Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Achtendertig nachten door Janne IJmker

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
Boekcover Achtendertig nachten
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 2564 woorden
  • 11 april 2009
  • 33 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
33 keer beoordeeld

Boekcover Achtendertig nachten
Shadow
Achtendertig nachten door Janne IJmker
Shadow
Over Janne IJmker:
Janne IJmker is geboren in 1962 in Tiendeveen. Toen ze 7 jaar was verhuisde ze naar Houten.
Ze is getrouwd en heeft vier kinderen.

Ze heeft tot nu toe vier boeken geschreven:
- Mijn vriend Samuel
- Verdwenen vaders
- De toverfluit
- Achtendertig nachten, verscheen in 2006
Van die boeken werden er 2 bekroond met de prijs voor het beste christelijke jeugdboek: dat waren 'Mijn vriend Samuel' in 2002 en 'Verdwenen vaders' in 2004. Verder schreef ze een paar korte verhalen voor het kinderblad ZeGGus. Achtendertig nachten is haar eerste boek voor volwassenen. Dit boek is heel goed ontvangen door de media en er wordt lovend over gesproken. Ook wordt het soms vergeleken met het boek Knielen op een bed violen van Jan Siebelink.

Samenvatting:
Het boek speelt zich af in de 18e eeuw. Het verhaal gaat over Elsjen Roelofs. Ze is een boerendochter die in het Drentse plaatsje Doldersum leeft. Ze is getrouwd met Jan Albers, met wie ze het niet zo goed kan vinden. De problemen beginnen als op een nacht haar man Jan doodziek wakker wordt en, als hij van haar geen reactie krijgt, naar het huis van Luit gaat (Elsjens broer). Die laat haar drie keer halen, omdat het met Jan steeds slechter gaat. Die nacht nog sterft Jan, zonder dat Elsjen is komen kijken, waardoor ze zich verdacht heeft gemaakt. Als later blijkt dat Jan is vergiftigd, wordt Elsjen gearresteerd. Ze wordt naar de gevangenis in Assen gebracht. Daar zit ze haar zwangerschap uit en bevalt ze van een dochter, die gelijk weer van haar wordt afgepakt. Die dochter wordt Jantien genoemd, naar haar vader jan, maar Elsjen is het er niet mee eens en noemt haar Eva. Tijdens die bevalling is er wat in haar veranderd. Ze gaat Janna, een vrouw die in de gevangenis werkt, vertrouwen en vraagt haar om een pen en papier. Zo begint ze haar levensverhaal te schrijven:


Als Elsjen vier jaar is sterft haar vader door een schop van een paard. Kort daarna sterft ook haar opa. Omdat haar moeder ziek, zwak en misselijk is, wordt Elsjen eigenlijk opgevoed door haar oma, die overal heel erg streng en hard in is, vooral in straf geven. Elsjen is vastbesloten om haar oma niet teleur te stellen, wat een sterke druk op haar leven legt, ook als haar oma is overleden. Ook haar moeder legt een grote druk op haar leven, omdat ze al eens eerder een dochtertje heeft verloren dat ook Elsjen heette, daardoor is ze heel erg bang om Elsjen te verliezen, en dat laat ze haar weten. Deze twee dingen leggen zo’n enorme druk op Elsjen dat ze als kind geen kind kon zijn, omdat ze altijd op moest passen dat ze haar oma en vooral haar moeder geen pijn zou doen. Maar Lieven, de zus van haar oma, zorgt ervoor dat ze zich af en toe toch vrij voelt, door haar liefde voor de natuur bij te brengen. Eén van de dingen die haar aantrekken in de natuur is de roep van de buizerd, die heeft een onweerstaanbare aantrekkingskracht, die haar iedere keer weer naar buiten lokt.
Op een dag is ze aan het zwerven op de hei, nadat ze de roep van de buizerd heeft gehoord, die ze niet heeft kunnen weerstaan. En als ze dan Leffert, de herder, tegenkomt, komt ze erachter dat ze de tijd is vergeten, en als ze eindelijk thuis komt, ziet ze haar broer Bartelt op een paard wegrijden. Ze denkt dat er iets met haar moeder is gebeurd, en ze rent naar huis, maar zodra ze daar is ziet ze dat het haar oma is, die van de trap is gevallen. Ze beseft dat het haar schuld is, en probeert door zo hard mogelijk te werken haar schuldgevoel weg te werken. Op een avond roept oma iedereen om de beurt bij zich. Elsjen is de laatste die aan de beurt is. Als ze dan bij oma zit, laat zij doorschemeren dat ze gaat sterven, ze laat Elsjen met haar hand op de bijbel beloven dat ze haar moeder bij alles zo veel mogelijk zou helpen, en dat ze alles zou doen om de boerderij die ze hebben te onderhouden. Dat ze dus eigenlijk heel haar leven zou wijden aan haar moeder en de boerderij. Elsjen belooft het wel, maar ten diepste wil ze het niet. De eerste tijd nadat haar oma is overleden, doet Elsjen niets anders dan het huishouden runnen zoals haar oma het gedaan zou hebben, en niet alleen Elsjen, maar ook haar beide broers. Met z’n drieën proberen ze de boerderij draaiende te houden, wat na een tijdje steeds beter gaat. Elsjen krijgt weer tijd voor andere dingen, en gaat met haar beste vriendin Hillegijn mee naar spinavonden. Op die avonden kwamen alle meisjes uit het dorp en nadat ze een paar uur hadden zitten spinnen, kwamen alle vrijgezelle jongens uit het dorp om met de meiden te praten en een beetje te sjansen. Op die avonden wordt ze verliefd op Leffert. Als ze een week later aan tafel zit, vlak voor er weer zo’n avond is, wordt haar verteld dat ze Leffert moet vergeten en werk moet maken van Jan Albers, omdat oma gewild zou hebben dat ze met hem zou trouwen. Ze wil het niet, maar na een tijdje, besluit ze om haar eigen geluk op te offeren voor het geluk van haar moeder, en dus dat ze gaat trouwen met Jan.
Al tijdens haar tijd dat ze verkering heeft met Jan Albers, komt ze erachter dat Jan een gruwelijk verwend nest, jaloers en een echt moederskindje is. Maar toch heeft  ze hoop dat het tijdens hun huwelijk zal veranderen. Ze begint haar huwelijk ook met een gevoel van hoop en het voornemen om er het beste van te maken. Maar op de eerste dag na haar bruiloft komt ze er achter dat het niets beter zal worden. Dat Jan nog steeds verwend is en alles aan zijn moeder overbrieft. De eerste tijd probeert ze het te negeren en er het beste van te maken, maar wat ze ook doet, niets is goed genoeg. Maar als ze merkt dat ze zwanger is van een jongetje die ze later Roelof gaan noemen, krijgt ze weer opnieuw hoop dat het toch nog goed zal komen, maar al gauw blijkt het tegendeel: het wordt alleen maar erger.

Ondertussen lopen de spanningen tussen Jan en Barteld, die nog steeds thuis woont, steeds hoger op, waardoor Jan het idee krijgt dat hij samen met zijn gezin maar eens op zoek moet gaan naar een andere boerderij, om voor zichzelf te beginnen en van de problemen thuis af te zijn. Elsjen laat duidelijk merken dat zij niet weg wil uit haar ouderlijk huis en dat ze haar moeder niet in de steek wil laten. Als Jan dan ineens een hele tijd en heel veel ruzies later plotseling zegt dat hij een boerderij op de kop heeft getikt, raakt haar moeder zo in paniek dat Elsjen besluit dat Jan zijn mond dicht moet houden. Als ze dan de dag daarna naar de markt moet en voor een ziek paard rattenkruit mee moet nemen, besluit ze dat ze wat meer mee neemt en Jan er een beetje van geeft om hem het zwijgen op te leggen.

Vanaf dit punt weten we wat er gebeurd is. Elsjen is naar de gevangenis in Assen gebracht, waar ze wordt berecht. In de cel waar ze zit is er elke nacht een vrouw bij haar die haar niet veroordeelt en haar met liefde behandelt, die vrouw is Janna. In het begin wantrouwt ze Janna, maar wat Elsjen ook zegt en denkt van haar; Janna blijft aardig voor haar. Langzamerhand gaat Elsjen Janna vertrouwen. Ze bouwen samen een vertrouwensband op en Janna staat voor Elsjen klaar als ze nodig is. Janna wijst iedere keer als Elsjen het niet meer ziet zitten op God en dat Hij er ook voor haar wil zijn en dat ook haar zonden zijn vergeven. Janna wordt voor Elsjen de weg terug naar God, en als ze, na achtendertig nachten van schrijven en praten met Janna ter dood wordt veroordeeld, kan ze rustig sterven. Ze heeft vrede gekregen met haar verleden en haar lot.
Het boek heet dan ook achtendertig nachten, omdat Elsjen achtendertig nachten lang haar levensverhaal schrijft; het analyseert en het verwerkt, met de hulp van Janna.

De hoofdpersonen:
Elsjen Roelofs: Is de hoofdpersoon. Haar vader is al jong gestorven en haar moeder is daarna nooit meer de oude geworden. Ze is heel erg verliefd op Leffert, maar haar moeder en broers vinden hem niet geschikt, en ze vinden dat ze maar met Jan Albers moet trouwen. Ze kan het helemaal niet met hem vinden, en vijf jaar na de bruiloft doet ze rattengif in zijn eten nadat ze een keer heel boos is geworden door al dat gezeur van hem. Jan gaat eraan dood, maar het was helemaal niet haar bedoeling om hem te vermoorden.

Wemele: De moeder van Elsjen. Haar man is een paar jaar na Elsjen geboorte gestorven en ze is daarna nooit meer de oude geworden. Ze is ook vaak ziek en depressief. Ze heeft al een keer een dochtertje verloren, en daarom is ze een beetje overbezorgd en let ze goed op waar Elsjen uithangt.


Luit Roelofs: De broer van Elsjen. Ze heeft niet echt veel contact met hem. Hij werkt hard op het land, maar verder is hij niet zo gezellig. Na een tijdje trouwt hij met Hillegijn Albers, de zus van Jan, en gaat hij in een ander huis wonen.

Barteld Roelofs: Halfbroer van Elsjen. Het kind van Roelof Bartelds (vader van Elsjen) eerste vrouw. Die vrouw was de zus van Elsjens moeder. Barteld is de lievelingsbroer van Elsjen. Hij is heel gezellig en doet leuke dingen met haar. Hij kan Jan Albers niet uitstaan, en vraagt zich ook af waar Elsjen mee bezig is, want ze houdt helemaal niet van Jan.

Otie: Oma van Elsjen, maar door de familie van Elsjen wordt ze Otie genoemd. Ze heeft zeg maar de leiding op de boerderij, en iedereen doet wat ze zegt.
Elsjen moet, al sinds ze heel jong was, keihard werken op de boerderij en heeft daarom niet veel tijd op de boerderij. Ook omdat haar moeder vaak ziek is wil Elsjen haar moeder en oma niet teleurstellen en werkt zo hard als ze kan, maar het is eigenlijk nooit goed. Elsjen krijgt steeds meer een hekel aan haar oma, en wenst haar vaak dood. Maar daarna krijgt ze zo’n spijt van wat ze heeft gezegd dat ze nog harder gaat werken om alles te vergeten. Na een tijdje gaat haar oma inderdaad dood, en Elsjen belooft haar met haar hand op de Bijbel dat ze heel hard zal werken op de boerderij. Na de dood van Otie wordt alles op de boerderij nog steeds volgens haar regels geregeld, maar Elsjen kan nu wel wat meer haar eigen dingen doen.

Jan Albers: Hij is de man van Elsjen, en ook degene die vermoord is. Hij is een vriend van Leffert, de jongen op wie Elsjen verliefd was. Jan kende ze helemaal niet goed, maar op een dag besloten haar moeder en broers dat zij maar met Jan moest gaan trouwen, omdat ze hem een veel geschikter persoon vonden. Elsjes moeder was toen ziek, en daarom durfde Elsjen er niet veel van te zeggen, want ze was bang dat haar moeder het niet zou overleven als het opeens allemaal veranderd zou worden. Ze voelt dus helemaal geen liefde voor Jan, maar ze wil er maar het beste van maken. Ze komt erachter dat hij toch niet zo aardig lijkt, want hij is heel bezitterig (hij werd super kwaad toen Barteld zijn zus omarmde op haar trouwdag) en hij is een echt moederskindje. Bij al het eten wat Elsjen klaarmaakt zegt hij dat het best te eten is, maar dat zijn moeder het toch een stuk beter doet, en soms gaat hij zelfs zonder iets te zeggen gewoon weg, en gaat hij bij zijn moeder eten. Op het laatst laat hij zelfs zijn kleding wassen door zijn moeder in plaats van door Elsjen. Hij is dus heel erg verwend en heel snel jaloers.

Leffert: Hij had vroeger veel contact met Elsjen, en is na een tijdje verliefd op haar geworden. Hij is de beste vriend van Jan. Nadat Elsjen met Jan getrouwd is neemt hij verkering met Hillegijn Albers.

Hillegijn Albers: Van jongs af aan de beste vriendin van Elsjen. Ze is de zus van Jan. Later trouwt ze met Leffert. Daardoor negeert Elsjen haar een tijdje, omdat zij eigenlijk van Leffert houdt.
Lieven Meui: De tante van Elsjen die haar allemaal sprookjes vertelt, bijvoorbeeld waarom er kraters in de maan zitten en waarom er soms van die zilveren draadjes over de hei liggen. Ze speelt een belangrijke rol in Elsjens leven.
Janna: Een vrouw die in de gevangenis van Assen werkt en ’s nachts bij Elsjen komt. Ze wordt de vertrouwenspersoon van Elsjen. Janna bemoedigt haar en Elsjen heeft heel veel aan haar.

Thema:
Schuldgevoel. De tijd dat Elsjen in de gevangenis zit schrijft ze haar levensverhaal op, zodat ze goed op een rijtje kan zetten wat er nou in de laatste jaren van haar leven allemaal gebeurd is en waar het nou fout is gegaan. Ze heeft Jan dan wel vermoord, maar als haar moeder en andere familieleden haar niet gedwongen hadden om met Jan te trouwen en als Jan zelf wat redelijker was geweest, was dit allemaal niet gebeurd. Dus de vraag is eigenlijk wie nou de grootste schuld heeft.

Stroming:
Janne IJmker hoort bij de christenen. Achtendertig nachten is een christelijke roman, dat zie je aan de motto’s die voorin het boek staan, namelijk Bijbelteksten uit het boek Job.


Motieven:
- Schuldgevoelens.Alle stukken die zich in Assen afspelen, dus als Elsjen in de gevangenis zit, hebben te maken met schuldgevoelens.
- Manipulatie.Vooral haar oma beïnvloedde haar en sprak haar een schuldgevoel aan en bewerkte haar daarop.
- Vrijheid/ De roep van de buizerd. Dit komt ook vaak voor. Elke keer als Elsjen buiten werkt en de roep van de buizerd hoort moet ze er altijd achteraan. Ze geniet van de vrijheid en dat ze even niet hoeft te werken.
- Bijbelboek Job.Ze wil eigenlijk God ten verantwoording roepen voor alle ellende die haar overkwam. Job wou dit ook. Elsjen vergelijkt zich met Job.

Perspectief
Het verhaal is geschreven vanuit een ik-perspectief.
Alleen in het laatste hoofdstuk wanneer Elsjen wordt veroordeeld kijk je in de gedachten van Janna, en in de proloog, als Jan in de nacht nadat hij vergiftigd is, wakker wordt, wordt het verteld door de alwetende verteller.


Opbouw:
Het boek is niet-chronologisch verteld. Het boek begint met een proloog, waarin beschreven wordt dat Jan, in de nacht waarna hij vergiftigd is, wakker wordt met hele erge buikpijn en misselijkheid. Tot en met dat Elsjen in de gevangenis terechtkomt is chronologisch. Als ze haar levensverhaal begint op te schrijven zijn er flashbacks en gaat het dus niet-chronologisch verder.

Tijd:
1743- 1767
Het boek gaat over een periode van 24 jaar. Het boek begint dat Elsjen zo’n jaar of vier is, en het eindigt met haar veroordeling; dan is ze 28.

Ruimte:
Het verhaal speelt zich af in de gevangenis in Assen, en de flashbacks spelen zich af in het Drentse plaatsje Doldersum.

REACTIES

W.

W.

wat een onnozel boek!

13 jaar geleden

M.

M.

wat een super goed verslag!! kheb er egt veel aan gehad!!

13 jaar geleden

L.

L.

wat een prima verslag.het heeft me echt geholpen.nog bedankt..........

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Achtendertig nachten door Janne IJmker"