Bibliografische gegevens
. Titel: Bezonken rood.
. Auteur: Jeroen Brouwers.
. Uitgever: De Arbeiderspers, Amsterdam.
. Druk: Dertiende – december 1990, (eerste druk: november 1981).
. Aantal bladzijden: 129.
. Genre: psychologische oorlogsroman.
. Aantal punten: 2
Verwachting
Ik ging snel naar de bieb van de school omdat ik snel aan de slag moest. Ik heb hierbij gekeken naar en boekje dat makkelijk leest. Maar ook wat leuk moest zijn. Bezonken rood vond ik wel leuk klinken. En toen ik de flaptekst las zag ik dat een paar mensen in een kamp zaten. Dit is altijd wel interessant om over te lezen. Dus voor mij was de keuze snel gemaakt.
Eerste reactie
Nou ik begon met lezen en ik vond het allemaal erg vaag. Later had ik door dat er eerst wat werd verteld over het heden en des later over de kampen in Japan. Dit vond ik wel vaag maar later viel ik er lekker in. Ik vond het apart dat hij niet naar de begrafenis van zijn moeder ging. Ik denk die is gek. Maar later valt dat nog wel mee.
Informatie over de auteur
Jeroen Brouwers werd geboren in 1940 in het toenmalige Nederlands-Indie. In de Tweede Wereldoorlog zat vanaf 1943 vast in het Jappenkamp op Java. Andere werken van de schrijver zijn: Het verzonkene (1979), De zondvloed (1988), De laatste deur (1983), Zomervlucht (1990) en Het Vliegenboek (1991). Het verhaal is geschreven naar aanleiding van de tijd die hij in de Tweede Wereldoorlog in het Jappenkamp doorgebracht heeft. Ook wilde hij de mensen nou eens laten weten wat daar echt gebeurd is allemaal. En dat het niet zoals zoveel mensen zeggen, het best wel mee viel.
Motto
Er worden twee motto’s gegeven die beide betrekking op zijn moeder hebben:
‘Er aber, in seiner gewohnlichen Art, hullte sich in Geheimnisse, indem er ich met grossen Augen anblickte und mir die Worte wiederholte: die Mutter! Mutter! 's klingt so wunderlich!’ (Hij echter, op zijn gewone manier, hulde zich in geheimzinnigheid, doordat hij mij met de grote ogen aankeek en mij de woorden herhaalde: Moeder! Moeder! Het klinkt zo wonderlijk!)
In dit motto komt naar voren hoe de hoofdpersoon tegenover zijn moeder is gaan staan en waardoor hij van haar vervreemd is geworden. Voor Jeroen is het roepen om je moeder verwonderlijk en vreemd, want dat deed hij immers nooit.
‘Zoek mij terwijl ik er ben. Leer mij kennen, omdat ik er ben. Ik ben er immers. En toch is zeker dat ik er niet ben.’
Het tweede motto geeft aan dat bij de dood van zijn moeder de schrijver zich weer de gebeurtenissen die tot een verwijdering tussen hen geleid hebben herinnert. Hij wil zijn moeder weer zien en kennen, hoewel hun onderlinge band weg is.
Titelverklaring
De titel ‘Bezonken rood’ staat in verband met een aantal zaken. Als eerste verwijst de rode stip op de Japanse vlag naar de titel. Volgens de schrijver is de rode stip het teken van bloed. In het boek worden veel gruwelijke gebeurtenissen beschreven waar vaak bloed wordt vergoten. Bloed heeft een rode kleur. De schrijven heeft zijn oorlogsjaren laten bezinken. Door te gaan drinken en het slikken van pillen wil hij alles laten bezinken, waardoor het leven weg zal vagen, want hij wil de schandelijke dingen die hij gedaan heeft vergeten.
Samenvatting
De ik persoon krijgt op 18 februari 1980 een telefoontje dat zijn moeder op 72 jarige leeftijd is overleden aan de ziekte Parkinson in het bejaardentehuis waar ze haar laatste jaren doorbracht. Op de televisie bij zijn moeder stond altijd een foto van haar man. De ik persoon had lang niets meer van zijn moeder gehoord. Ze belde hem wel eens op en dan legde ze gelijk neer. Op de avond dat ze stierf kijkt de ik persoon naar de Duitse versie van de onthoofding van “Macbeth” dit doet hem denken aan de onthoofde kampcommandant, Kenitji Sone. Na het horen van het overlijden van zijn moeder neemt de ik persoon zijn pillen voor zijn angstaanvallen die hij overgehouden heeft aan het kamp.
De ik persoon heeft namelijk samen met zijn moeder, grootmoeder en zus drie jaar in het Jappenkamp Tjideng gezeten tijdens de oorlog. Dit vrouwenkamp (voor vrouwen en jongens tot tien jaar) was een wijk met verschillende huizen. In een huis zaten ongeveer tien mensen. De familie van de ik persoon leefde aan het aanrecht in het huis. Grootmoeder sliep hierin en is hier ook in gestorven. De familie heeft veel mensen zien sterven en van de familie zijn alleen moeder en de ik persoon overgebleven. De mensen in de kampen maakten verschrikkelijke dingen mee.
Mensen moesten urenlang in de zon blijven staan met de zon als martelwerktuig, of iedereen moest hurksprongen maken (of kikkeren) en dan kwaak, kwaak roepen. Ze moesten beiden martelingen zolang doorstaan totdat er een groot aantal gewonden vielen. Het sterven in het kamp was “dood-gewoon”. De ik persoon voelt niets, wanneer zijn grootmoeder, kampvrienden en andere kampbewoners overlijden.
In het kamp kwam een keer een grote voedselzending van het Rode Kruis. Iedereen was blij, maar uiteindelijk moesten de vrouwen kuilen voor elkaar graven. Het voedsel werd dan bij hun begraven.
De moeder van de ik persoon had rijst in haar bh meegesmokkeld. Maar ze wordt betrapt en door de kampcommandant flink getrapt. Vanaf dan houdt de ik persoon niet meer van zijn moeder. Hij vindt zijn moeder niet mooi meer en voor hem is ze kapot.
Nu neemt de ik persoon Liza als beeld van zijn moeder. Hij heeft 3 dagen een verhouding met haar gehad nadat hij haar in het stadje *** ontmoet had.
Dit is alweer bijna 7 jaar geleden. Op de dag van de crematie rijdt hij rond in zijn auto, zonder dat hij zijn pillen heeft ingenomen. Hij verlangt naar Liza. Hij verdwaalt in de mist. Dan stapt hij uit en begint te lopen door het bos. Hij komt aan bij een zwart meer aan. Hier denkt hij aan zijn moeder. Ook denkt hij terug aan het kamp. Hij wilde zijn moeder wel verzorgen, maar hij kon niets meer voor haar doen. Nu zijn moeder dood is, hoopt hij dat Liza verschijnt. Thuisgekomen krijgt de ik persoon een nalating van zijn moeder. Ze liet hem de foto van de tv na en fotoalbums. De ik persoon komt bijna niet voor in de fotoalbums, maar hij lijkt heel erg veel op de foto die altijd op de televisie stond. De ik persoon gaat verder met zijn studie over zelfmoord, maar hij begint te drinken en blijft drinken. Hij denkt dat hij hierdoor niet meer trilt.
Motieven
Angst
Angst speelt een duidelijke rol in het leven van de ik-figuur. In de kamptijd had hij geen angst, maar op hogere leeftijd krijgt hij deze toch. Zo erg, dat hij er zelf pillen voor inneemt. Angst is een verhaalmotief, omdat het buiten het verhaal ook zeer betekenisvol is. Verder is het een abstract iets.
Eelt
Als klein kind kreeg de ik-figuur eelt onder zijn voeten, omdat hij op blote voeten rondliep.
Het eelt symboliseert zijn ongevoeligheid.
Eelt is een leidmotief, omdat het een concreet iets is, dat buiten het verhaal geen verdere betekenis heeft.
Dood
Iedereen in de familie van de ik-figuur overlijdt. Hij overleeft iedereen.
Zijn vader overlijdt zeventien jaar voor zijn moeder. Zij overlijdt in 1980. Zijn grootmoeder overlijdt in het kamp. Dood is een verhaalmotief, omdat het buiten het verhaal ook een grote betekenis heeft.
Thema
Het thema is de relatie tussen Henriette van Maaren en Brouwers.
Henriette was een ideaalbeeld voor de Brouwers. In het kamp is hij sterk aangewezen op zijn moeder, zijn vader is afwezig. Het ideaalbeeld dat hij van zijn moeder heeft, blijft hij houden totdat ze door de Japanners wordt mishandeld. Vanaf dat moment is hij ‘verdwaalt’, hij wil niet zien hoe zijn liefde en de schoonheid die hij koestert, worden verwoest of beschadigd.
Na het verraad van zijn moeder, als hij in pensionaten wordt gestopt, slaat zijn liefde om in haat: ‘Waarom heeft men haar in het Jappenkamp niet doodgeslagen?’.
Zijn verdere leven blijft Brouwers op zoek naar het verloren ideaalbeeld (moederschap), maar hij is bang dat, dat beeld opnieuw verloren zal gaan, of dat het beschadigd zal worden. Zo wordt de schoonheid van de vrouw volgens hem beschadigd wanneer ze een kind krijgt; daarom wil hij niet bij de geboorte van zijn kind aanwezig zijn. Dit is tevens de reden waarom hij een nieuwe vrouw wil. Ook wil hij de aftakeling van zijn moeder niet meemaken; het liefst denkt hij terug aan zijn moeder van voor de mishandeling, toen ze nog de mooiste was.
Het ideale beeld van een moeder vindt hij ook niet bij Liza. Toch haalt hij haar steeds samen met zijn moeder voor de geest. Hij vergelijkt ze.
De motieven bij het thema zijn dood, liefde en angst. Dood, omdat iedereen in de omgeving van de ik overlijdt. Zijn moeder, vader, oma, etc. overlijden allemaal.
Liefde omdat hij telkens een moederfiguur zoekt die hem liefde en bescherming kan bieden. Deze liefde komt ook weer terug met Liza. Het is zijn liefde voor drie dagen.
Angst is een motief omdat hij bang is om weer zijn moederfiguur kwijt te raken.
Structuurelementen
Perspectief
Het verhaal is verteld vanuit de ik-persoon van Jeroen Brouwers
blz 9 "Bijtend in een boterham met kaas is mijn moeder dus gestorven."
blz13 "Dat mijn moeder haar leven lang zo moedig is geweest."
blz31 "Ik krijg mijn plaats in de rij van andere pensionaatsleerlingen."
Ik vind dit wel betrouwbaar overkomen. Nee er is geen spraken van een wisselend perspectief.
Chronologie
De vertelde tijd is ongeveer veertig jaar, 1943 tot 1981. Deze tijd wordt niet in chronologische volgorde verteld. Er zijn vele flashbacks naar het vrouwenkamp. Tevens zijn er enkele flashbacks naar de tijd die hij doorbrengt met Liza. De tijdssprongen tussen de verschillende delen zijn zeer groot, ongeveer veertig jaar. En dat het dus niet chronologisch is heeft wel een leuk effect op mijn spanning. Ik weet dus al wat er van terecht komt allemaal.
Ruimte/sfeer
Het verhaal speelt zich voornamelijk af op drie plaatsen. Deze zijn, het kamp Tjideng te Batavia op Java, het stadje waar Liza woont, en in de woning van de ik-figuur. Deze woning staat te Exel in de Achterhoek.
Tjideng was een vrouwenkamp, waar ook jongetjes tot tien jaar zaten. Het kamp was een speciaal ingerichte wijk. Er was veel te weinig ruimte voor de mensen. Men leefde met tientallen mensen in een huis. Deze te kleine ruimte legde Jeroen handelingsbeperkingen op en zorgde voor een beknelde sfeer, de Jappen zorgde ook voor die beknelde sfeer door hun ruw gedrag en zij legde de kampbewoners beperkingen op door middel van orders. Via de ruimte wil de schrijver dus de sfeer en handelingsmogelijkheden duidelijker naar voren laten brengen.
Liza woont boven een klokkenwinkel, wat de korte relatie tussen Liza en Jeroen Brouwers weergeeft.
In het boek komt vaak mist voor, wat de beklemmende en triestige sfeer in het boek versterkt. Het symboliseert de verwarring en het isolement van de geest van de ik-figuur. Verder duidt de mist op de onduidelijke relatie tussen Jeroen en zijn moeder. Op het einde van het boek wordt de mist door de wind vervangen, wat in het boek vergeleken wordt met het leven, verdreven.
Spanning
Ik vind het boek persoonlijk niet echt heel spannend, maar ik vind het wel leuk gedaan dat je bij het stuk begint waar hij te horen krijgt dat zijn moeder is overleden. Dit maakt het dus niet spannender maar wel motiverend genoeg om door te lezen, want je wil dan graag weten waarom hij niet naar die begrafenis wil.
Hoofdpersonen
De hoofdpersoon is Jeroen Brouwers.
Deze schrijver is voor de tweede keer getrouwd; de kinderen uit zijn eerste huwelijk ziet hij liever niet meer. De gebeurtenissen die hij als kleuter in het kamp ‘Tjideng’ heeft meegemaakt hebben een onuitwisbare stempel op de rest van zijn leven gedrukt. Hij is zijn gevoel kwijtgeraakt. Hij vindt zichzelf niet vrolijk en optimistisch, maar wel bang en asociaal. Ik vind Jeroen over het algemeen dus onsympathiek.
Zijn vader is in 1964 gestorven. Zijn moeder overleed in 1981. Toch voelde Brouwers na het kamp niets meer voor haar. Hij hield op van haar te houden. Dit kwam door de mishandeling die beschreven is op bladzijde twee, alinea twee, regel negen. Zijn verdere leven is hij opzoek geweest naar een moederfiguur. Door de kampervaringen heeft hij last van angstaanvallen en schuldgevoelens gekregen.
Hij heeft het gevoel dat hij zich moet haasten, want ‘alles wat nog bij het Brouwersdom plaatsvindt, is, dat er gestorven wordt’.
Hij heeft een heftige relatie gehad met Liza. Deze was echter kort van duur: drie dagen. De herinnering aan Liza, en zijn nieuwe verliefdheidgevoelens voor haar, vallen samen met de rouwgevoelens om de dood van zijn moeder. Enerzijds wekken deze gevoelens zijn weerzin op, hij heeft geen zin meer in nieuwe drama’s en het liefst wil hij met rust gelaten worden, sterven desnoods. Anderzijds merkt hij dat deze gevoelens, toch een zekere betekenis voor hem hebben: ze kunnen de instrumenten zijn die hem helpen te ontsnappen aan de toestand van onbeweeglijkheid. Aan het eind van het boek smeekt de hoofdfiguur ‘Maak het eelt zacht dat mijn lichaam overwoekert’, waarmee hij aangeeft dat hij niet meer terughoudend staat ten opzichte van zijn gevoelens.
De bijfiguren zijn Liza en de moeder van Brouwers.
Omdat je meeleeft met de gevoelens en gedachten van de hoofdpersoon wordt er weinig verteld over de andere personages in het boek. Toch heb ik geprobeerd een goed beeld van de bijfiguren te creëren.
Liza is een vrouw die aan een Maria-processie deelneemt. Ze is een onderwijzeres die in een onbekend plaatsje woont. Zes of zeven jaar geleden had ze een korte relatie met de hoofdpersoon. Deze duurde drie dagen.
Liza doet mij denken aan de Heilige maagd Maria. Liza heeft vaak blauwe kleding aan, de kleur van Maria. Tevens loopt Liza mee in een Maria-processie. Maria heeft de bijnaam Troosteres der bedroefden en Eerwaardige maagd. Liza probeert de ik-figuur te troosten tijdens hun ontmoetingen, en als Liza met de ik-figuur gaat vrijen, is ze nog maagd. Tijdens het vrijen spreken ze over de Toren van David en Ivoren Toren, wat met de Bijbel te maken heeft.
Mevrouw Brouwers is eind januari 1981 gestorven. Haar werkelijke naam is Henriette Maria Elisabeth van Maaren. Ze leed aan de ziekte van Parkison. Ze was volgens haar zoon, de hoofdpersoon, de mooiste vrouw op de wereld. Maar nadat ze in elkaar was geschopt door Sone, de hoofdcommandant, hield haar zoon op van haar te houden.
Identificatie
Ik kan me niet echt identificeren met iemand maar ik zal het toch proberen met Jeroen. Want dat is de enige waarvan je aardig wat te weten komt.
Jeroen is voor de 2e keer getrouwd ik zou nooit scheiden als ik een vrouw had. Ook is het zo dat Jeroen zich veilig voelt maar na 2 jaar wordt hij opgepakt en in een kamp gezet. Hierdoor voelt hij zich niet echt veilig meer ofzo. Maar ik leef hier in Nederland met een vrij grote zekerheid van mijn vrijheid. Ik zelf heb ook niks tegen vrouwen. Hij wel en dat blijf ik apart vinden.
Persoonlijke reactie
Het onderwerp van het boek is denk ik de gevolgen van een Jappenkamp.
Ik vind het wel een boeiend onderwerp omdat ik er niet zoveel van af wist.
Nee ik zelf heb nog nooit iets te maken gehad met een strafkamp of zoiets.
De gebeurtenis dat iemand niet meer liefde heeft voor z'n eigen moeder heeft veel indruk op me gemaakt.
Ik vind de gebeurtenissen van het boek vooral schokkend en geloofwaardig.
Ik vind de personages wel echt in het boek.
Ik keur het gedrag van Jeroen af, ik zou zelf niet een soort haat ontwikkelen voor vrouwen.
Ik vind de beslissingen in zijn situatie wel aanvaardbaar.
En ik vind het daarom ook wel voorspelbaar.
Ik vind het verhaal wel aardig ingewikkeld in mekaar zitten, maar naar mate ik verder was in het boek kwam ik er wel in.
Ja de structuur heeft wel invloed gehad op mijn menig, ik vind het wel goed gedaan van de schrijver, weer is wat anders.
Ik bleef wel met de vraag zitten van hoe kan het nou dat als je in de atoombom kijkt je zo'n grote wrat onder je oog krijgt.
Ik vind het taalgebruik ook wel aardig moeilijk, ik moest er even aan wennen na al dat msn'nen.
Ja ik vind het wel passen bij de hoofdpersoon.
Ja ik ging er niet zo snel doorheen.
Invloed boek
Ik ben na het lezen van het boek wel een beetje anders gaan denken over de kampen in Japan. Ik wist eerst niet dat het allemaal zo erg daar was.
Ja ik wil nu wel wat meer weten over de kracht van de atoombom. Dat heeft bij mij wel indruk gemaakt.
Nee bepaalde ideeën van personages hebben mij niet aan het denken gezet.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden