7. Waar de gebeurtenissen zich afspelen
In het huis in Den Haag
Op school
Bij de tante van Michiel
In Leiden in het nieuwe huis
8. Hoe het verhaal is opgebouwd
De lezer volgt de belevenissen van Judith in chronologische volgorde. Behalve op één moment waarin je leest over de tijd dat Michiel in Amerika woonde met zijn vader en terug ging naar Nederland. Je leest dan over de gebeurtenissen die vooraf gingen aan de ontmoeting van Judith en Michiel. Het verhaal wordt soms vanuit Judith verteld en een enkele keer vanuit Michiel. Dit is de verhaallijn:
1. Judith woont in Den Haag met haar moeder en broertje. Ze wordt mishandeld, maar weet niet waarom. Ze denkt dat het haar schuld is
2. Michiel komt bij Judith in de klas, en ze zijn meteen goede vrienden. Omdat het bij Judith thuis nooit gezellig is, komt Judith vaak bij Michiel eten tussen de middag
3. De moeder van Judith krijgt een nieuwe vriend; Nico. De vader van Judith is namelijk weggelopen vanwege de mishandeling van Judith. Maar Nico steelt geld van de moeder van Judith. De moeder denkt meteen dat Judith het geld heeft gestolen terwijl dat niet zo is
4. Tante Lies komt langs, en vertelt Judith waarom Judith mishandeld wordt. De reden is: het broertje van de moeder van Judith is jaren geleden verdronken in een wak, en het broertje leek erg op Judith. Om haar agressie te uiten, mishandelt ze Judith
5. Judith is samen met haar moeder en haar broertje verhuisd naar Leiden. Dat is vanwege de mishandeling van Judith. De moeder van Judith wilde niet dat iemand van de mishandeling van Judith wist. Vooral bekenden mochten dat niet merken.
6. Judith wordt alweer mishandeld en keert terug naar Den Haag; naar Michiel
D
Lees- of kijkervaringen beschrijven
1. Onderwerp
Spreekt het onderwerp je aan of niet? Hoe komt dat?
Het onderwerp van het verhaal spreekt me zeker weten aan. Kindermishandeling is heel erg, en dit verhaal laat je nog meer beseffen hoe erg kindermishandeling is en hoe het er in sommige gevallen aan toe gaat. En het spreekt me ook aan omdat je weet dat de dingen die in het verhaal gebeuren andere kinderen ook echt overkomen zijn. Anke de Vries heeft van waargebeurde geschiedenissen van kinderen één verhaal gemaakt.
Ben je door het verhaal aan het denken gezet?
Ja, ik ben wel aan het denken gezet. Ik heb op de lagere school al voorlichtingen gehad over kindermishandeling en toen besefte ik al dat het echt verschrikkelijk is als je zo behandeld wordt. Maar nu ik een verhaal las wat echt gebeurd is, schrok ik toch wel; wat moet dat verschrikkelijk zijn om zo behandeld te worden! En waarom doen mensen dat toch?
Wordt het onderwerp goed uitgewerkt of blijft het tamelijk oppervlakkig?
Het onderwerp wordt goed uitgewerkt. Als Judith geslagen of gestompt wordt, lees je precies wat ze voelt, wat ze denkt en ook wat ze ziet. Schrammen, blauwe plekken, bloed. Alle details worden beschreven. Dat laat het verhaal nog meer tot leven komen.
2. Gebeurtenissen
Bevat het verhaal genoeg gebeurtenissen om je te blijven boeien?
Ja, het boek bevat zeker weten genoeg gebeurtenissen om me te blijven boeien. Steeds gebeurt er weer wat nieuws, maar tegelijkertijd ook iets wat al is geweest. Zoals de slagen die Judith krijgt en de keren dat ze niet naar school kan vanwege de slagen in haar gezicht. Dat zijn voorbeelden van gebeurtenissen die zich herhalen. En steeds wil ik dan weer weten hoe het afloopt met Judith. Daarom vindt ik het boek zo boeiend.
Hebben de gebeurtenissen indruk op je gemaakt? Welke gebeurtenis vooral? Hoe komt dat?
De gebeurtenissen hebben zeker indruk op me gemaakt. De keren dat Judith geslagen werd en vooral het eind van het boek, waar ze de moed krijgt om van huis weg te vluchten, zonder dat iemand het weet. En dat komt omdat ik dat zelf als een goed verzorgd persoon niet durf, terwijl een meisje dat mishandeld wordt, en bijna geen zelfvertrouwen heeft, dat dan wel durft én dan ook gewoon doet.
Zijn de gebeurtenissen herkenbaar, geloofwaardig en waarschijnlijk?
De gebeurtenissen zijn gelukkig voor mij niet herkenbaar, maar zeker geloofwaardig en waarschijnlijk. Dat komt omdat ik weet dat kindermishandeling echt voorkomt en het boek is geschreven op basis van werkelijk gebeurde geschiedenissen. Het boek is dus realistisch.
Zijn de gebeurtenissen verrassend, origineel en ongewoon of eerder voorspelbaar en bekend?
De gebeurtenissen zijn eerder voorspelbaar en bekend. De titel van het boek zegt het al: ‘Blauwe plekken.’ Het boek gaat dus blijkbaar over blauwe plekken. En dan ga je nadenken en bedenk je je: wie of wat krijgt blauwe plekken, hoe krijgt diegene blauwe plekken en waarom zou dat gebeuren? En als je dan gaat lezen over een boze moeder, die gaat dreigen tegen haar dochter (in dit geval Judith), dan kan je misschien al voorspellen dat Judith geslagen kan worden. De gebeurtenissen zijn dan eerder voorspelbaar.
3. Personages
Hoe levensecht zijn de personages?
De personages in dit boek zijn levensecht, omdat dit boek gebaseerd is op verhalen van kindermishandeling uit het verleden. Anke de Vries heeft deze verhalen gemixt, en heeft hierbij één hoofdpersoon bedacht.
Heeft één van de verhaalpersonen je beïnvloed? Zo ja, in welk opzicht?
Judith heeft me wel een beetje beïnvloed. Aan de hand van het hele verhaal zie je dat Judith eigenlijk in elk geval doorgaat en niet opgeeft. En zo heeft ze het dus ook voor elkaar gekregen om te vluchten van huis. Zo heb ik dus wel geleerd dat je niet snel moet opgeven maar moet proberen door te gaan.
Verandert de hoofdpersoon door wat die meemaakt?
Ja, Judith verandert zeker. Eerst wordt ze mishandeld, durft ze niet veel, trekt ze zich terug op school en denkt dat het allemaal haar schuld is dat ze mishandeld wordt, maar later komt ze erachter dat het helemaal niet haar schuld is dat ze mishandeld wordt. Het komt door een gebeurtenis in het verleden, waardoor de moeder van Judith zo agressief is. En doordat steeds meer mensen haar vertellen dat ze iets moet doen, of in ieder geval voor haar moeder moet vluchten, krijgt ze de moed om te vluchten, die ze eerst nog niet had.
Welke beslissingen die door de personages worden genomen, vind jij vreemd of onbegrijpelijk?
Ik vind het zo onbegrijpelijk van de moeder van Judith, dat ze Judith mishandelt. Dit komt doordat het broertje, Dicky, van de moeder van Judith is verdronken in een wak waar de moeder van Judith bij was. Dicky scheen erg op Judith geleken te hebben. En de frustratie van de dood van Dicky, gaat naar Judith. En het erge is, dat de moeder van Judith dat niet zelf aan Judith heeft verteld.
Ook vind ik het onbegrijpelijk dat Judith alles voor iedereen, maar dan ook voor iedereen geheim houdt. Je kan het toch veel beter zeggen tegen iemand die je vertrouwt en er dan iets aan (laten) doen?
4. Bouw
Is het verhaal spannend opgebouwd? Wat maakt het wel of niet spannend?
De manier waarop het verhaal is opgebouwd is op sommige stukken van het verhaal spannend gedaan, maar op sommige stukken ook weer niet. Dit komt doordat de fragmenten waarin Judith om iets onschuldigs wordt geslagen, zich steeds weer herhalen waardoor het niet meer zo spannend is. Wel zijn de spannende stukjes, de stukjes wanneer iemand achter haar blauwe plekken komt en ze gaat vertellen (liegen) hoe dat komt. Je wil dan weten hoe het afloopt, of ze haar geheim misschien tóch gaat vertellen of dat ze er niks over wil zeggen.
Heeft het verhaal een ingewikkelde opbouw? Hoe komt dat?
Nee, het verhaal heeft absoluut geen ingewikkelde opbouw. Het verhaal is makkelijk te volgen. Dit komt door dat je steeds met de tijd meereist en weinig terug in de tijd leest. Je volgt continue de gebeurtenissen zonder onderbrekingen waardoor je in één stuk door kan lezen.
Heeft het verhaal een slot dat goed past bij de beschreven gebeurtenissen?
Ik vind van wel. Judith wordt mishandeld, ze durft het aan niemand te vertellen, Michiel komt erachter, hij geeft de raad om te vluchten omdat het haar dood wel kan worden, en dan vertrekt Judith. Dit vertrek heeft met de mishandeling te maken, dus het slot past goed bij de beschreven gebeurtenissen.
5. Taalgebruik (bij verhalen in boeken)
Vind je het verhaal lastig of makkelijk te lezen? Hoe komt dat?
Het verhaal is niet moeilijk te lezen. Dat komt zoals ik al zei, door de makkelijke opbouw van het boek. Er zitten geen moeilijke woorden in het verhaal, het zijn redelijk makkelijke zinnen om te lezen, en dat bij elkaar zorgt ervoor dat het eigenlijk voor iedereen te lezen is.
Bevat het verhaal veel beschrijvingen?
Ja. Als Judith wordt geslagen, wordt er precies verteld waarom dat gebeurt, hoe dat gebeurt, en soms zelfs wanneer dat gebeurt en er wordt verteld wat Judith voelt. Als ze zich op school niet lekker voelt door de klappen die ze heeft gekregen van haar moeder, lees je hoe ze zich voelt. Je leest als het ware de gedachten van Judith.
Zitten er veel dialogen (gesprekken) in het verhaal? Vind je dat plezierig of niet?
In -het verhaal worden veel gesprekken gevoerd. Vooral Judith en Michiel praten vaak in het verhaal. Een boek waarin veel wordt gesproken vind ik wel plezierig. Al waren dat in dít boek niet veel vrolijke gesprekken. Als er veel in wordt gesproken dan leer je de personen veel beter kennen en het verhaal wordt zo ook veel levendiger. Als er alleen wordt beschreven wat de personen allemaal doen, dan is het afstandelijker. Je zit dan niet in het verhaal en het is ook minder interessant om het verhaal te lezen. Als er in dit boek niet gesproken zou worden, had ik dit boek waarschijnlijk met minder interesse gelezen.
E
Op niveau onderbouw naslag
Verwerkingsopdracht fictie
Uitgekozen opdracht: vervolg op het open einde van het boek
Geschreven door Lisanne van Leeuwen
‘Over 1 minuut vertrekt de trein vanuit Leiden Centraal naar Den Haag Centraal via spoor 8b,’ werd er door de luidsprekers geroepen. ‘Shit!’ Bijna te laat. Ze kon haast niet lopen door de pijn in haar ribben en die duizeligheid die maar niet overging. Maar ze moest en zou de trein halen.
Zeulend met de zware tas die ze achter haar voeten schoof, strompelde ze naar de trein, waar ze nog maar nét op tijd in kon stappen. Ze kon nauwelijks tussen de massa mensen door lopen om nog een plekje te vinden waar ze dat half uur kon zitten. Staan ging gewoon niet.
‘Wil je op m’n plek zitten meisje?’ vroeg een aardige stem. ‘Je ziet er zo vermoeid uit. Volgens mij kan jij wel een plekje gebruiken.’ Dat was een opluchting. Iemand die gewoon normaal deed en haar een plekje aanbood. Dat had ze bijna niet durven dromen in die drukte! ‘Ja, alstublieft,’ stamelde ze, en ging gauw zitten. Voor zich uit starend, dacht ze na over haar moeder, haar broertje, en of haar moeder verdriet zou hebben over het vertrek van Judith of dat ze geschrokken was, of juist niet. Misschien was haar moeder juist wel blij…
Ineens begon een vriendelijke, oudere mevrouw tegen haar te praten. ‘En, waar ga jij naartoe?’ Judith schrok op uit haar gedachten. ‘Naar huis,’ zei Judith. Wat moest ze in ’s hemelsnaam zeggen? Dat ze mishandeld wordt of zo, of dat ze vlucht voor haar moeder? ‘Je hebt een blauwe plek. Dat ziet er niet zo mooi uit. Ben je gevallen?’ zei de mevrouw terwijl ze zachtjes lachte. ‘Eh, j.. j.. ja, daarnet in onze tuin,’ verzon Judith snel.
Samen praatten ze nog een tijdje verder, tot ze bij het Centraal station Den Haag aankwamen. Daar zeiden Judith en de mevrouw elkaar gedag. ‘Hier, dit is voor jou,’ zei de oude mevrouw. Judith kreeg een zakje dropjes. Die waren lekker. ‘Dank u!’ zei Judith dankbaar. De mevrouw moest nog een eindje verder met de trein, vandaar dat ze bleef zitten.
Toen Judith uit de trein stapte, liep ze meteen naar de bushalte. Dat hele eind lopen kon ze niet. Het deed nú al pijn. Ze zou met de bus naar de dichtstbijzijnde bushalte in de buurt van Michiel rijden, en vanaf daar gaan lopen. Geduldig wachtte ze op de bus, die over 2 minuten zou komen. Maar ineens hoorde ze een geschrokken stem: ‘Judith!’ Hoorde ze dat nou goed? Iemand riep haar naam! En die stem klonk bekend! Daar kwam tante Elly aanhollen. ‘Tante Elly!’ riep Judith. Haar hart maakte een sprongetje van geluk. Hoe had ze dat durven denken, tante Elly! Zomaar ineens is tante Elly bij haar. Zou het toeval zijn? Of zou ze… Nee, dat kan niet. Ze heeft het helemaal niet aan Michiel verteld dat ze echt weg ging.
Tante Elly kwam aangehold. ‘Judith, wij hebben met z’n allen besloten, dat jij bij ons blijft voor een hele tijd, en we gaan met je naar de dokter. Je kan niet zo rond blijven lopen, want er is duidelijk iets mis.’ Zonder iets te zeggen, strompelde Judith gedwee mee. Mee naar de auto, mee naar de dokter, mee naar dat fijne huis waar ze de laatste paar dagen was blijven eten. Daar zou ze een tijd rust hebben en kunnen bijkomen.
De donkerrode, zachte zitjes in de auto, zaten lekker, maar toch ook weer niet. Ze waren te zacht, waardoor ze een beetje inzakte en haar ribben weer pijn deden. Maar ondanks de pijn, zat ze ditmaal ontspannen in de auto te wachten, tot ze bij de dokter kwamen. ‘Waar is Michiel eigenlijk?’ vroeg Judith. ‘Die is thuis op jou aan het wachten. Hij wilde niet mee naar de dokter. We hebben een lekker logeerbed van onze buren geleend waar jij op kan slapen de komende nachten. Dat bed is hij nu voor jou aan het klaarmaken.’ Dat was heel erg fijn.
Toen Judith uit de trein stapte, liep ze meteen naar de bushalte. Dat hele eind lopen kon ze niet. Het deed nú al pijn. Ze zou met de bus naar de dichtstbijzijnde bushalte in de buurt van Michiel rijden, en vanaf daar gaan lopen. Geduldig wachtte ze op de bus, die over 2 minuten zou komen. Maar ineens hoorde ze een geschrokken stem: ‘Judith!’ Hoorde ze dat nou goed? Iemand riep haar naam! En die stem klonk bekend! Daar kwam tante Elly aanhollen. ‘Tante Elly!’ riep Judith. Haar hart maakte een sprongetje van geluk. Hoe had ze dat durven denken, tante Elly! Zomaar ineens is tante Elly bij haar. Zou het toeval zijn? Of zou ze… Nee, dat kan niet. Ze heeft het helemaal niet aan Michiel verteld dat ze echt weg ging.
Tante Elly kwam aangehold. ‘Judith, wij hebben met z’n allen besloten, dat jij bij ons blijft voor een hele tijd, en we gaan met je naar de dokter. Je kan niet zo rond blijven lopen, want er is duidelijk iets mis.’ Zonder iets te zeggen, strompelde Judith gedwee mee. Mee naar de auto, mee naar de dokter, mee naar dat fijne huis waar ze de laatste paar dagen was blijven eten. Daar zou ze een tijd rust hebben en kunnen bijkomen.
De donkerrode, zachte zitjes in de auto, zaten lekker, maar toch ook weer niet. Ze waren te zacht, waardoor ze een beetje inzakte en haar ribben weer pijn deden. Maar ondanks de pijn, zat ze ditmaal ontspannen in de auto te wachten, tot ze bij de dokter kwamen. ‘Waar is Michiel eigenlijk?’ vroeg Judith. ‘Die is thuis op jou aan het wachten. Hij wilde niet mee naar de dokter. We hebben een lekker logeerbed van onze buren geleend waar jij op kan slapen de komende nachten. Dat bed is hij nu voor jou aan het klaarmaken.’ Dat was heel erg fijn.
Nadat ze naar de dokter waren geweest, kwam Judith naar buiten met een verband om haar pols. De dokter zei dat het was gekneusd. Voor haar lippen had ze een zalfje gekregen, dat ze er dagelijks op moest smeren, dat zou ergere zwellingen voorkomen en met haar ribben moest ze heel voorzichtig zijn. Ze mocht een tijd niet lopen, maximaal een kwartier per dag over de hele dag verspreid, en ze moest een week thuis blijven.
Toen ze thuis kwamen, stormde Michiel op Judith af. ‘Judith!’ Judith had Michiel nog nooit zo blij gezien als nu. Hij nam haar meteen mee naar de eettafel. Daar had hij zijn zelf bereide eten klaargezet. Tagliatelle met groentesaus. Eenvoudig, maar toch lekker. Onder het eten vertelde Judith soms- over de gebeurtenissen thuis. Maar het grootste deel van de tijd was ze aan het eten, alsof ze nog nooit had gegeten. Liever wilde ze de gebeurtenissen zo snel mogelijk vergeten, of er in ieder geval minder aan denken.
Na het eten, was het laat. Judith en Michiel gingen meteen naar bed. Judith kamde haar blonde haren zacht, poetste haar witte tanden en in bed sloot ze haar blauwe ogen. Het allerlaatste wat Judith in een halve slaap nog tegen Michiel kon zeggen was ‘welterusten.’ En in een mum van tijd was ze in slaap gevallen; geen wonder, na zo’n enerverende, vermoeiende dag.
F
Informatie over de auteur of regisseur
Anke de Vries werd geboren op 5 december 1936 in Sellingen, Groningen. Toen ze jong was, verhuisde ze naar de Veluwe waar ze het grootste deel van haar jeugd heeft doorgebracht. Na haar middelbare school reisde ze, waarbij ze onder andere in Griekenland en Frankrijk terecht kwam. Ze trouwde een Fransman Laurent Félix-Faure en woonde jarenlang in diverse landen waaronder Pakistan. In 1963 verhuisde het gezin naar Den Haag. Haar man had in de gaten dat Anke een goede schrijfster was, waarna ze een cursus snelschrijven ging volgen. Vervolgens schreef ze voor de kindertijdschriften Taptoe en Jippo. In 1972 verscheen haar eerste boek: De Vleugels van Wouter Pannekoek. Voor haar tweede boek, Het geheim van Mories Besjoer ontving ze direct een Zilveren Griffel. Anke de Vries is een veelschrijfster, ze heeft ruim 60 boeken op haar naam staan, zowel voor kinderen als volwassenen, en zowel leesboeken als school-en lesboeken.
De boeken van De Vries spelen zich vaak af in het buitenland, vooral in Frankrijk, waar ze zelf een lange tijd heeft gewoond. Hoewel haar boeken vooral over gewone mensen gaan, laat ze ernstige zaken niet uit haar boeken: discriminatie, mishandeling, criminaliteit, het komt allemaal in haar boeken voor. Haar boeken voor de oudere jeugd hebben vaak detectiveachtige elementen, waarbij het verleden een belangrijke rol speelt.
Het werk van Anke de Vries is vele malen bekroond, voor haar tweede boek ontving ze al een Zilveren Griffel, en ook later werk werd diverse malen bekroond. Veel boeken werden bekroond met de prijs van de Nederlandse Kinderjury, of werden daardoor getipt. Ook ontving ze- een eervolle vermelding van de Europese Jeugdboekenprijs voor haar boek ‘Belledonne kamer 16.’ In 1994 schreef ze het Kinderboekenweekgeschenk: Fausto Koppie.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden