te gaan zoeken(Lamarat's oom). Mosa is op zijn eigen drie dagen durende bruiloft ineens verdwenen. Hij zou trouwen met
Rebekka, zijn nichtje en Lamarat's zusje, die aan hem was uitgehuwelijkt. De taxibestuurder wordt Chalid Blik Op De
Weg genoemd, die kent iedereen en dus zal Lamarat veel aan hem hebben. Lamarat vertelt over de geschiedenis die zich afspeelde op het land waar hij doorheen rijdt, hoe daar de liefde tussen
spiegel. Alle jongens begeerden hen, totdat ze de stad en tegelijk de meisjes in korte rokjes ontdekten, die er daarom
veel mooier uitzagen. Alleen Teroet Minar met de flaporen bleef geïnteresseerd in het jongste zusje. Ze spraken steeds
vaker met elkaar af, op het cactusveldje achter de huizen. Later trouwden ze. De zussen van Jamina waren niet op de bruiloft , ze waren allemaal al dood en dat in drie maanden. Jamina werd zwanger van lamarat, vanzelfsprekend werd hij daarna ook geboren. Deze bevalling was een bijzondere, maar
dat krijgen we als lezers pas aan het eind van het verhaal over te horen. De vader van Lamarat besluit naar de West te gaan, naar Nederland land om precies te zijn.Hij wil voor zijn familie een
huis laten bouwen in Touarirt. Aan het begin van zijn reis naar Nederland stapt 'de vader', zoals hij steeds genoemd wordt, in de auto van dezelfde
taxichauffeur als zijn zoon twintig jaar later zal doen: de mercedes van Chalid. In die auto wordt Lamarats naam
bedacht, hij wordt vernoemd naar de grootvader van de taxichauffeur. Tussen deze lange flashbacks door volgen we Lamarat die op zoek is naar zijn oom. Chalid weet waar hij heen moet rijden, hij heeft Mosa tenslotte zelf naar die hoerenkast gebracht. Een uitgebreider verhaal is echter de jeugd van de jongen in Maanzaad-Stad (Rotterdam). Maanzaad-Stad, omdat hij
thuis vroeger het maanzaad snoepte van het Marokkaanse brood dat zijn vader verkocht voordat hij het in een plastic
zak deed. Als kind was Lamarat voornamelijk bezig met rennen. Hij stal krijtjes op school waarmee hij voor zijn huis twee strepen
dit met schuddend hoofd aan. Eerst reden Chalid en Lamarat naar Nador "het stadje dat 's zomers meer Mercedessen cabrio herbergt dan schapen". Daar bevinden zich wat mensen waar Lamarat informatie over zijn oom kon krijgen, onder andere ene Ammoenier, de beste mens-erger-je-nietspeler die er is, hij speelt alleen nog tegen zichzelf. Mosa is in Melilliaar gevonden, in de hoerenkast genaamd 'Lolita', in de armen van zijn favoriete dame Catischa. Het blijkt echter nog een heel werk om de goede man, die alles behalve nuchter is, de taxi in te krijgen. Wanneer dat echter gelukt is en de bruidegom ophoudt met lallen:"Iloveyoubeer.. Iloveyoubeer.." valt hij in een diepe slaap. De familie Minar is de zee over, de Marokkaanse grens gepasseerd in de hitte en komt aan in Touarirt, bij het huis wat de vader heeft laten bouwen voor zijn broer Mosa, de bruidegom. Een hartelijke ontvangst van de familie volgt. Een flashback in Nadorp. Lamarat ontmoet Ammoenier, welke hij gevonden heeft toen hij zijn neef zocht op de bazaar. Ammoenier verkoopt wasmiddelen, OMO om precies te zijn. Hij is mank, kon vroeger niets en is maar gaan mens-erger-je- nieten.. Zoals eerder verteld speelt hij nu alleen nog maar tegen zichzelf. De mank heeft veel te vertellen, maar weinig te
melden. Hetzelfde geldt voor Lamarats neef. De twee hebben een gesprekje over het ritueel van de ontmaagding na de bruiloft. Alles draait om het bloed dat erbij vloeit, als bewijs van de daad. Bij het uitblijven hiervan voldoet een speldenprik in de
duim ook als ontmaagdingsbewijs. Na afloop mag de bruidegom buiten een vuurpijl afsteken om het te vieren. Chalid Blik Op De Weg vertelde over zijn moeder, die waarzegster was. Zij had ooit een voorspelling gedaan over
Lamarat. "Dat de vader het kind niet zou zien als het rollend in bloed, pies en stront op de wereld kwam." God zelf
vertelde daarna zelf aan de oma van het kind dat 'de mond van een vrouw een mens kan maken en breken'. Het was een zware bevalling geweest, maar de kleine Minar kwam toch ter wereld, rollend in bloed, pies en stront. Toch deed er zich nog een probleem voor. De grootmoeder was haar traditionele roestige schaartje kwijt geraakt in het cactusveld, het schaartje waarmee de navelstrengen worden doorgeknipt. Maar ze herinnerde zich de woorden van God en plantte haar tanden stevig in de streng die zij doorbeet. Mosa en Lamarat werden door Chalid afgezet bij de Suikerberg, even buiten Touarirt. De rest van hun terugreis doen ze te voet. De bruidegom steekt een dronkenmansmonoloog af over zijn lafheid waarmee hij naar Melilliaar is gevlucht, over vrouwen, over zijn bruid, Lamarats zus... ...Welke zich op het kerkhof had verstopt en vloekend tevoorschijn kwam zodra
het tweetal voorbij liep. Vanzelfsprekend is zij nogal kwaad op haar bruidegom die het hazenpad koos. Ze ontsteekt een
monoloog, een zin van twee bladzijden, alsof ze een paar minuten lang stopt met ademhalen en woorden spuwt. Ze zullen
eens lekker een bruiloft aan zee gaan vieren. Met dronken Mosa in de branding, zuslief in haar trouwjurk er bovenop en
Lamarat die er zenuwachtig bij staat. Rebekka neemt wraak en neemt Mosa's mannelijkheid onder handen met - hoe symbolisch - het schaartje waarmee
Lamarat niet van zijn moeder is gescheiden. Daar komt de rest van de familie aangelopen, in het donker. Wanneer ze dicht genoeg genaderd zijn is het eerste wat ze
zien een enorme hoeveelheid bloed. Waarop opa riep:"..steek als de wiedeweerga die vuurpijlen aan." Zoals duidelijk moge wezen heeft de familie Rebekka's
verhuisd is. Personen: Lamarat Minar
De hoofdpersoon, degene die we 160 bladzijden lang volgen. We volgen hem van zo dichtbij dat het bijna lijkt alsof het verhaal in de Ik-vorm is geschreven. Lamarat is geen praatjesmaker. Het heeft ook een tijdje geduurd voordat hij als kind begon te praten. De net volwassen jongen wordt door zijn vader op pad gestuurd, het land in waar hij oorspronkelijk vandaan komt, maar niet geheel thuis is. In het midden van alle plaatselijke praatjesmakers (men moet hierbij denken aan Chalid, Ammoenier en oomlief Mosa) is Lamarat maar een observerende zwijgzame jongen. Chalid Blik Op De Weg
De taxichauffeur, De Alwetende, de man die even veel roddels vertelt als hoort. De man is er altijd bij. Ik citeer Abdelkader Benali over Chalid: "Is Chalid Blik op de Weg een correcte verteller? Nee, dames en heren, dat is hij niet. Tijdens de dagen dat hij zich met mij inliet, en ik met hem, loog hij er lustig op los. Ik weet nog steeds niet hoe het hem gelukt is." Mosa Minar
De oom, het kleine broertje, de bruidegom die hem smeerde. De hoerenloper, dronkenlap. De man die Lamarat aantrof in hoerenkast 'Lolita'. De verliezer, de gecastreerde, de krankzinnige. Benali schrijft over hem:"Mosa, het alter-ego van Lamarat. Na Wittgenstein, Heidegger en Bataille een van de laatste grote fundamentele filosofen van dit tijdsgewricht. Toch mag ik 'm niet." Rebekka Minar
Het zusje, de wijsneus die zuchtend haar hoofd schudde. De jonge bruid die in de steek werd gelaten door Mosa. Wederom een citaat van Benali:"Rebekka, onze sybille, Oermoeder, Angstgegner en Maria in een. Niemand, zelfs Chalid Blik op de Weg niet, zelfs niet de schrijver dezes, had gedacht dat zij tijdens de finale tot zo'n krachtexplosie zou komen. Ze volgde de woorden van Camus op tot de letter en zette haar gedachten om in daden, tot groot verdriet van de omstanders, tot grote vreugde van de rechtschapenen. De vrouw waarvan wij dromen." En ze is, in tegenstelling tot haar grote broer, niet op haar mondje gevallen. Atnmoenier
De Manke, de verkoper van OMO wasmiddel. Hij is pas dertig jaar, maar gedraagt zich al als een oud verbitterd
rekening. Is niet trouw, toen hij ging trouwen vonden ze hem bij de hoeren, hij hield er ook geen rekening mee dat Rebekka dat erg
zou vinden. Rebekka Minar: De zus van Lamarat, die ging trouwen met Mosa. Is erg zelfstandig, heeft al veel meegemaakt in haar jonge leven. Is niet op haar mondje gevallen. Zet haar woorden om in
daden. Slimme vrouw. Rol van de bijpersonen: As de bijpersonen er niet waren, zou er geen spanning in het boek zitten. De spanning in het boek heeft allemaal te maken met het huwelijk tussen Mosa en Rebekka. Mosa verdwijnt plotseling en Rebekka neemt wraak op Mosa, aan de hand van de dingen die zich afspelen. Deze personen zijn erg van belang, anders kon er ook geen verhaal worden gevormd, doordat er dan niks te beleven was voor onze hoofdpersoon, Lamarat Perspectief Het verhaal volgt de belevenissen en gedachten van Lamarat. Toch is het boek verteld door de Alwetende verteller. Genre
Bruiloft Aan Zee is een roman. Geen speciale roman. Niet al te psychologisch, daar is het te spottend voor. Een
familieverhaal is het, maar daar ligt zeker niet de nadruk op. Taal
Het taalgebruik is minstens bijzonder te noemen. Soms ontspannen, daarna weer gejaagd, vol sarcasme. Om de haverklap
krijgen we in schuingedrukte letters een liedje te lezen dat door een van de personen gezongen wordt. Er worden af en
toe (ook schuingedrukt) Berberse termen en eigen bedachte woorden genoemd. Tijd De chronologie is door elkaar gegooid . Het ene moment speelt het verhaal zich ergens in de zeventiger jaren af, vervolgens bevinden we ons weer in het heden, in de taxi van Chalid. Het grootste gedeelte van het verhaal bestaat uit
flashbacks, waarin ons de geschiedenis van Lamarat wordt verteld terwijl hij op de achterbank van de Mercedes zit. Ruimte
Nadorp (Nador in het echte leven), waar Lamarat Ammoenier en zijn neef bezoekt. In Melilliaar (Melilla) een Spaanse
kroonkolonie, waar Mosa uiteindelijk gevonden wordt. En in Maanzaad-Stad (Rotterdam voor ons) waar Lamarat
opgegroeid is. Opbouw
Wat betreft de opbouw van het verhaal: We zitten vanaf de eerste bladzijde al in Chalids bloedhete taxi. Mosa is
verdwenen en Lamarat moet hem zoeken van zijn vader, hij mag zelf weten hoe. Gaandeweg de honderdzestig pagina's
wordt er op een ontspannen manier verteld, in het laatste staartje waarin Rebekka haar wraak neemt is er sprake van een
eindexplosie waar de hele tijd naar toe gewerkt is. De boel wordt daarna weer rustig uitgeleid door een kort epliloog. thema
Er komen meerdere thema's in dit boek voor. Het eerste thema is het verschil tussen twee culturen. Je komt namelijk te
weten wat de Marokkaanse gebruiken zijn bij een bruiloft. Het tweede thema is de zoektocht naar oom Mosa. De oom van Lamarat is op zijn eigen bruiloft weggelopen, omdat hij
het moeilijk vindt, dat hij niets meer mag als hij getrouwd is. Hij gaat namelijk naar de hoeren, als je getrouwd bent mag
verder te lezen. Er waren dan ook geen gebeurtenissen in het verhaal die mij aangrepen of die ik nou boeiend vond. Ik
vond het niet echt interessant om te lezen was het deel van de rode vlek op haar laken na haar huwelijksnacht en het deel
dat ze uitgebreid zit te vertellen dat, hoe wijder je benen opent, hoe meer zaad erin blijft zitten, hoe sneller je een kind
kan krijgen. Dat interesseert me niet zo. Dit boek is niet te vergelijken met een ander boek of een film.Heel apart vooral hoe alles verteld wordt. Het thema is niet duidelijk herkenbaar. Ik heb in ieder geval nooit met zo1 n probleem te maken gehad. Het taalgebruik vind ik erg ingewikkeld en vaak geven ze hele beschrijvingen om iets te zeggen wat ook makkelijk gezegd
kan worden in een woord. Mijn eindoordeel over dit boek is dat ik het geen leuk boek vond en dat het erg verwarrend was, waardoor het lezen ook
moeilijk werd. Ik vind het daarom ook geen aanrader voor andere mensen om dit boek te lezen. Over de schrijver: Abdelkader Benali is in 1975 geboren in Ighazzazen. Toen hij vier jaar was, verhuisde hij naar Rotterdam en hij woont daar nog steeds. Abdelkader heeft al regelmatig prijzen bij literaire wedstrijden gewonnen i.v.m. zijn debuutroman (dat is dit boek). Hij heeft o.a. de Kunstbende (waarmee hij in Trouw werd gepubliceerd), twee keer El Hizjra en de lustrumwedstrijd van de Leidse Universiteit (waar hij een jaar gratis door kon studeren) gewonnen. In oktober 1996 publiceerde hij 'Bruiloft aan Zee' en in hetzelfde jaar werd dit boek bekroond met de Geertjan Lubberhuizenprijs voor het beste debuut. Amper een jaar later, verraste hij het gehele Nederlandse literaire wereldje door voor hetzelfde boek, tussen gerenomeerde schrijvers als Hugo Claus, A.F.Th, van der Heijden en Margriet de Moor genomineerd te worden voor de Librisprijs. In 1998 voltooide Abdelkader Benali, in opdracht van de Haarlemse Toneelschuur, het toneelstuk 'De Ongelukkige'. Verder schreef hij nog columns en artikelen voor Groene. Amsterdammer, Esquire, De Volkskrant, Vrij Nederland en Rotterdam Festivals. Bruiloft aan Zee wordt intussen vertaald in verschillende talen, in het Duits, Frans, Engels, Deens, Spaans, Grieks en Italiaans. In 2000 werkte Abdelkader aan zijn nieuwe roman. ABDELKADER BENALI schrijft zoals hij praat. Een waterval van woorden. Een mengelmoes van Berberse, Engelse en
Nederlandse uitdrukkingen doorspekt met straattaal uit de Rotterdamse volkswijk het Oude Westen, waar hij sinds zijn
vierde opgroeide. In zijn veelbelovende debuut Bruiloft aan zee jongleert hij met zichtbaar plezier met woorden en
vertelt hij zijn verhaal met zo'n vaart dat soms bladzijden lang de leestekens ontbreken. Zijn barokke
taalgebruik - 'ronkend' noemt hij dat zelf - verhoogt het leesgenot. De jonge Marokkaans-Nederlandse schrijver spaart niets en niemand in zijn roman. Hij trapt met sardonisch genoegen
tegen de heilige huisjes van de Marokkaanse migrantengemeenschap, niet uit bitterheid of uit behoefte zich af te zetten
Lamarat (de hoofdpersoon in de roman) zegt. Hij won al diverse literaire prijzen. Vorig jaar ging hij er opnieuw met de
hoofdprijs van door bij de opstelwedstrijd 'vernieuwing als traditie' van de universiteit van Leiden en hij mag daarom een
jaar gratis studeren. "Ik ben een allegaartje van culturen", zegt hij. Zijn boek is een afspiegeling van het conflict tussen die culturen, de
tradities van 'de landstreek' en het leven in 'de West', waarmee hij zowel West-Europa bedoelt, als de Rotterdamse
wijk het Oude Westen. "Het verhaal is 50 procent waarheid en 50 procent leugen. De verhouding daartussen is 80-20", aldus Benali met een ondeugende twinkeling in zijn expressieve ogen. De wrijving tussen de in 'Maanzaad Stad' (Rotterdam) opgegroeide zus Rebekka en haar oom Mosa aan wie ze in Bruiloft aan zee wordt uitgehuwelijkt, leidt op de
huwelijksnacht, wanneer de bruidegom vlucht naar zijn favoriete hoertje, tot een bizarre ontknoping. Benali spiegelt zich niet aan andere jonge allochtone schrijvers uit Turkije, Marokko en Iran, zoals Haf id Bouazza, ozkan
Golpinar en Kader Abdolah. "Ik vind het de moeite niet. Ik hoef er maar drie zinnen van te lezen en gooi het weg." Hij
pakt de verhalenbundel Het land in mij, slaat een willekeurige bladzijde op en leest voor: 'Languit lig ik op de sofa die ik
vorig jaar in Fes heb gekocht'. Ongelofelijk! Dat is toch geen zin! Ik voel al aan mijn klompen, dat is niet mijn soort
literatuur. Mijn boek is veel dwarser, rauwer, veel meer een mix, niet een stijl." "Verhalen die ik hiervoor schreef gingen over actuele thema's. Dit is voor de eerste keer dat ik schrijf over mijn
landstreek, over de gewoontes daar, over mijn eigen kleine stukje Marokko van een paar vierkante kilometer. Het gaat
zus die niet deugen. Niemand deugt. Aan de andere kant zeg ik eigenlijk dat ik zelf ook niet deug. Ik hoor er ook bij. Lees
maar die dialoog in die taxi over de holocaust. Die Sidi Hadji, die een heel verhaal houdt over 'wij Arabieren hebben ook
een holocaust nodig'. Die zegt: 'ik ben niet voor de joden, wat Hitler heeft gedaan is goed en het is wachten op een
tweede maar soms in een gekke flard denk ik wel eens dat wij die gaskamers veel beter konden gebruiken: stonden we
meteen met twee benen op de grond'. Dat is toch ongelofelijk! Dat is nou de club waar ik bij hoor, de Vereniging Die
Verlangt Naar Een Op Maat Gesneden Holocaust." "Aan de ene kant denk je 'wat een raar zootje'. Aan de andere kant ben je er wel onderdeel van, zijn het wel jouw
mensen. Ik heb af en toe ook van die gedachten. Dat is die ambiguïteit. Kijk van een volk kun je niet houden. Wel van je
familie, je vader, je oom, je taal, daar heb je wat mee. Dat is een gevoel. Daar kun je je niet aan onttrekken." "Ik heb ook dat Nederlandse van altijd maar op alles kritiek hebben, zo van 'waar zijn jullie nou mee bezig'. Maar zelf
ben ik af en toe net zo dubbel. Dat was wel een uitdaging. Ik ben er nooit zo bewust mee bezig geweest. Dus het was wel
leuk om het in dit verhaal te verwerken. Het is heel luchtig geschreven, heel ironisch, prikkelend. Niet zoals in andere
onzin. Je leeft gewoon verder. Er moet gestudeerd worden, geld verdiend worden. Het leven is niet alleen identiteit, verbrokkeling, verscheurdheid en heimwee. Ik wil best over identiteit lezen of over culturele verwarring, maar dan kan ik
beter Rushdie lezen, iets wat goed is."
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
J.
J.
Goed verslag complimenten
12 jaar geleden
AntwoordenY.
Y.
Dit was het slechtste, en meest belachelijkste roman die ik ooit heb gelezen. MENENS!
Ten eerste zelfs in de cultuur wordt je niet uitgehuwelijkt aan je OOM! I read that book with a lot of disgusting!
11 jaar geleden
Antwoorden