Schriftelijk ervaringsverslag
Zita Theunynck is een vrouw waarop je kunt bouwen. Wanneer ze haar debuut ‘Het wordt spectaculair. Beloofd’ noemt, doet ze geen loze beloften, want het is inderdaad een spectaculair boek. Er komen weliswaar geen ontploffingen, indrukwekkende achtervolgingen of schietpartijen in voor. Of ellenlange zinnen waarvan je hoofdpijn krijgt, alleen al van ernaar te kijken, maar die als experiment wel indrukwekkend zouden zijn. Neen. ‘Het wordt spectaculair. Beloofd’ is zo een eenvoudig maar toch spectaculair boek. Een boek waarvan je op de eerste pagina’s al weet dat het je kei-, kei-, keihard zal raken. Dat je zakdoekjes gaat nodig hebben om je tranen te deppen. Een boek waarvan je weet dat het misschien niet helemaal perfect zal zijn, maar wel onvergetelijk. Zo een boek is het, en meer.
Al na 12 pagina’s was ik gerustgesteld en zeker, dit wordt een top boek. Een recordtempo om je lezers te overtuigen, vind ik persoonlijk. Theunynck heeft de eerste bladzijden dan ook zorgvuldig samengesteld en dat appreciëren haar lezers. Ze gebruikt haar woorden beheerst en is niet bang om eens met tekengroottes te experimenteren. Dit boekje is niet de doorsnee roman dat je al twaalf keer hebt gelezen en die momenteel stof vangt op je kast, neen, dit verhaal is totaal anders. Het schetst de naakte waarheid van een relatie in de 21ste eeuw en het is werkelijk verfrissend. Zelden heb ik al zo genoten van een roman. Ik kon dit bangelijk goed boek dan ook niet voor mezelf houden en raadde dit alreeds aan iedereen die het wou horen. De meeste van mijn vriendinnen hebben dit meesterwerk al gelezen of gereserveerd in de bibliotheek, en hun commentaren zijn even lovend als de mijne. Ik citeer: ‘IK HEB NOG NOOIT ZO DICHT BIJ HUILEN GESTAAN BIJ HET LEZEN VAN EEN BOEK’, ‘ZO ONGELOOFLIJK RAKEND. IK BEN ECHT NEERGESCHOTEN. ALLE ANDERE LIEFDESVERHALEN KUNNEN ZICHZELF VERBRANDEN’, ‘Die auteur is magistraal. Een wereldgenie. Ze mag eeuwig leven, geen zever.’, en ik ben het volkomen eens met deze uitspraken. Dit verhaal kruipt onder je huid en laat je niet met rust.
Bovendien wist Zita op elke bladzijde wel een glimlach of een schaterlach te ontluiken bij mij door haar fantastische schrijfstijl en neerzetting van super herkenbare personages. Anna en Leonard, de hoofdpersonages, hebben twee totaal verschillende karakters, die door toeval met elkaar zijn beginnen te praten. Ze hebben elk hun eigen bagage, maar toch passen ze zo goed bij elkaar dat je je als lezer echt een cheerleader voelt aan de zijlijn van hun (liefdes)verhaal. Sommige critici beweren dat Zita nog moet werken aan het weergeven van dialogen, maar ik vind niks minder waar, de gesprekken tussen Anna en Leonard zijn op zijn minst gezegd geniaal en superrealistisch. Zowel Anna als Leonard heeft moeite met ‘normale’ gespreksonderwerpen te verzinnen en dit leidt tot hilarische taferelen[i].
Doorheen het verhaal voelde ik erg veel gelijkenissen tussen zowel Leonard als Anna en mezelf. Anna en ik lijken iets meer op elkaar, doordat we beide moeite hebben met sociaal ongemakkelijke situaties en hierdoor vaak vreemde dingen op de slechtste tijdstippen zeggen en/of doen[ii]. Ook hebben we beide niet echt nood aan melige vriendjes, maar gewoon een down-to-earth persoon die ons kan verdragen op ons slechtste en beste momenten. Verder stelt Anna vaak ongegeneerd willekeurige vragen[iii] en hecht ze er veel belang aan, iets wat volkomen herkenbaar is voor mij. Tenslotte hebben we last van een ochtendhumeur, af en toe nood aan een beetje me-time en zijn we beide erg ongeduldig. Anna en ik hebben dus veel gemeenschappelijk, wat het lezen een leukere ervaring maakte.
Leonard en ik verschillen iets meer, maar in de grote lijnen zijn we gelijk. Hij is geduldig, ik niet. We zijn beide koppig, nieuwsgierig, vastberaden en gênant[iv]. Ik had wel gedurende het verhaal een aantal momenten waarop ik hem niet begreep en dacht ‘Wat doe je nu?’. Een van die momenten was; toen hij per se wou weten wie Anna belde tijdens het diner dat ze zelf had klaargemaakt. (P143) Hij bleef maar doordrammen over het telefoontje♪ hoewel Anna het hem helemaal niet wou en hoefde vertellen, hij schopte nodeloos een scène. Ook zijn reactie op de sms ‘Anna heeft Kats echtgenoot geneukt’ vind ik ronduit overdreven. Zonder achtergrondinformatie of extra onderzoek, neemt Leonard aan dat de afzender het bij het rechte eind heeft en beëindigd zijn eigen leven. Nota bene op dezelfde manier als zijn mama het ooit deed. Ik zou op zijn minst eerst een verklaring aan Anna hebben gevraagd voordat ik verdere stappen zou hebben ondernomen.
Leonard zijn dood verklaarde wel het hele vertelperspectief en de eigenaardige structuur van het verhaal. Het duurde eventjes, maar na enkele pagina’s had ik door dat Leonard het verhaal vertelde op een ietwat speciale manier. Theunynck heeft gewerkt met een mengeling van auctoriële verteller en vertellende ik, waarin Leonard de ik-verteller is en Anna de antagonist ‘jij’ is. Dit zorgde voor hilarische dialogen[v] en de neerzetting van een realistisch, goed inleefbaar personage. Doordat Leonard de afloop van het verhaal al weet, omdat hij deze als geest (denk ik) vertelt, krijgen we soms al meer informatie[vi] dan de personages, wat de spanning opbouwt. Vanaf pagina 238 tot de laatste is Anna dan de auctoriële vertellende-ik en Leonard de ‘jij’ tegenspeler. In deze 24 pagina’s kregen we de korte versie van de gebeurtenissen uit het oogpunt van Anna te lezen, wat ervoor zorgde dat ik een totaal andere kijk kreeg op de gebeurtenissen en nóg meer respect kreeg voor haar als individu. Ik kwam er zo achter dat het ‘geheime’ telefoontje♪ van de huisarts kwam over de (negatieve) resultaten van haar afgelegde soa-test, een telefoontje dat je liever voor jezelf houdt.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden