Titel: Monsieur Ibrahim et les fleurs du coran

Auteur: Eric-Emmanuel Schmitt              

Pagina’s: 100

1. Vertel in

ongeveer 500 woorden de inhoud.

Momo is een joodse jongen, hij is een jaar of 12. Samen met zijn vader woont hij in

een achterbuurt van Parijs.

Zijn moeder en zijn broer Popol zijn volgens zijn vader weggegaan. Zijn vader is altijd erg positief over Popol. Volgens hem is hij de perfecte zoon. Over Momo is hij nooit zo te spreken. Zijn vader werkt de hele dag en Momo moet hierdoor eigenlijk alles zelf uitzoeken. Ook moet Momo altijd alle boodschappen doen. Dit doet hij bij de Arabier aan de overkant van de straat, Monsieur Ibrahim. Het wisselgeld spaart Momo. Zijn vader gaat hem minder geld meegeven. Hierdoor gaat Momo stelen bij Monsieur Ibrahim, hij is tenslotte toch maar een Arabier. Uit het niets zegt Monsieur Ibrahim ineens dat hij geen Arabier is en dat hij uit Groisson d’Or komt. Met zijn gespaarde geld gaat Momo naar de hoeren, om zo

een man te worden.

Monsieur Ibrahim heeft al de hele tijd doordat Momo steelt, en zegt dit tegen hem. Hij geeft hem tips hoe hij goedkoper boodschappen kan doen. Zoals oud brood opnieuw opwarmen zodat het weer knapperig is. Of hondenvoer voorschotelen in plaats van echte paté. Momo verzwijgt zowel dat hij naar de hoeren gaat, als

zijn vriendschap met Monsieur Ibrahim voor zijn vader.

Monsieur Ibrahim leert Momo dat je alles gedaan krijgt als je lacht. Momo en Monsieur Ibrahim krijgen een steeds hechtere band. Hij wordt als een soort

vader voor Momo, met zijn echte vader heeft hij namelijk toch geen band.

Dan vertelt Momo’s vader dat hij ontslagen is. En als Momo op een dag thuiskomt, is zijn vader vertrokken. In een achtergelaten brief schrijft zijn vader iets over Popol, hij maakt dit stuk alleen niet af, over mensen waarmee Momo contact moet zoeken, en hij geeft Momo al zijn overgebleven geld. Momo blijft alleen achter en leeft voor 2, zodat niemand merkt dat ie eigenlijk alleen overgebleven is. Dan komt er politie aan de deur om te vertellen dat zijn vader zelfmoord heeft gepleegd. Op een dag komt er een vrouw binnen in de flat. Zij is op zoek naar Moise, zo heet Momo eigenlijk. Het is de moeder van Momo, maar Momo wil niks met haar te maken hebben en zegt dat Moise is vertrokken. Hij komt erachter dat Popol helemaal niet bestaat! Momo vraagt aan Monsieur Ibrahim of hij hem wil adopteren. Dat wil Monsieur Ibrahim en na wat geregel is Momo

zijn ‘zoon’.

Momo en Monsieur Ibrahim kopen een auto en gaan samen de geboortezee van Monsieur Ibrahim bezoeken. Monsieur Ibrahim leert Momo veel, over het geloof en over het leven.  Monsieur Ibrahim sterft door een auto ongeluk in zijn geboortezee. Momo blijft alleen over en erft

alles.

2. Wat is het thema van het verhaal?

Het thema van het boek is vriendschap. Namelijk een bijzondere vriendschap tussen een joodse jongen en een islamitische man.

3. Waar speelt het verhaal zich af? Is dit belangrijk voor het verhaal?

Het verhaal speelt zich af in een achterbuurt in Parijs, Frankrijk. Moise en zijn vader wonen op de Rue Bleue. Een groot deel van het verhaal speelt zich verder af in de kruidenierswinkel van Monsieur Ibrahim. De overige stukken zijn op straat en in de geboortestreek van Monsieur Ibrahim. Alleen dat het een arme buurt is, klopt voor het verhaal, verder maakt het niet heel veel uit. 

4. Wanneer

speelt het verhaal zich af? Is dit belangrijk voor het verhaal?

Het verhaal speelt zich af in de jaren ’50. Dat is te merken aan het leven dat de hoofdpersonen leiden en de denkbeelden die ze hebben. Én aan dat Brigitte Bardot een klein rolletje heeft in het verhaal als ze iets komt kopen in de winkel van monsieur Ibrahim.

5. Beschrijf 3

personen die in het verhaal voorkomen.

1. Moise is een jongetje uit Parijs. Hij wordt Momo genoemd door monsieur Ibrahim. Hij is intelligent, maar hij denk niet goed na over anderen. Dat blijkt onder andere uit dat hij steelt en hoe hij met de dood van zijn vader omgaat. Hij bekijkt alles heel erg vanuit zichzelf. Moise woont alleen met zijn vader, die hem heeft wijsgemaakt dat hij nog een broer heeft, Popol. Deze oudere broer zou zogenaamd door zijn moeder meegenomen zijn toen ze vader verliet, tot zijn vaders grote verdriet. Momo kijkt erg tegen zijn zogenaamde broer op, ook al kent hij hem niet. Hij heeft het gevoel dat hij nooit goed genoeg zal zijn voor

zijn vader. Dit komt doordat zijn vader altijd veel positiever over Popol is.

2. Monsieur Ibrahim is een wijze man van middelbare leeftijd die een kruidenierswinkel heeft in Momo’s wijk, vlakbij zijn straat. Hij is erg slim en heeft al snel door dat Momo van hem steelt. Op Monsieur Ibrahim haalt erg veel wijsheid uit de Koran en verteld Moise er ook veel over. Hij helpt Moise een beetje, en geeft hem steun en advies. Als de vader van Moise dood gaat, vangt

monsieur Ibrahim Momo hem op alsof het zijn eigen zoon was.

3. De vader van Moise. Hij is geen goede vader. Hij verzint er een zoon bij, om Momo zich slecht te laten voelen. Hij komt altijd al depressief over. Als hij dan ook nog ontslagen wordt, pleegt hij zelfmoord.

6. Vanuit welk

perspectief wordt het verhaal verteld?

Het verhaal wordt verteld vanuit het ik-perspectief, je leeft mee met Moise en weet zijn gedachtes. Dit komt naar voren in het hele boek.

7. Cijfer en

verklaring.