Buiten zinnen door Mel Wallis de Vries

1. Geef in maximaal 15 zinnen en in chronologische volgorde het verhaal weer.
Eva is het vroegere buurmeisje van Karlijn, die net is overleden door een verkeersongeluk. Na de begrafenis krijgt ze van de moeder van Karlijn Karlijn’s dagboeken. Nieuwsgierig begint ze er in te lezen en ze komt er achter dat Karlijn vlak voor haar dood in doodsangst heeft geleefd. Karlijn schrijft dat ze ’s nacht een enge droom heeft van een man die in haar kamer is en haar aan raakt. De droom lijkt net echt maar als ze wakker word is ze wel alleen. De droom komt steeds weer terug en steeds erger. Ook overdag wordt ze steeds banger. Karlijn schrijft ook dat ze een vriendje heeft die Joost heet, en in het begin denkt Eva dat hij Karlijn vermoord heeft, maar later blijkt dat niet zo te zijn. Op een gegeven moment ontmoet Eva Steven en ze krijgen een relatie. Maar hoe dieper Eva zich in de dagboeken van Karlijn verdiept en hoe meer ze zich er mee gaat bemoeien, hoe meer ze zelf ook last krijgt van de enge dromen. Op een nacht wordt ze zelfs wakker met een snee boven haar wenkbrauw en ze had die nacht gedroomd dat ze op haar oog werd geslagen. Op een dag zoekt Eva Steven op en gaat naar zijn kraakpand in de stad. Tot haar grote schrik ziet ze in dat pand het busje staan waarmee Karlijn is doodgereden en dat opeens begrijpt ze dat Steven iets met de dood van Karlijn te maken heeft. Eva moet overgeven van de schrik en Steven hoort dat en treft haar in zijn pand aan. Hij legt Eva uit dat hij ervoor heeft gezorgd dat Karlijn van die verschrikkelijke dromen kreeg, door slaapmiddel in haar drinken te gooien, en dat had Steven ook bij Eva gedaan omdat hij bang was dat ze te veel te weten zou komen. Ook legt hij uit dat hij dit allemaal gedaan heeft omdat de vader van Karlijn zijn vader per ongeluk, maar in zijn ogen expres, heeft doodgereden. Daarna houd hij een theedoek met chloroform tegen haar neus en mond zodat ze buiten westen raakt, maar gelukkig is een vriendin haar gevolgd en zij heeft hem met een knuppel voor zijn hoofd geslagen en de politie gebeld.

2. Welke rol spelen de belangrijkste personen in het verhaal. Motiveer je antwoord uitgebreid.
De belangrijkste personen in dit boek zijn Karlijn en Eva. Ze spelen allebei de rol van slachtoffer, omdat ze allebei het slachtoffer zijn van Steven, die wraak wil nemen op de vader van Karlijn. In eerste instantie is alleen Karlijn het slachtoffer, omdat zij wordt doodgereden door Steven. Maar Eva word ook het slachtoffer omdat zij veel te veel te weten komt, door de dagboeken van Karlijn.


3. Welk(e) vertelstandpunt(en)/ vertelperspectief(ven) wordt/worden gehanteerd? Met welk doel?
Het verhaal is geschreven in een hij/zij perspectief. Je beleeft het verhaal vanuit de ogen van Eva. Ook is het verhaal geschreven vanuit Karlijn, want je ziet steeds fragmenten uit haar dagboek. Ik vond het moeilijk om een keuze te maken tussen een ik of een hij/zij perspectief.

4. Beschrijf minimaal twee voor het verhaal belangrijke ruimtes (plaatsen). Waarom zijn ze belangrijk voor een goed begrip van het verhaal?
- De slaapkamer van Karlijn
‘Ik droom altijd dat ik in mijn bed lig. Het is aardedonker, maar toch kan ik wel
dingen zien, zoals mijn nachtkastje en de poster van Brad Pitt aan de muur.’

In de slaapkamer heeft ze altijd van die enge realistische dromen. Het is een
belangrijke ruimte omdat de dromen in het verhaal erg belangrijk zijn. Ze droomt in
haar slaapkamer, vandaar.
- De Toog (café)
‘We liepen naar een klein, bruin café in De Pijp. Ik ben de naam vergeten. Het was er
rustig in het café, waarschijnlijk omdat het nog geen vijf uur was. Er zaten een paar
oude mannen aan de bar en uit de geluidsinstallatie kwam een smartlap. Wij gingen
aan een tafeltje in de hoek zitten.’

Karlijn en Eva hebben in dat café allebei Steven leren kennen, hij is degene die

Karlijn vermoord heeft.

5. Doe hetzelfde met de tijdsbeschrijvingen. Welke doelen dienen ze? Denk aan flash-forward, flash-backs, van het begin tot het eind, middenin de gebeurtenissen. Beschrijf bovendien de verteltijd en de vertelde tijd. Verduidelijk je antwoord met enkele voorbeelden uit het boek.
Het verhaal wordt verteld in de tegenwoordige tijd. Ik denk dat dit is gedaan om het verhaal spannender te maken, je hebt het idee dat je het verhaal meebeleefd. Er is soms sprake van flash-backs, bijvoorbeeld wanneer er een droom is geweest, als die wordt beschreven.
De verteltijd is van dinsdag 17 oktober tot 31 oktober. Wel lees je ook het dagboek van Karlijn en dat begint op 13 augustus en stopt op 11 oktober.
De vertelde tijd is ongeveer 2 dagen. Het boek telt 44 hoofdstukken en 223 bladzijden.

6. Tot welk genre behoort het boek? Leg je antwoord uit met een paar voorbeelden.
Het genre van dit boek is een psychologische roman en een thriller. Een psychologische roman omdat er veel nadruk wordt gelegd op het karakter, de gevoelens en het innerlijk van de hoofdpersonen (het dagboek). Het is een thriller omdat er sprake is van spanning. Een voorbeeld:
‘Steven drukt me met zijn lichaam tegen het busje en klemt mijn gezicht tussen zijn vingers.
‘Laat me los!’ gil ik.
‘Sst, je moet niet zo veel praten. Het doet geen pijn, dat beloof ik,’ mompelt Steven. Hij drukt de theedoek tegen mijn neus en mond. ‘Adem maar in. Wie weet wacht Karlijn je straks wel op. Is dat geen mooi idee?’
Ik stik haast in de stof. De theedoek schuurt tegen mijn wangen, prikt in mijn neus. Niet ademhalen, niet ademhalen, niet ademhalen, denk ik. Ik trap wild om me heen, maai met mijn armen, maar Steven ontwijkt alles. Mijn longen knappen bijna van het zuurstofgebrek. Maar ik mag niet ademhalen. Ik zie flitsen rood en zwarte vlekken. Elke vezel in mijn lichaam smeekt om zuurstof.
‘Schiet een op, stomme trut,’ snauwt Steven. ‘Misschien gaat het zo wat sneller.’ Hij duwt zijn knie hard in mijn maag. Ik klap dubbel van de pijn en hap naar adem. Bijna meteen begint alles te draaien. Ik zie Karlijn. Mijn moeder. Het gezicht van mijn vader. En ik hoor iemand mijn naam schreeuwen. Dan wordt het stil. En zwart.’


7. Wat is volgens jou het belangrijkste thema (onderwerp) waar het boek om draait? Hoe wordt het uitgewerkt?
Ik denk dat het belangrijkste thema’s liefde en dood is. Steven vermoordt Karlijn uit liefde voor zijn vader. Eva ziet niet dat hij de moordenaar is, omdat ze verliefd op hem is. Dood is natuurlijk ook een thema, want het hele boek draait om de dood van Karlijn.

8. Wat heeft de titel met het boek te maken? Leg dit uit aan de hand van enkele voorbeelden. Vind je de titel goed gekozen of zou jij het boek een andere titel willen geven? Zo ja, welke en waarom?
Het boek heet ‘Buiten zinnen’. Karlijn wordt gek gemaakt, ze weet niet meer wat echt is en wat niet. Ze raakt buiten zinnen. Ik vind de titel goed gekozen en zou het niet veranderen.