Titel: Mystèrc â Cherbourg
Auteur: C.E. Loveman
Samenvatting:
Bij de koopman van oudheid
Paul Glasblazer houdt zijn auto dichtbij de plaats van de Revolutie tegen. II saute op de stoep. Het is een jonge man van twintig jaar, groot, atletisch. Hij kijkt zijn horloge, in een half-uur gaat hij aan de bioscoop met zijn vriend Jules Dupassis. In wachtend, wat doen? Paul neemt een kleine straat étrte. Hij stopt weldra voor een winkel. Op de deur leest men: Kunstvoorwerpen oudheid zeldzame boeken Jules lagrive eigenaar
Paul kijkt de onderwerpen in de etalage. HIJ heeft altijd van deze winkel gehouden. Nu dat hij een goede betrekking heeft en dat i1 geld wint koopt hij af en toe een voorwerp dat hem bevalt. Hij merkt een paar dc op mooie pistolen. - Het is mooi, dat! Hij duwt de deur en gaat in. Binnen hebben er ii niemand. De eigenaar moet in de achterkant-winkel zijn. Een grote grijze kat zal zich tegen het been van de jonge mens wrijven. Paul daalt zich om de kat te liefkozen. Hij neemt een lang grijs haar van zijn broek weg. Paul is niet gehaast, hij kijkt rond hem. Tegenover de deur is er een grote met bibliotheek. oude boeken. Op oud tafels ziet men alle soorten objects - lampen, tabellen, vazen in porcclaine. Kunstvoorwerpen Oudheid Livresrares
Jules Lagr ive ProI) riêtaire
Na enkele momenten begint de deur opnieuw en een jonge man gaat in. II kijkt Paul, vervolgens treft op een tafel om Ie eigenaar te laten komen. AAN dit moinent een oude dame, alles bekleedt met zwart, gaat en gaat langzaam in naar de bibliotheek. een lang zeil bedekt hem het heel gezicht. Een nieuwsgierig incident
De eigenaar lijkt weldra aan doen winkel. Het is een kleine man aan de grijze haren. Pauls nel e kent niet. _ het niet zeker
niet de Heer Lagrive. laatstgenoemde had. gemoeten zijn handel verkopen. De jonge mens vraagt: U hebt… mijn Iivre
II buigt zich voorover en voegt enkele woorden toe die Paul niet hoort. De eigenaar antwoordt niet maar kijkt van een doordringend oog Ie jonge man, vervolgens binnenkomt in de achterkant-winkel, die de deur laat, entrouverte achter hem. Paul ziet het dat een brandkast opent en neemt een pak dat hij relateert en neigt tot de jonge mens. - Bedankt. De koopman zegt niets maar opnieuw bepaalt een moment de jonge mens van zijn doordringende blik. Zonder Ie pak te kijken zet de jonge mens het. in zijn zak en gaat van de winkel weg. Gedurende deze tijd heeft de oude dame een boek genomen over een van de stralen van de bibliotheek. Zij heft haar zeil op om goed te zien. Maar Ellen e kijkt het boek niet, zij kijkt van kant de wormen de jonge mens. Paul amuseert zich een beetje om te zien dit ouder geworden dame zo nieuwsgierig, vicilles dames! Maar… dit. de dame is niet oud méche van mooie blonde haren laat zich onder de zwarte muts Paul zien merkt eveneens een hals
Eind en de kromme van een mooie wang meisje! zij laat haar zeil snel terugvallen, zet het boek terug en. zijn achter ik jonge man. Van een nieuwsgierig oog, kijkt de eigenaar te vertrekken de dame. Hij verhoogt de schouders. Paul nadert zich dan om de prijs van de pistolen te vragen. saus de doordringende blik van deze blauwe ogen bleek voelt hij zich. kwade aan het gemak. De pistolen zijn veel te duur. Paul verontschuldigt zich dus en verlaat de winkel. Door terug te gaan. de straat schijnt hij nadenkende. Het incident van de oude dame en de jonge mens is het die, natuurlijk amuseert. Maar de kromme van deze mooie wang is hem vertrouwd. Of heeft er reeds dit jonge meisje gezien? de jonge blonde rij
Gedurende de daaropvolgende dagen, denkt Paul vaak aan dit incident. Wie is de jonge mens die het het pak bij de koopman van antiek is komen nemen? Wie het is het jonge meisje dat deze jonge man heeft gevolgd? En waarom zich zij heeft vermomd om het te volgen? Zij is misschien amoureuse van hem? Het is zeer mogelijk. maar dat legt niet deze nieuwsgierige vermomming uit. en de atmosfeer zelfs van de winkel had iets van schade. Jawoord, immers, is er enkele geheim lâ-dessous, Een avond Paul is aan het zwembad met Jules Dupassis. Jules ci werken hem bussen twee bij Bonnard, Monge en. Co fabrikanten van landbouwmachines door de fabriek te verlaten zullen beide vrienden soms een uur overgaan tot het zwembad alvorens aan het huis binnen te komen. Deze avond Paul is nog niet het water Jules oversteekt reeds het zwembad ingegaan doend crawlvigoureux Paul nadert dus de kant en voorbereidt zich om te duiken. Plotseling stopt hij. AAN het andere einde het zwembad heeft hij opmerkt een jong blond meisje dat zojuist is ingegaan. Zij is met twee ander jonge meisjes. Verreweg kijkt Paul fixement het jonge meisje. Sinds het incident van de winkel van antiek kijkt aldus alle jonge blonde meisjes. maar dit keer, is het goed zij het is. het jonge meisje aan het lange zwarte zeil
Nieuwsgierig, duikt Paul en zwemt naar de drie jonge meisjes. Door hen te naderen werpt hij een lange slag van oog naar het jonge blonde meisje. Deze richt het hoofd om te spreken â een van zijn vriendinnen. Jawoord, immers, is er geen mogelijke fout. Zij heeft dezelfde beweging van de schouders, hetzelfde profiel. - Maar of heb ik het gezien? Paul herhaalt zich deze vraag zonder te kunnen erop antwoorden. hij gaat weg. Water en zal zijn vriend Jules terugvinden. Jules, ziet jij deze drie jonge meisjes lâ-bas? Blond, Lu kent het? Ik geloof gezien hebben welk vertrekt. 4. Paul doet zijn kennis
Jules kijkt naar de drie jonge meisjes. - Natuurlijk, ik ken ik het. Jij evneens, mijn oud. Zij werkt als ons, bij Bonnard en
Monge. Zij is aan het kantoor, ik geloof.
- Ah ja. Dan is het daar dat ik het vuel heb
is goederen, is het niet? is zeer goed. - Maar rnoi, verkies ik bruine ik. Paul legt â niet zijn vriend uit waarom hij zich â het jonge blonde meisje interesseert. De volgende dag ochtend, aan de fabriek, door over te steken
de hoofdgang, Paul stoppen voor ik dragen van het grote kantoor. Hij wil zien of ik het jonge blonde meisje daar is. verlangt naar iets, heer? vraag achter hem een droge stem. Paul keert zich terug. Zijn ogen ontmoeten de koude blik en pénétrant van de Heer Fabre, de beheerder. niet heer. Paul wordt rood. Hij vertrekt meteen naar zijn werkplaats weer. Door â twaalf uur de kantine in te gaan, zoekt Paul einde van vervolg van de ogen het jonge blonde meisje. Zij moet zijn er. Ah boni sluierde het tegenover haar hij heeft er een vrije plaats. Paul nadert zich. Vergeving, juffrouw, is deze plaats niet
nemen? Maar niet, heer, geloof ik niet. Paul assied. Het jonge meisje hem glimlacht. Door te eten, spreekt Paul met haar en zijn vriendin, wie neemt de plaats van â kant in. u alle twee gisteren avond heb gezien. Houdt, of dat? Aan het zwembad. U gaat er vaak? Soms alleen maar. Maar ik ken niet uw namen. Ik, ben ik
Paul. Paul Glasblazer, en u? Marie-Thérèse. Marie-Thérèsc Sorbé. Maric-Thérèsc, mooi naam. En mijn vriendinnen heten kiezen Desinouliris. gedurende het de maaltijd, hebben Marie-Thérèsc soms
de een beetje verontruste lucht, maar Paul vindt het leuk. Door beide vriendinnen te verlaten, zegt hij hun: men zal zich morgen herzien, is het niet? G' is Marie-Thérèse die, de eerste, met zijn aardige glimlach antwoordt: Natuurlijk, Paul vreest Marie-Thérèse
Paul bewondert veel Marie-Thérèse. hij ziet het vaak. Natuurlijk in de kantine nemen zij hun maaltijden â. 's avonds gaan zij soms weg samen rondlopen. Paul vindt weldra dat Marie-Thérèse een fanatiekeling van het theater is. jawoord, genoemd zij houd ik veel van het theater. Ik ben lid van Titespiens van Cherbourg. Wij presenteren per jaar verschillende stukken. Maric-Thérèse, toneelspeelster! Voilâ dus die de komedie een beetje uitlegt die zij aan de winkel van oudheid heeft gespeeld. Maar Paul durft niet nog hem uitleg van dit incident te vragen. Een avond, gaan Paul ci Marie-Thérèse aan de bal die door de werknemers van Bonnard en Monge wordt georganiseerd. de gelegenheid zult hebben om de kennis van mijn broer Marcel, te doen zogenaamd Marie-Thérèse. hij zal er met kiest zijn. Het is duidelijk dat zij zeer trots van haar broer is. zijn clans de koopvaardijvloot, onafgebroken je, zoals ik het reeds heb gezegd. het is in verlof momenteel. Tegen acht uur Paul nemen zal Marie• Thérèse in zijn Renault. Zij is mooi in een jurk van roze Tergal. Aan de bal, na hun eerste dans écrie zij: Voilâ Marcel en kiest
Paul kijkt ze zich te naderen. Immers is de broer van Marie.Tbérèse beau jonge man is groot, breed van schouders CL heeft Ie bruin geworden gezicht, maar Paul kijkt het, verbaasd. Het is de jonge mens van de winkel van antiek
Paul is tevreden, natuurlijk, om te leren dat deze jonge man niet de gevreesde rivaal is. Maar
het incident van de winkel van antiek wordt van
Meer CH nieuwsgieriger. Na de bal, brengt Paul Marie-Thérèse bij haar terug. II houdt zijn auto voor het huis tegen of zij woont met haar ouders. De Hele avond heeft jij de lucht cent gehad, Marie-Thérèsce genoemd. Qu'est-ce-qu' heeft hij er? Jij vreest voor iets niet? Als, het jonge meisje antwoordt, door te huiveren. een beetje. Ik vrees. Ik vrees voor Marcel. Ik geloof dat hij in groot gevaar is. Smokkelwaar? Paul kijkt een moment Marie-Thérèse. In gevaar? Maar welk gevaar? weet niet precies. Oh, Paul, heb ik zo behoefte om met iemand te spreken. Jij zal niets aan niemand zeggen
Natuurlijk, Marie-Thérèse, zal ik niets â zeggen
persoon.
Eh goed, ken ik mijn broer. Hij zou niet doen
nooit niets van malhonnête. Maar ik geloof dat hij
is gemengd in iets van soeplepel. Waarom gelooft jij dat? al enige tijd Marcel volledig
veranderd. Voor was hij altijd vrolijk. Nu. dagen geleden of hij spreekt niet. Ik ben zeker dat hij zich in een gevaarlijke situatie bevindt en dat hij hulp nodig heeft, maar dat hij niets wil zeggen aan niemand
Hoe kan jij zeker erover zijn? Dat is hij heeft er vijf of zes maanden begonnen. Ik ging voorbij
een avond voor een koffie gelegen dichtbij de haven. Ik heb er mijn broer zittend â een tafel aan het terras gezien. Hij maakte zich met twee groot ruzie bruites. Na wanneer ik hem heb erover gesproken, heeft hij de schouders verhoogd en gezegd me dat het niets ci was dat hij zeer goed wist die hij deed. Die ontkent erover hij ernstige scheen niettemin. verlaat. was niet kan niet ernstig zijn. Misschien niet, maar er is cu van andere incidenten. Vervolgens tenslotte heb ik het een dag gehoord die stelde een rendezvous vast op de telefoon. hij geloofde zich enige â het huis. Ik, heb het gepest door hem te vragen. met wie hij nam rendezvous. Ik geloofde dat het misschien jong meisje was. Wanneer hij heeft begrepen dat ik het met de telefoon had gehoord spreken, is hij zich vreselijk. geërgerdo, vervolgens is hij zich de rust heeft en me gezegd: Mengt het niet van mijn zaken, Marie-Thérèse. Dat zou gevaarlijk kunnen zijn. Dat heeft hem/haar ongerust moeten maken. Jawoord, immers. j `houdt van mijn broer, en ik was zo bezorgd dat ik heb besloten om het te volgen om te proberen te weten wie het hij is gegaan eerst bij een koopman van antiek ging om. Daar heeft hij een pak ontvangen dat in een coffrefort is genomen, door van de winkel weg te gaan, ik heb geprobeerd het te volgen, maar ik aan de hoek van een straat heb het uit het oog verloren. hij is laat binnengekomen. zij aarzelt een moment, vervolgens zegt zij, met een kleine rilling: Paul, geloof ik dat het om smokkelwaar A dit moment gaat. een andere auto komt achter aan die van Paul. Het is Marcel die terugkomt. Vooral zeg niets niemand blaast MarieTherese. zij omhelste Paul en gaat naar haar broer op de stoep terugkeren naar beneden op de mogelijkheid
De volgende dag, i twaalf uur, bevinden Paul zich en Marie-Thérèse â de kantine weer. Aan het einde van de maaltijd verlaten zij de kantine samen. Ik heb veel â gedacht wat jij me gisteren avond heeft gezegd, gezegd Paul. Als wij jouw broer helpen men absoluut moet weten die hij wordt gemengd. Jij zegt dat Marcel niets wil zeggen. II dus het/hem volgen en alles proberen te ontdekken zelfde wij, zoals gelezen moet men reeds geprobeerd te doen. wil me helpen, Paul? antwoordt het jonge meisje. dat jij aardig is glimlacht zij hem. Vervolgens gaat zij door: vanaf vandaag zullen kunnen beginnen, ik geloof. Marcel heeft gezegd. mama die hij in stad deze avond dineerde. De mama gelooft, natuurlijk, dat het met kiest is. Maar ik, weet ik dat het om iets anders gaat. Wanneer Marcel weinig spreekt, zoals hij aan het ontbijt heeft gedaan, is het dat er iets is die het verontrust. Dan gezegd Paul besloten, het is. Wanneer Marcel zal weggaan van bij u deze avond, ik, zal ik daar in mijn auto zijn en ik zal van mijn beter om niet het uit het oog doen te verliezen. Niet Paul, niet toi, maar ons ga ik je vergezellen. Maar Marie-Thérse, zal hij er kan gevaar zijn hebben. Juist. Ik ben een jong meisje. maar ik kan me verdedigen. Ik kom met toi. .j' dringt Paul ziet aan dat Marie-Thérèse goed is besloten. Nutteloos om langer te discussiëren. Tenslotte hij set tevreden en zelfs een beetje trots om te weten dat Marie-Tliérèse zo heeft. van moed. Tegen zeven uur van 's avonds Marcel Sorbé stijgt in zijn auto, een kleine Simca grisc, voor geparkeerd. zijn huis. achter hem andere vleugels, grote volgt Citroën, het. Paul heeft de auto van een vriend geleend. Jouw broer kent kan mijn auto zijn uitlegt Marie t… marcel Sorbé gaat niet leeuw hij graat dichtbij de plaats van de Revolutie
II gaat bij de koopman van oudheid, murmure Paul. Hoe! écrie Maric.therese jij weet of bevindt zich de winkel van oudheid? Ik een ander vertrouwen zal het uitleggen, antwoord Paul. Zij volgen. de jonge mens, gui winnen, immers, van een snelle stap, de winkel van oudheid. hij in gaat er. Zegt de behoefte om te veel weide niet te naderen Paul. Wij weten wat hij bezig is om te doen. Een rendezvous aan de garage
twee minuten later Marcel gaat van de winkel weg. De koopman, cent grijze kat op de arm, het kijkt te vertrekken vervolgens opnieuw sluit zich de deur. Marcel komt terug op zijn stappen en gaat in in zijn auto terug. Na enkele tweede
Waarom vertrekt hij weer niet? vraag Marie-Therese, assisc â kant van Paul.
Paul neemt een verrekijker die hij ap reikwijdte indien nodig. hij kijkt de jonge mens reeds de andere auto heeft het pak geopend, genoemd. Mijn God is het geld! Het zijn. bankbiljetten!
Biljetten van banquel écric Marie-Tliérèse, Het is zich zijn paic die hij treft? Ah, maar niet! Het is onmogelijk! hij ze placc in een envelop, zogenaamd Paul, die in zijn verrekijkers blijft kijken.
De auto van Marcel weldra weer vertrekt, gevolgd door Citroën. Na enkele minuten komen zij plaats van Divette aan. De grijze auto stopt enkele momenten later. Marcel gaat, een pak â de hand ervannaar beneden.
Nog niet naar beneden gaan, zegt Paul. Ik geloof dat hij aan het postkantoor gaat.
Verreweg kijken zij Marcel die zijn pak werpt. â komt de doos, vervolgens in zijn auto terug te gaan terug. Dit keer vertrekt Siinca onmiddellijk weer. Zij gaat naar de omgeving van Cherbourg. Weldra merkt men de uitgebreide fabriek van Bonnard eti Monge. Simca vertraagt en verlaat de weg tussen aan de garage, zogenaamd Paul.
Immers beginnen de deuren van een garage, gelegen op de hoek van de straat, zoals per wonder, voor de kleine grijze auto, dat zonder te stoppen ingaat. De deuren sluiten zich onmiddellijk opnieuw. Nieuwsgierig, raadpleegt Paul zijn horloge.
Zeg ik ken goed deze garage, hij. hij sluit normaal i zeven uur. hij bedraagt nu acht
Nauwkeurige uren. Komt Marcel over het algemeen deze garage? Maar niet, antwoordt Marie-Therese. hij gaat station-service gelegen erg bijna bij ons. Dan moet hij rendezvous met hier hebben welk. dat een. In ieder geval dineert hij niet in stad, begint hij heeft gezegd â jouwe moeder
Paul kijkt het jonge meisje. het is duidelijk dat zij zeer bezorgd is. Moed, Marie-Tliérèse! Jij heeft con verlooft in jouw broer, ik eveneens. Marie-Thérèse hem glimlacht. Zij is bereid om te huilen. Nu gezegd Paul van een energieke toon, door te wachten om te zien reparaître jouw broer, eten iets
hij neemt dan een kleine mand die hij legt op zijn knieën
De kleine hut
hij begint â doen benadeelt. Paul en Marie-Thérèse eindigen om de sandwich en de vruchten te eten die Paul heeft gebracht. Bedankt Paul, gezegd het jonge meisje voel ik me veel beter men moet vertrouwen hebben antwoordt Paul. Kan zijn dat Marcel voor de politie werkt. Opgelet! De deuren van de garage vaak en de grijze auto reparaît. zijn aangedaane vuren. MarceL is niet scul blaast Marie-Therese, er is iemand met hem. Simca verlaat weldra de stad door de kust te volgen. Paul volgt het op enkele afstand plotseling achter ECU van de andere auto verdwijnt. Zij hebben kegel route1 gezegd Paul. hij vertraagt en Citroën overschrijdt langzaam de plaats waar Siinca is verdwenen. Daar is zegt Marie-Thérse. De vuren van Simca worden geblust, maar dank zij de klaarheid van maan, is de kleine grijze auto toujour
zichtbare. Zij wordt op een nauwe en stenige weg tegengehouden die snel naar het ontkennen naar beneden gaat. Paul houdt zijn auto tegen iets meer Leeuw, â kant van de weg. hij blust zijn grote lichten. Dan komen Marie-Thérse en hem naar de andere auto terug. heeft er niemand in de auto, zogenaamd Paul, â lage stem. Zij zijn naar de zee naar beneden gegaan. Volgen ze. Maar vooral, niet een geluidshinder
Zij komen weldra aan op een klein strand
Kijkt, daar aan de linkerkant! adem Marie-Therese. immers, heeft er een kleine hut, die onder grote rotsen wordt verborgen. Door een gat van het gordijn gaat een straal van licht voorbij
Wacht op ik Paul nadert zich met voorzorg en kijkt door het gat van het gordijn. De broer van Marie-Thérse is daar met vier andere het zijn zeelieden. zij worden rond een tafel gezet waar op zich een grote doos in metaal het is duidelijk bevindt dat zij bezig zijn om over deze doos te spreken. Plotseling staan Marcel en een van de anderen op, zij zijn op Ie niet weer te vertrekken. Paul keert terug snel naar Marie-Thérèse. Jouw broer en zijn kameraad vertrekken ben weer om te zien in welke directie zij na wachten op ik in de auto en toi gaan ik, keer ik lâ.bas hij heb er drie andere soorten in de hut terug. ik wil ze nog een beetje in het oog houden. Chut! Voilâ jouw broer en de andere die terugkomen
Op de stenige weg Marie-Thérèse volgt met voorzorg beide mannen. zij ze ziet clans weer vertrekken de grijze auto. Paul stuurt â de hut terug de drie mannen nog worden gezet rond de witvis. Een van hen, het oudst, een man aan lange grijze snorren, schijnt bezig te zijn om instructies te geven aan de anderen. Paul luistert, maar hij
klein niets horen van die men zegt.
Onderin het stuk merkt hij een entrouverte hen. Zij moet tot een ander vrij stuk Paul haar venster dus leiden om de omloop van de hut te doen. Achter de hut is er een ander venster, Paul onderzoekt het. zij is niet goed gesloten, maar zij is. moeilijke â openen. Paul denkt na. een moment. Gedurende. enkele tweede dan wacht hij, op het moment dat een grote golf zich op het strand zal breken, hij duwt het venster van al zijn krachten.
Crac Dat is het venster er is. geopend onbeweeglijk, zijn hart dat slaat. â luisteren de grote slagen, Paul. Binnen de hut murmure van onafgebroken stem. Men heeft niets gehoord. Paul neemt zijn schoenen ci af sluipt door het open venster. hij stopt een moment, vervolgens vooruitgaat zich langzaam. te midden van het stuk. De stemmen hem komen meer verschillend aan. hij neigt I' oor. Men
spreekt over een `Engels jacht' en van een `motorbootje'. Osc zich meer dichtbij naderen om beter een oog te horen en te dreigen? Hij blijft zich vooruitgaan Aïel
Paul heeft op een spijker gelopen en Geen schreeuw tegenhouden. Waarom afgenomen de duivel zijn schoenen? II werpt zich naar het venster. Tevergeefs. Een inains grijpen hem de benen. Men draagt het in het andere stuk. enkele minuten later, het, voilâ stevig vastgemaakt â een stoel. Zijn handen en. zijn voeten zijn. gebonden met een touw. De drie mannen kijken het. Qu'est-ce-qu' zal men erover doen? vraag jongere Ie, groot blond. Niets nog, Georges, antwoordt het oudst. II raadpleegt zijn horloge. men moet vertrekken. II wendt zich tot de derde, een man genoeg
pc maar stevig breed ci schouders. Toi, Gaston, blijft .ici om het oog op te hebben dit
Men zal later besluiten wat men zal moeten erover doen. Georges en ik in een uur zullen terugkomen. De andere steekt niets maar een sigaret aan. Roken erover hij kijkt Paul van een dreigend oog. De anderen nemen de zware doos in metaal en verlaten de hut. enkele minuten later Paul hoort de geluidshinder van een motorbootje dat in de nacht vertrekt. dat Marie-Thérèse doet
Paul begrijpt dat zijn situatie wanhopig hoe ontsnappen is? hij kijkt rond hem. In het stuk is er zes stoelen, een grote tafel aan het midden, een ander, kleiner in een hoek. Op deze kleine tafel de resten van een maaltijd bevinden zich flessen, van de glazen. Een lamp, die aan de muur wordt gehangen, verklaart het stuk en Paul houdt daar met zijn stoel, met een geweldige bewaker verband
Om deze tijd te laten doormaken, dit laatste met. de onvermijdelijke transistor die een muziek van dans uitzendt. Vervolgens neemt hij een stuk (het hout en. met een groot mes, zet zich â het snijden. Hij ziet
Paul dat het ci, met een onheilspellende glimlach kijkt, gaat zich het mes op de keel voorbij. dit soort heeft de richting van de humor, denkt Paul. Maar in de situatie waar hij zich bevindt is men niet moet om het te stimuleren
De minuten gaan een kwartier voorbij? een half-uur? Paul heeft geen enkel middel om te weten. Dat wat zeker is, is het dat de anderen weldra en dan… zullen terugkomen die? hij denkt Marie.Tliérèse. Wat doet zij? zij wacht lâ-bas, in Citroen. hoeveel tijd zal zij zal proberen kan wachten heeft politie zijn te verwittigen? De transistor blijft zijn muziek uitzenden van dans. De bewaker werkt altijd zijn beeldhouwwerk in hout. Plotseling begint de deur alles zacht, zonder geluidshinder. L, op de stap van de deur, houdt zich Marie-Thrèse! Maar zij is waanzin als dat in deze hut, een jong erg enig meisje te komen! Paul kan in niet zijn ogen geloven. Droomt hij? Maar niet! want daar is werpt de bewaker zich die zijn werk en met groot Mol opgeeft, naar het jonge meisje. Paul weet niet precies wat zal volgen, maar het is zoals in een film. De zeeman vliegt in de luchten en redescend, vlan! op de vloer. In twee tweede daar is, uitgestrekt per onbeweeglijke aarde met een touw Marie-Thérèse bindt hem snel de handen achter de rug, vervolgens maakt zij een ander touw vast rond haar voeten. Dan neemt zij het mes cl snijdt de touwen die Paul â zijn stoel vastmaken. waar jij â dat doen heeft geleerd? vraag Paul. Ik goed had je gezegd dat ik me kon verdedigen, antwoord Marie-Thérèse. J `a. i. lid van een club van judo. De zeeman verplaatst het hoofd, vervolgens opent de ogen. AAN dit moment hoort men de geluidshinder van een motorbootje dat nadert. Vertrekken! gezegd Paul. Zij keren Citroën terug en zijn weldra op weg voor Cherbourg, â 100. het uur. Enkele toelichtingen
Citroën komt tot de benaderingen van Cherbourg. II is bijna elf uur. Paul houdt de auto tegen en wendt zich tot Marie-Thérèse. Wij nu weten, hem zegt hij, dat Marcel van soeplepel wordt gemengd. er is dus slechts een ding t doen, het is hem alles te zeggen wat wij cl om kunnen luisteren dit qui1 hebben
zeggen.
Marie-Thérèse blijft enkele momenten stil.
Ik van overeenkomst, Paul, word zij tenslotte gezegd. Wanneer gaan wij hem spreken?
Zo vroeg mogelijk antwoordt Paul. Het is morgen zaterdag. Wij zullen vrij de hele dag zijn. Rangschikt dus een rendezvous met Marcel t1' het uur dat hem zal passen.
Zeer goed. Maar waar?
Aan het park, dichtbij het standbeeld van zeggen
schilder gierst. Paul dat zet dan Marie-Thérèse neer bij haar moet. De volgende dag ochtend luidt de telefoon bij Paul, het is Marie-Thérèse die het vraagt. Rendezvous om tien uur, genoemd zij, A tien uur min vijf be*vinden Paul zich zich bijna
het standbeeld van de grote schilder. Marie-Thérèse en Marcel komen overeen met het weldra. zij lopen iedereen langzaam drie clans rond het park. Paul legt in weinig woorden uit wat Marie-Thiérèse hem men tekort en hoe in het beluisteren Marcel de steeds meer bezorgde lucht heeft. Marie-thrèse heeft vertrouwen in toi, gezegd door Paul te beëindigen. zij kan niet geloven dat zijn broer een misdadiger is. AAN deze woorden, heldert het gezicht zich van Marcel een op
weinig. Maar hij herneemt onmiddellijk heel zijn ernst. Marie-Therese heeft gelijk, gezegd. Deze mannen zijn misdadigers. Het zijn smokkelaars zij zijn. gevaarlijk ci. heftig. Maar waarom wordt jij aan deze zaak gemengd? vraag Marie-Tliérese werkt jij met de politie? Met de politie, niet, antwoordt Marcel. Maar voor u het zeggen in Mol, hebben zij jij mijn kameraad Robert Gautier, mijn betere vriend, waren in de koopvaardijvloot zoals ik hij me een dag heeft gezegd dat hij zich op de mogelijkheid van een internationale organisatie van smokkelaars ik heb gespot me met hem geloofde. Uiteindelijk was het idioot. Niettemin enkele dagen later is hij verdwenen in vol zonder te laten ontkennen het
Dat kon een zogenaamd ongeval Paul zijn. Door zijn zaken op te ruimen, herneemt Marcel, ik heb een blad van papier gevonden waar hij enkele aanwijzingen had genoteerd over de organisatie van de smokkelaars. Gegeven moee jij niet â de politie? Ik onder zijn papieren had het gelaten. Wanneer men me later heeft verzocht om de inventaris van zijn zaken te doen, was dit papier verdwenen. het iemand I had' genomen. Het is. dat die me heeft overtuigd dat zijn dode niet had. niet een ongeval. Dan langzaam gezegd Paul, door naar Marie.Thiérèse te kijken, zijn deze mannen moordenaars en wij zijn iedereen drie in groot gevaar. Tout kent zich toe
Het is. zeer mogelijk, gezegd Marcel. Deze mannen in in hut hebben u gezien. Zij zullen dus een dag u kunnen dan erkennen
Gedurende enkele momenten blijven zij stille bussen drie. Hoe jij erin is geslaagd om je lid van hun organisatie te doen? vraag tenslotte Marie-Thérèse. J' heb besloten om van mijn beter te doen om mijn kameraad Robert wraak te nemen, Marcel geantwoord. hij ging. alle deze reep ontmaskeren. Men was zijn papier gevlogen, maar ik, heb ik goed geheugen, ci had ik de aanwijzingen ervan het belangrijkst ze dus, na enkele maanden en met geduld tegengehouden. ik heb me kunnen invoeren in hun organisatie
Qu'est-ce-que heeft jij op hen geleerd? Vraag Paul. Tot nu toe niet veel. het ging er eerst om hun vertrouwen te winnen. Natuurlijk voor dat, was hij nodig. tijd. Maar nu dat u in gevaar bent snel moet men handelen. gelezen gaat de politie? vraag Marie-Thérèse. Ik ben op het punt een ontdekking te doen
belangrijk, langzaam antwoordt Marcel. Als ik ga, dobbelstenen nu, L de politie kunnen, de hoofden van de organisatie zullen. zeer goed ontsnappen. Qu'est-ce-que weet jij voor zeker op hen? vraag Paul. Zij vervaardigen iets hier. Cherbourg, van de narcoticummeren kan zijn zij het laten verdelen
overal clans de wereld, over zee, per weg van feret per vliegtuig. Jij heeft geen acune idee van de nauwkeurige plaats waar men dit artikel vervaardigt? Men in feite dronk de zendingen van de garage die u kent. J ben lange uren â Ie voorbijgaan guetter, deze garage, maar ik heb nooit niets gezien er aankomen van verdachte. Dan moet men het artikel in dezelfde garage vervaardigen? Dat niet, is het een mogelijkheid die ik reeds heb onderzocht. En de winkel van oudheid
0fl ontvangt er zijn betaling en zijn instructies ik, verzend ik meteen mijn betaling â een weldadigheidsvereniging zoals u me hebt zien doen.
Paul! Marcel
Erg bleke Marie-Thérèse onderbreekt ze. kan zijn dat men dit artikel bij ons, bij Bonard en Monge vervaardigt
Paul ci. Marcel kijken het, incredules
De garage is ruggen aan ruggen met de fabriek, herneemt
Marie-Thérèse. hij kan wel degelijk een overgang bestaan
tussen twee. en misschien dat de Heer Fabre is
een van de hoofden! De Heer Fabre, écrie onze beheerder Paul, Maar het is onmogelijk
Jij weet goed antwoordt Marie-Thérèse dat men
firine heeft er is drie of vier jaar reorganiseerd. Om van de vergrotingen de fabriek te doen heeft men
gebracht van de arbeiders van Amerika. Het is. dan
dat de Heer Fdinges
Dat, is het waar, gezegd Paul, van een nadenkende lucht. Wat u niet weet, u anderen, is het dat de Heer Fabre amateur van zeldzame boeken is. Ik, ik weet het omdat ik aan het kantoor werk. hij ontvangt regelmatig pakken van de winkel Lagrive. hij verzendt erover hun eveneens. en nog, zet zij Juffrouw voort Périers zijn privésecretaris, is de enige persoon die het recht heeft. om in zijn kabinet door te dringen. particulier. Juffrouw Périers is bij Bonriard en Monge dezelfde dag aangekomen dan de Heer Fabic. U ziet niet hoe alle toekent zich? De sleutel van de geheim? De maandag ochtend, zoals gewoonlijk, Paul gaat â de fabriek. Werken erover hij doorgaat â, onder al zijn hoeken, Ie probleem overwegen die Marcel heeft gelegd: waar hoe in Cherbourg de organisatie van de smokkelaars werkt
natuurlijk I' de verklaring voorgesteld door Marie thiérèse is interessant maar de Heer Fabre, de beheerder, hoofd van een reep van misdadigers! Het is onmogelijk
Nochtans naar het eind van i' middag, doet voor een incident zich dat Paul i van mening veranderen verplicht. Om tot een andere werkplaats te komen moet hij de gang oversteken die c&é van het kantoor voorbijgaat
hoofdzaak. Verschillende deuren geven op deze gang. Het bijzondere kabinet van de Heer Fabre, door
het voorbeeld, heeft twee deuren. De eerste deelt met het hoofdkantoor mee. De tweede verdeling op deze gang. moment zelfs waar Paul voor deze tweede deur voorbijgaat, begint die-als. Een man gaat weg dat ervan Paul niet kent. Maar door de entrouverte deur, merkt hij een andere man die hij onmiddellijk het is de mens aan de lange grijze snorren erkent die hij met zijn twee kameraden in de hut heeft ontmoet! De deur sluit zich automatisch opnieuw en Paul blijft langs de gang lopen. Heeft hij me erkend? vraagt zich Paul af. hij hoopt goed dat niet- .heureusement hem, Paul, in combinatie, zoals de andere arbeiders is. Corn me dat, is hij moeilijkere â erkennen. Maar voor Paul de aanwezigheid van dit. de man in deze plaats is een beslissend bewijs: Marie-Thérèse heeft gelijk. Het centrum van i' de organisatie is dus in deze fabriek en het hoofd van de geheim moet zich in het bijzondere kabinet van de Heer Fabre bevinden. Paul vertelt i' incidenteel. aan Marie-Thérèse en Marcel. Zeggen de bewijzen die wij nodig hebben, door, moeten in het kabinet van de Heer Fabre zijn te beëindigen. jawoord, maar hoe de hand boven zetten? vraag Marcel.
Paul Glasblazer houdt zijn auto dichtbij de plaats van de Revolutie tegen. II saute op de stoep. Het is een jonge man van twintig jaar, groot, atletisch. Hij kijkt zijn horloge, in een half-uur gaat hij aan de bioscoop met zijn vriend Jules Dupassis. In wachtend, wat doen? Paul neemt een kleine straat étrte. Hij stopt weldra voor een winkel. Op de deur leest men: Kunstvoorwerpen oudheid zeldzame boeken Jules lagrive eigenaar
Paul kijkt de onderwerpen in de etalage. HIJ heeft altijd van deze winkel gehouden. Nu dat hij een goede betrekking heeft en dat i1 geld wint koopt hij af en toe een voorwerp dat hem bevalt. Hij merkt een paar dc op mooie pistolen. - Het is mooi, dat! Hij duwt de deur en gaat in. Binnen hebben er ii niemand. De eigenaar moet in de achterkant-winkel zijn. Een grote grijze kat zal zich tegen het been van de jonge mens wrijven. Paul daalt zich om de kat te liefkozen. Hij neemt een lang grijs haar van zijn broek weg. Paul is niet gehaast, hij kijkt rond hem. Tegenover de deur is er een grote met bibliotheek. oude boeken. Op oud tafels ziet men alle soorten objects - lampen, tabellen, vazen in porcclaine. Kunstvoorwerpen Oudheid Livresrares
Na enkele momenten begint de deur opnieuw en een jonge man gaat in. II kijkt Paul, vervolgens treft op een tafel om Ie eigenaar te laten komen. AAN dit moinent een oude dame, alles bekleedt met zwart, gaat en gaat langzaam in naar de bibliotheek. een lang zeil bedekt hem het heel gezicht. Een nieuwsgierig incident
De eigenaar lijkt weldra aan doen winkel. Het is een kleine man aan de grijze haren. Pauls nel e kent niet. _ het niet zeker
niet de Heer Lagrive. laatstgenoemde had. gemoeten zijn handel verkopen. De jonge mens vraagt: U hebt… mijn Iivre
II buigt zich voorover en voegt enkele woorden toe die Paul niet hoort. De eigenaar antwoordt niet maar kijkt van een doordringend oog Ie jonge man, vervolgens binnenkomt in de achterkant-winkel, die de deur laat, entrouverte achter hem. Paul ziet het dat een brandkast opent en neemt een pak dat hij relateert en neigt tot de jonge mens. - Bedankt. De koopman zegt niets maar opnieuw bepaalt een moment de jonge mens van zijn doordringende blik. Zonder Ie pak te kijken zet de jonge mens het. in zijn zak en gaat van de winkel weg. Gedurende deze tijd heeft de oude dame een boek genomen over een van de stralen van de bibliotheek. Zij heft haar zeil op om goed te zien. Maar Ellen e kijkt het boek niet, zij kijkt van kant de wormen de jonge mens. Paul amuseert zich een beetje om te zien dit ouder geworden dame zo nieuwsgierig, vicilles dames! Maar… dit. de dame is niet oud méche van mooie blonde haren laat zich onder de zwarte muts Paul zien merkt eveneens een hals
Eind en de kromme van een mooie wang meisje! zij laat haar zeil snel terugvallen, zet het boek terug en. zijn achter ik jonge man. Van een nieuwsgierig oog, kijkt de eigenaar te vertrekken de dame. Hij verhoogt de schouders. Paul nadert zich dan om de prijs van de pistolen te vragen. saus de doordringende blik van deze blauwe ogen bleek voelt hij zich. kwade aan het gemak. De pistolen zijn veel te duur. Paul verontschuldigt zich dus en verlaat de winkel. Door terug te gaan. de straat schijnt hij nadenkende. Het incident van de oude dame en de jonge mens is het die, natuurlijk amuseert. Maar de kromme van deze mooie wang is hem vertrouwd. Of heeft er reeds dit jonge meisje gezien? de jonge blonde rij
Gedurende de daaropvolgende dagen, denkt Paul vaak aan dit incident. Wie is de jonge mens die het het pak bij de koopman van antiek is komen nemen? Wie het is het jonge meisje dat deze jonge man heeft gevolgd? En waarom zich zij heeft vermomd om het te volgen? Zij is misschien amoureuse van hem? Het is zeer mogelijk. maar dat legt niet deze nieuwsgierige vermomming uit. en de atmosfeer zelfs van de winkel had iets van schade. Jawoord, immers, is er enkele geheim lâ-dessous, Een avond Paul is aan het zwembad met Jules Dupassis. Jules ci werken hem bussen twee bij Bonnard, Monge en. Co fabrikanten van landbouwmachines door de fabriek te verlaten zullen beide vrienden soms een uur overgaan tot het zwembad alvorens aan het huis binnen te komen. Deze avond Paul is nog niet het water Jules oversteekt reeds het zwembad ingegaan doend crawlvigoureux Paul nadert dus de kant en voorbereidt zich om te duiken. Plotseling stopt hij. AAN het andere einde het zwembad heeft hij opmerkt een jong blond meisje dat zojuist is ingegaan. Zij is met twee ander jonge meisjes. Verreweg kijkt Paul fixement het jonge meisje. Sinds het incident van de winkel van antiek kijkt aldus alle jonge blonde meisjes. maar dit keer, is het goed zij het is. het jonge meisje aan het lange zwarte zeil
Nieuwsgierig, duikt Paul en zwemt naar de drie jonge meisjes. Door hen te naderen werpt hij een lange slag van oog naar het jonge blonde meisje. Deze richt het hoofd om te spreken â een van zijn vriendinnen. Jawoord, immers, is er geen mogelijke fout. Zij heeft dezelfde beweging van de schouders, hetzelfde profiel. - Maar of heb ik het gezien? Paul herhaalt zich deze vraag zonder te kunnen erop antwoorden. hij gaat weg. Water en zal zijn vriend Jules terugvinden. Jules, ziet jij deze drie jonge meisjes lâ-bas? Blond, Lu kent het? Ik geloof gezien hebben welk vertrekt. 4. Paul doet zijn kennis
Jules kijkt naar de drie jonge meisjes. - Natuurlijk, ik ken ik het. Jij evneens, mijn oud. Zij werkt als ons, bij Bonnard en
is goederen, is het niet? is zeer goed. - Maar rnoi, verkies ik bruine ik. Paul legt â niet zijn vriend uit waarom hij zich â het jonge blonde meisje interesseert. De volgende dag ochtend, aan de fabriek, door over te steken
de hoofdgang, Paul stoppen voor ik dragen van het grote kantoor. Hij wil zien of ik het jonge blonde meisje daar is. verlangt naar iets, heer? vraag achter hem een droge stem. Paul keert zich terug. Zijn ogen ontmoeten de koude blik en pénétrant van de Heer Fabre, de beheerder. niet heer. Paul wordt rood. Hij vertrekt meteen naar zijn werkplaats weer. Door â twaalf uur de kantine in te gaan, zoekt Paul einde van vervolg van de ogen het jonge blonde meisje. Zij moet zijn er. Ah boni sluierde het tegenover haar hij heeft er een vrije plaats. Paul nadert zich. Vergeving, juffrouw, is deze plaats niet
nemen? Maar niet, heer, geloof ik niet. Paul assied. Het jonge meisje hem glimlacht. Door te eten, spreekt Paul met haar en zijn vriendin, wie neemt de plaats van â kant in. u alle twee gisteren avond heb gezien. Houdt, of dat? Aan het zwembad. U gaat er vaak? Soms alleen maar. Maar ik ken niet uw namen. Ik, ben ik
Paul. Paul Glasblazer, en u? Marie-Thérèse. Marie-Thérèsc Sorbé. Maric-Thérèsc, mooi naam. En mijn vriendinnen heten kiezen Desinouliris. gedurende het de maaltijd, hebben Marie-Thérèsc soms
de een beetje verontruste lucht, maar Paul vindt het leuk. Door beide vriendinnen te verlaten, zegt hij hun: men zal zich morgen herzien, is het niet? G' is Marie-Thérèse die, de eerste, met zijn aardige glimlach antwoordt: Natuurlijk, Paul vreest Marie-Thérèse
Paul bewondert veel Marie-Thérèse. hij ziet het vaak. Natuurlijk in de kantine nemen zij hun maaltijden â. 's avonds gaan zij soms weg samen rondlopen. Paul vindt weldra dat Marie-Thérèse een fanatiekeling van het theater is. jawoord, genoemd zij houd ik veel van het theater. Ik ben lid van Titespiens van Cherbourg. Wij presenteren per jaar verschillende stukken. Maric-Thérèse, toneelspeelster! Voilâ dus die de komedie een beetje uitlegt die zij aan de winkel van oudheid heeft gespeeld. Maar Paul durft niet nog hem uitleg van dit incident te vragen. Een avond, gaan Paul ci Marie-Thérèse aan de bal die door de werknemers van Bonnard en Monge wordt georganiseerd. de gelegenheid zult hebben om de kennis van mijn broer Marcel, te doen zogenaamd Marie-Thérèse. hij zal er met kiest zijn. Het is duidelijk dat zij zeer trots van haar broer is. zijn clans de koopvaardijvloot, onafgebroken je, zoals ik het reeds heb gezegd. het is in verlof momenteel. Tegen acht uur Paul nemen zal Marie• Thérèse in zijn Renault. Zij is mooi in een jurk van roze Tergal. Aan de bal, na hun eerste dans écrie zij: Voilâ Marcel en kiest
Paul kijkt ze zich te naderen. Immers is de broer van Marie.Tbérèse beau jonge man is groot, breed van schouders CL heeft Ie bruin geworden gezicht, maar Paul kijkt het, verbaasd. Het is de jonge mens van de winkel van antiek
Paul is tevreden, natuurlijk, om te leren dat deze jonge man niet de gevreesde rivaal is. Maar
het incident van de winkel van antiek wordt van
Meer CH nieuwsgieriger. Na de bal, brengt Paul Marie-Thérèse bij haar terug. II houdt zijn auto voor het huis tegen of zij woont met haar ouders. De Hele avond heeft jij de lucht cent gehad, Marie-Thérèsce genoemd. Qu'est-ce-qu' heeft hij er? Jij vreest voor iets niet? Als, het jonge meisje antwoordt, door te huiveren. een beetje. Ik vrees. Ik vrees voor Marcel. Ik geloof dat hij in groot gevaar is. Smokkelwaar? Paul kijkt een moment Marie-Thérèse. In gevaar? Maar welk gevaar? weet niet precies. Oh, Paul, heb ik zo behoefte om met iemand te spreken. Jij zal niets aan niemand zeggen
Natuurlijk, Marie-Thérèse, zal ik niets â zeggen
nooit niets van malhonnête. Maar ik geloof dat hij
is gemengd in iets van soeplepel. Waarom gelooft jij dat? al enige tijd Marcel volledig
veranderd. Voor was hij altijd vrolijk. Nu. dagen geleden of hij spreekt niet. Ik ben zeker dat hij zich in een gevaarlijke situatie bevindt en dat hij hulp nodig heeft, maar dat hij niets wil zeggen aan niemand
Hoe kan jij zeker erover zijn? Dat is hij heeft er vijf of zes maanden begonnen. Ik ging voorbij
een avond voor een koffie gelegen dichtbij de haven. Ik heb er mijn broer zittend â een tafel aan het terras gezien. Hij maakte zich met twee groot ruzie bruites. Na wanneer ik hem heb erover gesproken, heeft hij de schouders verhoogd en gezegd me dat het niets ci was dat hij zeer goed wist die hij deed. Die ontkent erover hij ernstige scheen niettemin. verlaat. was niet kan niet ernstig zijn. Misschien niet, maar er is cu van andere incidenten. Vervolgens tenslotte heb ik het een dag gehoord die stelde een rendezvous vast op de telefoon. hij geloofde zich enige â het huis. Ik, heb het gepest door hem te vragen. met wie hij nam rendezvous. Ik geloofde dat het misschien jong meisje was. Wanneer hij heeft begrepen dat ik het met de telefoon had gehoord spreken, is hij zich vreselijk. geërgerdo, vervolgens is hij zich de rust heeft en me gezegd: Mengt het niet van mijn zaken, Marie-Thérèse. Dat zou gevaarlijk kunnen zijn. Dat heeft hem/haar ongerust moeten maken. Jawoord, immers. j `houdt van mijn broer, en ik was zo bezorgd dat ik heb besloten om het te volgen om te proberen te weten wie het hij is gegaan eerst bij een koopman van antiek ging om. Daar heeft hij een pak ontvangen dat in een coffrefort is genomen, door van de winkel weg te gaan, ik heb geprobeerd het te volgen, maar ik aan de hoek van een straat heb het uit het oog verloren. hij is laat binnengekomen. zij aarzelt een moment, vervolgens zegt zij, met een kleine rilling: Paul, geloof ik dat het om smokkelwaar A dit moment gaat. een andere auto komt achter aan die van Paul. Het is Marcel die terugkomt. Vooral zeg niets niemand blaast MarieTherese. zij omhelste Paul en gaat naar haar broer op de stoep terugkeren naar beneden op de mogelijkheid
De volgende dag, i twaalf uur, bevinden Paul zich en Marie-Thérèse â de kantine weer. Aan het einde van de maaltijd verlaten zij de kantine samen. Ik heb veel â gedacht wat jij me gisteren avond heeft gezegd, gezegd Paul. Als wij jouw broer helpen men absoluut moet weten die hij wordt gemengd. Jij zegt dat Marcel niets wil zeggen. II dus het/hem volgen en alles proberen te ontdekken zelfde wij, zoals gelezen moet men reeds geprobeerd te doen. wil me helpen, Paul? antwoordt het jonge meisje. dat jij aardig is glimlacht zij hem. Vervolgens gaat zij door: vanaf vandaag zullen kunnen beginnen, ik geloof. Marcel heeft gezegd. mama die hij in stad deze avond dineerde. De mama gelooft, natuurlijk, dat het met kiest is. Maar ik, weet ik dat het om iets anders gaat. Wanneer Marcel weinig spreekt, zoals hij aan het ontbijt heeft gedaan, is het dat er iets is die het verontrust. Dan gezegd Paul besloten, het is. Wanneer Marcel zal weggaan van bij u deze avond, ik, zal ik daar in mijn auto zijn en ik zal van mijn beter om niet het uit het oog doen te verliezen. Niet Paul, niet toi, maar ons ga ik je vergezellen. Maar Marie-Thérse, zal hij er kan gevaar zijn hebben. Juist. Ik ben een jong meisje. maar ik kan me verdedigen. Ik kom met toi. .j' dringt Paul ziet aan dat Marie-Thérèse goed is besloten. Nutteloos om langer te discussiëren. Tenslotte hij set tevreden en zelfs een beetje trots om te weten dat Marie-Tliérèse zo heeft. van moed. Tegen zeven uur van 's avonds Marcel Sorbé stijgt in zijn auto, een kleine Simca grisc, voor geparkeerd. zijn huis. achter hem andere vleugels, grote volgt Citroën, het. Paul heeft de auto van een vriend geleend. Jouw broer kent kan mijn auto zijn uitlegt Marie t… marcel Sorbé gaat niet leeuw hij graat dichtbij de plaats van de Revolutie
II gaat bij de koopman van oudheid, murmure Paul. Hoe! écrie Maric.therese jij weet of bevindt zich de winkel van oudheid? Ik een ander vertrouwen zal het uitleggen, antwoord Paul. Zij volgen. de jonge mens, gui winnen, immers, van een snelle stap, de winkel van oudheid. hij in gaat er. Zegt de behoefte om te veel weide niet te naderen Paul. Wij weten wat hij bezig is om te doen. Een rendezvous aan de garage
twee minuten later Marcel gaat van de winkel weg. De koopman, cent grijze kat op de arm, het kijkt te vertrekken vervolgens opnieuw sluit zich de deur. Marcel komt terug op zijn stappen en gaat in in zijn auto terug. Na enkele tweede
Nauwkeurige uren. Komt Marcel over het algemeen deze garage? Maar niet, antwoordt Marie-Therese. hij gaat station-service gelegen erg bijna bij ons. Dan moet hij rendezvous met hier hebben welk. dat een. In ieder geval dineert hij niet in stad, begint hij heeft gezegd â jouwe moeder
Paul kijkt het jonge meisje. het is duidelijk dat zij zeer bezorgd is. Moed, Marie-Tliérèse! Jij heeft con verlooft in jouw broer, ik eveneens. Marie-Thérèse hem glimlacht. Zij is bereid om te huilen. Nu gezegd Paul van een energieke toon, door te wachten om te zien reparaître jouw broer, eten iets
hij neemt dan een kleine mand die hij legt op zijn knieën
De kleine hut
hij begint â doen benadeelt. Paul en Marie-Thérèse eindigen om de sandwich en de vruchten te eten die Paul heeft gebracht. Bedankt Paul, gezegd het jonge meisje voel ik me veel beter men moet vertrouwen hebben antwoordt Paul. Kan zijn dat Marcel voor de politie werkt. Opgelet! De deuren van de garage vaak en de grijze auto reparaît. zijn aangedaane vuren. MarceL is niet scul blaast Marie-Therese, er is iemand met hem. Simca verlaat weldra de stad door de kust te volgen. Paul volgt het op enkele afstand plotseling achter ECU van de andere auto verdwijnt. Zij hebben kegel route1 gezegd Paul. hij vertraagt en Citroën overschrijdt langzaam de plaats waar Siinca is verdwenen. Daar is zegt Marie-Thérse. De vuren van Simca worden geblust, maar dank zij de klaarheid van maan, is de kleine grijze auto toujour
zichtbare. Zij wordt op een nauwe en stenige weg tegengehouden die snel naar het ontkennen naar beneden gaat. Paul houdt zijn auto tegen iets meer Leeuw, â kant van de weg. hij blust zijn grote lichten. Dan komen Marie-Thérse en hem naar de andere auto terug. heeft er niemand in de auto, zogenaamd Paul, â lage stem. Zij zijn naar de zee naar beneden gegaan. Volgen ze. Maar vooral, niet een geluidshinder
Zij komen weldra aan op een klein strand
Kijkt, daar aan de linkerkant! adem Marie-Therese. immers, heeft er een kleine hut, die onder grote rotsen wordt verborgen. Door een gat van het gordijn gaat een straal van licht voorbij
Wacht op ik Paul nadert zich met voorzorg en kijkt door het gat van het gordijn. De broer van Marie-Thérse is daar met vier andere het zijn zeelieden. zij worden rond een tafel gezet waar op zich een grote doos in metaal het is duidelijk bevindt dat zij bezig zijn om over deze doos te spreken. Plotseling staan Marcel en een van de anderen op, zij zijn op Ie niet weer te vertrekken. Paul keert terug snel naar Marie-Thérèse. Jouw broer en zijn kameraad vertrekken ben weer om te zien in welke directie zij na wachten op ik in de auto en toi gaan ik, keer ik lâ.bas hij heb er drie andere soorten in de hut terug. ik wil ze nog een beetje in het oog houden. Chut! Voilâ jouw broer en de andere die terugkomen
Op de stenige weg Marie-Thérèse volgt met voorzorg beide mannen. zij ze ziet clans weer vertrekken de grijze auto. Paul stuurt â de hut terug de drie mannen nog worden gezet rond de witvis. Een van hen, het oudst, een man aan lange grijze snorren, schijnt bezig te zijn om instructies te geven aan de anderen. Paul luistert, maar hij
spreekt over een `Engels jacht' en van een `motorbootje'. Osc zich meer dichtbij naderen om beter een oog te horen en te dreigen? Hij blijft zich vooruitgaan Aïel
Paul heeft op een spijker gelopen en Geen schreeuw tegenhouden. Waarom afgenomen de duivel zijn schoenen? II werpt zich naar het venster. Tevergeefs. Een inains grijpen hem de benen. Men draagt het in het andere stuk. enkele minuten later, het, voilâ stevig vastgemaakt â een stoel. Zijn handen en. zijn voeten zijn. gebonden met een touw. De drie mannen kijken het. Qu'est-ce-qu' zal men erover doen? vraag jongere Ie, groot blond. Niets nog, Georges, antwoordt het oudst. II raadpleegt zijn horloge. men moet vertrekken. II wendt zich tot de derde, een man genoeg
pc maar stevig breed ci schouders. Toi, Gaston, blijft .ici om het oog op te hebben dit
Men zal later besluiten wat men zal moeten erover doen. Georges en ik in een uur zullen terugkomen. De andere steekt niets maar een sigaret aan. Roken erover hij kijkt Paul van een dreigend oog. De anderen nemen de zware doos in metaal en verlaten de hut. enkele minuten later Paul hoort de geluidshinder van een motorbootje dat in de nacht vertrekt. dat Marie-Thérèse doet
Paul begrijpt dat zijn situatie wanhopig hoe ontsnappen is? hij kijkt rond hem. In het stuk is er zes stoelen, een grote tafel aan het midden, een ander, kleiner in een hoek. Op deze kleine tafel de resten van een maaltijd bevinden zich flessen, van de glazen. Een lamp, die aan de muur wordt gehangen, verklaart het stuk en Paul houdt daar met zijn stoel, met een geweldige bewaker verband
Om deze tijd te laten doormaken, dit laatste met. de onvermijdelijke transistor die een muziek van dans uitzendt. Vervolgens neemt hij een stuk (het hout en. met een groot mes, zet zich â het snijden. Hij ziet
Paul dat het ci, met een onheilspellende glimlach kijkt, gaat zich het mes op de keel voorbij. dit soort heeft de richting van de humor, denkt Paul. Maar in de situatie waar hij zich bevindt is men niet moet om het te stimuleren
De minuten gaan een kwartier voorbij? een half-uur? Paul heeft geen enkel middel om te weten. Dat wat zeker is, is het dat de anderen weldra en dan… zullen terugkomen die? hij denkt Marie.Tliérèse. Wat doet zij? zij wacht lâ-bas, in Citroen. hoeveel tijd zal zij zal proberen kan wachten heeft politie zijn te verwittigen? De transistor blijft zijn muziek uitzenden van dans. De bewaker werkt altijd zijn beeldhouwwerk in hout. Plotseling begint de deur alles zacht, zonder geluidshinder. L, op de stap van de deur, houdt zich Marie-Thrèse! Maar zij is waanzin als dat in deze hut, een jong erg enig meisje te komen! Paul kan in niet zijn ogen geloven. Droomt hij? Maar niet! want daar is werpt de bewaker zich die zijn werk en met groot Mol opgeeft, naar het jonge meisje. Paul weet niet precies wat zal volgen, maar het is zoals in een film. De zeeman vliegt in de luchten en redescend, vlan! op de vloer. In twee tweede daar is, uitgestrekt per onbeweeglijke aarde met een touw Marie-Thérèse bindt hem snel de handen achter de rug, vervolgens maakt zij een ander touw vast rond haar voeten. Dan neemt zij het mes cl snijdt de touwen die Paul â zijn stoel vastmaken. waar jij â dat doen heeft geleerd? vraag Paul. Ik goed had je gezegd dat ik me kon verdedigen, antwoord Marie-Thérèse. J `a. i. lid van een club van judo. De zeeman verplaatst het hoofd, vervolgens opent de ogen. AAN dit moment hoort men de geluidshinder van een motorbootje dat nadert. Vertrekken! gezegd Paul. Zij keren Citroën terug en zijn weldra op weg voor Cherbourg, â 100. het uur. Enkele toelichtingen
Citroën komt tot de benaderingen van Cherbourg. II is bijna elf uur. Paul houdt de auto tegen en wendt zich tot Marie-Thérèse. Wij nu weten, hem zegt hij, dat Marcel van soeplepel wordt gemengd. er is dus slechts een ding t doen, het is hem alles te zeggen wat wij cl om kunnen luisteren dit qui1 hebben
schilder gierst. Paul dat zet dan Marie-Thérèse neer bij haar moet. De volgende dag ochtend luidt de telefoon bij Paul, het is Marie-Thérèse die het vraagt. Rendezvous om tien uur, genoemd zij, A tien uur min vijf be*vinden Paul zich zich bijna
het standbeeld van de grote schilder. Marie-Thérèse en Marcel komen overeen met het weldra. zij lopen iedereen langzaam drie clans rond het park. Paul legt in weinig woorden uit wat Marie-Thiérèse hem men tekort en hoe in het beluisteren Marcel de steeds meer bezorgde lucht heeft. Marie-thrèse heeft vertrouwen in toi, gezegd door Paul te beëindigen. zij kan niet geloven dat zijn broer een misdadiger is. AAN deze woorden, heldert het gezicht zich van Marcel een op
weinig. Maar hij herneemt onmiddellijk heel zijn ernst. Marie-Therese heeft gelijk, gezegd. Deze mannen zijn misdadigers. Het zijn smokkelaars zij zijn. gevaarlijk ci. heftig. Maar waarom wordt jij aan deze zaak gemengd? vraag Marie-Tliérese werkt jij met de politie? Met de politie, niet, antwoordt Marcel. Maar voor u het zeggen in Mol, hebben zij jij mijn kameraad Robert Gautier, mijn betere vriend, waren in de koopvaardijvloot zoals ik hij me een dag heeft gezegd dat hij zich op de mogelijkheid van een internationale organisatie van smokkelaars ik heb gespot me met hem geloofde. Uiteindelijk was het idioot. Niettemin enkele dagen later is hij verdwenen in vol zonder te laten ontkennen het
Dat kon een zogenaamd ongeval Paul zijn. Door zijn zaken op te ruimen, herneemt Marcel, ik heb een blad van papier gevonden waar hij enkele aanwijzingen had genoteerd over de organisatie van de smokkelaars. Gegeven moee jij niet â de politie? Ik onder zijn papieren had het gelaten. Wanneer men me later heeft verzocht om de inventaris van zijn zaken te doen, was dit papier verdwenen. het iemand I had' genomen. Het is. dat die me heeft overtuigd dat zijn dode niet had. niet een ongeval. Dan langzaam gezegd Paul, door naar Marie.Thiérèse te kijken, zijn deze mannen moordenaars en wij zijn iedereen drie in groot gevaar. Tout kent zich toe
Het is. zeer mogelijk, gezegd Marcel. Deze mannen in in hut hebben u gezien. Zij zullen dus een dag u kunnen dan erkennen
Gedurende enkele momenten blijven zij stille bussen drie. Hoe jij erin is geslaagd om je lid van hun organisatie te doen? vraag tenslotte Marie-Thérèse. J' heb besloten om van mijn beter te doen om mijn kameraad Robert wraak te nemen, Marcel geantwoord. hij ging. alle deze reep ontmaskeren. Men was zijn papier gevlogen, maar ik, heb ik goed geheugen, ci had ik de aanwijzingen ervan het belangrijkst ze dus, na enkele maanden en met geduld tegengehouden. ik heb me kunnen invoeren in hun organisatie
Qu'est-ce-que heeft jij op hen geleerd? Vraag Paul. Tot nu toe niet veel. het ging er eerst om hun vertrouwen te winnen. Natuurlijk voor dat, was hij nodig. tijd. Maar nu dat u in gevaar bent snel moet men handelen. gelezen gaat de politie? vraag Marie-Thérèse. Ik ben op het punt een ontdekking te doen
belangrijk, langzaam antwoordt Marcel. Als ik ga, dobbelstenen nu, L de politie kunnen, de hoofden van de organisatie zullen. zeer goed ontsnappen. Qu'est-ce-que weet jij voor zeker op hen? vraag Paul. Zij vervaardigen iets hier. Cherbourg, van de narcoticummeren kan zijn zij het laten verdelen
overal clans de wereld, over zee, per weg van feret per vliegtuig. Jij heeft geen acune idee van de nauwkeurige plaats waar men dit artikel vervaardigt? Men in feite dronk de zendingen van de garage die u kent. J ben lange uren â Ie voorbijgaan guetter, deze garage, maar ik heb nooit niets gezien er aankomen van verdachte. Dan moet men het artikel in dezelfde garage vervaardigen? Dat niet, is het een mogelijkheid die ik reeds heb onderzocht. En de winkel van oudheid
Erg bleke Marie-Thérèse onderbreekt ze. kan zijn dat men dit artikel bij ons, bij Bonard en Monge vervaardigt
Paul ci. Marcel kijken het, incredules
De garage is ruggen aan ruggen met de fabriek, herneemt
Marie-Thérèse. hij kan wel degelijk een overgang bestaan
tussen twee. en misschien dat de Heer Fabre is
een van de hoofden! De Heer Fabre, écrie onze beheerder Paul, Maar het is onmogelijk
Jij weet goed antwoordt Marie-Thérèse dat men
firine heeft er is drie of vier jaar reorganiseerd. Om van de vergrotingen de fabriek te doen heeft men
gebracht van de arbeiders van Amerika. Het is. dan
dat de Heer Fdinges
Dat, is het waar, gezegd Paul, van een nadenkende lucht. Wat u niet weet, u anderen, is het dat de Heer Fabre amateur van zeldzame boeken is. Ik, ik weet het omdat ik aan het kantoor werk. hij ontvangt regelmatig pakken van de winkel Lagrive. hij verzendt erover hun eveneens. en nog, zet zij Juffrouw voort Périers zijn privésecretaris, is de enige persoon die het recht heeft. om in zijn kabinet door te dringen. particulier. Juffrouw Périers is bij Bonriard en Monge dezelfde dag aangekomen dan de Heer Fabic. U ziet niet hoe alle toekent zich? De sleutel van de geheim? De maandag ochtend, zoals gewoonlijk, Paul gaat â de fabriek. Werken erover hij doorgaat â, onder al zijn hoeken, Ie probleem overwegen die Marcel heeft gelegd: waar hoe in Cherbourg de organisatie van de smokkelaars werkt
natuurlijk I' de verklaring voorgesteld door Marie thiérèse is interessant maar de Heer Fabre, de beheerder, hoofd van een reep van misdadigers! Het is onmogelijk
hoofdzaak. Verschillende deuren geven op deze gang. Het bijzondere kabinet van de Heer Fabre, door
het voorbeeld, heeft twee deuren. De eerste deelt met het hoofdkantoor mee. De tweede verdeling op deze gang. moment zelfs waar Paul voor deze tweede deur voorbijgaat, begint die-als. Een man gaat weg dat ervan Paul niet kent. Maar door de entrouverte deur, merkt hij een andere man die hij onmiddellijk het is de mens aan de lange grijze snorren erkent die hij met zijn twee kameraden in de hut heeft ontmoet! De deur sluit zich automatisch opnieuw en Paul blijft langs de gang lopen. Heeft hij me erkend? vraagt zich Paul af. hij hoopt goed dat niet- .heureusement hem, Paul, in combinatie, zoals de andere arbeiders is. Corn me dat, is hij moeilijkere â erkennen. Maar voor Paul de aanwezigheid van dit. de man in deze plaats is een beslissend bewijs: Marie-Thérèse heeft gelijk. Het centrum van i' de organisatie is dus in deze fabriek en het hoofd van de geheim moet zich in het bijzondere kabinet van de Heer Fabre bevinden. Paul vertelt i' incidenteel. aan Marie-Thérèse en Marcel. Zeggen de bewijzen die wij nodig hebben, door, moeten in het kabinet van de Heer Fabre zijn te beëindigen. jawoord, maar hoe de hand boven zetten? vraag Marcel.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden