Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Achtendertig nachten door Janne IJmker

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
Boekcover Achtendertig nachten
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 3373 woorden
  • 16 februari 2012
  • 70 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
70 keer beoordeeld

Boekcover Achtendertig nachten
Shadow
Achtendertig nachten door Janne IJmker
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Algemene gegevens
Titel Achtendertig nachten
Auteur Janne IJmker
Uitgever Mozaiek
Jaar / druk van het door jou gelezen boek 9e druk
Oorspronkelijk verschenen in (jaar) 2006

Samenvatting van de inhoud
Elsjen Roelofs wordt verdacht van het vergiftigen van haar man, Jan Alberts. In maart 1767 komt zij in het gevang van Assen terecht, waar ze op haar berechting moet wachten tot het kind dat zij verwacht geboren is. In de eenzaamheid van de gevangenis wordt een meisje geboren, die ze Eva noemt. Het wordt meteen bij Elsjen weggenomen. Daarna rest haar niets meer dan de kale muren van het gevang en het nachtelijk bezoek van Janna, de enige vrouw die zich over haar ontfermt. Aanvankelijk wil Elsjen niets van haar weten, maar gaandeweg begint ze haar te vertrouwen.

Elsjen vraagt om papier en inkt en begint aan een verslag van haar leven. Voor haar kleine meisje, voor later. Dan weet tenminste nog iemand wie zij is geweest. En zo, al schrijvende, kijkt Elsjen terug op haar leven. Hoe kon het gebeuren dat ze uitgroeide tot wie ze nu is? Ze groeit op op een boerderij; haar vader overlijdt als ze nog heel jong is, en ook haar grootvader overlijdt. Thuis ervaart ze weinig liefde: haar moeder is zwak, haar oma (Otie) regeert het huis met harde hand.

Alleen met haar broer Barteld heeft ze een goede band, en met een oude vrouw, Lieven, die haar liefde voor de natuur bijbrengt. Maar deze contacten worden door Otie verboden. Als Otie sterft, dwingt zij Elsjen de belofte af dat ze alles zal doen om de boerderij te dienen. Daarom gaat ze onder dwang een verstandshuwelijk aan met Jan Alberts, om het land bij elkaar te houden, en verbreekt de relatie met de jongen van wie ze houdt. Elsjen wordt er doodongelukkig van en vergiftigt – uit pure onmacht – haar man met rattenkruid. Hij overlijdt daardoor, wat aanvankelijk niet haar bedoeling was.
Uiteindelijk komt Elsjen in de gevangenis door het lezen van het bijbelboek Job tot besef van schuld, maar ook tot aanvaarding van haar lot. Zo komt ze in het reine met God, die ze aanvankelijk zag als de grote Afwezige in haar leven.

Elsjen wordt geradbraakt op het galgenveld. Geen ‘happy end’, maar toch weer wel, omdat ze wist dat God haar vergeven had.

Titelverklaring
De titel van het boek is ‘Achtendertig nachten’.
Elsjen brengt achtendertig nachten in het gevang door, wachtend op haar berechting.
Deze achtendertig nachten behelzen tegelijkertijd de psychologische ontwikkeling die zij doormaakt, in deze nachten komt zij er achter wie zij is, en hoe het zo ver met haar heeft kunnen komen,dat ze haar man heeft vergiftigd.

Motto
Tegen de tijd dan blijkt misschien
Wat van nabij niet was te zien
Wat in het duister huist van voordien
Komt aan het licht misschien tegen de tijd

Tegen de tijd als de tijd verstrijkt
En de schaduw van ’t verleden wijkt
Als de onderste steen niet de onderste blijkt
Misschien dan tegen die tijd

Wie weet wat dan uitkomt
Dat dingen nooit gaan
Als ooit werd gezegd dat ze gingen
Dat het zwijgen dicht bij de leugen ligt
En de waarheid niet ver van de waan


Tegen de tijd, tijd die ons leert
Dat geen macht of kracht de waarheid weert
En geen boom is zo oud dat geen tak een keer splijt
Zal blijken tegen de tijd

Huub van der Lubbe

‘Hoe hebt gij hem geraden, die geen wijsheid heeft, en de zaak alzo zij is, ten volle bekend gemaakt?’
Job 26:3

‘Ziet, dit zijn maar uiterste einden Zijner wegen; en wat een klein stuksken der zaak hebben wij van Hem gehoord?’
Job 26:14

‘God schenkt ons geen overwinnend leven, Hij schenkt ons leven naarmate wij overwinnen.’
Oswald Chambers

Thema

Noodlottigheid die het leven tot het einde toe lijkt te bepalen, maar toch wordt ingehaald door het ware geluk in Christus, die Elsjen laat zien dat niets toeval is.

Motieven
- Schuldgevoelens.

Elsjen gaat over zichzelf nadenken in het gevang in Assen, en alle stukken die daar spelen hebben te maken met schuldgevoelens.
- Manipulatie.
Haar Otie beïnvloedde regeerde het leven van Elsjen en haar broers zelfs na haar dood, sprak Elsjen een schuldgevoel aan en bewerkte haar op die manier.
- Vrijheid/ De roep van de buizerd.
Als Elsjen de roep van de buizerd hoort moet ze er achteraan. Ze geniet van het stukje vrijheid, en dat ze even niet hoeft te werken.
- Bijbelboek Job.
Ze wil eigenlijk God ter verantwoording roepen voor alle ellende die haar overkwam. Job wou dit ook. Elsjen vergelijkt zich met Job. Ze leest het boek Job in de gevangenis en komt zo juist tot de ontdekking dat God wel degelijk Aanwezig is in haar leven.
-Werkelijke schuld.
Het is wel erg gemakkelijk om aan te nemen dat Elsjen de schuldige van de moord op Jan is, maar er zijn nog andere mensen in het spel, zoals:
- Jan.
Als hij wat meer naar Elsjen had geluisterd, en zich had aangepast op de boerderij, was de moord wellicht nooit gepleegd.
- Otie.
Zij heeft Elsjen bij haar dood verplicht met Jan te trouwen, Elsjen moest alles doen om de boerderij en het land maar bij elkaar te houden.
- Elsjens moeder.

Zij heeft ook een rol in het huwelijk. Elsjen wou vanwege de zorg voor haar moeder die op haar drukt niet van de boerderij weg, terwijl Jan naar een andere plaats wou.

Vertelsituatie
Dit boek is vanuit de ik-figuur Elsjen, die haar leven beschrijft, geschreven. Alleen in de proloog is het vanuit haar man Jan geschreven. En het laatste stuk, als Elsjen veroordeeld wordt, is vanuit Janna geschreven, de vrouw die voor Elsjen zorgde in het gevang.

Tijd
Alle gebeurtenissen zijn wel chronologisch opgebouwd, maar het eerste hoofdstuk speelt zich af in het gevang, waarna je om en om een stuk leest wat Elsjen over haar leven en haar herinneringen opschrijft, hoe het zo ver kwam dat ze Jan heeft vergiftigd, en daarna weer een stuk over de dingen die ze in het gevang meemaakt.
Het boek gaat over een periode van 24 jaar (1743- 1767) . Het boek begint dat Elsjen zo’n jaar of vier is, en het eindigt met haar veroordeling; dan is ze 28.

Ruimte
De ruimte is in dit boek erg belangrijk.
Het boek speelt zich af in het gevang in Assen.
De flashbacks, de dingen die Elsjen opschrijft, in het Drentse plaatsje Doldersum, waar we verschillende ruimtes onderscheiden:
De boerderij:
Deze betekent voor Elsjen een benauwde sfeer, waar ze hard moet werken, en een druk op haar schouders ligt, die haar een schuldgevoel bezorgt.
De natuur:
Vrij, weg van al het nare. De zus van haar Otie, Lieven, heeft haar kennis laten maken met de natuur, en daar geniet Elsjen erg van. Naar deze vrijheid is ze steeds op zoek.
Haar bedstee:

Hier heeft ze het gevoel dat ze haar fantasie de vrije loop kan laten. Maar later wordt zelfs dat veilige plekje haar afgenomen, als ze met Jan trouwt, waar ze dan haar bedstee mee deelt, en de bedstee gaat steeds meer symbool staan voor de seks waar ze niks bij voelt, haar gedwongen huwelijk.

Verhaalfiguren
Elsjen Roelofs: De hoofdpersoon. Haar vader is al jong gestorven en haar moeder is daarna nooit meer de oude geworden. Ze is heel erg verliefd op Leffert, maar van haar familie moet ze met Jan Albers trouwen. Ze kan het helemaal niet met hem vinden, en vijf jaar na de bruiloft doet ze rattenkruid in zijn eten, om hem een poosje het zwijgen op te leggen, maar Jan gaat eraan dood.
Wemele: De moeder van Elsjen. Haar man is een paar jaar na Elsjen geboorte gestorven en ze is daarna nooit meer de oude geworden. Ze is ziek en depressief. Ze heeft al een keer een dochtertje Elsjen verloren, en daarom klampt ze zich aan de tweede Elsjen vast.
Luit Roelofs: De broer van Elsjen. Ze heeft niet echt veel contact met hem, hij is erg gesloten. Hij werkt hard op het land. Na een tijdje trouwt hij met Hillegijn Albers, de zus van Jan, en gaat hij in een ander huis wonen.
Barteld Roelofs: Halfbroer van Elsjen. Het kind van Roelof Bartelds (vader van Elsjen) eerste vrouw. Die vrouw was de zus van Elsjens moeder. Barteld is de lievelingsbroer van Elsjen. Hij is heel gezellig en doet leuke dingen met haar.
Otie: Oma van Elsjen, maar door de familie van Elsjen wordt ze Otie genoemd. Zij regeert de boerderij tot haar dood met harde hand. Daarna nemen Elsjen en haar broers de regie over, maar Otie’s regels blijven doorklinken in alles wat ze doen.

Otie drukt een loodzware stempel op Elsjens leven door de belofte die Elsjen haar bij haar dood moest doen.
Jan Albers: Hij is de man van Elsjen, en ook degene die vermoord is. Hij is een vriend van Leffert, de jongen op wie Elsjen verliefd was. Jan kende ze helemaal niet goed, maar op een dag besloten haar moeder en broers dat zij maar met Jan moest gaan trouwen, om het land van de boerderij bij elkaar te houden. Ze sluiten een gedwongen huwelijk.
Leffert: Elsjens vroegere liefde. Hij is de beste vriend van Jan. Nadat Elsjen met Jan getrouwd is, neemt hij verkering met Hillegijn Albers.
Hillegijn Albers: Van jongs af aan de beste vriendin van Elsjen. Ze is de zus van Jan. Later trouwt ze met Leffert. Daardoor negeert Elsjen haar een tijd, omdat Leffert Elsjens enige ware liefde is.
Lieven Meui: De zus van Elsjens oma. Lieven Meui laat Elsjen kennis maken met de natuur, die voor Elsjen vrijheid betekent. Zij, haar kennis, verhaaltjes en sprookjes betekenen veel voor Elsjen.
Janna: Elsjens verzorgster in het gevang. Op den duur gaat Elsjen haar vertrouwen.
Zij staat symbool voor de echte christen in het verhaal.

Taalgebruik

Het taalgebruik in het boek vind ik historisch getrouw, zoals de schrijfster in het hele boek heeft geprobeerd de sfeer van die tijd weer te geven.
Achterin het boek is een woordenlijst bijgevoegd, met de betekenis van de woorden uit de 18e eeuw, die wij nu niet meer gebruiken.


Over Janne IJmker
Janne IJmker is geboren in 1962 in Tiendeveen. Toen ze 7 jaar was verhuisde ze naar Houten.
Ze is getrouwd en heeft vier kinderen. Ze heeft jaren lesgegeven, maar toen ze met haar man weer verhuisde naar Tiendeveen, is ze zich gaan toeleggen op het schrijven.

Ze heeft tot nu toe vier boeken geschreven:
- Mijn vriend Samuel
- Verdwenen vaders
- De toverfluit
- Achtendertig nachten, verscheen in 2006

Van die boeken werden er 2 bekroond met de prijs voor het beste christelijke jeugdboek: dat waren 'Mijn vriend Samuel' in 2002 en 'Verdwenen vaders' in 2004.

Verder schreef ze een paar korte verhalen voor het kinderblad ZeGGus. Achtendertig nachten is haar eerste boek voor volwassenen. Dit boek is heel goed ontvangen door de media en er wordt lovend over gesproken. Ook wordt het soms vergeleken met het boek Knielen op een bed violen van Jan Siebelink.

Janne IJmker is christen, en dat klinkt ook zeker door in haar boeken. Dat is ook een wezenlijk verschil tussen de hoofdpersoon in het boek van Siebelink en IJmker; de eerste vindt geen uitredding door God en de laatste wel.


Recensie Achtendertig nachten
EO - CC - 30 september 2006
Achtendertig nachten geboeid
Recensie: Andries Knevel

Ik legde het boek weg, het was uit, en staarde nog lange tijd voor me uit. Op dat moment wist ik nog niet dat Elsjen Roelofs me die nacht uit de slaap zou houden en het hele weekend niet uit mijn gedachten zou zijn. Zo zeer, dat ik haar haast fysiek bij me voelde en af en toe wilde aanraken...

Heb ik om Elsjen gehuild? Ja, misschien niet in het echt, maar hart en hoofd waren vervuld met bewondering en verdriet. Had ik haar kunnen helpen? Had ik nog iets voor haar kunnen doen? Is literatuur goed, wanneer het dergelijke emoties oproept? De vraag naar zin en wezen van literatuur zal altijd gesteld blijven worden en nooit afdoende beantwoord, maar dat is niet erg. Als een boek maar iets doet. Hetzij in je emotie of je geloof. Hetzij dat een boek uitdaagt of prikkelt, ongemakkelijke vragen stelt of een spiegel voorhoudt. Een boek dat ideeën genereert of inspireert. Welnu, Janne IJmker is met haar hoek 'Achtendertig nachten" daarin glansrijk geslaagd.

De laatste keer dat een boek me zo bezig hield was ruim anderhalf jaar geleden, in de persoon van Margje, de vrouw van Hans Sievez. Inderdaad, hoofdpersonen uit "Knielen op een bed violen" van Jan Siebelink, Ik aarzel niet om te schrijven dat beide boeken, de best seller en het debuut, voor wat betreft zeggingskracht met elkaar te vergelijken zijn.

In het boek van IJmker zijn minimaal drie lijnen te onderscheiden, een historische, een psychologische en een theologische, of liever geloofsmatige. Met name de psychologische lijn is boeiend omdat thema's die ook vandaag spelen, volop aanwezig zijn. Een kind dat verantwoordelijkheid neemt voor ouders; een leven dat als het ware vanaf het begin gedoemd lijkt te zijn; egoïsme en oppervlakkigheid die schuld zijn van ongelukken, en een onbereikbare liefde.

Meeslepend beschrijft IJmker de ontwikkelingsgang van kind, puber en jong volwassene Elsjen. Iets van het paradijs zou ze slechts willen, een heel klein stukje, maar het drama ligt op de loer, het klein geluk is onbereikbaar. Geen wonder dat, door de dramatische gebeurtenissen, Elsjen in de gevangenis worstelt met de God die ze wel kent uit haar jeugd, maar die haar in haar latere leven, vergeten schijnt te zijn. Die worsteling is niet gemakkelijk en goedkoop, hoewel Job als model fungeert. Begrijpelijk, want God schijnt de afwezige in de levensgang van Elsjen, die zo graag anders had gewild en zo graag, in volledige zelfopoffering, toch iets van de schone kant van het leven had willen kennen. En dan ook nog te ontdekken, dat moeder, zonder Elsjen, het leven toch wel aankan. En dit alles speelt in de achttiende eeuw, maar raakt mensen uit de een en twintigste eeuw, en dat is knap.


Bronvermelding
http://www.vergadering.nu/boekijmker38nachten.htm (geraadpleegd op 20 januari 2009)
Van deze site heb ik de recensie over Achtendertig nachten.

Gekozen citaten
a. keuzes van de personages

blz. 235/236
‘’Maar steeds meer raak ik ervan bewust dat ik ook zelf keuzes heb gemaakt, dodelijke keuzes.”
Hieruit blijkt dat Elsjen nadenkt in de gevangenis, dat ze niet alleen andere mensen ervan de schuld geeft dat ze haar gebracht hebben tot het mengen van het gif, maar ook zichzelf.

blz. 245
‘’Kan het zijn dat Hij ons, langs dwaalwegen, die we zelf zijn ingeslagen, toch laat uitkomen waar Hij ons uiteindelijk hebben wil? Ik geef Hem daarmee niet de schuld. Die ligt, durf ik voorzichtig te zeggen, bij mij, bij mijn moeder, bij Otie, en ook bij Jan en zijn familie.”
Hieruit blijkt dat Elsjen steeds meer duidelijkheid krijgt over haar keuzes, en waar die uit voort kwamen.


blz. 266
“En ik ben boos op mijn Otie en mijn moeder”.
“Boos?”
“Het lijkt wel of zij mijn leven hebben bepaald. Mensenkinderen, ik zat zo verdraaide vast aan hen. Mijn keuzes zijn door hen bepaald. Kloten, ik had nooit met Jan moeten trouwen.”
Elsjen heeft spijt van de druk die op haar leven gelegd heeft, maar heeft er ook spijt van dat ze die druk op zich heeft laten leggen.

blz. 280
“Waarom heb ik die verrotte keuzes gemaakt, heb ik die beloftes gedaan, ben ik met hem getrouwd, heb ik de zorg voor mijn moeder zo zwaar opgevat?”
Ze begint zichzelf te verwijten van haar keuze om te accepteren wat haar Otie en moeder voor haar bedacht hadden wat haar huwelijk met Jan betreft.

b. houding t.o.v. de medemens
blz. 52
“Ik wil mijn kinderen omarmen. Ik wil mijn kinderen! Ik wil met ze dwalen over de marke, een buizerd achterna.”
Elsjen vindt haar kinderen het belangrijkst in haar leven, en hen mist ze het meest.

blz. 106
“En nog meer dan toen in de bedstee nam ik me voor mijn moeder geen verdriet te doen.”
De zorg voor haar ziekelijke, labiele moeder bepaalt Elsjens leven.


blz. 117
“We liepen met de hele groep schoolkinderen mee, praatten en speelden ook wel met ze, maar Hillegijn en ik, wij gingen eigenlijk samen op, omdat we wisten dat we er voor elkaar waren.”
Hillegijn is Elsjens beste vriendin, maar zij trouwt later met Leffert, Elsjens enige ware liefde. Daardoor negeert Elsjen haar een poos, omdat ze het hier moeilijk mee heeft.

blz. 166
“Wat maakt nou dat wij datgene wat ons ten diepste raakt niet kunnen verwoorden naar elkaar?”
Hieruit blijkt dat er veel onuitgesproken dingen zijn in Elsjens leven, er zijn veel dingen fout gelopen door onbegrip onder haar en haar familie, en ook tussen haar en Jan.

blz. 245
“Ik gaf en ik gaf, dat is mijn gevoel dat nu overheerst.”
Elsjens leven is getekend door de zware last van beloften aan Otie die ze met zich meedraagt, waarmee ze vergroeid is op den duur.

c. ideeën over de samenleving
blz. 186
“Al deze gebeurtenissen, de vreemde waterbeweging, de bevingen, de bloedregens, de hernieuwde aanval van de pest, het liet mij zien dat ik kon denken het leven weer in de hand te hebben, maar dat wij maar nietige mensjes waren.”
In die tijd werden de mensen heel sterk bepaald bij hun afhankelijkheid, omdat ze vaak weinig konden doen tegen ziektes als de pest, die ze ook als straf van God zagen.


blz. 195
“We keken daarbij niet naar afkomst: op een bruiloft danste iedereen mee, de volboer en de keuter, de meid en de knecht (...) Toch was er wel verschil, dat kwam tot uiting in het aantal paarden dat iemand had en de belasting die men betaalde en die werd genoteerd in het haardstedenregister. En dat wisten we allemaal van elkaar, hoewel niemand zich erop voor liet staan.”
Dit zegt meer over de samenleving hoe die in elkaar zat onder de Drentse boeren. Het verschil was er en dat wist iedereen, maar men was zo nuchter er niet mee te koop te lopen of het te benadrukken.

d. houding t.o.v. God
blz. 114
“Wie God is weet ik op dit moment niet goed. Ik weet dat ik Hem een tijd op een afstand heb gehouden omdat Hij te veel van me vroeg.”
Elsjen wordt in het gevang bepaald bij haar verwrongen beeld van God. Ze had altijd het idee dat Hij het was die haar de zware last van zorg oplegde.

blz. 136
“Het leek of God ons aan ons lot overliet, ondanks de gebeden die tot Hem werden opgezonden, bleef de veepest aanhouden en bedierf de oogst voor we die konden binnenhalen.”
De veepest is volgens de strenge Otie een rechtstreekse straf van God op de zonde van Elsjen. (Die ‘zonde’ was het dansen met een zigeunermeisje in de herberg).
Elsjen krijgt hierdoor een nog zwaarder schuldgevoel, vooral als de veepest zich overal verspreidt over de boerderijen.

blz. 187

“En ik hoopte dat áls Hij terug zou komen zou zeggen: ‘Dat heb je goed gedaan, Elsjen’, want uiteindelijk was Hij het die dit alles van me vroeg, en ik stelde me er in de jaren die volgden een eer in dat te volbrengen, voor mijn moeder, voor Hem.”
Hier komt weer de last terug, die Elsjen volgens zichzelf van God moest volbrengen.

blz. 191
“De last was te zwaar, maar ik dacht dat God het van me vroeg. Heb ik Hem verkeerd gevreesd? Heb ik uiteindelijk toch het kwade gedaan? Waar vind ik wijsheid? Ik was een kind en ben ergens verdwaald.”
Elsjen komt er achter dat wat ze al die jaren gedacht heeft, misschien wel helemaal niet waar is. Ze worstelt met haar vraag naar de Waarheid.

blz. 209
“Nooit heb ik ontkend dat Hij er was, maar ik heb Hem niet meer gezocht. Te veel vroeg Hij van mij, werd Hij voor mij de God van mijn Otie, die mij hield aan mijn belofte en van Wie ik niets voor mezelf mocht vragen, van Wie ik niets mocht genieten. Hij werd de God die mij thuis gevangen zette.
Terwijl ik nu door gevangenschap Hem nader ben gekomen.
Elsjen komt er achter dat de gevangenschap haar juist dichter bij God gebracht heeft, tegen al haar verwachtingen in, heeft ze Hem hier gevonden.

blz. 255
“Maar ook komt langzaam een beetje van het geloof dat Job uitte: Zag Hij niet al mijne wegen en telde Hij niet al mijne treden?”
Bij al haar vragen, komt er langzaam dat geloof.
God is niet de Grote Afwezige die alles maar heeft laten gebeuren.
- God is de Aanwezige in Elsjens leven én sterven-

REACTIES

J.

J.

Hallo,

Ik heb een fout ontdekt in dit verslag. Er wordt gezegd dat Hillegijn de zus is van Jan Albers. Dit klopt niet. Hendrikjen is de zus van Jan en zij trouwt met Luit. Hillegijn is de vriendin van Elsjen en trouwt met Leffert, Elsjens liefde.

11 jaar geleden

L.

L.

Wauw! Wat een fantastische samenvatting! Super goed gedaan! Thankss

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Achtendertig nachten door Janne IJmker"