1. Samenvatting: Het boek is geschreven in vijf episodes, die plaatsvinden tussen 1945 en 1981. De hoofdpersoon is Anton Steenwijk. In 1945 is Anton twaalf jaar. De familie Steenwijk woont aan de rand van Haarlem, waar langs het Spaarne vier villa's staan met nogal burgerlijke namen. De Steenwijken wonen in 'Buitenrust'. Het gezin bestaat uit moeder en vader Steenwijk en de kinderen Peter en Anton. Pa is griffier bij de rechtbank. Anton's broer, Peter, is 17 jaar. Naast hun huis woont aan de ene kant de familie Beumer en aan de andere kant de Heer Korteweg en zijn dochter Karin. Vlak voor de bevrijding, in januari 1945, vindt er voor het huis van de Kortewegs 's avonds een aanslag plaats op Fake Ploeg, hoofdinspecteur van politie, de grootste moordenaar en verrader van Haarlem en omstreken. De Kortewegs verslepen het lijk naar het huis van de familie Steenwijk, die op het moment van de aanslag aan het mens-erger-je-niet-en waren. Als de Duitsers komen nemen ze wraak op de familie Steenwijk. Anton wordt apart gehouden van zijn familie. Hij ziet ze niet meer terug. Pas later zal hij vernemen wat er met ze gebeurd is. Wel ziet hij dat het huis in brand gestoken wordt. Peter, die het lijk terug had willen schuiven, wordt aangetroffen met het pistool van Fake Ploeg. Hij wordt doodgeschoten. Ook de ouders van Anton worden kort hierna geëxecuteerd. Anton wordt in het politiebureau een nacht opgesloten in een cel waar ook een vrouw aanwezig is. Als hij vertelt, wat er gebeurd is, reageert zij heftig. Ze vraagt of hij weet wie er dood geschoten is en dat hij niet moet vergeten wat die man op zijn geweten had. Maar ze heeft het heel moeilijk met de gevolgen voor Anton. Anton ziet zijn familie niet meer terug. Hij wordt naar zijn oom en tante in Amsterdam gebracht. Hier groeit hij verder op. Na zijn middelbare school gaat hij studeren en wordt anesthesist. Nog tijdens zijn studie (episode 2, 1952) komt hij na een bezoek aan een feestje van een medestudent weer op de kade waar hij vroeger woonde. Als hij voor de open plek staat waar vroeger zijn ouderlijk huis stond nodigt Mevrouw Beumer, een vroegere buurvrouw, hem uit om binnen te komen. Tijdens dat gesprek hoort hij dat er een monument is opgericht op de plek waar vroeger de aanslag had plaatsgevonden. Inderdaad vindt hij op de plaquette de namen van zijn ouders en van zijn broer. Episode 3 vindt plaats in 1956, een jaar waarin veel gebeurtenissen plaatsvinden die met het communisme te maken hebben. Tijdens een demonstratie komt hij vlak voor zijn huis in contact met Fake Ploeg, de zoon van de vermoorde hoofdinspecteur van politie Fake Ploeg. Binnen vertellen ze elkaar wat hen beide is overkomen. Voor Fake is er geen verschil tussen de dood van zijn vader en de dood van Anton's ouders. Voor hem waren ze allemaal onschuldig. Zijn vader had wat betreft de communisten gelijk gehad: wat ze nu hoorden zei hij toen ook al en hij was tenslotte vermoord door de communisten, die vlak voor het eind van de oorlog nog een daad wilden stellen. De vierde episode vindt plaats in 1966, hij is inmiddels zes jaar getrouwd. Zijn vrouw, Saskia de Graaff, heeft hij in Londen leren kennen en was meteen verliefd op haar. Haar vader was toen ambassadeur in Athene, maar is nu gepensioneerd en de familie De Graaff woont in Gelderland. Anton en Saskia hebben een dochter Sandra. Tijdens de begrafenis van een vriend van Anton's schoonvader, in een dorp ten noorden van Amsterdam, maakt Anton kennis met verschillende oude vrienden van zijn schoonvader en met diverse oud-verzetsmensen. Ze zijn anti-communistisch en ook nog steeds anti-fascistisch. Voor hen zijn de gebeurtenissen tijdens de oorlog nog steeds actueel. Opeens hoort hij hoe iemand beschrijft hoe hij een ander had doodgeschoten tijdens het voorbijfietsen. Het blijkt inderdaad over Fake Ploeg te gaan. De man heet Cor Takes, die tijdens de oorlog de schuilnaam Gijs had. Voor Cor was Fake een hufter die terecht doodgeschoten was. Het was natuurlijk vervelend dat er represailles op waren gevolgd, maar zoiets was nu eenmaal onvermijdelijk. Ook zijn jongste broer (J. Takes volgens het monument op de kade) was er bij betrokken en door de Duitsers in gijzeling genomen en vervolgens doodgeschoten. Cor vraagt aan Anton of hij weet waarom de Kortewegs het lijk van Ploeg niet voor het huis de andere buren hadden gelegd, Anton heeft geen idee. Opeens vertelt Cor dat ze met z'n tweeën waren: hij en een vriendin. Anton begrijpt dat dát de vrouw was geweest die hij in de kelder van het politiebureau had ontmoet. Voor Cor is het een grote verrassing dat Anton haar heeft gekend. Anton weet nog dat zij gewond was. Haar gezicht heeft hij in het donkere vertrek niet gezien. Van Cor verneemt hij dat ze Truus Coster heette. Drie weken voor de bevrijding in de duinen is zij geëxecuteerd. Na de begrafenis gaan ze nog naar het strand, waar Anton behoorlijk verbrandt. Als hij thuis ligt bij te komen overdenkt hij wat hem allemaal is overkomen. Hij begrijpt dat hij toch een beeld heeft hoe Truus eruit gezien moet hebben: ze moet heel erg op Saskia lijken en dat is waarschijnlijk ook de reden dat hij op Saskia verliefd geworden is. Anton gaat Takes opzoeken in Amsterdam. Voor Takes is de oorlog nog helemaal niet afgelopen. Dat blijkt wel als hij een krantenartikel laat zien waarin staat dat het voormalig hoofd van Gestapo in Nederland wegens ziekte is vrijgelaten. In een kamer hangt ook nog een kaart met daarop de oorlogsfronten ingetekend zoals die op het eind van de oorlog waren. Naast de kaart ziet Anton de foto van een vrouw: ze lijkt inderdaad sprekend op Saskia. Het is Truus. De laatste episode is 1981. Anton is inmiddels hertrouwd met Liesbeth nadat hij van Saskia is gescheiden. Hij heeft nu ook een zoon, Peter. Met Sandra is hij nog een keer bij het monument op de kade geweest en op de begraafplaats in Haarlem bij het graf van Truus. Sandra begreep niet waarom hij zo vriendelijk over Truus sprak. Anton reageerde toen met de woorden: 'iedereen heeft gedaan wat hij heeft gedaan en niets anders'. Tijdens dit zeggen beseft Anton dat deze woorden van Truus zijn geweest. Het boek eindigt met een kennismaking tussen Anton en Karin Korteweg tijdens een demonstratie tegen de atoombewapening. Van Karin hoort hij het laatste ontbrekende puzzelstukje: de reden dat Ploeg niet voor het andere huis werd gelegd was dat daar Joden ondergedoken zaten. De familie Steenwijk heeft dat nooit geweten.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
L.
L.
Doe jij VWO?
5 jaar geleden
Antwoorden