Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De aanslag door Harry Mulisch

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
Boekcover De aanslag
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 3385 woorden
  • 9 juni 2001
  • 50 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
50 keer beoordeeld

Boekcover De aanslag
Shadow

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond klinken plotseling zes scherpe knallen. Ploeg ligt dood op de stoep voor een rijtje van vier huizen, waarvan er een door de familie Steenwijk wordt bewoond. De verschrikkelijke gevolgen van de…

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond kl…

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond klinken plotseling zes scherpe knallen. Ploeg ligt dood op de stoep voor een rijtje van vier huizen, waarvan er een door de familie Steenwijk wordt bewoond. De verschrikkelijke gevolgen van deze gebeurtenis zullen de dan twaalfjarige Anton Steenwijk zijn hele leven lang blijven achtervolgen.

De aanslag door Harry Mulisch
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Zakelijke gegevens: Auteur: Harry Mulisch
Titel: de Aanslag
Uitgever: De Bezige Bij
Plaats: Amsterdam
Jaar: 1987
Druk: 19
Aantal pagina's: 254 bladzijden
Jaar van eerste druk: 1982
Genre: Het boek is een psychologische roman. Het gaat de hele tijd over het leven van Anton en hoe hij de oorlog verwerkt en dit gepaard gaande met de psychologische littekens die hij draagt. Het is geen echte oorlogsroman want het grootste deel van de gebeurtenissen speelt zich niet in de oorlog af. Eerste reactie: a. Omdat dit werk is te combineren met een film. b. Het is boeiend omdat het een zeer psychologisch verhaal is.
Verdieping: a. Inleiding (blz. 7-11) Tijdens de Tweede Wereldoorlog woonde Anton Steenwijk in Haarlem. Aan de kade lagen hier huizen: in "Welgelegen" woonden de Beumers, in "Buitenrust" Anton met zijn ouders en broer Peter, in "Nooitgedacht" meneer Korteweg en zijn dochter Karin, in "Rustenburg" het echtpaar Aarts, met wie men weinig contact had. Anton lag vaak in het jaagpad langs het kanaal. Eerste episode, 1945 (blz. 15-73; vier hoofdstukken) In januari 1945 zat de twaalfjarige Anton in de achterkamer met zijn ouders en zijn 17-jarige broer Peter een spelletje Mens-erger-je-niet te doen. Plotseling klonken er zes schoten. De NSB'er Ploeg lag dood voor het huis van Korteweg. Anton kende Ploegs zoon, Fake, die bij hem in de klas zat. Meneer Korteweg en Karin legden Ploeg voor Antons huis neer. Peter ging naar buiten om Ploeg te verleggen, al waren Anton en zijn moeder het daar niet mee eens. Toen de Duitsers er aan kwamen, vluchtte hij met het pistool van Ploeg bij Korteweg binnen. De Duitsers doorzochten het huis van de familie Steenwijk en staken het daarna in
brand. Anton werd in Heemstede in een cel gestopt bij een gewond meisje dat hem troostte en met hem praatte over donker en licht. Na enkele uren werd Anton teruggebracht naar Haarlem, en vandaar ging hij met een konvooi naar Amsterdam. Tijdens de reis stierf een officier bij een luchtaanval. In Amsterdam kwam oom Peter Anton afhalen van het Wehrmachtsheim. Tweede episode, 1952 (blz. 77-106; vier hoofdstukken) Na de bevrijding bleek dat Antons ouders en Peter diezelfde avond van de aanslag doodgeschoten waren. Anton bleef graag bij zijn oom en tante wonen. Aan de aanslag dacht hij niet vaak, hij had het gebeurde diep in zichzelf hermetisch afgesloten. Na het gymnasium ging Anton medicijnen studeren. In 1952 werd hij uitgenodigd voor een feestje in Haarlem. Er
werd over Korea gepraat. Anton ging naar de kade; waar hun huis had gestaan groeide nu veel onkruid. Mevrouw Beumer zag hem en riep hem binnen. Ze vertelde dat de Kortewegs kort na de bevrijding verhuisd waren. Ze wist kennelijk niet dat Ploeg eerst voor het huis van Korteweg had gelegen. Anton had het nog nooit aan iemand verteld. Aan het eind van de kade was een monument opgericht, waarop ook de namen van Antons ouders stonden. Anton wilde nooit meer in Haarlem terugkomen. Voor het eerst voelde hij iets van angst. Derde episode, 1956 (blz. 109-130; drie hoofdstukken) Na zijn kandidaatsexamen ging Anton op kamers wonen. Hij specialiseerde zich in anesthesie. Hij las veel, behalve over de oorlog. Voor politiek interesseerde hij zich niet. Toen in 1956 razende meutes alles wat met communisme te maken had vernielden, naar aanleiding van de Russische aanval in Hongarije, kwam Anton - voor zijn deur bekneld geraakt tussen
de mensen - Fake Ploeg tegen, die een grijze kei in zijn hand hield. Anton nodigde Fake uit binnen te komen. Fake verdedigde zijn vader hartstochtelijk. De dood van zijn vader en van Antons ouders was de schuld van de communisten. Anton probeerde hem ervan te overtuigen
dat zijn vader fout was geweest, maar dat hij daarom toch wel van hem kon houden. Kwaad gooide Fake de kei tegen Antons spiegel. Ondertussen ontplofte de kachel ook nog. Fake rende weg, maar hij kwam terug om te zeggen dat hij nooit zou vergeten dat Anton hem op school een keer geholpen had. (Fake was toen in uniform; de onderwijzer wilde daarom
geen les geven en hield iedereen buiten de klas, maar Anton glipte onder zijn arm door en brak het verzet.) Vierde episode, 1966 (blz. 133-203; vijf hoofdstukken) Anton deed artsexamen en kreeg een assistentschap in de anesthesie. In 1961 trouwde hij met Saskia de Graaff, die hij in Londen ontmoet had, en op wie hij meteen bij het zien van de blik in haar ogen verliefd werd. In 1962 werd hun dochtertje Sandra geboren. In 1966 was de begrafenis van een oud-verzetsstrijder, een vriend van Saskia's vader die in de oorlog
een functie had gehad in een overkoepelend orgaan van verzetorganisaties. Na de begrafenis werd er door de oud-illegalen nog wat nagepraat. Opeens hoorde Anton iemand vertellen over schoten. Het was Takes, de man die Ploeg doodgeschoten had. Takes had liever gewild
dat de aanslag niet gepleegd was. Niet omdat Antons ouders vermoord waren, want dat was niet te voorzien. Bovendien hadden de moffen dat gedaan, niet de illegalen. Maar Takes had de aanslag samen met zijn vriendin gepleegd, die gewond gevangen was genomen en later in de duinen was geëxecuteerd. Anton begon te huilen. Het moest het meisje in de cel zijn geweest. Nu pas stierf zij voor hem. Onbewust had hij haar zijn hele leven gezocht. Later op de avond ontdekte hij dat Saskia beantwoordde aan het beeld dat hij zich van het meisje in de cel gevormd had. De volgende dag ging hij naar Takes toe. Hij zag de foto van het meisje, Truus Coster: ze had inderdaad dezelfde blik in haar ogen als Saskia. Takes wilde weten wat Truus gezegd had in de cel, maar Anton kon het zich niet herinneren. Takes had van Truus gehouden, maar hij had twee kinderen en een vrouw, van wie hij inmiddels was gescheiden. Takes dronk veel. Hij maakte zich kwaad over de vrijlating van Willy Lages, vroeger hoofd van de SD of Gestapo in Nederland. Een vriend van Takes uit het verzet pleegde daarom zelfmoord. Laatste episode, 1981 (blz. 207-254; vier hoofdstukken) Anton was gescheiden van Saskia en hertrouwd met Liesbeth. Hij kocht huizen in Toscane en Gelderland. Rond zijn veertigste belandde Anton in een crisis die in Italië tot een uitbarsting kwam. Toen Sandra zestien jaar was, ging Anton met haar naar Haarlem en naar de plaats waar Truus geëxecuteerd was. Hij herinnerde zich opeens dat Truus gezegd had van Takes te houden. Hij had Takes nooit meer gezien, alleen een keer op tv. Daarentegen zag hij steeds vaker bestelwagens met daarop "Fake Ploeg Sanitair B.V." In november 1981 kreeg Anton erge kiespijn. Hij belde de tandarts die hem alleen wilde helpen als hij mee zou lopen in de
vredesdemonstratie. Tegen zijn wil deed Anton dat; zijn zoontje Peter uit zijn tweede huwelijk ging mee. De demonstratie viel mee, Anton voelde zich verbonden met de mensen. Opeens kwam hij Karin Korteweg tegen, Ze vertelde dat zij en haar vader kort na de bevrijding naar Nieuw-Zeeland geëmigreerd waren. Daar had haar vader in 1948 zelfmoord

gepleegd. Hij was altijd bang geweest dat Anton wraak zou nemen. Hij had het lichaam van Ploeg verlegd om zijn hagedissen te sparen. Nadat Antons ouders doodgeschoten waren, had hij zijn hagedissen doodgetrapt. Hij had het lijk niet voor het huis van de familie Aarts gelegd, omdat zij joden verborgen hielden. Verward nam Anton afscheid van haar. "Was iedereen schuldig en onschuldig?" Maar Anton had zichzelf weer snel in de hand, het was of al die duizenden mensen hem hielpen. Met Peter aan zijn hand liep hij verder. Hij was een van de laatste die de oorlog nog meegemaakt hadden. b. Stijl Het taalgebruik is vrij gemakkelijk, dit komt voornamelijk door de weinig moeilijke woorden, de makkelijke zinnen en de weinig dialogen die in het verhaal gevoerd worden. Je leest het boek makkelijk en snel uit. Er zit geen humor in het verhaal, maar dat verwacht je ook niet van een boek over oorlogsverwerking. Ruimte De aanslag, de belangrijkste gebeurtenis uit de roman, wordt gepleegd in Haarlem. De kade in Haarlem, waaraan Anton woonde, wordt in de proloog uitvoerig beschreven. In 1952 gaat Anton voor het eerst na de aanslag terug naar Haarlem. Anton voelt overeenkomst tussen hemzelf en de stad: "Wat hij zag, was geen stad als zoveel andere op aarde: zij verschilde er van zoals hij van andere mensen" (blz. 82). Anton wil nooit meer terug naar Haarlem, niet meer herinnerd worden aan de aanslag. Later gaat hij er echter nog een keer met Sandra naar toe. Na de aanslag woonde Anton bij zijn oom en tante aan de Apollolaan in Amsterdam. Apollo is de god van het licht. Dit staat in tegenstelling tot de duistere gebeurtenis in Haarlem. Toen Anton in 1953 op kamers ging wonen, "verdween dat Haarlem van januari 1945 nog ver achter de horizon" (blz. 109). In 1969 kocht Anton een huis in Toscane, waar hij de vakanties doorbracht. Hij kwam er erg graag, wilde zich er later zelfs permanent vestigen. Hij genoot vaak van het uitzicht op het landschap dat in ieder geval ver verwijderd was van Haarlem, 1945. Toch maakt Anton juist in Toscane een crisis door. Daarna hadden het huis en het uitzicht hun volmaaktheid verloren, "zoals een mooi gezicht ontsierd wordt door een
Excuses voor het kleurgebruik maar de zwart was op! litteken"(blz. 214). De donkere cel, waar Anton praatte met het meisje, was heel belangrijk voor hem. Het symboliseert de duisternis en het isolement waarin Anton na de aanslag verkeerde. In die donkere cel was één lichtpuntje, de vingertoppen van het meisje over Antons gezicht. Naar dat licht is Anton zijn hele leven op zoek. Verder verdient het huis van Takes vermelding. Het souterrain leek op een ondergronds hoofdkwartier. Voor Takes was het nog steeds oorlog. Personages: Anton Steenwijk: In het begin van het verhaal is hij volgzaam en wat timide, maar langzaam aan wordt hij zelfstandiger en zelfbewuster. Ook wordt hij verder in het verhaal gevoeliger. Hij toont meer emoties als het om zijn verleden gaat. Saskia Steenwijk: Over Saskia kom je niet zo veel te weten, doordat zij meer op de achtergrond blijft. Wel weet je dat zij veel van Anton houdt en nog meer van hun dochtertje Sandra. Later als ze gescheiden is blijft ze wel goede vrienden met Anton. Sandra Steenwijk: Ook over haar kom je weinig te weten doordat ook zij op de achtergrond blijft. Wel merk je aan het verhaal dat ze erg goed met haar vader kan opschieten en die twee ook een erg goede band hebben. Liesbeth: Van haar weet je dus totaal niets, behalve dat ze met Anton is getrouwd. Cor Takes: Een oude verzetsheld die de oorlog niet uit zijn hoofd kan zetten, omdat zijn vriendin daarin is omgekomen. 'Het is nog steeds oorlog, hè Takes?' 'Zeker,' zei Takes en bleef hem ook recht aankijken. 'Zeker.' De andere personages zijn allemaal zo weinig beschreven dat je eigenlijk helemaal niet weet hoe ze zijn. Alle personages zijn flat characters, behalve Anton, hij is een round character. Vertelwijze. Het verhaal wordt auctoriaal verteld. Wij als lezer weten meer dan Anton, wat erg belangrijk is, omdat Anton in het begin van het verhaal te jong is om alles te begrijpen en omdat hij heel veel vergeten is. Ook maakt de schrijver af en toe opmerkingen, zoals op blz. 20 over de namen Anton en Adolf. Soms legt de schrijver ook wat uit, zoals over het liedje dat Anton

zingt op blz 20. Soms wordt er ook iets verteld dat alleen door de lezer begrepen moet worden. Bijvoorbeeld in de cel met Truus Coster: 'Opeens begon zij te vertellen, alsof er nog een derde persoon in de cel was, tegen wie zij sprak'. c. Thematiek. 1. Een belangrijke kwestie in dit boek is de schuldvraag. Wie is nou eigenlijk schuldig aan de moord op de ouders en de broer van Anton? De verzetstrijders, de fascisten, meneer korteweg, de joden bij de familie Aarts, de hagedissen van meneer Korteweg of het toeval? Dit komt in het verhaal meerdere keren aan de orde. Takes vindt dat de schuldige degene is die het ook echt gedaan hebben en niet door iemand anders. Hij heeft Ploeg vermoord, maar niet de ouders van Anton. Dat hebben de Duitsers gedaan. De Duitsers vinden dat de illegalen het hebben gedaan, want voor zij Ploeg vermoordden wisten zij dat er represailles zouden komen. Meneer korteweg helpt het toeval een beetje door Ploeg bij Anton voor de deur te leggen om zijn hagedissen te sparen. Hij wil Ploeg niet voor de deur van de familie Aarts leggen omdat zij een paar Joden verbergen. Zo kan je dus de hagedissen aanwijzen als schuldige, maar ook de Joden. Aan het eind van het verhaal vraagt Anton zich dan ook verward af: 'was iedereen schuldig en onschuldig tegelijk?' Deze schuldvraag is een vraag die niet beantwoord kan worden. Anton wordt ook herhaaldelijk vergeleken met de Grieken. Hij stond met zijn gezicht naar het verleden en met zijn rug naar de toekomst. In de inleiding kijkt Anton naar een man die met een stok zijn aak naar voren duwt, 'een man die naar achteren liep om iets naar voren te duwen, en tegelijk op dezelfde plaats bleef' Ook Anton loop - figuurlijk - naar
achteren, het verleden in, om de gebeurtenissen naar voren te duwen. Ook het verschijnsel licht en duisternis is erg belangrijk. Na de aanslag verkeerd Anton voortdurend in de duisternis. Er is echter een lichtpuntje: de vingertoppen van het meisje in de cel. Naar dit licht, wat liefde betekent, is Anton zijn hele leven op zoek. Het motto komt uit een brief
van Plinius aan de geschiedschrijver Tacitus over de uitbarsting van de Vesuvius. Het beeld van de aswolk komt enkele malen terug in het verhaal. Op blz. 77 staat: 'de rest is naspel. De aswolk uit de vulkaan stijgt naar de stratosfeer, draait om de aarde en regent nog jaren later op
alle continenten neer.' Andere voorbeelden zijn het gesprek met Fake Ploeg en Cor Takes, waarbij het verleden opgehaald wordt en de kachel ontploft, die roet door de kamer verspreid (blz 129) een een asbak die begint te smeulen en rook door de kamer verspreid. Tijdens Antons crisis stortte een grauwe berg zich als een vloedgolf over hem heen en de laatste zin van het boek zegt;'[…]zijn schoenen sloffen en het is of zij wolkjes as opwerpen, ofschoon nergens as te zien is'. Dit beeld van de vulkaan en de as die jaren later nog neer valt vormt de boodschap uit deze roman: dat een begin nooit verdwijnt, zelfs niet met het einde. 2. Motieven - Het lot - Als Ploeg ergens anders was neergeschoten, en ergens anders was neergelegd, was dit niet met Anton gebeurd maar met iemand anders. - Vuur - Vuur als zijn huis in brand wordt gestoken, vuur als het Engelse vliegtuig het konvooi aanvalt, een beetje vuur als zijn kachel ontploft enz. - Goede en verkeerde haat - Anton's "haat" voor de Duitsers is gegrond, maar Fake Ploeg jr.'s haat tegen de communisten is op de verkeerde feiten gebaseerd. - Verborgen achtergronden - Al doet Anton dit niet bewust, toch is hij onbewust op zoek naar de antwoorden, hij kan alleen heel goed zijn geduld bewaren. - Het vergeten van afschuwelijke gebeurtenissen - Anton wilde in het begin het liefst alle gebeurtenissen vergeten. Anton is later niet voor niets een anesthesist geworden (specialist in het "vergeten"). Hij had trouwens min of meer mystieke vermoeden, dat een narcose de patient niet zo zeer gevoelloos maakte, maar dat de chemicalien uitsluitend bewerkstelligden, dat hij zijn pijn niet kon uiten, en verder, dat zij acheraf de herinnering aan de doorstane pijn wegnamen. Terwijl de patient er toch door veranderd was. 3. De titel van het boek slaat op de centraal staande gebeurtenis in dit boek: "De aanslag" op Fake Ploeg. Er werd een aanslag gepleegd op Fake Ploeg en die aanslag heeft het leven van de familie Ploeg, Cor Takes, Truus Coster, de familie steenwijk en anderen, maar vóóral Anton Steenwijk, voor de rest van hun leven (hoe kort dan ook) getekend. d. Plaats in de literatuurgeschiedenis. 1. Het werk werd voor het eerst gepubliceerd in 1982. 2. Harry Kurt Victor Mulisch werd geboren op 29 Juli 1927 in Haarlem als enige zoon van K.V.K Mulisch die uit Oostenrijk komt, en Alice Schwarz uit Antwerpen. Zijn vader komt te overlijden na in de 2e wereldoorlog in een werkkamp te zijn gestopt. Zijn moeder emigreert naar San Francisco, waar ze Amerikaanse wordt. Zijn schrijfcarriëre begint in 1947 waar hij een stukje in het Elsivier weekblad schrijft. Twee jaar later schrijft hij z'n eerste roman genaamd « Archibald Strohalm ». Hij woont sinds 1958 in Amsterdam. Uit zijn huwelijk met S. Woudenberg komen twee kinderen voort ; Anna en Frieda. In 1992 krijgt hij z'n 3e kind genaamd Menzo uit een verhouding met een andere vriendin. Mulisch is sinds 1958 redacteur geworden van verschillende bladen. Sedert 1962 is hij bestuurslid van « de bezige bij ». Hij schreef ondertussen veel goede literaire boeken, waar onder het legendarische boek ; « de aanslag ». Er worden een aantal tentoonstellingen over hem gegeven. Ook werd hij bij de uitreiking van « de ontdekking van de hemel » bevorderd tot officier in de orde van Oranje Nassau ; tevens kreeg hij een zilveren medaille van de gemeente Amsterdam. Tevens zijn er ook een aantal boeken van hem verfilmd, waaronder « de aanslag ». 3. De thema's van Harry Mulisch's boeken werden steeds meer "de tweede wereldoorlog". Dat kwam ook door de achtergrond van zijn ouders. Zijn moeder was joodse, zijn vader en Oostenrijker die samenwerkte met de Duitsers waardoor ze na de oorlog ook gevangen werden genomen. Met deze achtergrond is het niet verwonderlijk dat Mulisch geobsedeerd werd door de problemen van fascisme en collaboratie, van schuld en van de verwerking van het verleden. De periode waarin hij daarmee zijn eerste boek uitbrengt is in 1959 met Het stenen bruidsbed. Later kwam er het veel bekendere boek De aanslag. De betekenis va het boek voor de Nederlandse literatuur is dat dit boek een stukje vertelt over de geschiedenis van Nederland. Harry Mulisch zegt ook nog "alleen de boeken blijven hoor, niet de echte realiteit. In vergelijking met andere schijvers nemen de gedachten van Harry Mulisch vaak een wijde vlucht. Het is niet de werkelijkheid dat in zijn werk regeert, maar de fantasie, of misschien de samenhang die door de creatieve fanatasie in de werkelijkheid gevonden kunnen worden. 4. Hij heeft veel verschillende soorten werken gepubliceerd: gedichten, romans, verhalen, toneelstukken en allerlei studies, tijdsgeschiedenissen en autobiografische werken. Harry Mulisch wordt beschouwd als een van de belangrijkste schrijvers van na de tweede wereldoorlog. Het verhaal lijkt niet echt op zijn eerdere werken. Het is realistischer geschreven. 5. Er werd in deze tijd veel over de oorlog geschreven.
4. Beoordeling: 1. De aangrijpende stukken. 2. De Aanslag zelf. 3. Saaie passages. 4. De gelijknamige film natuurlijk. 5. Boeiend boek met een duidelijk thema. 6. Het taalgebruik is vrij gemakkelijk. 7. Goed. 8. Ja, zeker. 9. Recensie : De recensie is geschreven door Frans de Rover. De bron is : Vrij Nederland, 9 Oktober 1982. De aanslag is een prachtig boek, het is goed uitgevoerd, het oogt puntgaaf. Het is een perfect verhaal, het is een heel emotioneel geschreven boek waar hij alle boeken van voorheen heeft overtroffen. Hij heeft er al z'n gevoel in gestopt wat maar mogelijk is. Het begin is al meteen goed : de verteller verteld met een mooie ouderwetse gemoedelijke stem het « intro ». Eerst noemt hij enkele historische feiten vooraf, bijvoorbeeld dat er een aanslag wordt gepleegd in Haarlem. Daarbij worden ook nog enkele namen genoemd van legendarische verzetshelden van Haarlem, waaronder het meisje met het rode haar die iemand neer wil gaan schieten. enkele minpunten zijn dat het alweer een oorlog-roman is en dat hij op de mulisch manier, heel erg poëtisch is geschreven. Verder is het jammer dat hij sommige lege punten heeft. Dat is een stukje dat helemaal niets zegt. Hij vertelt soms een beetje te oppervlakkig hoe het allemaal gaat, hij zou op zo'n moment meer in detail moeten treden. Hij heeft het moment in de gevangenis heel goed in detail, de vrouw heeft veel begrip en toont dat ook. Hij had een hele goede zin als motto ; Overal was het al dag maar bij ons was het nog nacht. Het leven gaat na de 1e episode door in 4 episoden waarin hij wat ouder en wijzer is dan in de 1e. En natuurlijk wordt de afloop niet verteld omdat dan de clou al is verteld en dat mag nooit in een recensie.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De aanslag door Harry Mulisch"