeerden de lage huizen. Ik ademde diep en vluchtte weg.”
Ik vind dit stukje indrukwekkend, omdat je de ongemakkelijkheid zelf kan voelen. Je voelt dat de hoofdpersoon hier niet zo niet op zijn gemak is dat je zelf bijna weg wil rennen.
De hoofdpersoon komt in deze situatie doordat Pieter hem had uitgenodigd voor zijn verjaardag. Hij voelt zich zo ongemakkelijk bij slangen doordat waar hij vroeger woonde veel slangen waren en dat er daar enge verhalen over verteld werden waardoor hij vaak nachtmerries had gehad.
3. 55-56
“ ‘Pas op! Kijk uit!’ riep iemand naar beneden. ‘Ze wil naar beneden springen!’ We mochten geen tijd verliezen. Ik begon met de jongen tegen de deur te rammen. We dachten nergens aan. We beukten om de beurt met onze schouders hard tegen de deur. Die zat potdicht. De jongen was sterk. Hij sloeg een paar keer hard, zo hard, dat de deur openvloog en stuk sloeg tegen de muur. Ik zag Maria in het raamkozijn zitten en ik wist dat ze zou springen. Ik vloog naar haar toe, greep haar linkerbeen vast en probeerde haar naar binnen te trekken. Zij pakte een stuk glas en wilde het in mijn gezicht steken. De jongen greep haar snel bij de arm en trok haar van het raam weg.”
Je voelt de tijdsdruk de drang om haar zo snel mogelijk bij het raam weg te krijgen.
Kader komt in deze situatie doordat Maria terug is gekomen naar het opvangcentrum omdat ze niet meer in haar eigen huis wide wonen, ze is daar blijkbaar zo ongelukkig van geworden dat ze zelfmoord wil plegen.
Ervaring achteraf
Mijn verwachtingen zijn enigszins uitgekomen, ik verwachtte dat het me erg zou interesseren, maar wel een beetje warrig zou zijn en dat is uitgekomen. Kader Abdolah die het boek heeft geschreven en zelf ook de hoofdpersoon in het boek is, is geëmigreerd vanuit Iran waardoor je in het boek aan de zinsbouw kan zien dat hij de taal niet helemaal goed beheerst en daardoor korte zinnen maakt, op die manier is het ook juist een hele realistische manier van vertellen waardoor je je je heel erg goed kan inleven in de hoofdpersoon. Dat is een erg sterke kant van dit boek. Een minder sterke kant van het boek vind ik dat alle verhalen door elkaar open en niet duidelijk verweven zijn of in elkaar overlopen. Misschien is dat op die manier bedoelt, maar ik vind dat niet fijn om te lezen.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden