Uitgever: Meulenhoff editie
Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar van uitgave: 1987 September (1e druk 1987) c. Genre: Verhalen 2. Eerste reactie a. Keuze: Ik moest nog een verhalenbundel lezen en dit leek me wel een leuk boek. b. Inhoud: Het is een beetje raadselachtig geschreven en dat vind ik wel leuk. Sommige verhalen zijn ook een beetje spannend. Doordat alles in de ik-persoon geschreven staat wordt het raadselachtig en moest ik eerst een stukje doorlezen voordat ik erachter kwam wie de ik-persoon was. 3. Verdieping a. Samenvatting: 1. De verhalenbundel bevat 11 verhalen van ongeveer 15 tot 20 bladzijden. 2. De omvang van de verhalen is ongeveer hetzelfde. Alle verhalen zijn in de ik-persoon geschreven, waardoor het een beetje raadselachtig wordt. Het genre van elk verhaal is kort verhaal en soms zit er een stukje avontuur in. Alle verhalen hebben een open einde. 3. Er is volgens mij geen sprake van overeenkomst in thematiek tussen de verschillende verhalen. b. 1. - De moeder, de zoon en het hondje - In verzekerde bewaring - Aanklacht tegen onbekend - In de naam der wet - Licht en kracht
Alle vijf de verhalen zijn spannend en zijn op dezelfde manier geschreven. In alle vijf de verhalen komt een soort vorm van fantasie voor, dit vind ik leuk.
2. De moeder, de zoon en het hondje.
De moeder van de zoon is een mollige vrouw. Er komen vaak mannen op bezoek: deze hebben haast, maar er is één man die geen haast heeft en dat is Wout. Wout is een mollige en een trage man. Het hondje heet Tommy.
De zoon heeft zijn hoofdje gestoten en de vriendin denkt dat er geklopt wordt. Het zoontje begint te huilen en gaat naar zijn hobbelpaard. Deze troost hem altijd.
Het zoontje is pas vier jaar oud. Hij heeft veel fantasie.
Dan breekt het zoontje zijn arm en het geneest ook weer. De zoon zit op een hobbelpaard. Hij fantaseert dat ze over de prairie rijden. Tommy begint te janken. De zoon fantaseert dat Tommy een coyote is. Dan komt Tommy de kamer binnen en begint te blaffen. Het zoontje schopt naar Tommy, waarop Tommy zijn scherpe tandjes laat zien. Het zoontje is verbaasd dat Tommy dit doet. Dan beginnen ze te vechten. Tommy bijt het zoontje in zijn bovenbeen en het zoontje steekt Tommy met zijn mes. Het zoontje had Tommy in de kast met mottenballen
gelegd. In verzekerde bewaring. Albert is een vervelende opdringerige jongen. De ik-persoon heeft veel vrienden. Op een dag gaan ze schaatsenen zien ze Albert in de verte. Ze willen Albert voor eens en altijd een lesje leren. Albert vlucht, maar ze gaan hem achterna. Ze halen Albert in en Pieter geeft hem een duw. Ze omcirkelen Albert zo dat zijn enige uitweg de kant van het wak op is. Dan vliegen er wat eenden op uit het wak en is Albert plotseling verwenen. De ik-persoon moet met een psychiater gaan praten en blijft voorlopig in verzekerde bewaring. Aanklacht tegen onbekend. De ik-persoon is moeder. Het kind roept de moeder en zegt dat het huis leeg is. De moeder gelooft dit niet en gaat zelf kijken. Ze ziet dat het huis echt leeg is en belt de politie. De politie komt en zegt dat ze een aanklacht tegen onbekend moet indienen. De moeder durft het huis niet meer uit en Karin (haar vriendin) is de enige die weet hoe ze de moeder het huis uit moet krijgen. Karin en de moeder gingen stelen. Ze stelen in winkels en uit zakken van mensen. Karin houdt niet zo van grapjes en mannen. Karin kan leuk met het kind opschieten. Als de moeder en Karin weer gaan stelen wordt Karin betrapt door een mevrouw. De moeder krijgt het gevoel dat ze Karin in steek laat, maar de politie komt er niet achter en schrijft een “aanklacht tegen onbekend” op. In de naam de wet
Het gaat over een stel jongeren. Thomas was een voorbeeld voor de ik-persoon. Thomas is nooit echt zo heel erg sterk geweest en is overleden. Ze denken dat Thomas zijn geest nog eens zou komen. Ze slapen op de zolder vlak bij de kazerne. Het ouderschap is bij hen afgeschaft. Dan komt er een politieauto. De kinderen worden gezocht. Thomas was de enige die de verhalen van de ik-persoon goed vond. Dan de lijkwagen van Thomas langskomt. Op de dag van de begrafenis hoeft niemand naar school. Dan is de volgende dag de kist leeg. Niemand wilde de opstanding van Thomas geloven. Licht en kracht
De ik-persoon is een juf op een basisschool. De school is een oud, bijna vervallen gebouwtje. De directeur heet meneer Muts. Hij heeft een broer die een kindertehuisopvang leidt. De broer heeft een dochter, zij heet Mieke. Er komt een circus in de stad. De kinderen van het opvangtehuis gaan daar heen. De juf van de basisschool ook. Mieke is achtergebleven in haar kennis, maar ze is niet mongoloïde. Als de juf met Mieke in een auto zit probeert ze Mieke wel eens uit te horen. Ze probeert er dan achter te komen of ze ooit wel eens eerder op school heeft gezeten en of ze die had afgemaakt. Dan rijden ze door de modder en komen ze vast te zitten. Ze gaan lopend verder totdat ze een boerderij tegen komen. De man van de boerin trekt hun auto uit de modder. Ze blijven nog even en gaan dan naar huis. Dezelfde avond komt meester Muts langs. Ze krijgen ruzie over het feit dat de school dicht moet. Ook omdat meester Muts de inspectie voor de gek houd. Dit doet hij door de kinderen die in het opvangtehuis zitten ook op zijn lijst te zetten. Hierdoor lijkt dat er veel kinderen op zijn school zitten. De juf gaat weg van school en gaat verder studeren, maar ze weet nog niet hoe ze het aan Mieke moet vertellen. 3. De schrijfstijl is hetzelfde. Het is allemaal een beetje raadselachtig geschreven zodat je er achter moet komen wie de ik-persoon is. De plaatsen waar het zich afspeelt zijn verschillend. De schrijver schrijft de verhalen zo dat het niet duidelijk is wie nu het slachtoffer is en wie de aanklager. c. 1. Het werk is in 1987 voor het eerst gepubliceerd. 2. Ze heeft meerdere boeken geschreven: - Een kaart niet het gebied. - De zeevlam. - Aanklacht tegen onbekend. 3. Het boek is geschreven in de periode na 1980. Alles is allemaal veel moderner geworden. 4. Het boek ‘Aanklacht tegen onbekend’ vormt de logische voortzettingen van haar werk. 5. Het boek is niet echt typerend voor deze tijd. Het boek is wel in moderne woorden geschreven. 4. Beoordeling
1. - Aanklacht tegen onbekend: dit is spannend, ontroerend, omdat Karin soms zo boos kan worden tegen de ik-persoon, terwijl de ik-persoon het niet verkeert bedoeld. - Licht en kracht: is leuk geschreven. Het is ontroerend als je leest dat Mieke en de ik-persoon een band krijgen, maar dat de ik-persoon later weer weg moet. 2. In de naam der wet: het is ergens een zielig verhaal, de ik-persoon beschrijft een gedeelte van haar leven. 3. Geen een. 4. Het is een leuk verhalenbundel om te lezen en het is ook niet zo moeilijk om te lezen. 5. Ja, het is leuk geschreven, maar je moet er wel van houden.
Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar van uitgave: 1987 September (1e druk 1987) c. Genre: Verhalen 2. Eerste reactie a. Keuze: Ik moest nog een verhalenbundel lezen en dit leek me wel een leuk boek. b. Inhoud: Het is een beetje raadselachtig geschreven en dat vind ik wel leuk. Sommige verhalen zijn ook een beetje spannend. Doordat alles in de ik-persoon geschreven staat wordt het raadselachtig en moest ik eerst een stukje doorlezen voordat ik erachter kwam wie de ik-persoon was. 3. Verdieping a. Samenvatting: 1. De verhalenbundel bevat 11 verhalen van ongeveer 15 tot 20 bladzijden. 2. De omvang van de verhalen is ongeveer hetzelfde. Alle verhalen zijn in de ik-persoon geschreven, waardoor het een beetje raadselachtig wordt. Het genre van elk verhaal is kort verhaal en soms zit er een stukje avontuur in. Alle verhalen hebben een open einde. 3. Er is volgens mij geen sprake van overeenkomst in thematiek tussen de verschillende verhalen. b. 1. - De moeder, de zoon en het hondje - In verzekerde bewaring - Aanklacht tegen onbekend - In de naam der wet - Licht en kracht
gelegd. In verzekerde bewaring. Albert is een vervelende opdringerige jongen. De ik-persoon heeft veel vrienden. Op een dag gaan ze schaatsenen zien ze Albert in de verte. Ze willen Albert voor eens en altijd een lesje leren. Albert vlucht, maar ze gaan hem achterna. Ze halen Albert in en Pieter geeft hem een duw. Ze omcirkelen Albert zo dat zijn enige uitweg de kant van het wak op is. Dan vliegen er wat eenden op uit het wak en is Albert plotseling verwenen. De ik-persoon moet met een psychiater gaan praten en blijft voorlopig in verzekerde bewaring. Aanklacht tegen onbekend. De ik-persoon is moeder. Het kind roept de moeder en zegt dat het huis leeg is. De moeder gelooft dit niet en gaat zelf kijken. Ze ziet dat het huis echt leeg is en belt de politie. De politie komt en zegt dat ze een aanklacht tegen onbekend moet indienen. De moeder durft het huis niet meer uit en Karin (haar vriendin) is de enige die weet hoe ze de moeder het huis uit moet krijgen. Karin en de moeder gingen stelen. Ze stelen in winkels en uit zakken van mensen. Karin houdt niet zo van grapjes en mannen. Karin kan leuk met het kind opschieten. Als de moeder en Karin weer gaan stelen wordt Karin betrapt door een mevrouw. De moeder krijgt het gevoel dat ze Karin in steek laat, maar de politie komt er niet achter en schrijft een “aanklacht tegen onbekend” op. In de naam de wet
Het gaat over een stel jongeren. Thomas was een voorbeeld voor de ik-persoon. Thomas is nooit echt zo heel erg sterk geweest en is overleden. Ze denken dat Thomas zijn geest nog eens zou komen. Ze slapen op de zolder vlak bij de kazerne. Het ouderschap is bij hen afgeschaft. Dan komt er een politieauto. De kinderen worden gezocht. Thomas was de enige die de verhalen van de ik-persoon goed vond. Dan de lijkwagen van Thomas langskomt. Op de dag van de begrafenis hoeft niemand naar school. Dan is de volgende dag de kist leeg. Niemand wilde de opstanding van Thomas geloven. Licht en kracht
De ik-persoon is een juf op een basisschool. De school is een oud, bijna vervallen gebouwtje. De directeur heet meneer Muts. Hij heeft een broer die een kindertehuisopvang leidt. De broer heeft een dochter, zij heet Mieke. Er komt een circus in de stad. De kinderen van het opvangtehuis gaan daar heen. De juf van de basisschool ook. Mieke is achtergebleven in haar kennis, maar ze is niet mongoloïde. Als de juf met Mieke in een auto zit probeert ze Mieke wel eens uit te horen. Ze probeert er dan achter te komen of ze ooit wel eens eerder op school heeft gezeten en of ze die had afgemaakt. Dan rijden ze door de modder en komen ze vast te zitten. Ze gaan lopend verder totdat ze een boerderij tegen komen. De man van de boerin trekt hun auto uit de modder. Ze blijven nog even en gaan dan naar huis. Dezelfde avond komt meester Muts langs. Ze krijgen ruzie over het feit dat de school dicht moet. Ook omdat meester Muts de inspectie voor de gek houd. Dit doet hij door de kinderen die in het opvangtehuis zitten ook op zijn lijst te zetten. Hierdoor lijkt dat er veel kinderen op zijn school zitten. De juf gaat weg van school en gaat verder studeren, maar ze weet nog niet hoe ze het aan Mieke moet vertellen. 3. De schrijfstijl is hetzelfde. Het is allemaal een beetje raadselachtig geschreven zodat je er achter moet komen wie de ik-persoon is. De plaatsen waar het zich afspeelt zijn verschillend. De schrijver schrijft de verhalen zo dat het niet duidelijk is wie nu het slachtoffer is en wie de aanklager. c. 1. Het werk is in 1987 voor het eerst gepubliceerd. 2. Ze heeft meerdere boeken geschreven: - Een kaart niet het gebied. - De zeevlam. - Aanklacht tegen onbekend. 3. Het boek is geschreven in de periode na 1980. Alles is allemaal veel moderner geworden. 4. Het boek ‘Aanklacht tegen onbekend’ vormt de logische voortzettingen van haar werk. 5. Het boek is niet echt typerend voor deze tijd. Het boek is wel in moderne woorden geschreven. 4. Beoordeling
1. - Aanklacht tegen onbekend: dit is spannend, ontroerend, omdat Karin soms zo boos kan worden tegen de ik-persoon, terwijl de ik-persoon het niet verkeert bedoeld. - Licht en kracht: is leuk geschreven. Het is ontroerend als je leest dat Mieke en de ik-persoon een band krijgen, maar dat de ik-persoon later weer weg moet. 2. In de naam der wet: het is ergens een zielig verhaal, de ik-persoon beschrijft een gedeelte van haar leven. 3. Geen een. 4. Het is een leuk verhalenbundel om te lezen en het is ook niet zo moeilijk om te lezen. 5. Ja, het is leuk geschreven, maar je moet er wel van houden.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden