Les jeux sont faits door Jean-Paul Sartre

Beoordeling 5.1
Foto van een scholier
Boekcover Les jeux sont faits
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 2723 woorden
  • 26 mei 2002
  • 27 keer beoordeeld
Cijfer 5.1
27 keer beoordeeld

Boekcover Les jeux sont faits
Shadow
Les jeux sont faits door Jean-Paul Sartre
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
VRAGEN BIJ: DE TEERLING IS GEWORPEN 1. Wat verwachtte je van dit boek voordat je het ging lezen? Leg ook uit waarom je dat verwachtte. Is die verwachting uitgekomen? Waarom wel/niet? Ik verwachtte dat dit boek best leuk zou zijn wat voor mij een aparte gedachte is bij een Frans boek. Dit is namelijk het boek waar ik altijd het meest tegen op zie van de vier talen die ik moet lezen. Ik was dus heel blij toen mij verteld werd dat er toch een leuk frans boek was met een origineel verhaal die ik kon lezen. Mijn verwachting was dat het een verhaal over pure liefde zou zijn die toch op een of andere manier zou mislukken. De teruggebrachtte dag zou ten volste geleefd worden en zou onvergetelijk zijn. Deze verwachting is wel uitgekomen vanuit het opzicht dat de liefde zou mislukken. Het opzicht dat het verhaal over pure liefde zou gaan klopt naar mijn mening niet helemaal. Ik had het namelijk allemaal veel romantischer voorgesteld dan de praktische manier waarop het wordt behandeld. Daarbij is het niet eens duidelijk of het wel ging om echte liefde waarbij het erop lijkt dat dat niet zo was, gezien dat Eva en Pierre aan het eind van de dag toch naar het dodenrijk terug moeten keren. 2. Stel: de hoofdpersoon uit je boek krijgt een reisje van 7 dagen aangeboden naar een tropisch eiland en neemt jou mee. Noem nu drie karaktertrekken van de hoofdpersoon die deze week voor jou tot een leuke week kunnen maken. Geef drie citaten (max. 5 regels per citaat) Noem ook drie ‘slechte’ eigenschappen van de hoofdpersoon waaraan jij je vreselijk zou ergeren. Geef weer drie citaten (max. 5 regels per citaat) Goede eigenschap 1: Pierre is erg charmant. Citaat goede eigenschap 1: (blz. 61) Te zamen slaan zij nu een laan van het park in. Zij spreken niet. Op een paar meter afstand gaan twee willekeurige vrouwen aan hen voorbij. Pierre neemt ze beide met een kritische blik op, dan verzekert hij: -Het moet toch een zeldzaamheid zijn. Maar Eva begrijpt het niet. -Wat dan? -Een levende, met wie u bij de ruil niet achteruit zou gaan. Uitleg: Dit zie ik als een goed eigenschap omdat ik, zoals de meeste mensen, het leuk vind om complimentjes te krijgen en toch hou van vleierij. In dit stukje tekst heeft Pierre het over het ruilen van uiterlijk, waarbij hij dus in andere woorden zegt dat Eva heel mooi is. Goede eigenschap 2: Hij is niet te beroerd om iemand met een probleem te helpen. Citaat goede eigenschap 2: (blz. 75) -Nu dan...Achttien maanden geleden ben ik gestorven. Mijn vrouw heeft een vent genomen. Dat kan met niets schelen... Maar het is voor mijn dochtertje. Ze is acht jaar. Die kerel houdt niet van haar. Wanneer u haar zoudt kunnen gaan halen en ergens anders onder dak brengen... -Slaat hij het kind? vraagt Eva. -Elke dag, antwoordt de ander. Uitleg: In dit stukje tekst vraagt iemand uit de dodenwereld Pierre en Eva om een gunst, welke zij niet afslaan. Wanneer ze weer leven nemen ze het meisje weg uit haar vreselijke situatie en brengen ze haar bij iemand anders onder. Wat het nog beter maakt dat ze dit doen, is dat het momenten van hun kostbare tijd wegneemt waarin ze moeten bewijzen dat ze van elkaar houden. Bovendien is de daad onzelfzuchtig. Goede eigenschap 3: Pierre geeft niet op op zijn vrienden. Citaat goede eigenschap 3: (blz. 128) Hij keert zich om, loopt zenuwachtig tot aan het bed, waarop hij met het hoofd in de handen gaat zitten. Eva weet al dat niets hem meer terug kan houden; toch spreekt ze nog: -Pierre. Ze hebben je beledigd. Ze wilden je doden. Je hebt geen verplichtingen meer tegenover hen... Voor hem knielend smeekt ze hem: -Pierre... je hebt nu verplichtingen tegenover mij... Hij hoort de geluiden, die van de straat komen, en antwoord verstrooid: -Ja... Dan na een korte stilte neemt hij een besluit: -Ik moet er heen. Uitleg: Hier besluit Pierre naar zijn vrienden toe te gaan om nogmaals te proberen hen de opstand stop te laten zetten, die ze van plan zijn. Dit doet hij terwijl hij geen verplichtingen tegenover hen heeft en ze al verteld heeft dat het een val was, wat ze niet geloofden. Het is erg loyaal van Pierre en groots dat hij niet opgeeft en zijn vrienden na alle gebeurtenissen nog bijstaat. Hij is een doorzetter. Slechte eigenschap 1: Pierre is erg zeker van zichzelf. Tè zeker. Citaat slechte eigenschap 1: (blz. 44) -Mij ook, geeft Pierre toe, mij heeft hij gehad, maar te laat, de anderen zal hij niet hebben. -U bent wel zeker van uzelf. Pierre richt zich zowel tegen de chef van de militie als tegen de andere doden, die hem omringen: -Mijn kameraden en ik werken er al drie jaar aan. Dat kan niet missen. Uitleg: Pierre is zo zeker in dit stukje tekst dat de opstand die hij gepland heeft zal slagen en dat de regent niet meer zal regeren. Later blijkt daarentegen dat de regent al van de geheime opstand weet en van plan is iedereen die eraan meedoet te vermoorden. Zo zie je maar dat je niet te zeker van je zaak moet zijn. Des te hoger het paard is waar je op zit des te harder je op de grond zal vallen. Slechte eigenschap 2: Pierre ziet geweld als mogelijke oplossing bij meningsverschillen. Citaat slechte eigenschap 2: (blz. 90) Pierre slaagt erin, zich van Eva los te maken en hij loopt kalm op André toe, die ondanks zijn snoeverij een pas terug doet; hij komt tegenover hem te staan en hij pakt hem stevig bij de revers van zijn jasje, alsof hij hem een klap wil geven. Uitleg: Ik vind het belangrijk dat je voor jezelf op moet kunnen komen maar Pierre is wel een beetje overdreven. Blijkbaar is hij nergens bang voor en moet hij dat steeds weer laten zien door zich agressief uit te laten. Ik vind het erg overdreven en het is zielig als iemand die nood heeft. Het leidt alleen maar tot zinloos geweld. Slechte eigenschap 3: Pierre is afentoe redelijk naief. Citaat slechte eigenschap 3: (blz. 119) -Goeienavond, jongens, zegt hij met een geagiteerde stem. Er is nieuws... Morgen gebeurt er niks. De opstand gaat niet door. De anderen ontvangen dit nieuws zonder enge reactie. Alleen Dixonne zegt: -Oh nee?... Uitleg: Pierre is hier naief omdat hij verwacht dat hij zonder uit te leggen waarom, een opstand, waar drie jaar aangewerkt is om het te regelen, kan afblazen. Hij verwacht dat zijn vrienden hem blindelings zullen vertouwen en volgen, en zo werkt het niet.
3. Noem twee symbolen die belangrijk zijn voor het verhaal. Leg uit wat ze betekenen en geef bij elk symbool het citaat waarin het voorkomt. Symbool 1: Een spiegelbeeld. Citaat symbool 1: (blz. 21) Eva loopt weer verder, gaat door de salon, en komt in een lange gang. Plotseling blijft zij staan; voor haar bevindt zich een grote wandspiegel waarin zoals gewoonlijk haar beeld zich moest weerspiegelen. Maar de spiegel laat haar alleen de tegenoverliggende muur van de gang zien. Eva bemerkt dat zij geen spiegelbeeld heeft. Stomverbaasd doet zij nog een stap naar voren. Niets... Uileg: Ik denk dat spiegelbeelden een symbool zijn in dit verhaal omdat ze er meerdere keren duidelijk in voorkomen. Spiegels zijn objecten uit de wereld van de levenden en spiegelen alles. Alles behalve de doden die door de wereld van de levenden rondwaren. Een spiegelbeeld staat symbool dus voor het leven omdat je erin kan zien dat je bestaat en hoe andere mensen jou zien. Heb je daarentegen geen spiegelbeeld dan staat dat voor de dood. Je bestaat niet meer voor anderen. Dit zie je terug bij vampieren die ook geen spiegelbeeld hebben en dood zijn. Symbool 2: Een oude blinde bedelaar. Citaat symbool 2: (blz. 59) Pierre blijft voor de blinde staan, kijkt naar hem en zegt: De levenden interesseren me... Kijk deze oude bedelaar bijvoorbeeld. Het is een arme bliksem, maar hij leeft. Voorzichtig hurkt hij naast de blinde neer. Hij kijkt geboeid naar hem... Hij raakt zijn arm aan, vervolgend zijn schouder en mompelt verrukt: -Het leeft! Uitleg: Dit is een symbool weer omdat de oude man meerdere keren in het verhaal voorkomt. Bovendien wordt er een heel gesprek over hem gevoerd en is hij dus niet bedoeld als achtergrondmateriaal. Hij staat symbool voor wat Pierre en Eva niet hebben maar heel graag weer willen, namelijk leven. Daarbij staat hij ook voor de wanhoop die Eva en Pierre voelen. Dit omdat ze het overwegen om liever een levende blinde oude bedelaar te zijn dan dode ronddwalende zielen. 4. Kies een belangrijke gebeurtenis uit het boek en herschrijf dit vanuit een ander perspectief. Je leest bijvoorbeeld het verhaal vanuit een ‘hij’-perspectief, en je kent zijn gedachten en gevoelens. Kies een ander personage (hoeft dus geen belangrijke personage te zijn) en schrijf een stukje vanuit zijn perspectief. Hoe ziet hij/zij de hoofdpersoon, etc. Het stukje dat ik ga herschrijven komt van pagina 52. Hier heeft de dode vader van Eva gehoord dat zij ook het leven verlaten heeft en komt hij haar opzoeken in haar huis. Het boek is geschreven vanuit het perspectief van een camera waardoor je niet alleen van de hoofdpersonen maar ook van de andere personen in het boek meer komt te weten. Ik ga dit stuk herschrijven vanuit het perspectief Eva’s vader. En toen zag ik mijn dochter staan, arme meid. Ze is veels te vroeg gestorven en op zo’n vreselijke manier. ‘Dag Eva!’. Ik maakte haar bekend van mijn komst. Verbaasd keek ze mij aan en ik zag dat ze door het wederzien ontroerd werd. Het is ook veel om allemaal in een dag te verwerken. Eerst krijg je te horen dat je man je vermoord heeft door je te vergiftigen en dan krijg je ook nog je dode vader terug te zien, die je dacht voor altijd kwijt te zijn. ‘Vader!...’, roept ze. Ik glimlach naar haar als bevestiging en zeg: ‘Ik hoorde dat je bij ons was. Ik ben gekomen om je welkom te heten.’ Dan loop ik naar haar toe met gestrekte armen. Opgelucht en blij werpt zij zich in mijn armen. Dit voelt goed aan. Om mijn dochter weer eens vast te kunnen houden. ‘Vader, wat ben ik gelukkig. Het is zo lang geleden...’, zegt ze, wanneer ik haar loslaat. Ik geef haar een kus op de voorhoofd en kijk haar nog eens aan. Opeens fronst ze haar wenkbrauwen en barst ze uit: ‘Vader... Onze kleine Lucette... U moet weten wat hier gebeurt’. Ik geneer me en wil niet kijken in de richting waar zij in wijst. Alsof ik niet weet wat er gaande is... ‘Geloof je werkelijk dat het nodig is? Ik heb heel weinig tijd, kind.’ Maar alsof Eva niet naar mijn woorden luistert dwingt ze mij het afspelend tafereel gade te slaan. ‘Kijk.’, zegt ze nog. ‘Zie je het? Luister.’ En ik kijk. En wat ik zie bevalt mij helemaal niet, maar dat had ik dan ook niet verwacht. Lucette zit daar met haar hoofd op de schouder van André te huilen over de dood van Eva. Zij toont tenminste nog spijt om het verlies. André daarentegen... Nee, André heeft geen spijt. Hij speelt dan wel toneel voor Lucette, maar in zijn ogen zie je blijheid. Blijheid dat zijn plannetje gelukt is om Eva te vermoorden zonder de schuld op zich te halen, en blijheid dat Lucette steeds dichter naar hem toe komt zoals hij had gehoopt. Ik maak naar Eva een gebaar van onmacht. Het is niet alsof ik er iets aan kan veranderen. ‘Tja, kindje, tja...’ Ik probeer me van het beeld weg te draaien. Eva wil het daar niet bij laten. ‘Vader, hij heeft me vergiftigd omdat ik hem in de weg stond’. Ik weet waar ze nu met haar gedachten heengaat. Wat als hij hetzelfde probeert te doen bij Lucette, of geeft hij wel om haar? ‘Ik heb hem gadegeslagen... het is niet fatsoenlijk... het is helemaal niet fatsoenlijk...’ zeg ik in de hoop haar daar meer mee gerust te stellen. Eva kijkt me daarentegen verontwaardigd aan. ‘Maar ze is je dochter, vader. Hij zal haar verdriet doen’. ‘Ja, het is afschuwelijk...’ antwoord ik haar. ‘Is dat alles wat u weet te zeggen?’ vraagt Eva me nogmaals verbaasd. En dan voel ik plots de emoties in me naar boven komen en laat ik het allemaal naar buiten stromen. ‘Wat wil je dan dat ik zeg? Ik wist wat me hier te wachten stond. Ik wist dat ik hier niets aan kon doen. Waarom heb je me tegengehouden toen ik weg wilde gaan?’, roep ik boos. Plotseling me schuldig voelend voor mijn uitbarsting maar nog steeds de woede binnenin me voelend richt ik me tot André: ‘We zien je best, André en we horen je ook. Je zult ééns verantwoording moeten afleggen. Moordenaar! We weten alles, versta je wel? Lucette... Om hemelsnaam, Lucette, luister naar me, ik...’ En dan weet ik niets meer te zeggen, want op dat moment draait Lucette zich naar André om en zegt: ‘Je bent lief, André...’ Ik herinner mezelf eraan dat ik niks kan doen aan de situatie, en dat mijn woede uitbarsting nutteloos is. Ik laat mijn armen teneergeslagen langs mijn lichaam vallen en kijk teleurgesteld naar Eva. ‘Je ziet, waar je me toe brengt, kind. Ik maak me belachelijk... Kom, ik ga maar liever weg...’ Als laatste advies voor mijn vertrek zeg ik Eva nog: ‘Kom maar liever niet meer hier terug, wanneer je daar beroerd van wordt. Nu... tot ziens kindje... tot ziens...’ 5. Formuleer de hoofdgedachte van het boek. Niet met één woord, maar probeer het in één of twee zinnen aan te geven. Bijvoorbeeld het onderwerp van het boek is ‘dood’, maar de hoofdgedachte is ‘de dood is niet het einde’. Licht de hoofdgedachte toe met 150 woorden en gebruik voorbeelden uit het boek (minimaal 2) De hoofdgedachte is: Het leven is bepaald en men kan daar geen verandering in brengen. In het boek komt dit thema voor mij naar voren omdat het ten eerste naar de titel verwijst. De teerling is geworpen oftewel, de weg is al uitgestippeld. Ten tweede maakt het terugkomen in de wereld van de levenden geen verschil voor de situaties die Eva en Pierre proberen te verbeteren en gaan deze gewoon door net zoals hun dood. Ze hebben dus niks kunnen veranderen door hun terugkomst. Citaat bladzijde 83: Eva streelt het haar van Lucette en praat vol tederheid tegen haar: -Weet je dat hij mij om mijn geld getrouwd heeft? Lucette protesteert verontwaardigd. -Eva! -Lucette, hij haat me. -Eva, toen je ziek was heeft hij alle avonden bij je bed gezeten, antwoord Lucette terwijl ze zich van haar zuster losmaakt. -Hij heeft me twintig keer bedrogen. Maak zijn secretaire open, je zult er de brieven van vrouwen in vinden, hele stapels ervan. Lucette richt zich plotseling op. Zij is verontwaardigd en gelooft het niet. Hier probeert Eva aan haar zus te vertellen wat voor een slechte man André is. Haar zus daarentegen wil niet luisteren en kiest de kant van André. Hierdoor eindigen zij samen zoals André had gepland en heeft Eva er niks aan kunnen veranderen. Citaat bladzijde 145: -Is het niet gelukt? -Zeshonderd doden en gewonden, antwoord Pierre. Tweeduizend arrestaties. Een beweging in de richting van het geweervuur makend, vervolgt hij: -...En het gaat nog door... Toen hij dood was hoorde Pierre dat de regent al wist van de opstand en er maatregelen tegen had genomen. Met deze informatie keerde hij terug naar de wereld van de levenden en probeerde hij zijn vrienden van de opstand af te laten zien. Deze vertrouwden hem te laat en de opstand ging gewoon door. Weer niks veranderd dus door de terugkomst. Citaat bladzijde 142: -Maar heus, ik houd van je Eva, antwoordt Pierre. Ik houd van je maar ik heb niet het recht de jongens in de steek te laten. Hij ziet niet hou Lucien Derjeu door het kleine raam zorgvuldig zijn revolver op hem richt. Angstig roept Pierre: -Eva...Eva. Lucien Derjeu schiet in dolle woede zijn wapen af. Net zoals eerst is Pierre, en ook Eva, uiteindelijk gestorven en heeft hij dat niet kunnen veranderen. Ze vonden blijkbaar hun naasten zo belangrijk dat ze hun extra kans op leven verspilden om dezen te proberen te behoeden voor slechte dingen. Zo blijkt dus dat de teerling is geworpen en men dat moet accepteren.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Les jeux sont faits door Jean-Paul Sartre"