Babel door Louis Couperus

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
Boekcover Babel
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 1281 woorden
  • 31 juli 2007
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
6 keer beoordeeld

Boekcover Babel
Shadow
Babel door Louis Couperus
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titel: Babel
Auteur: Louis Couperus
Uitgever: Veen, Amsterdam
Jaar van uitgave: 1993
Uitgave: Volledige Werken Louis Couperus
Door: H.T.M. van Vliet
Jaar van eerste druk: 1901
Uitgever: Veen, Amsterdam
Aantal bladzijden: 76, excl. verantwoording
Aantal Hfdst.: 21 met een proloog en epiloog
Aantal Sub Hfdst.: geen
Motto: geen Samenvatting: De jonge herders prins Cyrus staat op een bergkam en ziet over de rode woestijn. Hij ziet iets dat blauwer is dan de lucht, hoog. Hij ziet Babel, het doel van zijn reis. Hij was geroepen door de sterren -”En altijd wenkten ze hem toe als met lachende oogen van goden. Kom tot ons, kom tot ons! Zoo schenen zij op te lokken. Cyrus, Cyrus, kom tot ons!”- (blz 10) Na een lange tocht door de woestijn, geteisterd door tegenwind komt hij aan bij Babel, hoog terras op terras. Het was nacht. Maar nu hoorde hij niet alleen de sterren die hem lokten, hij hoorde een geklaag. –“En terwijl de starren Cyrus lonkten, kreunde de vreemde klacht, suizende... ”- (blz 13) Er was groot feest in Babel; de bouw was weer begonnen. ’s Nachts werd er gebouwd, overdag was alles stil. Onderweg omhoog ontmoette hij Myrrha, nu een priesteres van Astarte maar ooit ook een herderin, een zuster van Cyrus, zoals taalgenoten op Babel elkaar noemden en begroetten. Samen vervolgden zij hun pad naar boven. Tot Myrrha wilde feesten omdat de bouw hervat was. Op het feest ontstond twijfel in Cyrus –“Is het alles droomen van hoogmoed? En ik, wat wil ik? Wat kan ik? Wat zoek ik? Al bouw ik mede, al bouw ik Babel op, waar reik ik...? Tot Baäl...? Is het een droom, of is het een nachtmerrie...?”- (blz 23). Na een zoen van Myrrha valt hij flauw, als hij wakker wordt is zij verdwenen. Hij dwaalde loom, alleen verder, de sterren zongen niet meer. Hij bewonderde de bouwmeesters. Maar zij zeiden dat hij geen recht had bouwmeester te zijn. Priesters van Baäl zeiden hem het af te laten mee te doen aan de bouw, godslastering was het! De boumeesters waren hoogmoediger dan hij en de priesters nog hoogmoediger dan zij. Een wijsgeer vertelde hem dan Babel niet werd gebouwd bazalt op bazalt maar idee op idee, dus hij moest denken. Twee onderbouwmeesters vroegen hem voor hen te ranselen de slaven, hij zou rijkelijk beloond worden maar toen hij leek in te stemmen ranselde hij de mannen met hun eigen ransel. Hij ging naar de slaven en liet ze vrij
Hij werd wakker in een cel. Hij werd voorgeleid aan een oude man “-Doe mij recht! sprak Cyrus en stond.” –blz 38. de wichelaars noemde hem de verhevene, het noodlot. Deuren werden geopend en in een gigantische zaal zat een Kind, de opperbouwmeester. Hij vroeg hem dichterbij te komen en vroeg hem naar zijn medelij en hij vertelde hem dat hij weg wilde uit het paleis, Cyrus moest hierom de Oude Man vermoorden. –“Het kind siste het met zijne zachte stem aan Cyrus’ oor, en er was in zijna opstrevende majesteit zulk een betoovering voor Cyrus, dat hij, als een slaapwandelaar zich omkeerde, en recht toeliep op den Ouden Man. De Man, als versteend, zag hem naderen...” –blz 44

Hij vermoordde hem, en op verzoek van het kind verstopte hij het lijk achter de troon opdat daar niemand hem vinden zou. Het kind was vrij! Cyrus ging het kind achterna naar buiten de trappen op en op. Het kind wilde de toren tot Baäl bouwen. Toen zij op de plaats waren waar het kind de toren wilde bouwen, rustten ze, maar in de lange nacht overleed het kind. Als Cyrus het koude kind in zijn armen naar een tempel brengt bevroor Cyrus hart. Hij hoorde de sterren weer zingen al was zijn hoogmoed dood. Cyrus viel en bleef liggen, hij voelde zich of Babel op het drukte. Als hij wakker wordt ziet hij een koninklijke vrouw, hij waande Astarte te zien. Het was Idonia, de opperbouwmeesteres. Ze vond hem heerlijk naïef en liet hem zo. Enkele weken waren zij al samen als er noodweer uitbreekt en iedereen in paniek vlucht behalve Idonia en Cyrus, zij waren niet bang voor Baäl. Ze stegen op. Vanuit haar toren de luchtbrug op, onder zich zagen zij het bouwwerk, hier vertelde ze hem dat de hemel niet te bereiken was. –“... en onze liefde, Cyrus, was vuur in onze aderen, en niet het zelfbedrog van de Idee! Cyrus, kind, word wijs... Er is niets, er is niets!” –blz 71. Ze bralde over dat zij het hoogste was, en Cyrus wurgde haar. - “-Neen, Idonia, er is geene redding! Want de handen... de handen der milliarden rijzen en rijzen, en smeeken niet meer... maar worgen ons!! Hij worgde haar... Hare oogen puilden uit als met een bovenmenschelijke verschrikking... En zij stierf in het gevaar, waarmeê zij had gespeeld; zij verschroeide in de vlam, die zij in hare handen had willen wringen... Toen viel het vuur uit den hemel, en de donder rommelde als de lach der goden. “ –blz 73 Genre: Sprookje. Thema: Het leven: vanuit de bergen naar de stad trekken en daar hoger en hoger klimmen en soms dwalen en soms iets dalen maar dan weer hoger klimmen zie ik als symbool voor de levensloop. Verlangen: de sterren die hem roepen en hem doen verlangen Babel te bouwen en later het verlangen om het klagen te stoppen, helpen. Motieven: Hoogmoed: de hoogmoed van de toren tot Baäl willen en denken te kunnen bouwen. Meelij: de meelij met de slaven die de toren moeten bouwen
Twee essentiële en tegenstrijdige onderwerpen in het leven die je vormen. Als je beide niet bezit besta je eigenlijk niet en ben je in staat te doden als Cyrus. Personages: Cyrus- Een herdersprins, gedurende het verhaal overlijdt zowel zijn hoogmoed als zijn meelij. Myrrha- priesteres van Astarte, vergezelde Cyrus een deel van de reis omhoog, maar leidde hem af. Het Kind- opperbouwmeester, Cyrus bevrijdt hem door de Oude Man te doden. Als het kind overlijdt, Cyrus’ zijn meelij. Idonia- de opperbouwmeesteres, voert Cyrus mee tot het hoogste punt waar ze hem vertelt dat er niets meer is waarop hij haar vermoordt. Perspectief: Een alwetende verteller.
Ruimte: Babel Tijd: In de tijd van de bouw van de toren van Babel Titelverklaring: Babel is de stad waarin of op zich alles afspeelt. Eigen mening: Het is een mooi en meeslepend boek met prachtige beschrijvingen die lang maar net niet te lang zijn, het is lang zonder langdradig te worden. Soms lijkt het langdradig, overdreven en te uitgewijd te worden maar dan maakt Couperus een einde aan de beschrijving en komt er dikwijls een schitterende conclusie in één zin die het hele stuk tekst ervoor weergeeft maar zonder die tekst totaal misgeslagen zou zijn. Met Cyrus kun je je snel identificeren: hij staat voor de ontwikkeling van het leven, het willen steigen, soms dwalen dan weer iets terug zakken, een vleug liefde hier, dan weer afkeer. Alleen de grote doorlopende liefde voor Babel, een liefde voor het leven die elke vorm aannemen kan, en soms onbereikbaar is (Baäl) heel even dat die liefde wegvalt. Maar nooit lang. Hij is er en zal er altijd zijn. Myrrha zie ik als de jeugdige verleiding die je alle kanten op kan sturen en je ver van je pad af brengen maar als je ervan leert kan je sterker en beter verder. Het Kind is voor mij een typisch beeld van hoogmoed die totaal mislukt, op het moment dat hij op zijn plek is aangekomen waar hij zijn hoogtepunt wil bouwen sterft het. Ook hiervan trekt Cyrus lering. Idonia brengt het leven de wijsheid van de ouderdom die helaas ook weer hoogmoed met zich meebrengt.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.