I. Over de inhoud en achtergronden van het boek
1. Samenvatting
Eerste druk: september 1982
Uitgever: De Bezige Bij, Amsterdam
Aantal bladzijden: 254
Tijdens de Tweede Wereldoorlog woonde Anton Steenwijk in Haarlem. In Januari 1945 zat Anton (toen 12 jaar) met zijn ouders en zijn 17-jarige broer Peter een spelletje te doen, tot er plotseling zes schoten klonken. De NSB’er Ploeg lag dood voor het huis van de buren. Peter vluchtte, en de Duitsers vielen het huis van Anton in en staken het in brand. Van Peter hadden zij niets meer vernomen. Anton werd apart van zijn ouders vervoerd naar Heemstede en werd daar in een cel gestopt bij een ander jong meisje dat hem troostte. De daar op volgende maanden woont hij bij zijn oom in Amsterdam.
Na de bevrijding bleek dat Antons ouders en Peter diezelfde avond nog doodgeschoten waren. Anton bleef bij zijn oom en tante wonen. Hij dacht niet vaak meer aan de aanslag, hij had het ergens ver weg gestopt. In 1952 werd hij uitgenodigd voor een feestje in Haarlem, voor het eerst sinds de oorlog ging hij weer terug naar die stad. Hij liep nog even langs de plaats waar hun huis vroeger had gestaan en bezocht het monument dat aan het eind van de straat was opgericht. Ook de namen van zijn ouders stonden daarop. Voor het eerst voelde hij iets van angst. Hij wilde nooit meer in Haarlem terug komen.
Toen in 1956 meutes mensen alles vernielden wat met het communisme te maken had kwam hij tussen deze grote mensenmassa Fake Ploeg tegen. Fake was de zoon van Ploeg, (de doodgeschoten NSB’er). Anton vroeg hem even binnen te komen. Fake verdedigde zijn vader hartstochtelijk. Anton probeerde hem er van te overtuigen dat wat zijn vader had gedaan fout is geweest, maar dat dat nog geen reden was niet van hem te houden. Het lukte Anton echter niet en Fake liep woedend weg.
In 1961 trouwt Anton met Saskia. In 1962 werd hun dochtertje geboren. In 1966 was de begrafenis van een oud-verzetstrijder, die de vader van Saskia nog gekend heeft. Na de begrafenis werd er nog wat nagepraat en hoorde Anton plotseling iemand vertellen over schoten. Het was Takes, de man die Ploeg had doodgeschoten. Anton knoopt een gesprek aan met die man en het blijkt dat het meisje dat Anton die avond van de aanslag in de cel had getroost, samen met Takes die aanslag had gepleegd. Zij was later in de duinen geëxecuteerd. Anton begon te huilen, Voor zijn gevoel stierf het meisje nu pas. Hij had haar zijn hele leven al gezocht. Later op de avond ontdekt hij dat Saskia precies voldeed aan het beeld dat hij zich had gevormd van het meisje in de cel. (hij heeft haar nooit gezien, het was donker in de cel) Takes wilde alles weten wat Anton zich nog herinnerde van haar die nacht in de cel. Hij wist echter niets meer.
Anton was gescheiden van Saskia en hertrouwd met Liesbeth. Rond zijn veertigste kwam Anton in een crisis. Hij heeft de oorlog nooit echt goed kunnen verwerken.
In november 1981 deed Anton mee aan een vredesdemonstratie. Opeens kwam hij Karin Korteweg tegen (de buren die het lijk voor hun huis hadden gelegd). Ze vertelde dat zij en haar vader na de oorlog naar Nieuw-Zeeland waren geëmigreerd, dat haar vader geen rust meer had, bang dat Anton wraak zou komen nemen. Daar had haar vader later ook zelfmoord gepleegd. Ze hadden het lijk verplaatst om zijn hagedissen te redden. Later had hij ze allemaal doodgetrapt. Waarom voor Antons huis en niet voor dat van de familie Aarts? Bij de familie Aarts zaten Joden verborgen. Verward nam Anton afscheid van Karin. Hij had nu na al die jaren antwoorden op zijn vragen. Maar wie was er schuldig?? Of was iedereen schuldig en onschuldig?
2. Motto
‘Overal was het al dag, maar hier was het nacht, neen, meer dan nacht.’
C. Plinius Caecilius Secundus, Epistulae VI 16
Het motto past goed bij de gebeurtenis van de eerste episode. Net als de aanslag geeft het motto een nare sfeer. Het is een verwijzing naar de verwoesting van Pompeï, na de uitbarsting van de Vesuvius. Alles was toen verwoest, en werd vernield achtergelaten. Dit verwijst naar het leven van Anton na de aanslag.
3. Opdracht
Dit boek is aan niemand opgedragen.
4. Verhaalopbouw
Het verhaal is opgebouwd uit de proloog, en 5 episodes.
Proloog
Eerste episode 1945
Tweede episode 1952
Derde episode 1956
Vierde episode 1966
Laatste episode 1981
Deze episodes zijn allemaal verschillend qua lengte en inhoud.
Dit boek heeft een informatieve opening, omdat er wordt verteld wie Anton Steenwijk en zijn familie zijn, er wordt wat verteld over zijn leven, en de buurt waarin hij woont.
Dit boek heeft een gesloten einde, omdat je eigenlijk alles te weten bent gekomen. Alle vragen die er waren over de aanslag zijn beantwoord.
5. Tijd en tijdvolgorde
[Zie tijdschema]
Het verhaal speelt zich af van Januari 1945 tot November 1981. De vertelde tijd is dus bijna 37 jaar.
In de eerste episode is er een aanslag waar steeds naar gerefereerd wordt, gedurende het boek. Flash forwards zijn er niet, flashbacks wel veel.
De tijd tijdens de aanslag is erg vertraagd, omdat heel duidelijk en uitvoerig wordt verteld hoe de familie Steenwijk reageert op deze gebeurtenis. Heel episode 2 speelt zich af binnen een dag; er wordt gebruik gemaakt van tijdsversnelling.
6. Plaats / ruimte
De aanslag, de belangrijkste gebeurtenis in het verhaal, wordt gepleegd in Haarlem, aan de kade waar Anton woonde. Deze kade wordt uitvoerig beschreven in de proloog. Er wordt uitgebreid over de vier huizen en de omgeving verteld. In 1952 gaat Anton voor het eerst na de aanslag terug naar Haarlem. Anton wil nooit meer terug naar Haarlem, maar jaren later gaat hij er nog een keer naartoe om Sandra de plek van de aanslag te laten zien.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden