Bezonken rood door Jeroen Brouwers

Beoordeling 7
Foto van een scholier
Boekcover Bezonken rood
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 2939 woorden
  • 29 november 2001
  • 84 keer beoordeeld
Cijfer 7
84 keer beoordeeld

Boekcover Bezonken rood
Shadow

Samen met zijn moeder bracht Jeroen Brouwers zijn kleuterjaren door in het Japanse interneringskamp Tjideng op Java. In de roman Bezonken rood heeft hij op aangrijpende wijze zijn herinneringen verwerkt aan deze periode uit zijn jeugd.

Bezonken rood werd door de critici unaniem lovend besproken. Inmiddels zijn er vertalingen verschenen in Frankrijk, Duitsland, Enge…

Samen met zijn moeder bracht Jeroen Brouwers zijn kleuterjaren door in het Japanse interneringskamp Tjideng op Java. In de roman Bezonken rood heeft hij op aangrijpende wijze zijn …

Samen met zijn moeder bracht Jeroen Brouwers zijn kleuterjaren door in het Japanse interneringskamp Tjideng op Java. In de roman Bezonken rood heeft hij op aangrijpende wijze zijn herinneringen verwerkt aan deze periode uit zijn jeugd.

Bezonken rood werd door de critici unaniem lovend besproken. Inmiddels zijn er vertalingen verschenen in Frankrijk, Duitsland, Engeland, de Verenigde Staten, Zwitserland, Noorwegen, Zweden, Polen, Portugal, Turkije en Servië.

Bezonken rood werd in 1995 in Parijs bekroond met de prestigieuze Prix Fémina Étranger.

Bezonken rood door Jeroen Brouwers
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

Samenvatting verhaal De hoofdpersoon heet Jeroen Brouwers. Hij krijgt per telefoon bericht dat zijn moeder is overleden. Alle bijzonderheden laat hij zich in detail beschrijven, maar hij gaat niet naar haar toe. De laatste jaren heeft hij haar niet meer bezocht. Zijn moeder belde soms wel, maar zei dan als ze zijn naam hoorde 'ik ben verkeerd verbonden'. Het beste dat ze hem heeft gegeven is lezen, maar het boekje waaruit ze hem dat geleerd heeft, Daantje gaat op reis door L. Roggeveen, kan hij n nergens meer vinden. De hoofdpersoon lijdt aan plotselinge aanvallen, waarbij hij halfkrankzinnig van angst wordt. De 'angst- en emotiedempers' die hij er tegen slikt, maken hem rustig en onverschillig, denken wordt onmogelijk en er treedt een vervreemding op van zichzelf. Zijn gezicht lijkt in klodders van hem af te druipen en in de spiegel herkent zij zichzelf niet meer. Jaren geleden heeft hij Liza ontmoet, is met haar naar bed geweest, maar heeft haar na enige dagen weer verlaten. In gedachten verbindt hij Liza met zijn moeder. 'Ik voel niets en ik wil niets voelen.' Van zijn derde tot zijn vijfde, drie jaar lang, heeft hij met zijn grootmoeder, moeder en zus in het Jappenkamp Tjideng gezeten. Het was een vrouwenkamp, maar ook voor jongetjes beneden de tien. Hij zal geen kampgeschiedenis kunnen schrijven, daarvoor was hij nog te jong. Zijn gegevens heeft hij voor een deel van horen zeggen en uit een opstel van D.M.G. Koch. De ellende is voor hem pas later, realiteit geworden. Destijds heeft hij, 'egoïstische levenslustige kleuter', helemaal niet geleden. Zo heeft hij geen slechte herinnering aan de psychologische foltering die erin bestond dat van tijd tot tijd alle jongetjes afscheid van hun moeder moesten nemen omdat ze werden opgehaald met onbekende bestemming, waarna ze soms dagenlang wegbleven. Voor hem wordt afscheid pas traumatisch na de oorlog, als zijn moeder hem achterlaat in een pensionaat. Dat voelt hij als verraad. Bij de afscheidszoen valt de voile van zijn moeder voor zijn lippen. '-Dit "voorval" is tekenend voor de rest van mijn leven: wij kussen elkaar door een traliewerk van spinneweb. Het traliewerk tussen mij en het verraderlijke vrouwendom is nooit meer opgetrokken.-' Op de avond dat zijn moeder stierf keek hij op de tv naar een Japanse versie van Macbeth. Als aan het eind Macbeth onthoofd wordt vergelijkt hij dat in drie Haiku's met de ook onthoofde Kenitji Sone, de kampcommandant van Tjideng. Daarna verwijdert hij met een vijl de eelt van zijn voeten, maar raakt het eeltvijlsel niet kwijt. In een droom is hij een kikker die door een kus bevrijd zou kunnen worden. Hij verslindt Liza, in een gedaante van een libel. Sterven was in het kamp 'dood-gewoon', bijvoorbeeld de dood van zijn vriendinnetje Nettie Stenvert - 'ik voelde niets'. Vliegen hebben voor hem met de dood te maken. Je moet ze verjagen en doden om te voorkomen dat ze op iemand blijven zitten zodat die sterft. Hij was bedreven in het dood drukken van vliegen en voelde daarbij 'een prikkeling in mijn scrotum en kneep er mijn billen krampachtig bij tegen elkaar'. Hij heeft geschaterd als vrouwen door de Jap mishandeld werden. 'Mijn "kamp-syndroom" bestaat uit de wroeging die ik heden heb, om de alles begerig in zich opnemende kleuter die ik ben geweest.' Zijn moeder heeft eens voor straf een nacht lang naakt in het licht van schijnwerpers moeten staan, met mitrailleurs op zich gericht. Als hij veel later op een feestje in een roes schiet op een schijf van een naakte vrouw, valt er na afloop opeens 'een waas van bezonken rood' voor zijn ogen. Hij verwacht dat zijn overleden moeder hem zal opbellen, en met de stem van Liza zal zeggen 'Ik hou van je. Kom je naar me toe?' Hij herinnert zich vooral de urenlange kampappèls in de brandende zon. Hij leerde toen als vanzelfsprekend aanvaarden dat vrouwen moeten worden gefolterd en gestraft. Het ergst was als Sone kwam en er in hurksprongen 'gekikkerd' moest worden tot bij sommigen de ontlasting naar buiten kwam, samen met 'losgeschoten organen', in bloed en blubber. Hij heeft een associatie met de walging die hij voelde bij de 'duurzame beschadiging van de schoonheid' toen zijn dochtertij met een keizersnede ter wereld kwam. Hij gaat niet naar de crematie van zijn moeder. Wel laat hij zich het verloop van de plechtigheid van minuut tot minuut nauwkeurig beschrijven. Zelf rijdt hij die middag rond en denkt onder meer aan Liza. Hij loopt in een mistig bos en voelt in zijn hoofd die zelfde mist. De bomen lijken uit zichzelf om hem heen te hollen, de decor stukken zijn in beweging gekomen. Het kamp moesten de vrouwen eens grote kuilen graven, naar bleek om daar voedselzendingen van het Rode Kruis in te gooien, waarna alles vernietigd werd. Zijn moeder blijkt eten in haar kleren te hebben gesmokkeld, maar ze wordt gesnapt en door Sone persoonlijk in het kruis getrapt, tot bloedens toe. 'Geboekstaafd is: "Mijn moeder was de mooiste moeder, opdat moment hield ik op van haar te houden".' En hij denkt 'nu wil ik een ander want deze is kapot', zoals later, bij de geboorte van zijn dochtertje denkt: 'nu wil ik een andere vrouw.' Na de tijd waarop de crematie geweest is rijdt hij naar huis en 'ik ben aan mijn werktafel gaan zitten om zogenaamd onaangeraakt, onaangedaan, onverstoord, het werk aan mijn boek over zelfmoord in de Nederlandstalige literatuur, dat ik onder handen had, te hervatten'. Hij krijgt weer een angstaanval en ziet zijn gezicht in de mist in vloeibaarheid ontbinden. Onderwerp * Het is mij wel duidelijk geworden waar de tekst over gaat. Het gaat over een man die in zijn kleuterjaren in een jappenkamp genaamd “Tjideng” vastgezeten heeft voor drie jaren. Hij was slechts 3 jaar toen hij daar aankwam. Hij heeft geen benul gehad, van wat daar werkelijk gebeurd is en daar komt hij nu langzaam achter. Hij kent zichzelf nauwelijks meer. * Het onderwerp vind ik erg interessant. Ik vind het altijd erg interessant om te lezen wat mensen meemaken in de oorlog en vooral als het door de ogen van een klein jongetje wordt gezien. Zo heb ik trouwens ook het boek “kinderjaren” gelezen. Een boek wat ik nog mooier vond. Mijn verwachtingen zijn daarentegen niet uitgekomen. Ik had gedacht dat de verteller zelf in de oorlog zat en toen vertelde wat hij meemaakte. Maar het is me in ieder geval niet tegenvallen. * Ik sta niet stil bij het onderwerp. Het is niet iets wat me bezighoud, behalve als ik ermee geconfronteerd word, zoals nu dus. Maar behalve de martelmethodes die beschreven worden, heeft het boek me geen nieuwe kanten laten zien over het onderwerp. Ik heb namelijk al zoveel bronnen over de oorlog gezien of gelezen. Ik ben dus niet anders over het onderwerp gaan denken. Natuurlijk is het wel zo dat als je veel geconfronteerd wordt met dat soort zaken, je het onderwerp steeds serieuzer gaat nemen en dat je er eerder bij stil staat. * Ik kan de mening van het boek (als die er ten minste is) er niet uithalen. Ik kan alleen zeggen dat ik wel vind dat de sommige uitspraken van schrijver hard erg zijn. Hij zegt: “Ik wil een nieuwe moeder, deze is kapot”. “Naar de hel met alle moeders”. Deze aanvaard ik als meningen en daar ben ik het niet mee eens. Maar ik heb sommige dingen ook niet waargenomen wat hij wel heeft gedaan, o.a dus het jappenkamp. * Ik vind dat het onderwerp goed wordt uitgewerkt. Je leest de gevoelens, meningen en uitingen van de ik-persoon. En je leest hoe het er in het jappenkamp aan toe ging. Dit is voor mij al genoeg om te kunnen zeggen dat het onderwerp in het eerste gedeelte goed wordt uitgewerkt.
De gebeurtenissen * De belangrijkste gebeurtenis vind ik de ervaringen van Jeroen in het jappenkamp. Het is dan wel niet het hoofdonderwerp, om het zo maar even te noemen, maar het is wel de aanleiding voor dit boek. Alles wat hij daar ervaren heeft wordt nu werkelijkheid en geuit in gevoelens van deze hoofdpersoon. * De nadruk ligt op de gedachten en de gevoelens. Want zoals ik al zei is het jappenkamp de aanleiding, maar het gaat zich om de hoofdpersoon nu, wat hij nu denkt en voelt. * Ik kan niet echt zeggen dat er zich veel gebeurtenissen hebben afgespeeld. Maar ik vond het erg interessant om allemaal details te lezen. Hij beschrijft kleine gebeurtenissen. Vooral die te maken hebben met zijn moeder. Meer kan ik er eigenlijk niet over zeggen. * Er is geen verband met de gebeurtenissen. De schrijver springt van hak op de tak. Hij beschrijft een gebeurtenis van vroeger en dan heeft hij het weer over nu, wat hij nu allemaal meemaakt en denkt. Het is soms best wel verwarrend. Ik wist bijvoorbeeld niet of de moeder in het kamp was gestorven of laterna. Hij zij namelijk vaker iets waaruit ik begreep dat ze nu dood was, maar dan heb ik dat verkeerd begrepen of hij bedoelde dat symbolisch. Dat ze haar dus gewoon veel pijn hebben gedaan. * Ik vind de gebeurtenissen spannend, boeiend, schokkend en dramatisch. Dan heb ik het vooral over het jappenkamp. Ik denk dat verder uitleg niet meer nodig is. * De gebeurtenis die de meeste indruk op me heeft gemaakt is de gebeurtenis die ik me nog het meest kan herinneren. Het zijn er eigenlijk meer. Het begint op bladzijde 50. De martelingen van het kamp worden beschreven. De manieren waarop de vrouwen leden. Er werd beschreven hoe ze eruit zagen; kaal en mager. Dat ze behandeld werden als een hond en dat ze altijd naakt waren. Dat vond ik toch wel erg schokkend. Deze gebeurtenissen hebben me aan het denken gezet. Ik zag de beelden met afschuw voor me. * Ik moest toch wel veel zelf invullen. Er waren redelijk veel open plekken. Ik kan ze me nu ter plekke niet zo snel herinneren, maar ze waren er wel. Er kwamen veel vragen in me op, bijvoorbeeld: hoe zit het nou met de moeder en de hoofdpersoon, wat is nu het verband, houdt hij wel of niet van haar en waarom zegt hij “ naar de hel met alle moeders?”. Ik snap vooral de beschrijvingen van Jeroen van het heden niet. * Ik heb natuurlijk nooit zelf een gebeurtenis meegemaakt die lijkt op een van het boek. Dat kan ook niet want ik heb nog nooit zoiets meegemaakt. En ik heb gelukkig ook een andere relatie met mijn moeder. * Ik vond het boek tot nu toe nog erg interessant. Hoewel ik niet alles meteen begreep vind ik het niet erg om de andere helft nog af te lezen. Personages * De hoofdpersoon is geen held voor mij. Ten eerste omdat hij erg hard is. En dan heb ik het vooral over zijn moeder, hoe hij daar over denkt. Hij heeft zijn moeder laten vallen terwijl hij haar juist had moeten helpen omdat ze een erg moeilijke tijd heeft doorstaan. Ten tweede omdat hij erg gemeen is. Zodra een vrouw een kind krijgt wil hij haar al niet meer en dan heb ik het nu over Lisa. * Ik kan me absoluut niet verplaatsen in de hoofdpersoon. Ik zou me wel kunnen voorstellen dat je relatie met je moeder na zo’n verschrikkelijk ervaring verslechtert. Hoe moet je je nu tegenover je moeder gedragen, dat zou ik wel raar vinden. Maar verder vind ik het hoofdpersonage maar vaag. Ik snap zijn redenaties vaak niet en kan me daarom niet verplaatsen in de hoofdpersoon. * Het personage heeft eigenschappen die me verafschuwen. Zoals ik al eerder zij kan ik me absoluut niet in hem verplaatsen en dat heeft vooral te maken met die slechte eigenschappen. Dus dat hij erg hard is. Ik bewonder het gedrag en de ideeën dus niet echt van hem. De beslissingen zijn ook niet aanvaardbaar. Bijvoorbeeld dat hij beslist om niets meer met zijn moeder te maken willen hebben. Op dat moment had ik dus een andere beslissing genomen. * Ik vind de moeder best wel sympathiek. Ze doet goed haar best om haar zoontje normaal te behandelen ondanks de ervaringen en de pijn wat ze allemaal doormaakt. Ze laat haar zoontje niet in de steek en dat doet hij later wel. * Je komt natuurlijk het meeste te weten over de hoofdpersoon Jeroen, de ik-persoon. Hij vertelt zijn hele levensverhaal. De hoofdpersoon is dezelfde als de schrijver van het verhaal, het is een soort biografie. Hij deelt zijn gevoelens met ons. * Ik vond dat je veel zelf in moest vullen over de hoofdpersoon. Hij is erg vaag en onduidelijk. Ik snap daarom ook veel niet van het verhaal. Maar dat ligt vast aan mij! Bouw * Ik vind de bouw een beetje ingewikkeld, vooral in het begin. Ik snapte heel vaak niet of hij het nou over vroeger of over nu had. Hij springt ook van hak op de tak. * Het verhaal komt niet langzaam op gang. Je krijgt wel eerst een klein stukje vage tekst te lezen, iets over de wind. Maar daarna wordt verteld dat de moeder dood is en het verleden hiervan. Het begint vrij snel. * Het verhaal is niet bepaald spannend. Andermans gevoelens zijn (vind ik) niet spannend. Gebeurtenissen die zijn spannend, zoal de martelmanieren die op bladzijde 50 worden beschreven, die zijn wel spannend en ook erg schokkend. Maar over het algemeen is het verhaal niet spannend. * Het verhaal is wel boeiend. Ik vind het alleen jammer dat ik toch veel dingen niet snap. Maar over het algemeen, het verhaal zelf, vind ik toch wel erg boeiend. * De bouw van het verhaal past erg goed bij het onderwerp. Het heeft namelijk twee kanten. Het heden en het verleden. Deze twee dingen worden afgewisseld. Er zitten dus veel flashbacks in het verhaal. Dat vind ik toch wel een pluspunt van de schrijver. Biografie auteur Jeroen Godfried Maria Brouwers wordt op 30 april 1940 geboren in Jakarta, het vroegere Nederlands-Indië. In 1942 komt door de Japanse invasie al snel een einde aan zijn onbezorgde jeugd. Samen met zijn grootmoeder, moeder en zusje wordt hij van 1943 tot 1945 opgesloten in het vrouweninterneringskamp Tjideng. Daar overlijdt zijn grootmoeder. Vanaf zijn tiende levensjaar brengt Jeroen zijn lagere- en middelbare schooljaren door in rooms-katholieke jongensinternaten. Een uitstapje naar de journalistiek levert niet de bevrediging die hij zoekt. In 1964 werkt hij als redacteur en directie-secretaris bij de Brusselse uitgeverij Manteau. Datzelfde jaar debuteert hij met de bundel Het mes op de keel. In 1967 krijgt hij de Vijverbergprijs voor zijn roman Joris Ockeloen en het wachten. Na een op de klippen gelopen huwelijk, waaruit twee kinderen worden geboren, vertrekt Brouwers in 1976 naar Nederland om zich daar geheel aan de literatuur te wijden. In 1979 verschijnt de roman Het verzonkene, het eerste deel van een trilogie, geheel gewijd aan zijn jeugd in het voormalige Nederlands-Indië. Bezonken rood verschijnt in 1981. Hierin beschrijft Brouwers de toestanden in het interneringskamp Tjideng. Dit boek wordt lovend ontvangen, alhoewel het publiek twijfelt aan het werkelijkheidsgehalte ervan. Het slot van de trilogie volgt in 1988 onder de naam De Indiëromans: De zondvloed. Thema’s als liefde, literatuur en de dood spelen een grote rol in zijn, vaak autobiografische, werken. Zelf zegt hij daarover: "Ik schrijf om te overleven.". In 1993 ontvangt hij de Constantijn Huygensprijs voor zijn gehele oeuvre. Verdiepingsopdracht
Recensies van het verslag
Wim Vogel: “ Het is een eenzaamste, gruwelijkste, het beklemmendste, het mooiste boek sinds jaren”. Behalve de inhoud prijst Vogel ook de zorgvuldige compositie en stijl. “ Prachtig van taal, rijk aan beelden, van een dwingende geladenheid, een telkens herhaalde bezweringsformule.” Wam van Moor: “ Een heel mooi en overtuigend, rijk, en ja zelfs verpletterend boek. Sommigen zullen Brouwers voor egotistisch, egocentrische of klagerig houden, maar hij doet hier wat hij zich als schrijver ten doel heeft gesteld: schrijven over wat hem bezighoudt, dwarszit of meevalt.” Ab Visser: “Hij beschrijft zeer plastische het brute en sadistische optreden van de slaande, schoppende, schietende en schreeuwende Japanse bewakers en alleen daarom reeds is het goed dat Bezonken rood verschenen is, omdat het ons –zij het aan de late kant- een duidelijk zicht op de toestand geeft, heel wat beter dan b.v. de boeken van Mischa de Vreede of Elizabeth Keesing dat doen.” Fred Lanzing (ex-gevangene in het jappenkamp): “ Jeroen wat je daarover schrijft is echt onzin en niet zozeer bezonken of verzonken, maar vooral verzonnen.” Er zijn echter ook anderen, die ook in het kamp hebben gezeten, die Brouwers beschrijving wel vonden kloppen. Nrc Handelsblad, Kousbroek: “Het is allemaal mooischrijverij, gesnoef, vleierij, grote woorden en vals pathos. Werkelijk, er staat geen simpele, oprechte uitspraak in het hele boek, dat doet denken aan iemand die er telkens weer in slaagt je niet recht in de ogen te zien. Nee, die Brouwers deugt niet.”
Evaluatie Ik vond de opdrachten niet moeilijk om te maken. Als ik een boek gelezen heb wat ik voor het meeste deel wel snap vind ik het altijd makkelijk om daarover een verslag te maken. Meestal gaat dat dan ook erg snel. Ik vond het een erg indrukwekkend boek. De gebeurtenissen vond ik erg spannend en schokkend. Ik vond het leuk om de gevoelens van de ik-persoon te lezen, tevens omdat het een (waarschijnlijk) echt gebeurd verhaal is. Ik vind het wel een erg aparte manier van denken van de hoofdpersoon. Zoiets heb ik nog nooit gehoord of gezien, dat maakt het boek zo indrukwekkend. Ik vond het alleen erg jammer dat ik niet alles snapte. Want de stukken die ik niet snapte zijn ook erg vervelend en saai om te lezen. Ik zou het boek niet aan iemand aanraden. Dit is namelijk een apart boek, daar moet je van houden.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Bezonken rood door Jeroen Brouwers"