Afscheidsbrief door Bobje Goudsmit

Zakelijke gegevens Titel: Afscheidsbrief
Auteur: Bobje Goudsmit
Uitgeverij: Holland
Plaats van uitgave: Haarlem
Jaar van uitgave: 1999
Genre: Psychologie Inhoud Marit krijgt op een dag een uitnodiging voor de verjaardag van haar beste vriendin Anicke. Marit weet dat Hanna, de moeder van Anicke, die uitnodiging heeft gestuurd, want Anicke is twee jaar geleden overleden. Marit wil niet op de verjaardag komen van Anicke en ze besluit een brief te schrijven. Die brief zal over haar en Anicke gaan. Ze begint. Lieve Anicke… Marit en Anicke ontmoetten elkaar in het fietsenhok op de eerste dag dat ze naar de middelbare school gaan. Ze zijn dolblij als ze te horen krijgen dat ze bij elkaar in de klas zitten. Vanaf die dag zijn ze onafscheidelijk. De jaren gaan voorbij. Marit en Anicke zitten nu in de derde klas. Anicke wordt verliefd op de leukste jongen van de klas, Younes. Op een feest wordt ze zelfs door hem gezoend! Later zegt hij dat ze alleen maar oefenmateriaal was. Als ze in de vierde zitten wordt Anicke eindelijk ongesteld. Haar moeder is daar zo blij mee dat ze Marit en Anicke mee de stad in neemt. Anicke is erg stil en ze ziet bleek. Als ze even op een terrasje gaan zitten uitrusten trekt Anicke opeens helemaal wit weg en valt flauw. Volgens Hanna komt het door de baarmoederkrampen en ze besteedt er geen aandacht meer aan. In de volgende weken valt Anicke steeds vaker flauw, ook onder de gymles. Ze gaat de volgende dag toch maar eens naar de dokter. Als Marit na schooltijd naar Anicke gaat, is ze er niet. Haar broer Jorn vertelt dat ze naar het ziekenhuis is. ‘s Avonds wordt Marit gebeld door Hanna. Hanna vertelt dat Anicke is opgenomen in het ziekenhuis om te worden onderzocht. Een paar dagen later heeft Marit het mentoruur, Anicke is nog steeds niet op school. Mevrouw Dijkstal ziet er zenuwachtig uit als ze binnenkomt. Ze vertelt dat de moeder van Anicke net heeft gebeld. Anicke wordt morgen geopereerd. Ze heeft een hersentumor. De volgende dag wordt Marit door Hanna gebeld. Ze vertelt dat de operatie is geslaagd. Het had vijf uur geduurd. Ondanks dat de operatie al en paar weken geleden is, is Anicke nog steeds niet op school. Marit gaat elke dag naar Anicke toe. Op een dag vertelt Anicke dat ze bestraald moet worden, en dan wordt ze kaal. Er volgen een paar zware weken voor Anicke. ‘s Ochtends gaat ze af en toe naar school maar ‘s middags moet ze altijd naar het ziekenhuis om te worden bestraald. Anicke draagt na een paar dagen een grappig mutsje zodat je niet kan zien dat haar haar uitvalt. Dan wordt het zomervakantie. Als Marit een keer bij Anicke aan het eten is zakt Anicke opeens in elkaar. Ze maakt rare geluiden en er komt schuim in haar mond. Ook plast ze in haar broek. De dokter vertelt dat ze een epileptische aanval heeft gehad. Anicke krijgt nieuw medicijnen waardoor haar gezicht gaat opzwollen. Dan begint de school weer. Het gaat niet goed met Anicke. Ze wordt steeds afweziger en ze krijgt steeds vaker epileptische aanvallen, ook op school. Na een tijdje gaat ze niet meer naar school. Op een avond wordt Marit gebeld door Hanna. Hanna verteld dat Anicke een uur daarvoor in coma is geraakt. Ze wisten al een tijdje dat de tumor weer aan het groeien was, maar Anicke wou het niet vertellen aan Marit omdat ze het zo fijn vond dat Marit zo gewoon tegen haar bleef doen. Anicke overlijdt na vijf dagen. ‘s Avonds gaat Marit samen met haar moeder afscheid nemen van Anicke. Zaterdag’s wordt Anicke gecremeerd. Het lievelingslied van Anicke wordt gespeeld. Het lied waarbij ze door Younes is gekust. Marit komt het schooljaar met moeite door. Als ze aan het eind van de zomervakantie terug komt van Cyprus ligt er een uitnodiging voor 20 augustus, de dag dat Anicke zeventien zou zijn geworden. Marit gaat er met tegenzin heen. Het laatste schooljaar haalt Marit ook. Bij de diploma uitreiking wordt nog een keer het lievelingslied van Anicke gespeeld. Marit sluit haar brief af met de volgende zinnen: begrijp je nu waarom ik niet op je verjaardag kan komen? Ik moet nu verdergaan, zonder jou. Met jou. Maar eens kom ik weer bij jullie terug, dat beloof ik je. Bobje Goudsmit Bobje Goudsmit is geboren op 27 oktober 1951 in Leiden. Bobje’s vader noemde haar vroeger altijd Bobbeltje en dat werd al snel Bobje. Bobje schrijft al vanaf haar vijfde. Haar eerste boek bestond uit 4 aan elkaar geniete papiertjes met op elke bladzijde een letter van het woord BOEK en een tekening vol verhalen. Bobje Goudsmit heeft 4 kinderen. Een jongen en drie meisjes. Bobje Goudsmit schrijft niet alleen, maar ze geeft ook Nederlands, een vak waar ze vroeger heel slecht in was. Het boek Afscheidsbrief is ze gaan schrijven toen een meisje van haar school overleed. Ze was de mentrix van de vriendinnen van het meisje. Bobje kende het meisje zelf niet, maar ze heeft alles meegemaakt doordat de vriendinnen van het meisje veel over haar vertelde. Bobje Goudsmit heeft bewust voor een ander type meisje als vriendin en een ander ziektegeval gekozen. Als Bobje Goudsmit een boek gaat schrijven gaat ze achter de computer zitten, doet haar handen onder haar hoofd en gaat denken. Dan alles opschrijven, herlezen, schrappen, verbeteren en opnieuw opschrijven. Ze weet van tevoren niet goed hoe het verhaal gaat, behalve de hoofdlijnen. Bobje Goudsmit heeft nooit echt grote prijzen gewonnen, alleen maar kleine plaatselijke prijzen. Zelf is Bobje Goudsmit dol op Paul Biegel en moet ze hard lachen om Harry Potter. Ze is al bezig met een nieuw boek, maar ze is pas bij het derde hoofdstuk. Het is de bedoeling dat het boek volgend jaar uitkomt. Een paar andere boeken van Bobje Goudsmit zijn: - Shoe Sjanah en de Spinnevrouw - Skeelers - Gabbers - Geen verbinding
Titelverklaring De titel is een hele logische titel omdat het hele boek een brief is, een afscheidsbrief. In het boek is een schuingedrukt stukje een stuk uit de brief. Stukjes met een gewoon lettertype zijn gesprekken en gebeurtenissen waar Marit aan denkt. Anders zou de brief wel erg lang zijn. Je komt het woord Afscheidsbrief niet echt tegen in het boek. Het is een afscheidsbrief omdat Marit schrijft dat ze eerst wat rust wil hebben om na te denken, maar dat ze zeker weten terug komt. Dat schrijft ze zo in haar brief: Maar eens kom ik weer bij jullie terug, dat beloof ik je. Dan zal ik zonder pijn Jorn kunnen ontmoeten en hem de hand schudden. Hem recht in de ogen kijken en zeggen; Ik ben Marit. Vroeger was ik de beste vriendin van je zusje. Herinner je je me nog? Hoofdpersonen - Anicke: In de eerste een klein, nogal tenger meisje met een beugel. Ze had dun, soort spaniëlhaar, zoals Marit het noemde, dat ze met één beweging achter haar oor deed. Anicke heeft een oudere en een jongere broer, Jorn en Tim. Haar moeder heet Hanna. Haar vader komt bijna niet in het boek voor en zijn naam word ook niet genoemd. Als Anicke ziek wordt verandert ze erg. Niet alleen van buiten zoals haar kale hoofd, haar opgezwollen hoofd en haar witte gezicht, maar ook van binnen. Eerst was ze een vrolijk, energiek meisje maar ze raakt steeds meer in zichzelf gekeerd. Ook raakt ze steeds eerder geïrriteerd. - Marit: Een verlegen meisje met een bril, later contactlenzen. Marit verandert net zoals de andere meisjes van haar leeftijd, maar andere veranderingen zoals bij Anicke gebeuren bij haar niet. Marit’s vader is toen ze klein was overleden, dus woont ze alleen met haar moeder. Haar moeder is een echte zakenvrouw en is bijna nooit thuis. Marit heeft altijd het gevoel dat haar moeder niet naar haar luistert en alleen maar geïnteresseerd is in haar werk. Als het met Anicke steeds slechter gaat hebben Marit en haar moeder hele goeie gesprekken waardoor ze naar elkaar toe groeien -Bijpersonen: Hanna: moeder van Anicke
Jorn: broer van Anicke
Younes: jongen uit de klas van Marit en Anicke. Anicke is verliefd op Younes. Hij is ook op haar, maar hij geeft het niet toe. Moeder van Marit Klasgenoten van Marit en Anicke
Leraren Tijd Het jaar waar het verhaal zich in afspeelt is ongeveer nu. Dat weet ik omdat Anicke aan iets moeilijks wordt geopereerd en ze wordt bestraald. Dat gebeurde vroeger niet. Ook hebben ze het op de school van Marit over de Tweede Fase, en die is er ook nog niet zo lang. Het verhaal speelt zich af in zes jaar. Als Marit de brief schrijft heeft ze haar diploma en gaat ze bijna studeren. Het verhaal van haar en Anicke begint op de eerste dag van de middelbare school. Ik weet dat Marit er zes jaar over heeft gedaan om haar diploma te halen omdat er bij de crematie een krans lag met daarop de tekst ‘Rust zacht, lieve Anicke. Je vrienden uit 5V.’ Daarna vertelt Marit dat ze met moeite is overgegaan. Het jaar daarna doet ze examen. De eerste jaren worden heel kort beschreven. Het grootste deel van het boek gaat over het vierde schooljaar en het begin van het vijfde schooljaar, dat is de tijd dat Anicke ziek is. Plaats Een plaatsnaam wordt niet genoemd, maar het speelt zich volgens mij wel in een stad af. Ook weet ik haast wel zeker dat het in Nederland afspeelt, want de namen van de mensen zijn aardig Nederlands.