3. Personages: De hoofdpersonen zijn de ik-figuur, Anna. Mademoiselle Bonnema, de Van Gogh-baard en misschien kan je de violist ook tot de hoofdpersonen rekenen omdat hij met Anna getrouwd is. Ik-figuur: De ik-figuur is de centrale figuur in de roman. Hij is een jonge schilder, die aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam studeert. Hij is een knappe man, die bovendien erg romantisch is. Zo is hij helemaal verliefd op Anna, een getrouwde vrouw. Hij schildert vooral stillevens en wordt daarbij gedreven door lichamelijke liefde. Hij is een rond karakter. Anna: Anna is de vrouw van een violist. Ze is een zeer mooie vrouw, ze is vrij mollig en heeft rossige krullen. Ze is zeer trouw aan haar man, die later zelf niet trouw aan haar blijkt te zijn. Ze wil graag bewonderd worden. Daarom heeft ze er geen enkel probleem mee om naakt voor de man, die verliefd op haar is, te poseren. Zij is een rond karakter. Mademoiselle Bonnema: Mademoiselle Bonnema is de Franse lerares van de schilder. Zij is een zeer saai mens, dat alles wat losbandig is, verafschuwt. De ik-figuur vindt later echter wel boeken van Rabelais in haar kast. Ze is altijd vrijgezel geweest en kijkt niet veel naar haar vader om, die op zolder woont. Zij is een rond karakter. De oude Bonnema: de oude Bonnema is vroeger een beroemd chirurg geweest, maar lijdt op 96-jarige leeftijd aan de ziekte van Parkinson. Hij is de vader van mademoiselle Bonnema. De ik-figuur verzorgt hem tijdens zijn laatste dagen. Geestelijk is hij nog helemaal bij. Hij is een vlak karakter. De Van Gogh-baard: de Van Gogh-baard heet eigenlijk Kees van der Plasse. Hij is een studievriend van de ik-figuur en is nog een tikkeltje brutaler. Hij ziet er groot en wild uit, maar heeft een heel klein hartje. Na tien jaar heeft hij zijn oorspronkelijke ideeën vaarwel gezegd. Hij laat zijn schilderijen nu door zijn assistenten maken en verdient daar handenvol geld mee. Hij is een vlak karakter. De violist: de violist is de man van Anna. Hij is een zeer beschaafde heer, die vaak van huis is. Hij is een type. 4. De tijd: Het verhaal speelt in de jaren vijftig en de vertelde tijd is twaalf jaar. Hoofdstuk twee tot en met zevenentwintig is één grote flash-back en binnen deze flash-backs wordt alles chronologisch verteld. De andere hoofdstukken spelen ongeveer tien jaar later. De ik-figuur weet dus wat de afloop is van de afgesloten periode, maar houdt de spanning zoveel mogelijk vast. Na hoofdstuk zevenentwintig weet ook de ik-figuur niet wat er gaat gebeuren. 5. vertelsituatie: Je beleeft het verhaal door de ogen van de schilder, de ik-figuur uit het verhaal. Ook is er sprake van een ik-vertelsituatie. Ook is er sprake van een ik-perspectief. 6. ruimte: Het verhaal speelt zich vooral af in het aan de Sarphatiastraat in Amsterdam, het huis van mevrouw Bonnema. 7. Opbouw: Het verhaal begint wel met een soort inleiding want er wordt eerst verteld dat hij de rouwkaart vindt en dan gaat nadenken over hoe het was om bij mademoiselle Bonnema te komen en daar te wonen. In het boek is niet echt één groot of aanwijsbaar waar de hoofdpersoon voor komt te staan maar het geheel geeft allerlei kleine problemen waar hij mee om moet gaan. Eén van de belangrijkste gebeurtenissen is het overleden van mademoiselle Bonnema, omdat hij daardoor al die jaren weer herbeleeft. Ook is het belangrijk dat Anna voor de eerste keer gaat poseren voor de ik-figuur, want daarna wil ze het wel nog een paar keer doen. Het slot van het verhaal is dat Anna en de ik-figuur terug gaan naar het huis van mademoiselle Bonnema omdat de ik-figuur de witte waterkan heeft geërfd en daar kleedt Anna zich nog één keer uit en gaan ze samen weg van het huis aan de Sarphatiastraat. 8. thema en motieven: Het thema is de liefde die de ik-figuur voor Anna heeft en een motief uit het verhaal zijn de klusjes die de studenten van mademoiselle Bonnema moeten doen. Nog een motief is dat er telkens Frans wordt gesproken in de lessen bij mademoiselle Bonnema (Franse les) en dat Anna zich telkens uitkleedt om model te zijn. 9. bedoeling: Ik denk dat de schrijver geen bepaalde boodschap heeft willen doorgeven maar wat ik wel weet is dat hij dit boek speciaal voor Eric geschreven heeft. 10. taal: Het taalgebruik valt vooral op door zijn lange zinnen, waarin vaak wordt overdreven. Ook wordt er veel gebruik gemaakt van Franse citaten die niet altijd vertaald zijn.
Brandende liefde door Jan Wolkers
7.3
Ik schrok toen ik thuiskwam en haar rouwkaart in de brievenbus vond, want ik had minstens tien jaar niets van haar gehoord of gezien en haar juist een paar dagen geleden vanuit Parijs een kaart gestuurd.
Brandende liefde is niet alleen het verhaal over de liefde van
Ik schrok toen ik thuiskwam en haar rouwkaart in de brievenbus vond, want ik had minstens tien jaar niets van haar gehoord of gezien en haar juist een paar dagen geleden vanuit Par…
Ik schrok toen ik thuiskwam en haar rouwkaart in de brievenbus vond, want ik had minstens tien jaar niets van haar gehoord of gezien en haar juist een paar dagen geleden vanuit Parijs een kaart gestuurd.
Brandende liefde is niet alleen het verhaal over de liefde van een jonge schilder voor zijn model, maar vooral een roman over vergankelijkheid.
Oefenen voor je mondelingen?
Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.
Examenleerlingen opgelet: over 50 dagen is het zo ver! Wil jij ook slim leren, zeker slagen? Ontdek alle tips, tests, trucs en tools van Examenbundel en sleep dat diploma binnen. Wil je zeker weten dat je niks mist? Meld je dan snel aan en ontvang alle tips in je mail!
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
M.
M.
hallo,
weet je toevallig ook wat het probleem in het boek is en hoe dat opgelost word??
ik ben het nodig voor een boekverslag dat ik overmorgen moet inleveren, zou je het als je het weet misschie zo snel mogelijk willen sturen?
alvast bedankt
met vriendelijke groeten melissa
19 jaar geleden
Antwoorden