Auteur: Erasmus.
Erasmus heeft het idee van dit boek ontwikkeld toen hij in 1509 op zomerreis was van Italië naar Engeland. Na die reis van twee maanden heeft hij het idee in enkele dagen uitgewerkt.
Erasmus werd op 28 oktober geboren hoogstwaarschijnlijk in Rotterdam, maar in welk jaar weet niemand precies. In elk geval ergens tussen 1465 en 1470. Wat wel zeker is, is zijn sterfdatum: 12 juli 1536. Zijn eigenlijke naam was: Gerrit Gerritszoon, maar in 1506 veranderde hij die definitief in Desiderius Erasmus Roterodamus. Erasmus was een onwettig kind omdat zijn vader al getrouwd was (niet met Erasmus’ moeder) en dat was in die tijd een groot taboe.
Erasmus is later vooral internationaal bekend geworden als ‘De Humanist’, hij was een belangrijke impuls voor de verspreiding van het humanisme.
Ander werk:
- Adagia (1500)
- Enchiridion Militis Christiani (1504)
- Novum Intrumentum (1516)
Titel:
Lof der Zotheid (oorspronkelijk Griekse titel: Moriae Enconium). Deze titel past bij het boek, want het is de lofzang op de zotheid.
Jaar van eerste druk:
1511
De editie die ik heb gelezen is gebaseerd op de Latijnse tekst zoals die is uitgegeven in 1898 door dr. J.B. Kan, vertaald door A.J. Hiensch.
Motto:
Het boek heeft geen motto
Samenvatting:
Het boek begint met een voorrede in briefvorm aan een vriend van Erasmus, de humanist Thomas More, waarin Erasmus uitlegt wanneer en waarom hij dit boek heeft geschreven.
Dan begint de lof aan de zotheid en die wordt geschreven door de zotheid zelf.
Zonder zotheid kan de wereld niet bestaan. De zotheid is echter niet alleen, maar heeft een heel aantal godinnen bij zich: eigenliefde, vleierij, vergeetachtigheid, werkschuwheid, genotzucht, onverstand, weelderigheid, drinkgelag en vaste slaap. Uit de dwaasheid komt alles voort: politiek, oorlog, vriendschap, liefde, jachtpartijen, het huwelijk en ga zo maar door. De Zotheid vindt zelf dat wie haar niet kent, niet leeft. Dwaasheid is onmisbaar om gelukkig te zijn.
Ook wordt er veel kritiek geleverd op de maatschappij, die vooral op de rangen is gebaseerd, op de geleerden en op de kerk. Er worden ook veel voorbeelden gegeven, die terugslaan op de oudheid. Veel Griekse goden worden aangehaald.
Als laatste wordt er bewezen dat het christendom ook niet zonder dwaasheid kan. Met veel citaten uit de bijbel wordt dit duidelijk gemaakt.
Thema:
Erasmus wil met dit boek laten zien dat er van alles mis is met de maatschappij en met de kerk waarin hij leeft. Ook wil hij duidelijk maken dat je niet alles heel serieus moet nemen en dat er zonder Zotheid niet te leven valt.
Motieven:
De motieven zijn de dwazen en de wijzen. In het hele boek worden die twee groepen met elkaar vergeleken.
Personages
De enige personage die in dit boek echt voorkomt is de godin Zotheid. Omdat dit boek meer een uiteenzetting is, maakt de hoofdpersoon geen ontwikkeling door en heeft ze ook geen duidelijke karaktertrekken. Je kunt dus niet zeggen of ze een round of een flat character is. Het enige wat je van haar weet is dat ze een zotskap draagt en ezelsoren heeft. Dat is te zien op het tekeningetje helemaal aan het begin van het boek.
Perspectief
Dit verhaal is geschreven in het ik-perspectief. De Zotheid vertelt heel nadrukkelijk over zichzelf en geeft overal haar mening over (eigenlijk de mening van Erasmus). Omdat dit verhaal in dit perspectief is geschreven, komt het veel geloofwaardiger over en is het soms extra grappig: het is net of het zelf is meegemaakt. Dus doordat je zelf kennis maakt met de gedachten van de Zotheid begrijp je de dingen die verteld worden en gebeuren veel beter.
Tijd
Het enige wat er eigenlijk over de tijd gezegd kan worden is wanneer het verhaal geschreven, in de zestiende eeuw. Dit komt doordat het geen fictief verhaal is, er spelen zich geen duidelijke opeenvolgende gebeurtenissen af. Er is dus geen tijdsverloop en je kan ook niet zeggen of het chronologisch is of niet.
Voor de tijd waarin het verscheen was dit een heel gewaagd boek. Er werd namelijk veel kritiek geleverd op bijvoorbeeld de Rooms-katholieke kerk, die in die tijd toch heel veel invloed had.
Ruimte
Het milieu waarin het verhaal is geschreven, is ook niet helemaal duidelijk, omdat er kritiek wordt geleverd op alle standen in de maatschappij met uitzondering van de ‘dwazen’. Er is ook geen specifieke ruimte aanwijsbaar.
Beoordeling/eigen mening
De Lof der Zotheid is soms een lastig boek om te lezen. Dat komt vooral door de vertaling die ik heb gelezen, het waren lange zinnen met heel ouderwets taalgebruik. Maar als je eenmaal een aantal bladzijden hebt gelezen, went het wel en is er goed door te komen.
Wat wel lastig blijft, zijn de vele verwijzingen naar Griekse goden en dingen die zij gedaan hebben, ook met de noten die achterin gegeven zijn blijft dat lastig omdat je dan de hele tijd terug moet kijken en weer om moet slaan. Soms is het een beetje saai, maar er zitten ook grappige stukken in, en ook wel stukken waarvan je denkt, zo had ik het nog nooit bekeken.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden